UIT HET BUITENLAND DUITSCHLAND ZOEKT VRIENDSCHAP. Onderhandelingen die voor alle andere moeten gaan. THIJS IJS EN HET GEHEIMZINNIGE EILAND. met ZAT E-R DAG 20 JULT 193." H A A R L E M'S D A G B E A D Kabinetscrisis in Griekenland. Strijd tusschen monar chisten en republikeinen. De premier Tsaldaris wenschte neutraliteit ten opzichte der quaestie van de monarchie. Von Lewetzow afgetreden als Berlijn's politiechef. Griekenland. De Grieksche regeering afgetreden. Generaal Kondylis. Naar Reuter meldt, is het Grieksche kabi net afgetreden. De crisis vindt haar oorzaak in ernstige meeningsverschillen in den boezem van 't mi nisterie over het herstel van het koningschap. Het conflict liep zoo hoog. dat de minister van oorlog en plaatsvervangend premier, ge neraal Kondylis, en de minister van Landbouw Thotokis. hun ontslag namen. Men heeft nog getracht beide ministers er toe te brengen hun ontslag in trekken, doch deze pogingen ble ven vruchteloos. Onmiddellijk nadat generaal Kondylis. die zooals men weet, ïn Italië en Joegoslavië be sprekingen met de leidende staatslieden heeft gevoerd, te Athene was teruggekeerd, bleek naar de Londensche ..Daily Telegraph" ver neemt in het kabinet groote oneenigheid te bestaan. Deze meeningsverschillen hadden spe ciaal betrekking op het vraagstuk van het herstel van het koningschap in Griekenland. Kondylis, die voorstander van een restaura tie is, en de overige monarchistische leden van het kabinet oefenden krachtige pressie uit op den premier Tsaldaris, opdat deze de vier republikeinsche kabinetsleden zou dwin gen af te treden. Tsaldaris weigerde dit echter pertinent, aangezien hij beslist wenscht te volharden bij zijn politiek van neutraliteit ten opzichte van het vraagstuk der monarchie. In totaal hadden in" het kabinet-Tsaldaris vijf voorstanders der monarchie zitting. Kon dylis en zijn vier medestanders zijn van oor deel. dat de houding van den premier nadeelig is voor de monarchistische beweging. DiuStselfolgtmcL Graaf Helfdórf voorloopig politiechef te Berlijn. Het D.N.B. meldt: hoofdcommissaris van politie te Ber lijn, oud-vice-admiraal von Lewetzow, heeft bij minister Frick zijn ontslag ingediend. Minister Frick heeft tot nadere goedkeu ring van Hitier von Lewetzow van zijn func tie ontheven en tot zijn voorloopigen opvol ger benoemd den hoofdcommissaris van po litie van Potsdam, den S.S. leider graaf Hell- dorf. In verband met deze benoeming heeft een bespreking plaats gehad tusschen minister Göbels, den Staatscommissaris van Berlijn, dr. Lippert, den generaal der landspolitie, Daluege, graaf Helldorf. Tijdens deze bespre king zijn de richtlijnen vastgelegd, volgens welke in de toekomst de politieke gouwlei ding. S. A. leiding, politie en gemeentebe stuur den strijd zullen voeren om de hoofd stad van communistische pogingen tot on dermijning van het gezag, bolsjewistisch- Joodsche aanmatiging en reactionnaire pro paganda te vrijwaren. Het resultaat van het onderhoud was. dat alle instanties eendrachtig zullen samenwer ken om ook in de toekomst de Duitsche hoofdstad het karakter van een nat. socia listische stad te waarborgen. Frankrijk. Betooging tegen Lavai's decreten? Het comité tot coördinatie van de socia listen en communisten heeft besloten een so- cialistisch-communistische organisatie te vormen, waarin alle groepen worden ver- eenigd, welke geïnteresseerd zijn bij de be- zuinigings-decreten van de regeering. ten einde de actie tegen deze decreten te steunen. Ambtenaren en beambten van de P.T.T. zijn opgeroepen voor een groote vergadering, waar hun het standpunt van de organisatie- leiding zal worden medegedeeld. Naar het schijnt, hebben de organisatoren der demonstratie tegen de decreten, welke Vrijdagavond op de Place de l'Opéra zou plaats vinden, de convocaties voor die betoo ging. trots het verbod der politie, niet in getrokken. Met nadruk is daarom van de zijde der politie bekend gemaakt, dat heden alle demonstraties verboden zijn. Abessynië. Abessynië's rechten als Volkenbondslid. In het Lagerhuis werd de regeering de vraag gesteld of Abessynië's rechten als lid van den Volkenbond gehandhaafd zullen worden. Minister Eden antwoordde: ..De re geering van Zijne Majesteit stelt pogingen in het werk een vriendschappelijke beslech ting van het Italiaansch-Abbessynisch ge schil te bewerkstelligen. Zij houdt daarbij volledig rekening met de rechten en ver plichtingen van de leden van den Bond en zal dat ook in de toekomst doen". Abessynië treedt toe tot de Roode Kruis-Conventie. De Tel. verneemt uit Genève: De regeering van Abessynië heeft door be middeling van haar gezant te Parijs aan de ZwStsersche regeering medegedeeld, dat zij bereid is toe te treden tot de Roode-Kruis- conventie van Genève. De onderhandelingen hierover, welke krachtens de bepalingen van de conventie met de Zwitsersche regeering worden gevoerd, zijn nog niet afgesloten. De toetreding van Abessynië tot de Roode-Kruis conventie is evenwel verzekerd. Dit beteekent dat Abessynië in geval van een oorlog met Italië de onder bescherming van het Rooae Kruis staande Italiaansche lazaretten en transporten van gewonden moet respecteeren en dat zijn eigen gewon den en zieken eveneens onder de bescher ming van het Roode Kruis worden gesteld. Engeland. Afweergeschut voor de Britsche vloot. De maritieme medewerker van de „Daily Telegraph" meldt, dat de Britsche vloot wel dra de luchtafweerbewapening der oorlogs schepen zal verdubbelen en zelfs verviervou digen. Dit beteekent een erkenning van het gevaar van luchtaanvallen, waartegen doel treffende verdediging absoluut noodzakelijk is. De afweerkanonnen zullen worden gemo derniseerd en aanzienlijk in aantal vermeer derd. Maar het wil niet vlotten. Een historisch en teekenend verhaal. BERLIJN, 18 Juli 1935. Met Italië wilde het niet vlotten. In de eerste dagen der geweldige verheffing beschouwde Nazi-Duitschland Italië als zijn eenigen wa ren vriend. De Italiaansche pers gaf daar alle aanleiding toe en over en weer was er louter waardsering en lof voor „het groote edele volk" aan deze en aan gene zijde der Alpen. Van „allerhöchste" zijde in Duitschland moest de vriendschap bezegeld worden door „aller- höchst" bezoek. En Hitier vloog over de Alpen, om Mussolini te ontmoeten. Een beetje mu ziek, een beetje parade, een fijn dineetje en de heeren keerden weer terug, elk naar zijn residentie. De Duitsche pers bleef den grooten Romeinschen dictator en het edele bevriende volk onverstoorbaar huldigen. Onverstoorbaar want in Italië was de pers op eens gaan zwijgen over alles, wat zij voorgegeven had, zoo zeer te bewonderen in den grooten Ger- maanschen buurman..Maar toen Mussolini enkele 'maaïï dén' na dé befaamde'-Ohtm'oe'ting. in een van zijn groote redevoeringen kuituur en manieren der Germanen van het allereerste en van het Derde Rijk „barbaarsch" noemde, toen viel de Italiaansche pers in-unisono- conbrio-met een toepasselijk refrein. Het is in de laatste dagen wel verstomd door de pijn lijke terughoudendheid van Duitschland bij het Italiaansche conflict met Abessynië, maar het Derde Rijk heeft die eerste vriendschap in nevelen zien vervliegen. Toen kwam de geste naar het Oosten en het officieele Polen werd als vriend gewonnen, of eigenlijk: er werd een vriendschap „met tienjarig bestand afgeslo ten". Polen is nu de oude trouwe vriend: vast als een rots in de branding, staat zijn vriend schap nu toch al zooveel maanden lang! onwankelbaar in de stormen der internatio nale verlokkingen en dreigementen. Het is nog wel geen vriendschap van volk tot volk, doch dat ligt niet aan Duitschland. Van deze zijde wordt ook hiernaar met alle macht en vrien delijkheid gestreefd. Met het officieele Frank rijk wilde het nog niet lukken. Zullen.hier de oude front-strijders den weg kunnen banen? De Duitsche frontstrijders, die Frankrijk be zochten, hebben geweend van ontroering bij de hartelijke begroeting door de Fransche oudstrijders, die zij 4 jaren lang hebben moe ten bestrijden met gifgas, vloeiend vuur en ander vernuftig bedacht moordtuig. Als de in drukken, gewekt bij zulke ontmoetingen blij vend zijn, dan mogen we het beste hopen, al kunnen wij niet vergeten, dat in den loop der tijden na bloedigen kamp, de oude vijanden broederlijk konden samenzijn en later toch weer verwoed op elkaar lossloegen, met alle hoogachting voor den ridderlijken moed van den doodgesabelden tegenstander. Er moeten anderen machten meewerken en uitgeroeid moeten de geheime machten van het vuilste winstbejag. Vloeit het verlangen naar vriend schap met een machtig volk voort uit liefde voor den vrede, „überhaupt", of om zeker te zijn, te gegevener tijd een gevreesden tegen stander onschadelijk te kunnen maken? Duitschland heeft de Engelsche regeering zijn vlootpact aangeboden en deze heeft het welwillend aanvaard. Maar van vriendschap met het officieele Engeland, zooals met Pqlen, kan nog geen sprake zijn. Breede kringen in Engeland blijven achterdochtig en afwijzend. Men wil tot een vriendschappelijke verhou ding althans tot een goede verhouding komen door bezoek over en weer van oud frontstrijders, van studenten, geleerden, kunstenaars. De Engelsche oud-strijders, die Berlijn bezochten, zijn er niet alleen met offi cieele vriendelijkheid ontvangen, maar wer den ook door de Berlijnsche bevolking met de grootste hartelijkheid begroet. Dat was echte levendige hartelijkheid, een blij stralen de begroeting, die ook den Franschen bij hun bezoek zal ten deel vallen. Lord Allen of Hurtwoord, een vriend van Mac Donald, Sir Josiah Stamp, een der direc teuren van de Engelsche Bank en andere prominente Engelschen zullen hier spreken en in Duitschland worden rondgeleid. Twintig Engelsche studenten-leiders zijn in Kiel aan gekomen. Groote groepen Engelsche studen ten bereizen Duitschland, Duitsche gaan naar Engeland. Dat het Duitsche volk haakt naar vriendschap met de andere volken, is onmis kenbaar. En toch schijnt het van andere zijde maar niet te willen vlotten. Zelfs een man als de correspondent' van de Times, die zich klaarblijkelijk in zijn Berlijnsche omgeving heel wel gevoelt, meent zijn landgenooten voor Duitsche vriendschappelijke gevoelens te moeten waarschuwen. Dit bewerkt bij hem ongetwijfeld de Nazi- politiek, waarmee maar weinigen, buiten de Partei-genossen, het eens zijn. Vooral in deze dagen van streven naar vrede en vriendschap met de heele wereld, dreigt binnen de grenzen der Heimat een meedoogenlooze bestrijding van alles wat niet van de partij en van het ras is. De Duitsche bladen publiceerden tegelijker tijd dus blijkbaar op hoog bevel een ar tikel over ..de gefantaseerde gruwelberichten in de buitenlandsche pers", naar aanleiding van het incident bij de vertooning Van een Zweeasche film, die Joden zouden hebben ge saboteerd. Het „incident" was een kloppartij en een be weging die als „oproer" een provinciestad in opspraak zou kunnen brengen voor alle ko mende tijden. Vele Joden, die met het geval niets te maken hadden zijn ernstig mishan deld, ruiten van restaurants zijn stukgeslagen, kortom het was een lawaai als in „de oude dagen van kommer en strijd". Dat was al erg genoeg, doch met gruwelijk welbehagen heb ben enkele buitenlandsche correspondenten er wat meer van gemaakt. Nu vraagt de Duit sche pers op hoog bevel: „maken wij zooveel drukte van de onlusten en slachterijen in andere landen als in Belfast b.v.?" Die ver gelijking gaat heelemaal niet op. Het mo- lesteeren, mishandelen en de onderdrukking van Joden en anderen is een direct gevolg van de leer der hooge overheid. Voor den „Stürmer" op schuttingen en muren in Berlijnsche hoofdstraten, het blad van Strei- cher, staan opgeschoten jongens te ginne gappen. Dat Joden provoceerend optreden is een bewering, die even belachelijk is als de vecht partij. die het verbod eener jeugdvereeniging „noodzakelijk" maakte.. Twee jongens, die samen zestien jaar oud waren, kregen ruzie om een bezemsteel. De kleinste van de twee riep zijn grooten broer van 11 jaar te hulp en toen deze den ander den stok uit de hand rukte, werd die hand door een grooten splin ter bloedig gewond. De moeders en de vaders, de dokter en de schoolmeester, groepenlei- ders en oppergroepenleiders kwamen er aan te pas. Een toen de gouwleider er van hoorde en ook ervoer, dat de groote broer van 11 jaar lid was van een bloeiende zang- en sportclub, die evenwel nog niet was gelijkgeschakeld, werd die club ontbonden verklaard, als ge vaarlijk voor volk en staat. Ik zou 't niet verder hebben verteld, als 't niet „historisch" was. H. L. De goudclausule in de Vereen. Staten. Spoorwegmaatschappij moet op goudbasis uitbetalen. De Tel. verneemt uit New-York: Een voor de bezitters van Amerikaansche obligaties met goudclausule belangrijke beslis sing werd heden door rechter Knox van het Federale Gerechtshof geveld. Knox veroordeel de de St. Louis and South Western Railroad de coupons en lossingen van haar obligatie- leeningen op goudbasis uit te betalen. De betreffende eisch tot betaling op goud basis werd gesteld door de Anglo Continen tale Treuhand A.G., die betaling in guldens vorderde. De leening is in totaal 8 16.383 groot. Op grond van het thans gevelde vonnis zal de maatschappij voor elke coupon van 25 no minaal, die op 1 Januari 1934 verviel, 39,63 moeten uitbetalen. Het vonnis van rechter Knox is het eerste •esultaat van de bemoeiingen der beziters van Amerikaansche leeningen om ook na den uit spraak van het Amerikaansche Hooggerechts hof de leeningen welke 'n goudclausule bevat ten, op goudbasis uitbetaald te krijgen. Het is naar men weet ook juist met het oog op den mogelijken uitslag van verdere goud clausule-processen, dat de regeering thans een wetsontwerp heeft ingediend waarbij hétinstellen van schade-acties tegen de re geering op grond van ben a dee ling door de dol- lar-devalutie onmogelijk wordt gemaakt. Ofschoon het onderhavige geval niet syno niem is met de kwesties welke door het Hoog- erechtshof in behandeling zijn genomen, ge looft men in beurskringen te New York, dat de thans gevallen beslissing toch van groote be teekenis is voor de beantwoording van de vraag of Amerikaansche obligaties, die in bui- tenlandsch bezit zijn op goudbasis moeten worden betaald of niet. HEVIGE AARDBEVING GEVOELD TE TOKIO Vrijdagmorgen vroeg is te Tokio en omge ving, met name in Noordelijke richting naar Sendai, een hevige aardbeving waargenomen, welke met korte tusschenpoozen ongeveer twintig minuten duurde. Uit vrees voor ernstige gevolgen verliet de bevolking in allerijl de huizen. De tot dusverre ontvangen berichten gewagen echter niet van groote schade. MADAME HANAU OVERLEDEN Mevrouw Marthe Hanau, de directrice van het financieele blad „Gazette du Franc", is in de gevangenis van Fresnes overleden. door Henry de Jouvenel, Senator en Gezant van Frankrijk. Hoe jammer is het, dat het niets helpt el kaar over en weer te beschuldigen! Want dat is ongeveer de eenige manier om iets uit te wisselen, waarvan de volken nog geen af stand hebben gedaan, ja, welke zelfs in den laatsten tijd nog is toegenomen. Werkelijk, in een periode, waarin een goede verstandighouding voor allen bittere nood zaak is, is het een groote luxe niet begrepen te worden! Maar het is dan ook een zeer kost bare luxe. Bij den bewapeningswedloop te land en ter zee van weleer komt nu nog de bewapeningswedloop in de lucht. Nadat ie groote industrieën geruïneerd zijn door den vooruitgang van het industrieele materieel, zullen de groote mogendheden geruïneerd worden door de ontwikkeling van de nationa le defensie. Engeland, dat dit ziet aankomen, heeft hals over kop een vlootovereenkomst met Duitsch land onderteekend. Frankrijk zou hierop niets aan te merken hebben gehad, als deze onder- teekening een antwoord was geweest op de be kende Fransche nota van 17 April 1934. waar door het aan de gansche wereld meedeelde een vrijheid te hernemen, waarvan het overigens nooit gebruik heeft gemaakt. Daar die vloot overeenkomst volkomen onverwacht is geslo ten, vlak na de conferentie van Stresa, waar Engeland, Italië en Frankrijk zich verbonden hadden geen afzonderlijke accoorden te zullen sluiten, blijkt de Engelsche regeering wel erg veel haast te hebben gehad om de banden te verbreken, welke zij zoo juist opnieuw had gelegd. Toch blijft er, omdat de overeenkomst nu een voldongen feit is, niets anders over dan daaruit gevolgtrekkingen te maken. De Fransche regeering heeft steeds ondub belzinnig de onderlinge afhankelijkheid van de verschillende soorten bewapening tot uit drukking gebracht. Het heeft nu voortaan echter geen zin meer om hardnekkig te blij ven vasthouden aan een formule, welke door dit Engelsch-Duitsche accoord is gelikwideerd. Wij zijn thans genoodzaakt te denken aan onze bewapening te land, zooals Engeland heeft gedacht aan zijn bewapening ter zee, en wij zijn genoodzaakt te beproeven een beper king te verkrijgen, welke door de genoemde overeenkomst voor de volken van het Euro- peesche vasteland urgenter is geworden, omdat Duitschland, nu het zijn vlootambities binnen zekere grenzen heeft teruggebracht, de vrij heid heeft genomen zijn inspanning op ander militair terrein te vermeerderen. Hiertoe zal met Duitschland onderhandeld moeten worden. Zelfs als die onderhandelingen zouden moeten schipbreuk lijden, zouden zij moeten worden gevoerd, want een mislukking zou een les zijn, en Europa heeft voor alles noodig te weten waar het aan toe is. Wenscht I-Iitler den vrede, zooals hij met klem verzekert en weer opnieuw verzekert, of beoogt" hij alleen, er aan dénkend dat de vlootpolitiek van Wilhelm II en von Bülow tot de Fransch-Britsche Entente leidde, Engeland van zijn oude bondgenooten te scheiden? Heeft een rechtschapen mensch op dit oogen- blik niet het recht nog de eene noch de an dere veronderstelling uit te schakelen? Wat zou beter zijn: ze nader te bestudeeren of in onzekerheid 'te blijven verkeeren? Zeer zeker zou Frankrijk, wanneer het be sprekingen met Duitschland opent, zoowel het risico loopen zelf er de dupe van te wor den als ook de andere volken te verontrusten, want Europa schrikt bijna evenzeer op bij het gerucht over Fransch-Duitsche onderhande lingen als bij het vooruitzicht op een conflict tusschen Frankrijk en Engeland. Immers in het eene geval vreest Europa de komst van den oorlog, in het andere de vorming van een hegemonie. Er kan dus voor Frankrijk geen sprake zijn op dezelfde manier te handelen als Engeland. Het netwerk van pacten, welke de Fransche regeering gesloten heeft, bindt Frankrijk. Het kan slechts onderhandelen als gevolmachtigde. Ook al zou het in schijn bi-lateraal blijven, dan zou toch in werke* lijkheid elk debat tusschen Duitschland en Frankrijk tusschen Duitschland en Europa worden gevoerd. Dat maakt de zaak zoo moei lijk en is tegelijkertijd de portée ervan Hitier kan het karakter, dat de onderhan delingen noodgedwongen zouden krijgen, niet ontkennen. Niets belet bovendien alles wijst zelfs in die richting het karakter van ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLINC. Degene, die zat te peinzen, was een oude hond. Hij was in uniform gekleed en keek Thijs vriendelijk aan. Thijs IJs stelde zich nu voor. ,,'t Is mij zeer aangenaam," antwoordde de hond: „ik heet kapitein Arie Baard." „Ik stoor toch niet?" vroeg Thijs, „ik zag U zoo zwaar zitten peinzen...." „Och ja dat kan ik niet ontkennen," zei de zeeman, „maar met het storen loopt het niet zoo'n vaart. Ik denk wel na, maar ik kan maar niets verzinneno. o. wat ben ik ongelukkig!" „Misschien," sprak Thijs, „kan ik U wel behulpzaam zijn ik durf heel veel, al zie ik er misschien niet naar uit." „Ik zal je eerst maar 's het verhaal vertellen," zei Arie Baard, „dan kun je er pas over oordeelen." de onderhandelingen vooraf nauwkeurig ta bepalen. Tenslotte echter zou het verdrag, dat als basis moet dienen voor een algemeene overeenkomst, slechts te Genève bindend kun nen worden gemaakt. Op die wijze zouden de Duitsche methode van oi-laterale verdragen en de Fransche stelling van de collectieve vei ligheidsorganisatie zich met elkaar kunnen verzoenen. Onderhandelingen tusschen Duitschland en Frankrijk, welke beperkt zouden worden tot de bewapening te land. met het oog op een vervolgens door den Volkenbond te ratificee- ren accoord, zouden bij mislukking zoo weinig desillusie en bij succes Europa zoo veel op luchting brengen, dat men er niet langer meer over zou moeten aarzelen. Als de onderhandelingen voorwaarde waren voor een luchtpact, zou Engeland er meer zorg aan besteden, dan wanneer zij het gevolg er van waren. De kansen daarvoor zouden toe genomen zijn. Zij zouden een nuttige ervaring vormen voor latere besprekingen. Tenslotte en vooral zouden zij het algemeen belang van Europa dienen. Frankrijk is geen eiland. De natuur, de vriendschap, de verdragen binden het aan het vasteland met banden, welke het niet kan verbreken. Frankrijk heeft heel wat fouten gemaakt, doch het heeft niet en het zal zich niet verloocheningen te verwijten heb ben. Sommige landen hebben zich van Frankrijk kunnen losmaken, maar Frankrijk heeft zich niet van hen losgemaakt. Het over weegt ook niet met afzonderlijke accoorden op afzonderlijke accoorden te antwoorden. Hitier, die dikwijls een beroep op het eergevoel doet, kan zich er niet over verwonderen, dat wij daaraan trouw zullen blijven. Dit vastgesteld hebbend, blijft er nog over: dat het vraagstuk van de bewapening te land het eerst geregeld moet worden; dat dit niet kan geschieden, zoolang Duitschland buiten den Volkenbond blijft, zonder een voorafgaand accoord tusschen Frankrijk en Duitschland, en dat bijgevolg de poging tot dat accoord te komen, zoowel door tijdsvolgorde als door zijn belangrijkheid, de eerste der diplomatieke onderhandelingen moet zijn. (Nadruk verboden) in "Z£>fb In doozen van 20cL.a£ (Adv. Ingez. Med.) Het einde van den Stahlhelm? In Silezië ontbonden. Thuringsche leiders naar een concentratie kamp. Van officieele zijde wordt medegedeeld, c!at volgens een verordening van de geheime staatspolitie van 19 Juli de nationaal-socia- listische frondstrijdersbond (Stahlhelm) voor de districten Breslau, Liegnitz en Oppeln in al zijn geledingen en met onmiddellijken in gang is ontbonden. De T'hüringsche miinster van Binnenland- sche Zaken deelt mede: Wegens verschillende handelingen en maatregelen, die gericht waren tegen het gezag van den staat en wegens het versprei den van onware beweringen, welke er toe kunnen leiden het optreden van den staat in het openbare leven in discrediet te brengen, alsmede wegens het beschimpen van partij- organisaties moesten verscheiden leidende persoonlijkheden van den Stahlhelm in Thü- ringen in „Schutzhaft" worden genomen en naar het concentratiekamp in Bad Suiza overgebracht worden. Om dezelfde reden moest een decreet wor den uitgevaardigd, volgens hetwelk het dra gen van insignes en uniformen van den Stahlhelm en alle bijeenkomsten, concerten enz. alsmede het uitsteken van Stahlhelm- vlaggen verboden worden. De Berlijnsche correspondent van de Tel. meldt: Deze maatregelen tegen den vroege- ren Stahlhelm, welke wij reeds eenigen tijd geleden hebben aangekondigd en welke be gonnen zijn met de ontbinding van Stahl- helmgroepen in Baden, zijn te beschouwen als een onderdeel van liet groote programma tot voortzetting der zoogenaamde gelijkscha keling in nationaal-socialistischen zin. Het besluit, om den traditioneelen bond van vroe gere frontsoldaten te liquideeren, wordt klaar blijkelijk. om de draagwijdte er van niet al te zeer in het oog te doen vallen, successievelijk, etappes-gewijze ten uitvoer gebracht. Er valt thans evenwel niet meer aan te twijfelen, dat de dagen van den Stahlhelm geteld zijn en dat zijn verdwijnen een moreele genoegdoe ning is voor de S. A.. welker positie er alweer door versterkt wordt. BROOKS' RECORDVLUCHT MISLUKT. CAIRO, 19 Juli (A.N.P.) De bekende En gelsche vlieger Brooks, die het record Austra liëEngeland op zijn naam heeft en gisteren nacht van het vliegveld Lympne vertrokken is voor een solovlucht naar Kaapstad om te trachten, het op naam van Amy Mollison- Johnson staande record te veroveren, is na bij Mersa Matruh met zijn toestel neerge stort. Hij liep eenige verwondingen op, die echter niet gevaarlijk zijn. LIJKEN VAN TWEE ALPINISTEN GEVONDEN. Sedert verleden week Woensdag werden twee alpinisten uit München vermist, een 25-jarige vrouw en een man van dertig jaren Donderdag heeft een reddingsbrigade uit Berchtesgaden aan de Oostziide van de Watz- mann-Jungfrau de lijken der beide vermis ten ontdekt. Zij zijn van ongeveer veertig tot vijftig meter hoogte neergesort en ver ongelukt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 6