.aatste
Restanten
Zomerstoffen
Hommen Co.
Wij in den Haag
Haarlem's Kunstschatten.
WOENSDAG 31 JUL"I 1933
H A A R E E M'S DAGBLAD
3
Scheveningsche
dingen en menschen.
Voor ons, Hagenaars, is Scheveningen te
gewoon. Wie een mooie vrouw tot vrouw
heeft ziet dat niet wanneer zij worteltjes
schrapt, een winterteen behandelt of ruzie
heeft met den groentenboer. Hij ziet het
wanneer zij in een avondjurk het Palais de
Danse betreedt en anderen het zien. Het ge
wone, dagelijksche, zomersche Schevenin
gen zien wij niet. Wij willen alléén Scheve-
ningen-in-avondjtirk zien en dat is verkeerd.
Want het andere is aardiger, omdat het ty
pischer is en meer ..eigen". Waarom drinkt
ge niet eens een glas karnemelk bij de Sier-
kan op het strand? Waarom zitten wij zoo
weinig in een gezelligen, krakenden strand
stoel tussehen allemaal rustige pa's en ma's
en onrustige kinderen? Het moge zijn dat op
de mondaine terrassen het publiek ..beter"
is; gisteren at ik een zure augurk, een ge
vulde koek en een hoorntje ijs naast een
wildvreemde juffrouw langs het plankier.
Het was smakelijker, boeiender en ondeu
gender dan een thé-complet met mijn nicht
je in het Lunarium. Ik zeg niet dat u altijd
zure augurken met zoete maagdekens eten
moet, doch één keer kan ik u aanbevelen.
Zoekt de „burgerlijke" zijde van Schevenin
gen en ziet een ander Scheveningen.
Hebt u opgemerkt dat het ijs-eten mond
over mond toeneemt? Drie jaar geleden was
een ijsje staande uit de vuist, ongepast. Nu
doen we het allemaal en overal. De broodjes
koningen zijn ijs-heiligen er bij geworden.
Bij Bak en van Vugt koopt ge koude hoorn
tjes van overvloed en ge zoudt u schamen
er een lepeltje bij te vragen, De Italiaan
Gamba van de Heeregracht heeft die ge
woonte er in gebracht, geruggesteund door
de Amerikaansche film. Het ijs uit die hoorn
tjes is lekkerder dan het ijs uit de dure
coupes. Nu Monchen en Berenbak ter ziele
zijn en onze grootouders die ons daar plach
ten te tracteeren op Coupe Jacques en pêche
melba óók. is de coupe in en door zich zelve
te gronde gegaan. Wanneer het directorium
van de Maatschappij Zeebad hiertegen pro
testeert noodig ik de heeren op staanden
voet uit bij van Vugt en Garniba. Wanneer
zij objectief kunnen ijs-proeven zal het ge
lijk aan mijn zijde zijn. Groote heeren ver-
waarloozen de kleine dingen. Misschien is
dat te begrijpen. Goed te praten is het niet.
Maar wie wil ontkennen dat hij in de kleine
kattekroegjes een beter broodje met betere
kaas. een beter kop koffie en betere thee
krijgt dan in de duurste restaurants? Zoo
is het óók met het ijs, dat het Nederlandsche
volk verovert, mond voor mond.
Wij hebben nóg iets van Amerika overge
nomen: de kranten-kreet. De uitgeschreeuw
de slagzin. De echoënde drie-koloms-kop.
Vroeger riepen de kranten venters langs den
boulevard alléén maar: „Avondblad! Vader
land! Nieuwe Rotterdammer! Telegraaf!"
Nü worden de Rotonde en Houtmeyer op
geschrikt door: Afschuwelijke an oord! Lees
de wedstrijd ItaliëAbessinië! Het laatste
nieuws over de kabinetscrisis! 's Menscihen
horizont wordt grooter, de wereld kleiner
's burgers belangstelling en intellect feller
en scherper. Oók dat van den krantenjon
gen. Wist tien jaar geleden één badman dat
Abessinië bestond? Interesseerde zich toen
één eenvoudig man voor wat er in Duitsch-
land of de Vereenigde Staten geschiedde?
Nu debatteeren de kellner en de slagers
knecht over de kansen der Habsburgs en
de bedoelingen von Jeftitsj en Tsaldaris. En
de kwieke krantenjongens doen méé. Zij
overdrijven en jokken en de burger laat het
zich wel gevallen, om aerwille van den heer
lijken prikkel, om de sensatie van vijf mi
nuten. Het is een klein aspect van Scheve-
pingen, maar het is er een.
En dan zijn er de automaten.
In iedere straat van den Haag, in ieder
leeg hoekje van Scheveningen staan de hef
kraan-automaten. Wie er voor een gulden
een stukje scheerzeep van vijf cent uit haalt
is trotsch en zielsgelukkig om zijn overwin
ning op lot en toeval Het 2waaien van de
kraan, het langzaam dioht-happen van den
grijper, vier gepunte tanden, die op iets
prachtigs inhappcn, er langs afglijden
nee"ja tóchverdikkie hij hééft 'm....
een poeierdoosjehè.... nou.... jasses,
hij glijdt weer af
Zóó staan bij ons op Scheveningen dui
zenden menschen dag-in dag-uit om de gla
zen kastjes met zaligheden, gebed in een
profusie van groene pepermunt-dragées.
Straperlo is ons verboden. Met tientjes en
briefjes van honderd is gokken im-
immoreel. Met dubbeltjes mag het. Wij tel
len de moraal af naar de materie en dat is
moreel. Maar wij gokken lechter tóch. Wie
heeft er ooit een hoofdprijs, een fotografie-
toestelletje uitgehaald? Ik heb het één keer
persoonlijk bijgewoond. Een gróótsch mo
ment. in de eeuwigheid. „Krimminé", riep de
hijschende dame en roode plekken ontsierden
haar glimmende wangen en haar hals-van-
melk-en-bloed „krimminé, ikhèppum". Veer
tig omstanders verdrongen zich om het
grootsch gebeuren. De adem stokte in veertig
borsten. Koninklijk-onaangedaan verhief
zich de kraan. Met een slag ratelde het ge-
schenk-des-lots in de lade. Ikhèppum" zei
de juffrouw en zij was lijkbleek. „Dat heeft
je een en veertig dubbeltjes gekost, Marie",
zei een heer üi lakensche jas. „In het Waren
huis hepje d'r een voor twee gulden" zei een
zure meneer. Maar de juffrouw voelde zich
overwinnares en verwijderde zich Koninklijk.
Ik ben benieuwd hoe lang de hoofdcommis
saris van politie ons dit kleine geluk gunt.
Hij hééft al 'n proof-procesverbaal laten op
maken. „Ter bescherming van de jeugd".
Ach arme!
In den foyer van het Kurhaus, bij den
middag-thé dansant en 's avonds in het
Palais de Danse, treedt ,,'s werelds vermaard-
ste saxophonist". Coleman Hawkins op. De
ingewijden noemen hem „den Hawk" en
daarin zit al iets van grooten eerbied. Onze
minister-president zou willen,
dat men nem den Cool noemde. Voor mij is
hij een gezellige dikke, glimlachende neger
die virtuoos op een groote goud-glanzende
saxofoon blaast, maar voor de Schevening
sche jazz-fans is hij een halve godheid. Boven
zijn krulletjeskruin zweeft een aureool. Lees
Wat het maandblad „De Jazz-wereld" schrijft
over zijn aankomst in Kopenhagen: „met
muziek werd hij door een duizendkoppige
menschenmassa aan het station verwelkomd,
die in dankbare geestdrift hem letterlijk be
stormde; jubelend droegen zijn bewonderaars
hem op de schouders rond, begeleidden hem
naar zijn hotel, waarC hij door journalisten
werd opgewacht. Tot midden in den nacht
bleef de menigte zich voor het gebouw ver
dringen, zijn optreden werd een grootsche,
onbeschrijfelijke triomf en er was een jong-
mensch, dat Hawkins een sokophouder als
relikwie afrukte".
Zóó zijn wij hier in Scheveningen nog niet.
De ï-ïawk hééft zijn twee sokophouders nog.
Maar u moet zien hoe de jonkies met wijde,
flanellen broeken en geplakte haren, hoe de
halfwas-jazz-hitjes met slecht-gemaquilleer-
de gezichtjes en goedkoop-geparfumeerde
zakdoekjes dezen kolenman aanstaren wan
neer hij improviseerend Dinah" door het
broeische zaaltje slingert.
Die verzaligden kennen Abessinië, noch
kabinetscrisis.
De Hawk speelt en zij zijn in hooger
sferen.
Het is om mêelij mee te hebben en on
passelijk van te worden
Mr. E. ELI AS.
Stichting Friesche Hooge-
school te Franeker.
Een herdenking.
Op initiatief van de op 22 December 1930
opgerichte Federatie van de Friesche studen
ten- vereenigingen, welke bestaan te Leiden,
Utrecht. Groningen, Wageningen en Amster
dam en met medewerking van V. V. V. te Fra
neker, werd Maandag en Dinsdag de dag her
dacht, waarop voor 350 jaar de Hoogeschool
te Franeker werd gesticht. Deze herdenking is
ingeleid met een wijdingsavond in de Mar
tinikerk, die voor iedereen toegankelijk was.
De bijeenkomst werd geopend door den voor
zitter van de Federatie der Friesche studen-
tenvereenigingen, den heer P. J. Hoekstra te
Utrecht, waarna prof, dr. G. Gosses te 's Gra-
venhage een rede hield over „Tiden dy 't gyn-
gen, tiden dy komme".
De officicele ontvangst.
Dinsdag had om 100 uur de officieele ont
vangst plaats, waarbij burgemeester De Kruyff
den hoogleeraar, de studenten, reünisten en
genoodigden toesprak, welke rede werd beant
woord door den heer P. J. Hoekstra, voor
zitter van de Federatie. Na afloop vair deze
ontvangst was er gelegenheid de tentoonstel
ling in verband met deze herdenking door dr.
Wumkes, bibliothecaris van de Provinciale
Bibliotheek, in de Leeszaal georganiseerd, te
bezichtigden, evenals dé voorwerpen in het Mu
seum op 't Stadhuis, die nog herinneren aan
den tijd toen Franeker zijn academie nog had,
als bijv. de ruim 80 portretten van vele pro
fessoren, de ebbenhouten met zilver beslagen
pedelstaven, enkele gedenkborden, de portret
ten der drie Oranjevorsten, die te Franeker
hebben gestudeerd, de stoelen in 1793 door cu
ratoren der Hoogeschool aangeschaft. Op de
wandeling door de stad kan men nog de oude
professorswoningen aan de Voorstraat opmer
ken en verder genieten van het schoons, dat
het, oude stadje oplevert. Te half drie ver
eenigde het gezelschap zich in de Aula van
het voormalige Universiteitsgebouw, waarbij
gelegenheid was een der oude academiepoort
jes te bezichtigen. De heer H. Algra te Hui-
zum hield hier een rede over „De Historyske
bitsjutting fen de Frjentsjertcr Hegeskoalle".
tegen Spotprijzen
Anegang 3840
(Adv. Ingez. Med.)
Oss still going strong.
Het einde der arrestaties nog niet in zicht.
Door de gemeente-politie van Oss
is nader licht gebracht in den op den
avond van 23 December 1933 gepleeg-
den roofoverval op het bejaarde echt
paar Van Berkel, aan den Berghem-
scheweg te Oss.
Op dien avond drong een drietal gemas
kerde mannen aan de achterzijde de woning
binnen, waarbij door twee van hen de oudjes
in bedwang werden gehouden, terwijl de
derde op rooftocht uitging. Na alles door
zocht te hebben moest men, daar hulp uit
den omtrek kwam opdagen, de vlucht nemen.
De spaarduitjes, waarop men het gemunt
had, waren juist twee dagen tevoren naar de
spaarbank gebracht.
De broer van Van B., die naast hem woon
de en het onraad bemerkte, achtervolgde met
eenige buren de onverlaten. Deze losten
hierop enkele schoten, zoodat de achtervol
gers hun pogingen den inbrekers te vatten,
moesten opgeven.
De gemeente-politie, welke toen een on
derzoek instelde, mocht er niet in slagen den
daders te arresteeren.
In verband met dezen roofoverval zijn
thans gearresteerd en naar Oss overgebracht
een zekere Van U. uit de strafgevangenis te
Breda en Van der O., momenteel woonachtig
te Maastricht, beiden Ossenaren.
Zij zijn aan een streng verhoor onder
worpen, doch blijven hardnekkig ontkennen.
„TRAKAN" MELDT: FRAAI WEDER EN
ALLES WEL.
Bij de N.V. Stoomvaartmaatschappij
„Nederland" is een telegram van den ge
zagvoerder van het jongenskampeerschip
„Tarakan" binnengekomen, volgens hetwelk
dit schip Dinsdagmorgen te 10 uur te Gud-
vangen is aangekomen. De reis wordt be
gunstigd door fraai weder. De gezondheids
toestand en stemming aan boord laten niets
te wenschen over.
Clement van Maasdijk
herdacht.
Te Heerenveen.
Waar hij als eerste Nederlander boven
Nederlandschen bodem vloog.
Dinsdagmiddag heeft men te Heerenveen op
plechtige wijze het feit herdacht, dat aldaar
van 30 Juli iot 4 Augustus 1910 door den jon
gen Clement van Maasdijk als eerste Ne
derlandsche vlieger voor het eerst boven Ne
derlandschen bodem werd gevlogen.
De herdenking bestond uitsluitend in het
houden van verschillende toespraken bij het
monument voor Van Maasdijk, dat na diens
doodelijken val in Arhem werd opgericht,,
nabij de Thialfbaan te Heerenw en welke
destijds als vliegterrein dienst deed.
Aanvankelijk was het de bedoeling de her
denking uit te breiden met het houden van
een luchtvaarttentoonstelling en tevens met
vliegdemonstx-aties. Wegens de rampen, die
den laatsten tijd de K. L. M.. hebben getrof
fen, heeft men daarvan afgezien.
Behalve het bestuur van de V. V. V., die
deze herdenking had georganiseerd, was aan
wezig het eere-comité, gevormd door den
burgemeester van Heerenveen en de nog in
leven zijnde leden van het vliegcomité van
19lo. Verder behoorden tot de aanwezigen
Jhr. I. L. van den Berch van Heemstede, on
der-voorzitter van de Koninklijke Neder
landsche Veieeniging voor Luchtvaart en
Commissaris van de K. L. M., J. E. van Maas
dijk uit Voorbuig, broeder van wijlen Clement
van Maasdijk, de Kapiteins Steup en
Voorthuizen van het vliegkamp Soesterberg.
luitenant Ferwerda, commandant van het
vliegveld de Kooi, als vertegenwoordiger van
den Commandant der Marine te Willemsoord
De eerste spreker was de heer H. A. Wol-
dring, voorzitter van d" Vereeniging voor
Vreemdelingen Verkeer. Deze herinnerde aan
de groote ontroering door deze eerste vlieg
tocht teweeg gebracht en aan de ontzaglijke
belangstelling over het geheele land en zelfs
in het buitenland ervoor getoond. Als hulde
aan de nagedachtenis van Clement van Maas
dijk legde hij een krans aan den voet van
het monument.
Nadat de tonen van het Friesche volkslied
hadd'-n geklonken, voerde Jhr. van den Berch
van Heemstede, namens de Kon. Ned. Ver.
voor Luchtvaart en de K. L. M. het woord.
Ook deze spreker legde een krans aan den
voet van het monument.
Verder werd het woord gevoerd, namens
het eere-ccmilé door den heer W. van Riessen.
te Heeren veen, destijds secretaris van het
vliegcomité. die een krans legde namens den
heer K. van Noel, die met zijn sportvliegtuig
niet kon verschijnen; namens de Kon. IJsver-
eeniging Thialf door den heer H. Overdiep en
namens de Eerste Friesche Luchtvaart Ver
eeniging door den heer J. C. Visser. Ook deze
sprekers legden een krans namens hun ver
eenigingen bij het monument. De burgemees
ter van Heerenveen. de heer J. J. G. S. Falke-
na sprak de beste wenschen uit voor de ont
wikkeling van het luchtverkeer. Tenslotte
heeft de heer J. E. van Maasdijk namens de
familie woorden van dank gesproken voor de
hulde aan wijlen zijn broer gebracht.
De plechtigheid, welke door een zeer tal
rijk publiek werd bijgewoond, werd besloten
met het Wilhelmus.
Een interieur van
Albert Neuhuys in Teijle
Wanneer de lezer ons plaatje van deze
week naast dat van verleden Woensdag
legt "August AJlebé's Bóeren-interieur uit
Dongen) dan zal hem het groote verschil in
opvatting der beide artisten dadelijk in het
oog springen. Anecdotisch is ook deze Neu
huys nog wel: de lieve intimiteit van dat
moedertje met haar drie spruiten in het
zonnetje bij de open bovendeur is volstrekt
niet zoo geheel onopzettelijk daar gearran
geerd, maar veel vrijer is de greep "veel sa-
menvattender dan bij Allebé de niet direct
ter zake dienende bijkomstigheden. Allebé
detailleert nog: er is geen hoekje op zijn
schilderij of er valt nog een ditje of datje
in het oog dat, geheel afzonderlijk bekeken
weer een mooi geschilderd curiositeitje
blijkt te zijn. Knap is het hoe bij dat alles
toch de éénheid van het geheel bewaard
blijft en er in die saamgedrongen menigte
van kleinigheden niets gaat „rammelen"
zooals men dat noemt. Bij Neuhuys wordt
alle bijkomstigheid genegeerd en alleen in
de opstelling der figuren even de anecdote
gesuggereerd: de gelukkige familie, of huise
lijkheid of iets van diezelfde grondgedachte.
Maar verder gaat de anecdote niet en het
hoofdprobleem blijft uitsluitend picturaal:
het schilderen van kleur in volle licht en
schaduw. Men zie eens hoe verschillend op
beide schilderijen de steenen vloer behan
deld is. Allebé geeft geen berst, geen bij ge
pleisterde scheur in dien vloer cadeau. Neu
huys vat den ganschen bodem samen in een
doorvoed stuk kleur zonder teekening er in
en. als het er op aan komt „ligt" zijn vloer
nog zuiverder dan die bij Allebé. En als men
nu op beide schilderijen eens den stand van
de beide meisjes, die zoowat van gelijken
leeftijd zijn, vergelijkt, dan vindt men een
gradueel verschil in de mate van natuur
lijkheid dat opmerkenswaard is. Hoe aardig
dat kindje bij Allebé daar ook tegen het
schoorsteenmuurtje geleund staat en aan
dachtig het katjesspel gadeslaat, ge voelt
toch dat ze poseert, dat ze er is neergezet
en dat rokje, en jakje en mutsje allemaal
wat te vertellen hebben in dat geromanti
seerde kinderfiguurtje. Het grootste meisje
bij Neuhuys staat daar niet minder aardig,
maar bovendien veel vrijer- en natuurlijker
en onopzetteiïjker. Ge voelt wel dat beide
meesters de structuur van zoo'n wezentje
volkomen in hun macht hebben maar dat
die kunde bij Neuhuys veel meer is saamge
trokken onder wat voor hem het voornaam
ste is, nl. hoe dat figuurtje als totaalkleur
reageert waar ze staat op de grens tussehen
zonlicht en schaduw.
Dat voluit natuurlijke in stand en doening
van de kinderen op Neuhuys' schilderij is
trouwens een der kenmerken van zijn mees
terschap en is niet ten onrechte vaak
vergeleken met de gelijke qualiteiten bij de
kinderen op de schilderden van Jan Steen.
Een rustig verder vergelijken van de beide
schilderijen zal de verschillen nog duidelijker
doen spreken en het wezensverschil tussehen
de hoogtepunten waartoe èn Allebé èn Neu-
huys geraakten, duidelijk maken.
Want en dit is niet te overzien al
was Neuhuys slechts zes jaar jonger dan
Allebé de afstand tussehen hun beider wer
ken in Teyler zal allicht een dertig jaar be
dragen. En juist in die dertig jaar is er nog
al wat gebeurd in de Hollandsche schilder
kunst.
Albert Neuhuys in Utrecht in 1844 gebo
ren, zou aanvankelijk lithograaf geworden
zijn. Hij kreeg zijn eerste onderricht op de
Stadsteekenschool en nam schilderlessen bij
Craeyvanger. destijds een lokale beroemd
heid. Maar toen hij 24 jaar oud was mocht
hij naar Antwerpen om er de academie te
bezoeken. Daar leert hij in hoofdzaak fi
guur en historieschilderen. Hij kreeg zelfs,
in Holland terug, een aardige reputatie als
schilder van satijnen en zijden kledingstuk
ken van dames die in keurige interieurs van
dien tijd piano speelden of Lorre een klontje
gaven. Alleraardigst, burgerlijk, maar toch
al heel knap. En ik herinner mij jaren ge
leden eens een groot doek van hem gevon
den te hebben, waarop een Kerkdienst onder
Lodewijk XIV was voorgesteld, met wel der
tig figuren er op. Dat doek lag als verfom
faaid zeiltje onder een potkachel op het
Amsterdamsche Kattenburg. Ik liet mijn
vondst den dan al beroemd geworden schil
der kijken en hij vertelde mij toen, dat hij
dat gemaakt had om een subsidie van ko
ning Willem III te krijgen. Het was een
voorgeschreven onderwerp geweest. De sub
sidie heeft hij, als ik mij goed herinner, ver
kregen, doch zijn doek nimmer teruggezien.
Dat was bij den Haagschen schipper op de
terugreis zoek geraakt! Het amuseerde Neu-
biivc jro^tsljik dat ik ra dertig jaar zijn werk
als kachelzeiltje terug gevonden had
door een puur toeval en Carel de Wild.
de beroemde restaurateur der Hals'en heeft
het daarna weer netjes voor ons opgeknapt.
Dat alles gebeurde kort vóór 1900 en Neu
huys was toen al de beroemde en best be
taalde Hollandsche schilder.
Al was hij pas na 1870 met zijn Larensche
interieurs begonnen, die onderwerpen had
den den Engelschen en Amerikaanscnen
kunsthandel veroverd en hem tot een zeer
vermogend man gemaakt, die zich alles kon
verooidoven. wat hij wilde. En. evenals Jacob
Maris hield hij er van. breed te leven, royaal
te wonen, vele en groote reizen te maken.
Driemaal reisde hij naar Amerika en kwam
telkens woedend terug omdat men er hem
maakt had.
Algiers, Oostenrijk. Spanje bezocht hij. ja.
vlak voor den wereldoorlog reisde hij zelfs
naar Rusland, als bijna zeventig jarige! Met
zijn kleine, gedrongen gestalte, met een
beetje hoogen schouder, als velen der oude
Haagsche schilders die een menschenleven
voor den ezel gezeten hadden, maakte hij
den indruk van onverwoestbaarheid. Hij was
niet gemakkelijk in den omgang, maar wat
men noemt een coeur d'or. Verliefd op goe
de muziek, speelde hij gaarne piano, op zijne
wijze, onschoolsch. doch buitengewoon mu
zikaal, Johannes Messchaert en Averkamp
waren in zijn Amsterdamsche jaren huis
vrienden op de Sarphatikade en fijne kamer
muziekavonden in 't Concertgebouw bezocht
hij graag. Wel was hij een tegenstelling tot
Breitner. die liever een draaiorgel hoorde
dan Mengelberg's orkest. Neuhuys' zoon Jaap
zou violist worden.... wat daarvan gerea
liseerd is. weet ik niet.
Afwisselend werkte
Neuhuys de latere ja
ren in de binnenhui-
jen te Laren in 't Gooi
of te Moll hi de Bel
gische Kempen. Zoo
als Rodin steeds zijn
modellen in bewegin;
wilde zien. gaande
zonder bijgedachte
door zijn enorme ate
liers, zoo kon Neu
huys alleen werken
in de omgeving zelve
zijner modellen: een
atlierschilderij mocht
hij niet. Hij heeft
legio navolgers gehad,
waarvan er maar en
kelen zooveel in de
vingers hadden als hij
Een der knapsten was
ongetwijfeld Kever,
maar bij de meesten
werd, wat bij Neuhuys
uit sterke potentie
ontstaan was, karak-
terlooze abklatsch.
Met den door hem
zoo zeer bewonder
den Jacob Maris heeft
Neuhuys het lot ge
deeld in het buiten
land te sterven. Jaap
stierf in 1898 in Karls
bad, Neuhuys üi 1914
In Locarno. En in die
zestien jaar was het
geheele aspect der le
vende schilderkunst
in Europa juist to
taal vernieuwd.
J H. DE BOIS.
I
Een halve eeuw geleden
Uit Haarlem's Dagblad van 1885.
31 Juli:
Onder de verschillende vermakelijk
heden welke de a.s. kermisfeesten ons
zullen opleveren, kunnen de schouw
burgen en het paardenspel van den
heer O. Carré den beminnaars van kunst
en vermaak de geheele week voldoende
gelegenheid geven, om zich te amusee
ren. Geeft de Hollandsche Schouwburg
van den heer A. van Lier (den Haarlem
mers welbekend) ons het vooruitzicht
van eenige door den gevierden humorist
Bigot gearrangeerde uitvoeringen van
het komische wei-kje „Haar Korporaal",
wien het aan flink bezoek niet zal ont
breken. ook de Rotterdamsche tooneelis-
ten met het schoone werk van Rosier
Fanssen „Anne Mie", ziïn een bezoek ten
volle waardig. Hii. die den gevierden
tooneelschrijver wil bewonderen, vindt
hiertoe in de flink ingerichte schouw-
burgtent on de Turfmarkt genoegzame
gelegenheid. Eindelijk beloven ons de
H.H. Bamberg en Charlier gedurende de
kermisweek een reeks voorstellingen in
het Salon des Variétés, genlaatst op de
Nieuwe Groenmarkt. „De Pantoffelheld"
(de eerste voorstelling) geeft het nubliek
dat zich amuseert, geen oogenblik rust.
Haar het aan lachverwekkende scènes In
dit stuk niet ontbreekt, terwijl de meer
hezadigde kermisgangér de volgende
avonden gelegenheid vindt zich te ver-
'ustigen in de onvoering van ..Michael
St roe off. de koerier van den Czaar". Dat
ook Carré „waar voor zijn geld" geeft, is
een door de jaren oud geworden waar
heid. waarvan de bespreking een her
haling zou zijn. Teder vin'dt dus haast
iets naar zijn geest, een ieder geniete dus
ook. zooveel in zijn vermogen is
maar ook niet meer!
Door onze lens gesnapt.
Mr. J. Deenik.
Mr. J. Deenik werd te Ternaart (Fr.) gebo
ren op 7 Juli 1879.
Hij bezocht het gymnasium te Leeuwarden
en studeerde te Amsterdam, waar hij in 1903
promoveerde. Daarna studeerde hij nog te
Leiden Indisch recht en Indische talen.
Van 1904 tot 1910 was hij bij de rechterlijke
macht in Indië werkzaam; in laatstgenoemd
jaar ging hij met verlof naar het-moederland.
In 1917 werd hij gepensionneerd. Inmiddels
was hij al te Amsterdam advocaat en procu
reur geworden; in 1919 vestigde hij zich als
advocaat en procureur te Haarlem.
Mr. Deenik heeft zitting in den Raad van
Toezicht en Discipline van dc Orde van Ad
vocaten in het Arrondissement Haarlem en in
het Bureau van Consultatie. Verder maakt hij
deel uit van de besturen van; de Stichting
„Spaar en Hout", het Doopsgezind Weeshuis
en den Haarlemmermeerpolder. Ook is hij
commissaris van eenige vennootschappen en
waarnemend voorzitter van het Scheidsge
recht voor Bloembollencultuur.
Drie boerderijen brandden af.
Tengevolge van watergebrek.
Dinsdag brak brand uit in de boerderij van
den heer Jansen, gelegen aan den Hecrlcr-
weg te Kunrade (gemeente Voerendaali.
De boerderij stond spoedig in lichter laaie
en, aangewakkerd door den wind. sloeg het
vuur over naar twee aangrenzende perceelen
an de limonadefabriek van den heer A. Moulen.
De plaatselijke brandweer was niet bij
machte, het vuur te bestrijden en riep de
hulp in van de brandweer te Heerlen, die
weldra met groot materiaal uitrukte en den
strijd tegen het vuur aanbond.
Het huis van den heer Jansen is geheel in
de vlammen opgegaan. Niets kon worden ge
red. De twee aangrenzende boerenwoningen
zijn eveneens uitgebrand. Het huisraad en
het vee heeft men evenwel in veiligheid ge
bracht. Het achtergedeelte van de limonade-
fabriek werd ook door het vuur vernield.
De oorzaak van den brand is onbekend. Ver
zekering dekt slechts gedeeltelijk de schade.
VOOR DEN VREDE.
Zondagmiddag 4 Augustus, den dag van
het uitbreken van den wereldoorlog zal er in
het R.A.I.-gebouw te Amsterdam een groote
vredesmeeting worden gehouden.
Namens de organiseerende vereenigingen,
Jongeren Vredes Actie, R.K. Jongeren Vredes-
actie. Mobilisatie voor den vrede en Wereld
Vrouwen Comité tegen Oorlog en Fas
cisme zal achtereenvolgens het woord worden
gevoerd.