DE RAMP VAN „DE CAAI".
Aspirin
M A A N D A O 22 J U E I '1933
H-A'AEEE M'S D 'A" G BE A
7,
Onbeantwoorde vragen.
(Vervolg van pagina 1.)
(Adv. Ingez. Med.)
Benzineleiding was afgesloten.
De Nederlandsche consul te Lugano, Baron
van Wassenaer, die tegen half drie Zaterdag
middag' telefonisch van net ongeluk op de
[hoogte werd gesteld, was tegen half vijf ter
plaatse aanwezig. Zaterdagavond na zijn te
rugkeer in Lugano, hebben wij een onder
houd met hem gehad, waarin hij ons het een
en ander mededeelde. Ook hij was diep on
der den indruk van het gebeurde. Toen hij
bij het wrak van de ,.Gaai" arriveerde, wa
ren alle lijken hier reeds uit geborgen, waar
voor men het dak van de cabine had moeten
opensnijden. De linkervleugel van het toestel
lag tegen een boom aan en was gedeeltelijk
afgeknapt. De beide motoren zaten nog in de
vleugels doch waren eveneens geheel in el
kaar gedrukt, zooals in de cabine alle stoe
len van achteren naar voren in elkaar ge
drukt waren. Op vrij grooten afstand van het
wrak vond men een der macihtige wielen, dat
was afgerukt van het landingsgestel.
De Pian San Giacomo, waar het wrak ligt,
is een kleine vlakte, een soort Alpenweide,
waardoorheen het riviertje de Mesacoo loopt
en op slechts enkele minuten afstand de
autoweg van Mesacco naar San Bernardine.
Baron van Wassenaer verklaarde: „Als de
piloot nog 40 Meter had doorgevlogen was
hij tegen den rotswand te pletter gevlogen".
Thans kan daarvan volgens hem geen sprake
zijn. De piloot durfde blijkbaar bij het zware
weer het gevaarlijke Alpenparcours niet aan,
of er was iets niet in orde met het toestel,
zoodat hij een noodlanding wilde maken op
de eenige plaats, die hem daartoe geschikt
leek, de Pian San Giacomo. Hierop wijst niet
alleen het cirkelen boven deze kleine vlakte,
maar vooral het feit. dat bij onderzoek van
het wrak de benzineleiding bleek te zijn af
gesloten. Hieraan is het wellicht ook te dan
ken, dat bij de botsing met den grond geen
brand is ontstaan. Vermoedelijk zijn, naar het
oordeel van den consul, bij de noodlanding
de vleugels van het toestel met oen boom,
waartegen het wrak rust, in aanraking ge
komen en is het daardoor neergestort.
Waarom vloog d. Feijst
tusschen de bergen
De heer Moes heeft Zondagmiddag een te
lefoongesprek met den heer Plesman gehad en
daarbij bijzonderheden medegedeeld over het
ongeluk.
De Gaai was in het dal gevangen en het
eenige wat den piloot overbleef, was een lan
dingsterrein te zoeken waar hij zijn machine
zoo goed mogelijk aan den grond kon zetten.
Van der Feijst heeft zijn landingskleppen
uitgezet, wat er op wijst, dat hij zijn snelheid
trachte te verminderen. Zijn wielen heeft hij
ingehouden om op de buik van de machine te
kunnen landen. Deze methode is natuurlijk
niet zonder gevaar. Toch wordt zij meer toe
gepast. Men vermindert de snelheid zooveel mo
gelijk en laat het toestel met ingetrokken wie
len op den grond glijden.
Deze feiten, welke duidelijk te constateeren
waren bij het wrak van de Gaai, bewijzen, dat
van der Feijst omlaag wou en hij heeft een
klein piekje opgemerkt in het dal, dat hem nog
het meest geschikt voor kwam om zijn nood
landing te beproeven. In het midden stond een
huisje en eenige boomen en daarlangs heeft
de piloot getracht zijn machine neer te zetten.
Of dit gelukt zou zijn, kan niemand zeggen. Ze
ker is, dat op het laatste oogenblik nog iets
gebeurd is, waardoor aan de pogingen van v.
d. Feijst een noodlottig einde werd gemaakt.
Zekerheid daaromtrent is er niet, maar naar
alle waarschijnlijkheid heeft de vliegmachine
een kabel van een transportbaan geraakt en
is toen door de geringe snelheid recht naar
beneden gekomen en met den neus den grond
in geboord.
Dit was het einde van de Gaai.
Wel heeft de heer Moes nog kunnen consta
teeren, dat de piloot de beschikking heeft ge
had over zijn beide motoren en dit doet de
vraag rijzen: Waarom was v. d. Feijst in dat
dal :en waarom vloog hij zoo laag?
Onze piloten vliegen altijd boven de bergen,
zoodat men de hoogste toppen onder zich ziet
liggen. En zeker zal men dit doen met slecht
weer.
Het probleem voor den heer Plesman en
voor den vliegdienst der K. L. M. is dan ook:
Welke dwingende reden was er voor v. d.
Feijst om van deze gewoonte af te wijken en
tusschen de bergen door te vliegen in plaats
van er over heen. Dat er een dwingende reden
voor moet geweest zijn, staat volgens den heer
Plesman vast, aangezien v. d. Feijst tegoed be
kend was met de gevaren, welke verbonden
waren aan het vliegen tusschen de bergen en
door de bergpassen.
Van Zwitsersche zijde heeft men, zoo deelde
de heer Plesman ons mede, crit^ek uitge
oefend op v. d. Feijst, omdat hij zich tusschen
de bergen gewaagd heeft. Voordat men echter
hierover een oordeel velt, zal men eerst moe
ten weten, wat den piloot dwong om zoo laag
te vliegen. En dit, zoo voegde de heer Plesman
er aan toe, zal misschien wel altijd een raad
sel blijven.
„Blijf op je post en
doe wat je kunt.
Zaterdagavond hadden wij gelegenheid
eenige oogenblikken met den heer Plesman
te spreken. Hij was uiteraard zeer onder den
indruk van het gebeurde en gaf een resumé
van de ingekomen berichten. De gezagvoerder
was een uitnemend piloot, die de route Am
sterdamMilaan reeds twintig maal had ge
vlogen. De plaats, waar het ongeval is ge
beurd, ligt ook precies in de route. Hoe het
gebeurd is, zal ook in dit geval wel nooit vol
komen opgehelderd kunnen worden. Het
laatste bericht van de „Gaai" ontvangen, is
een radio-mededeeling van Milaan, waarin de
marconist seinde, dat hij de antenne zou in
halen. Dit wijst op een onweersbui, waarin
de machine zou zijn terechtgekomen. Boven
dien zou dit de verklaring zijn voor het feit,
dat de „Gaai" zoo laag vloog.
In den regel is men op dien afstand van
Milaan reeds op grootere hoogte. Slechts bij
zeer helder weer kan de piloot wel eens iets
lager vlieger, doch als regel verkiest hij zoo
spoedig mogelijk zijn hoogte te nemen.
De lijn AmsterdamMilaan is met
ingang van heden door de Duitsche
Lufthansa overgenomen, maar ver
der zullen geen wijzigingen in den
dienst der K.L.M. komen. Ook zal de
K.L.M. geen verandering brengen in
het type machines, waarmee gevlogen
wordt. Volgens den heer Plesman zijn
de ongevallen van den laatsten tijd
alle zoo geheel verschillend en onder
absoluut andere omstandigheden ge
beurd, dat hieruit geen enkele con
clusie te trekken valt ten aanzien
van de machines. Of de drie verloren
toestellen door dezelfde nieuwe types
vervangen zullen worden, staat thans
nog niet vast.
De Swissair heeft Zaterdagavond het on
derzoek ter hand genomen. De heer Plesman
sprak zijn groot vertrouwen uit in de des
kundigheid der experts van den Zwitserschen
luchtvaartdienst.
„Het eenige wat zij kunnen doen" aldus
besloot de heer Plesman „is tot een ieder
te zeggen: besef je verantwoordelijkheid,
blijf op je post en doe wat je kunt".
Minister-president Dr. Colijn en de minister
van Waterstaat hebben Zaterdagavond tele
fonisch hun deelneming bij het droevig ge
beuren betuigd.
De heer Piek, agent der K.L.M. te Milaan,
is Zaterdag terstond naar de plaats van de
ramp vertrokken, terwijl de hoofdinspecteur
van de K.L.M. de heer Moes, die toevallig
te Frankfurt was, onmiddellijk naar Zürich
is gegaan en van daar is doorgereisd in ge
zelschap van den directeur van de Swis
sair.
Uit Amsterdam ziin Zaterdagavond tegen
7 uur met den nachttrein naar Bazel vertrok
ken de heeren Van der Heide, inspecteur voor
de Luchtvaart, en dr. ir. van der Maas, van
den Rijksstudiedienst voor de Luchtvaart. Zij
kwamen Zondag in den loop van den dag op
de plaats van het ongeval aan.
Psychologische reactie.
Omtrent de staking van den dienst op
Milaan, zeide de heer Aler, dat, toen de K.
L. M. dé Duitsche Lufthansa, met wie zij voor
dezen dienst een pool heeft gevormd, mede
deelde, dat zij Maandag niet met een eigen
machine naar Milaan zou vertrekken, heeft
de Duitsche Lufthansa zich onmiddellijk be
reid verklaard dan in te willen springen en
niet alleen voor het traject Frankfurt-Milaan
doch ook voor het traject Amsterdam
Frankfurt v.v. t? willen zorgen. Zondag ar
riveerde op Schiphol een machine van de
Duitsche Lufthansa, die hedenochtend vol
gens de dienstregeling naar Frankfort ver
trekt.
Op de vraag, waarom de K.L.M. meende
den dients op Milaan te moeten staken, ant
woordde de heer Aler. dat men eerst wilde
weten, wat de oorzaak van het ongeval was.
alvorens men den dienst, alsof er niets ge
beurd was, voortzette. Als er na elkaar drie
ongevallen gebeuren van een omvang als hier
het geval was, is er alle reden om even na
te gaan, wat er precies aan de hand kan zijn
en ev- -> het tempo te verminderen.
Op de tegenwerping, dat men dan ook
andere diensten zou kunnen stopzetten, ant
woordde de heer Aler, dat het een begrijpe
lijke psychologische reactie was, dat men juist
den dienst on Milaan, met zijn moeilijke
Alpenroute, staakte.
De omgekomen bemanning
Johan Simon Wilhelm van der Feijst, be
stuurder, is op 17 October 1904 te Scheve-
ningen geboren en trad 1 Mei 1932 in dienst
van de K. L. M. Hij is gehuwd en heeft twee
kinderen en woonde te Heemstede.
Na enkele jaren de lagere school in Neder
land te hebben bezocht, voltooide hij deze te
Tegal in Nederlandsch Indië. Hij doorliep twee
klassen van de H. B. S. te Bandoeng en te
Weltevreden en volgde gedurende een jaar de
voorbereidende opleiding voor de Indische j
Rechtsschool. Op 4 Mei 1927 trad hij in dienst
van de militaire luchtvaartaf deeling te- Soes-
terberg en op 1 Mei 1932 ging hij over naar de
K.L.M. Hij had op zijn naam 817 vlieguren in
militairen dienst en 3200 vlieguren in dienst
van de K. L. M. Hij maakte tien reizen naarj
Indië als tweede piloot en vloog in Europa ge
heel zelfstandig.
Ludolf Aafjes, de omgekomen marconist,
was gehuwd, doch zonder kinderen en woonde
dicht bij Schiphol, op het gebied van de ge
meente Rijk (Hoofddorp). Hij werd 19 April
1907 te Bussum geboren en trad op 6 Februari
1928 als radiotelegrafist in dienst van Radio-
Holland. Op 20 October 1934 kwam hij In
dienst van de K.L.M.
Johan Casparus Jacobus Vocke, de omgeko
men werktuigkundige, was ongehuwd en woon
de te Haarlem, waar hij op 19 Mei 1909 gebo
ren werd. Op 13 Juni 192? trad hij in dienst
van de K. L. M. Hij heeft te Cherbourg mede
gewerkt aan het monteei-en der aldaar' uit
Amerika gearriveerde Douglas-vliegtuigen en
ontving een speciale opleiding voor deze toe
stellen. Sedert 1 Juni was hij als boordwerk
tuigkundige speciaal op de Douglas-vliegtui
gen werkzaam.
Mejuffrouw Anna Elisabeth Hermanides was
woonachtig te Noordwijk, waar zij in 1908
geboren werd. Zij is een van de vier meisjes,
die door de K.L.M .waren uitverkoren om te
worden opgeleid als stewardess aan boord der
K. L. M.-vliegtuigen, voorloopig op den dienst
naar Milaan. Zij zou met 1 Augustus a.s. offi
cieel in dienst treden. Thans maakte zij eenige
vluchten om luchtvastheid te krijgen.
De passagiers.
De Engelschman Commander Arthur George
Watts, wonende te Londen Hampstead, was
gehuwd en 52 jaar oud. Hij was een bekend
schilder en carricaturist en teekende vaak ook
voor groote magazines.
Levi Marrianno Nesbit was een bekend
schrijver en leverde dikwijls groote reportages
aan verschillende uitgevers. Hij was thans op
den terugwég van Addis Abeba naar Londen,
waar hij een conferentie zou hebben met den
krantenmagnaat Lord Beaverbrook.
De Duitscher G. A. Flohr was Directeur van
een metaalwarenfabriek te Worms en gehuwd.
De heer S. Hoogstra was directeur der N.V.
tot Exploitatie der Haveninrichting te Dor
drecht.
De heer Philips, die met zijn echtgenoote
verongelukt is, woonde te Vught en was di
recteur der Vloeren- en Parketfabrieken „De
Tropen" te Tilburg.
De heer A. Content, die te Berlijn woonde,
was Nederlander. Hij was te Berlijn vertegen
woordiger van Van den Bergh's Margarinefa-
brieken. Hij had met zijn zoontje een boot
tocht naar Genua, gemaakt en zou vandaar
naar Nederland terug vliegen, waar hij zich
zou voegen bij zijn familie, die haar vacantie
te De Koog op Texel doorbracht. Zijn broer,
die hem van Schiphol kwam afhalen, moest
daar het verpletterende nieuws vernemen.
De heer Jos. van Langen was redacteur van
het dagblad „De Tijd", die van zijn vacantie
uit Milaan terugkeerde.
Laatste vliegtuig
naar Londen ging niet door.
Het Fokker-Douglas-vliegtuig „Toekan",
P.H.-A.K.T., dat Zaterdagavond te 21.27 uur
van Schiphol startte voor de laatste vlucht
volgens de dienstregeling naar Londen, waar
het toestel te ongeveer 11 uur op Croydon be
hoort aan te komen, verscheen te ongeveer
10 uur, dus ruim een half uur na het vertrek
plotseling weer boven Schiphol, waar de lan-
dingslichten werden ontstoken en het vlieg
tuig een vlotte landing' maakte.
Het bleek dat enkele instrumenten voor
het blimdvliegen niet goed hadden ge
functioneerd, waarom de bestuurder, de be
kende K.L.M.-piloot Evert van Dijk er den
voorkeur aan gaf, mede met het oog op het
slechte weer, niet door te vliegen en naar
Schiphol terugkeerde,
Ongeveer tegelijkertijd arriveerde op Schip
hol het dienstvliegtuig uit Brussel, de „Kie
viet", eveneens een Douglas-vliegtuig, en
even heeft men overwogen, de dienstvlucht
naar Londen door te zetten met deze ma
chine. Tenslotte heeft men echter hiervan
afgezien, zoodat de laatste vlucht van den
diepst op Londen Zaterdagavond niet is door
gegaan.
De gewone lijndiensten hebben Zondag,
uitgezonderd die op Milaan, een normaal ver
loop gehad. Van de gebruikelijke rondvluch-
ten boven de hoofdstad, moest, in verband
met de bezetting der diensten, evenals de
vorige week op enkele dagen het geval is ge
weest, worden afgezien.
Een openbaar onderzoek
Onze Haagsche correspondent seinde d.d.
20 dezer:
Hedenavond zeven urn- had ik een onder
houd met den minister van Waterstaat, jhr.
ir. O. C. A. van Lidth de Jeude, onder wiens
departement de luchtvaart ressorteert.
De minister zeide: „Ik ben zeer onder den
indruk van de reeks rampen die in zoo korten
tijd de K.L.M. heeft getroffen, terwijl tevoren
alles zoo goed ging. Hoewel natuurlijk deze j
plotselinge reeks rampen de vraag zou kun
nen doen rijzen of iets niet in orde is, heb ik
voorhands toch geen enkele reden om de se
rie ongelukken aan iets anders toe te sc'hrij-
van dan aan een onfortuinlijken samenloop
van omstandigheden.
Uit den aard der zaak kan ik mij op dit
moment nog geen definitief oordeel vormen
maar dat neemt niet weg dat ik op dit oogen
blik stellig' geloof, dat er niet de minste aan
leiding is om de K.L.M, eenig verwijt te
maken."
Onze Haagsche correspondent voegt hier
aan toe,:
Uit wat ik verder met den minister besprak
mag opgemaakt worden dat deze bewinds
man er zeer sterk toe overhelt om tot een
openbaar onderzoek van de verschillende
luchtrampen over te gaan, aangezien dit in
verband met de openbare meening het beste
zal zijn.
Op Schiphol
Zaterdagmiddag heerschte, na het bekend
worden van de ramp op Schiphol groote ont
steltenis en ook de eerste dag der nieuwe
week hield Amsterdam's luchthaven in de
knellende greep der beklemming' gevangen.
Vliegtuigen kwamen en vliegtuigen gingen^
ieder deed zijn plicht, doch zonder dé1
opgewektheid, die ook den zwaarsten arbeid!
vermag te verlichten.
Ook op het Leidscheplein te Amsterdam,
voor het bekende gebouw der K. L. M. stonden
den ganschen Zondag tal van belangstellen
den, die, ofschoon veelal vreemden voor el
kander, het gebeurde druk bespraken. Een
nationale ramp vereent het volk, dat bleek
ook thans weer.
Toen wij enkele dier gesprekken beluister
den, hoorden wij de veronderstelling opperen!,
dat het „safety first" ofschoon evenmin
tegen overmacht opgewassen van nu af wel
meer dan ooit gelden zal bij hen, aan wiens
ervaring en bekwaamheid eiken nieuwen
dag het leven van tal van menschen wordt
toevertrouwd. Was daar niet het voorbeeld
van den onbevreesden Evert van Dijk, die Za
terdagavond op zijn vlucht naar Londen vast
besloten terugkeerde, toen hij ontdekte, dat
enkele van de instrumenten voor het blind-
vliegen niet functionneerden?
En dan is er tenslotte in een der grooté
dagbladen dit woord van den knappen vlie
ger-publicist Viruly: „Laat het publiek ook
zijn onmisbaar deel doen er is geen reden j
om een goed schip, dat nog vaart, in den steek j
te laten, zoolang' noch op de brug, noch el-
ders onder de bemanning van een lek worcM; i
geweten."
De laatste levensteekenetè*
De marconist van het toestel heeft voor tB§
ramp o.m, nog naar het radiostation Milaaa
enkele minuten voor de ramp geseind:
„Ik vlieg blind en zoek mijn positie." Dé
machine bevond zich toen boven San Bernar-
dino. Daarna seinde hij nog: „Wij tornen op
tegen den hevigen regen en dichten mist.*'
WEER OP DEN HOOGEN DUIN EN
DA ALS CHEN WEG.
1
Natuurlijk waren het weer fietsers vsffl
buiten-af die Zondagmiddag op de gevaar
lijke helling van den Hoogen Duin- en Daal- 1
schen weg zijn gevallen, waarbij een hunner
tamelijk ernstig werd gewond.
Vier Amsterdamsche jongens reden de
helling af en hebben onvoldoende gelet op de
waarschuwingen, die toch niet voor niets zijn
geplaatst. De valpartij kwam spoedig. Een had
een diepe hoofdwonde.
Toch konden allen per trein naar huis gaaaa
nadat een dokter voor de eerste hulp had! g&v
zorgd.
Het tragisch einde van de „Gaai" in het dal nabij San Bernardino.
De plaats waar de Douglas-machine neerstortte. ;Yan het toestel is niets meer ever dan eet chaos van verwron gen metaal.