Weill Zoon PETRIE Co. VACANTIE-ZORG DROGISTERIJ J. KUIPERS „BALTEX" PRIMUS" V* VAC ANTI E 1935 G.A.SCHOUS BARTELJORISSTRAAT REISSEIZOEN 0 jP Franken 's Schoenenmagazijn WIE VOND DIT!! „BALTEX" „PRIMUS" Gierstraat 64 VULPEN Soittia 'f M C te MÉÉ. Nieuws uit Artis« 1- adverteert WOENSDAG 10 JUL'! 1935 HAAREEM'S DA'GBE'AD 12 VAN MANTELS, COMPLETS, COSTUMES EN JAPONNEN. Z4J WERKEN ZACHT EN ZEKER. Wanneer de maag van streek raakt door ongeregeiden stoelgang, dan verzwakt het geheele lichaam en wordt de vatbaarheid voor ziekte vergroot. Laat dien toe stand niet voortduren. KUIPERS' PILLEN herstellen den normalen toestand zonder kramp of snijdingen. Ze werken zacht en zeker. Eén pil doet het. KRUISWEG 35 TELEFOON 13123 TELEFOOON 13870 (2 lijnen) HAARLEM VREEMD GELD-REISMARKEN. BAGAGE-VERZEKERING REIS-ONGEVALLEN-VERZEKERING Gelegenheid tot het bergen van eigen brand- _kasten en koffers in onze speciale KOFFERKLUIS_ Bespreek voor Uw vacantietocht naar binnen- of buitenland één onzer NIEUWE CHEVROLET AUTO MOBIELEN, welke wij U verhuren met of zonder chauffeur, desgewenscht All Risk verzekerd. Vraagt condities en maakt een proefrit, met de door U gekozen wagen. Route beschrijving leveren wij desgewenscht gaarne gratis bij. N.Vv AUTOGARAGE VAN LENT HEEMSTEDE TELEFOON 28810 OFF. DEALER BUICK CHEVROLET AUTOMOBIELEN wasvg ~o\c Al 'tls' prettig werk. „troctatiemon-^ netje" vooral Droste te zijn. Vier smaken allemaal even verrukkelijk I En allemaal maar 10 ct. per reepl Veel heerlijks •'oorweïniggeld! MIJN HOED AF VOOR SCHOENEN I - KWALITEITS- .Vjf'S SCHOEISEL //.V\ VANAF 9-75 ,n' V X Alléén verkrijgbaar: Anegang 5 Opgericht 1836 niet het aangewezen materiaal „het zonwerend gordijn", houdt Uw woning koel, doch slnit het licht niet uit; wordt aangebracht als een rolgordijn en vereischt geen bij zondere vakkennis. echter is niet zonwerend, doch by uitstek geschikt om in de zon als kooktoestel gebruikt te worden. Kampeerders - Verkenners bereidt Uw maaltijd op een primus. zoowel als verkrijgbaar bij: TEL. 16113 0 Voor ieder een geschikte pensoo als de Een V ulpen koopen is en zaak van vertrouwen. Koopt daarom 'n Vulpen bij het oude vertrouwde adres van ZIJLSTRAAT 90 Let op het luiste nummer II i HAARLEM - TELEFOON 11161 Rcparaxie&j VJug, Cined. GncdkoojJ Wmiï'ff 'éM 5 <i "iï »f v: ij**-': *1 is V S - - i '5#* GfSÖS P v v - 'hé' 5£«r (V.. 0 '0 7*^ In het Baarnsche Bosch. Alles wat we ondernemen, tot het pret tigste en aangenaamste wat wij be denken kunnen toe, brengt weieens een paar moeilijke oogenblikken met zich mee, of het is weieens aanleiding tot een minder plezierige gewaarwording. Wanneer we ons daardoor dadelijk uit het veld laten slaan, zouden wij nooit meer iets willen on dernemen, en daardoor zouden wij mèt het missen van zulke kleine moeilijkheden ook de groote genoegens niet meer beleven. Zoo is het ook met het op reis gaan, en we bedoelen daarmee Speciaal voor de huis vrouw, die, als we het zoo noemen mogen, de huishoudelijke afdeeling van het reizen onder haar beheer heeft. Allereerst is daar dan het koffer pakken, waarvan vermoedelijk wel elke vrouw een hartgrondigen afkeer heeft. Al die duizend en-één kleinigheden die niet alleen ingepakt, maar die vooreerst bedacht moeten worden, opgezocht, nagezien, mogelijk hersteld of gé- wasschen en die dan tenslotte nog met veel overleg gerangschikt en gepakt- moeten wor den! Heele systemen worden voor dat pak ken van koffers aangegeven, ingewikkelde en eenvoudige: lo. Zet al een week van tevoren je koffer klaar, dan kun je er lederen keer wat in leggen, dat je te binnen schiet. 2o. Begin geen uur te vroeg met pakken, anders ben je vergeten TVat er in zit, en kun je alles er weer'uithalen. 3o. Maak een lijst van alles wat je moet meenemen, dan vergeet je niets. 4o. Maak een lijst van alles wat je moet zóó, dat je tooh de helft vergeet, enzoo- voorts. Luid jammerend próbeeren dehuisvrouwen den eenen keer dit systeem, den anderen keer dat, totdat ze tot de conclusie komem, dat hun eigen maniertje van vroeger, wat het dan ook geweest is. voor haar persoonlijk gebruik het gemakkelijkste was. Het verlaten van haar huis is voor som mige vrouwen een moeilijk iets. Voordat de reis begint, overwegen zij dat de tuin er nu juist zoo leuk uitziet; of dat het huis zoo duf zal worden wanneer het eenigen tijd ge sloten is; dat het juist nu zoo geschikt was om zelf logé's te hebben; of dat het weer minder mooi wordt, en dan ben je toch maar nergens beter dan in je eigen huis. Dit maakt ze prikkelbaar, maar erger wordt het nog wanneer zij het noodig vinden om het huis, als aaii den vooravond van een complete verhuizing, in te pakken: gordij nen afnemen, kleeden oprollen, alle meube len onder hoezen, over alles kamfer strooien tegen de mot, beddegoed en dekens oprui men en nog veel meer, wat maakt dat ze doodmoe en allesbehalve fleurig gestemd de vacantie beginnen. Op reis zelf zijn de kleinste spéldeprïtoken soms in staat de menschen van hun stuk te brengen: slecht weer. een niet al te frisch of een ietwat luidruchtig hotel, een gemiste trein, lekke banden aan auto of fiets, een zwerm wespen op een mooi punt, slechte maaltijden, en meer dergelijke onbelangrijke ervaringen. Om nog maar niet te spreken van het dagelijks in- en uitpakken van de bagage, wanneer een reis gemaakt wordt die ons van plaats naar plaats brengt. Vooropgesteld dat al die kleinigheden wel eens even onaangenaam kunnen zijn, zij zijn toch niet belangrijk genoeg om liet plezier van het reizen te beïnvloeden, wanneer men ze tenminste niet een grootere waarde toe schrijft dan ze in werkelijkheid hebben. Tenslotte is het terugkomen voor menige huisvrouw nog veel erger dan het weggaan, natuurlijk daargelaten wanneer de kinderen thuis gebleven zijn en zij, hoe dichter bij huis, hoe harder begint te loopen omdat zij zoo naar ze verlangt. Maar is het gezin er gezamenlijk op uit geweest, -dan moet er heel wat geredderd en in orde gemaakt worden voordat het huis houden weer in zijn gewone banen is. Daar zijn de koffers met gedragen goed, de wasch die weggezonden moet worden en de voor raad ondergoed die uitgeput is; daar is ver der het ongeluchte huis, waar niets van 'etenswaren in te vinden is, de verwaarloosde tuin, de verdroogde kamerplanten, en mis schien de gehate en gevreesde mot die 'zich in een kast heeft tegoed gedaan aan haar Paasch-beste bontkraag. En tenslotte doet de nulpunt-stemming van de huisvrouw van een vacantie die af- geloopen is. de deur dicht, zoodat al die kleine speldeprikjes een onoverkomelijke berg van moeilijkheden schijnen, waartegen het genoegen van de vacantie niet opweegt. Niets is echter minder waar dan dat: zelfs al is het niet geheel en al meegeloopen. dan heeft daartegenover toch ook bijna altijd zooveel goeds gestaan, dat de herinnering aan het mooie blijft en die aan het minder prettige wegvalt. E. E. J.—P. Artis komt dezen zomer weer met in teressante geboorten voor den dag. In het Apenhuis niet minder dan vier babies, t.w. van Lampong-, Rhesus- en Javaanapen; bij de roofdieren, behalve de vele leeuwenwelpen, thans ook weer jongen van Sumatraansche en Bengaalsche konings tijger met hun respectievelijke ouders. Voorts jongen van een Surinaamsch spies hert, van een waterbuffel, van Indische anti lopen en Javaansche stekelvarkens. Tenslotte kuikens van wild'e gans, brandgans, smient, Sclaters kroonduif en Braziliaansche tijger roerdomp, om van de aardige zilvermeeuwen-, waterhoentjes, zwanen, wilde eenden- en fa zantenkuikens niet te spreken, die er als ge woonlijk de aandacht trekken. In den kinder tuin zijn ook veel jonge dieren. Een paar vreemd gekleurde en fijngebouwde Abessi- nische geiten en een Abessinisch schaapje loopen de hen voederende en liefkoozende dieren achterna. Het mooie, Abesssinische leeuwenpaar, dat onze Koningin van den Negus ten geschenke ontving, maakt het best en is al goed aan zijn Artis-omgeving gewend. Het belooft een paar geweldig forsche leeuwen te worden. Het nieuwe pinguinverblijf, iets zeer bijzon ders, op dit gebied, nadert zijn voltooiing en de nog aan de volledige bezetting ontbre kende zwartvoet- en koningspinguins zijn on derweg. Voor het overige is het nu een lust, den bloeienden tuin met zijn zware jasmijnen en weelderige bloemperken te doorwandelen, waartoe thans ook des avonds, en dan tegen den halven prijs, gelegenheid bestaat en waarbij de vogel-, apen- en reptielenhuizen geopend zijn, terwijl verder vrijwel alle dieren in den tuin in hun buitenperken op hun wijze van onze mooie zomeravonden genieten. aarSsm's Dagblad is de Courant Waarin gij met het meeste succes In den theetuin van het groote .hotel wer den de lampen aangestoken. Zacht viel het licht over de kleurige parasols, die beschermd hadden tegen de felle zonne stralen. Nu zochten paartjes de schaduwen van die parasols, er was een onbestemd leven in den tuin, geschuivel, soms even gepraat, een korte lach. Men wist er meer de aanwezig heid van menschen dan dat men die menschen zag. Op het eerste gezicht leek de tuin wel leeg. Bert Brand drentelde aarzelend tusschen de tafeltjes door. Hij was de eenige die duidelijk zichtbaar was, hij was alleen en had geen reden zich verborgen te houden. Hij had pas een kamer besproken in het hotel en had nu den tijd aan zich zelf. Veer tien dagen vacantie en veertien dagen alleen. Een heerlijke tijd om adem te scheppen, om tot rust te komen. Hij had dit jaar niet met vrouw en kinderen er op uit willen gaan, zoo als de laatste twintig jaar, hij had zich door een bevrienden dokter rust laten voorschrij ven. Of hij dat dan thuis niet krijgen kon, had zijn vrouw natuurlijk dadelijk gevraagd. Nee, zei de dokter beslist, er is verandering van omgeving noodig. Waarom zij dan niet mee kon gaan? Het kostte heel wat moeite haar te overtuigen, dat haar man „er eens heelemaal uit moest". Ze troostte zich met het idee nu weer eens met haar twee dochters naar haar moeder te kunnen gaan; dat was in jaren niet gebeurd; Bert sympathiseerde niet met zijn schoonmoeder. Het was absoluut niet uit sentimenteele overwegingen dat Bert Brand het hotel had uitgezocht waar hij cp zijn huwelijksreis ge logeerd had. Het was alleen omdat hij zich dat hotel herinnerde als rustig en in een mooie omgeving. Toen hij zijn vrouw het hotel noemde, herinnerde ze het zich niet eens meer; mevrouw Brand was heelemaal niet sentimenteel. Veertien dagen rust. Het was niet het kan toorwerk, dat hem zoo vermoeide,' hij werkte graag, ais je werkte, intens bezig was, had je geen last van de menschen. Menschen, al tijd weer menschen, die je hinderden, lastig vielen, plaagden. Bert Brand wilde veertien dagen verlost zijn van de menschen. Hij ging aan een tafeltje zitten. Zoo, hier; zag niemand hem en kon hij niemand zien. Ja, hij herkende den tuin, als was hij gemo derniseerd. Dat prieel in dien hoek was er toen ook al, daar zaten menschen, geloofde hij. Natuurlijk, hij had er met Marianne ook; gezeten, jonge, verliefde menschen zochten de eenzaamheid samen. Een mooie tijd, als je nog geloofde, dat er een wezen was, dat je. precies begreep, dat je „wij" kon zeggen. Later zei je alleen nog maar „ik" dan wist je wel dat elk mensch alleen stond met zijn gedachten en gevoelens en dat je medemen- schen niet eens hun best deden iets van je te begrijpen. Waarom praatte zijn vrouw nu net altijd' over het huishouden, over moeilijkheden met de kinderen, over de een of andere gebeurte nis van den dag, als hij iets van kantoor ver tellen wou? Waarom had ze haar hoofd vol met den inhoud van een pas gelezen boek of met een bericht uit de krant, als hij zat met een geestelijk probleem waarover hij haar wel graag eens had willen spreken? Zijn dochters? Die leefden heelemaal hun eigen leventje. Ze studeerden, gingen uit, hadden hun vrienden en vriendinnen. Vader? Ja, die was er ook nog, natuurlijk. En het was een beste man van wien ze veel hielden, maai' veel gedachten verspilden ze niet aan hem. Ze waren hem gaan hinderen, alle drie. Door hun weinige belangstelling, door hun praten langs hem heen. Ze waren luidruchtig als hij moe was en hadden geen tijd als hij eens in de stemming verkeerde voor een ge zellig samenzijn. En op kantoor was het min stens even erg, ieder was er steeds vervuld van eigen belangen, een waren vriend vond je er niet. Je kon heusch het beste maar werken, dan voelde je je gemis niet zoo. Maar zelfs onder je werk werd je nog gehinderd, door typistes die hun mond niet konden hou den, die gichelden, je vermoedde soms dat het om jou was. Nee, het allerbeste kon je er uit zijn, zooals nu. Heelem.aal alleen in een hotel, de bosschen in, do hei op, eindelijk rust. Stil zat Bert Brand in den grooten, zoo goed) als verlaten theetuin. Maar hij voelde nog niet de voldoening die hij verwacht had. Was het misschien dom geweest juist dezen tuin te kiezen? Het verleden leek altijd mooi, je ver langde er naar terug. Onzin, hij wist dat het allemaal schijn was geweest. Hij verlangde niets, hij wou alleen zijn. En hij was alleen. Maar ook en dat was de bedoeling niet hij voelde zich alleen. Hij zat daar en betrapte zich op het be spottelijke gevoel dat hij de paartjes die hij in den tuin vermoedde benijdde. Hij dacht aan een familie met kinderen die hij in de hal ontmoet had en hij dacht aan hen met een gevoel van jaloezie. Belachelijk, hij had im mers ook een gezin, dat hij elk oogenblik hier kon laten komen! Hij was dat gezin ont vlucht. Dacht hij soms dat het in andere huwelijken, andere gezinnen zooveel beter was? Het was stil in den tuin, maar toch voelde hij de aanwezigheid van menschen. Hij ver langde naar een mensch aan zijn tafeltje. Tegen al het weten in hoe lastig en hoe irri teerend menschen kunnen zijn verlangde hij een mensch aan zijn tafeltje. Bert Brand bleef veertien dagen alleen en de eenzaamheid drukte. Hij geloofde aan het eind van die veertien dagen, dat de men schen toch nog zoo kwaad niet waren en dat hij het in zijn huwelijk toch nog niet zoo slecht getroffen had. In het hotel waar hij als jonge man gelukkig was geweest bloeide nog eens een aarzelende illusie in hem op. Een illusie en een vraag. Had hij misschien zelf schuld? Hoe groot was zijn liefde, zijn belangstelling, zijn be grijpen geweest? Was het geen oude waarheid, dat die weinig geeft, weinig ontvangen zal? Er groeide een behoefte in hem om te geven en misschien te ontvangen. Hij was gevlucht voor de menschen maar aan zijn tafeltje alleen had hij geleerd dat een mensch het zonder een mensch niet uithoudt. BEP OTTEN. 9e Waschkolk. bij ibwspeet.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 12