Duizenden brachten Mgr. J. D. J. Aengenent den laatsten eerbiedigen groet. ZATERDAG 7 SEPTEMBER 1935 HA ARE EM'S DAGBEAD 5 Indrukwekkende plechtigheid in de St. Bavo en langs den weg. Grootsche escortes van schoolkinderen. armen, tusschen meer en minder beschaafden, tusschen maatschappelijk hooger en lager staanden, zelfs niet tusschen katholieken en andersdenkenden: afkeerig was zij van alles wat verdeelt en zocht ijverig naar alles wat samenbindt. Dit levensprincipe voerde hij door in alle omstandigheden, ook wanneer hij krachtens zijn ambt van bestuurder verplicht was tot ernstige vermaning of berisping: daarbij wist altijd de liefde en goedheid de gestrengheid zooveel mogelijk te temperen. In èèn woord de geheele opzet van zijn bisschoppelijk be stuur is geweest: door liefde en goedheid alles tot stand te brengen wat zijn volk ge lukkig kon maken en den tegenstand, dieu hij ontmoette, door liefde en goedheid te over winnen, want immer had hij dat heerlijks woord van zijn grooten Patroon voor oogen: „God is liefde: wie in de liefde blijft, blijft in God, en God in hem". Hoe ontroerend spreekt zijn liefde uit zijn laatsten Vastenbrief. Nooit heeft hij vermoed dat hij toen zijn testament schreef, waarin hij aan zijn volk als erfenis zijn hartelijke al les medelevende liefde vermaakte. „Wij komen tot u," zoo begon hij, „om u een woord van troost en opbeuring toe te spreken, want wij zijn overtuigd, dat zeer velen onder u, gedrukt door den nood der tijden, aan zulk een woord ten zeerste behoefte gevoelen." Enu is de mond, die zulke bemoedigende wocVien kon spreken, voor altijd gesloten: den vriendelijken glimlach, die altijd speelde op dat goedige gelaat, zullen we niet meer zien. Spoediger dgn wie ook had durven denken is hij van ons heengegaan; spoediger ook dan hij zelf verwachtte. Hierin is hij geen navolger van zijn Patroon, die een zeer hoogen leeftijd bereikt heeft. Ik moge u verzekeren dat het brengen van dit offer: niet langer voor ons te mogen werken, hem zwaar is gevallen. Doch ook hier heeft zijn liefde heldhaftig ovenvon- Naar de plechtigheden in de Kerk begaven zich ook Malthezer ridders en kamerheeren van den Paus nen. „Wat God doet is welgedaan, want God is goed in alles" sprak hij. toen hem openhar tig' werd meegedeeld, dat zijn kwaal ongenees lijk was. Geheel overgegeven aan den wil van God en in de verwachting der Christelijke hoop, dat hij nu de heerlijkheid van Gods liefde zou gaan aanschouwen heeft hij den dood in het aangezicht gezien en aangenomen. Ach, waarom kende de dood geen genade voor hem? Heeft de felle gloed zijner liefde zijn levenskracht te snel opgeteerd? Want hij heeft dubbel gewerkt en zich niet gespaard: daartoe dreef hem de liefde van Christus. Of zou een stil verdriet (wat hij echter voor allen zorgvuldig verborgen heeft ge houden) zou een stil verdriet, omdat zijn vurige liefde niet door allen begrepen of door een enkele werd miskend, de aoodelijke kwaal in zijn lichaam hebben uitgezaaid, die hem zoo vroegtijdig ten grave voert? Doch neen weg met dergelijke nuttelooze vragen en veronderstellingen. De Heer heeft gegeven, de Heer heeft genomen; zooals het den Heer behaagde is het geschied; de Naam des Heeren zij gezegend. En wij? Wij hebben den plicht dankbaar te zijn jegens God, omdat Hij ons in Mgr. Aen genent" zulk een voorbeeldigen bisschop, zulk een Apostel van liefde heeft geschonken. Zijn lessen hebben we in eere te houden door die te beleven. Zijn „Kinderen bemint elkander" blijve ons immer bij, maar dan zooals hij ons door woord en voorbeeld heeft geleerd: niet liefhebben met woorden of met de tong, doch met de daad en in waarheid. De Apostel Joannes schrijft „Hiertoe juist is bij ons de liefde tot volmaaktheid gebracht, dat we vertrouwen mogen hebben op den dag van het oordeel." Niemand betwijfelt dat voor dezen Joannes, die het groote gebod der lief de zoo hoog heeft gehouden, de vreugde des hemels verzekerd is. Toch ontslaan deze woor den ons niet van den plicht voor de zielerust van onzen geliefden Vader veel te bidden. Im mers een ander schriftuurwoord zegt, dat zij die in overheid gesteld zijn zware rekenschap moeten afleggen. En wie is zóó volmaakt in alles, dat hij geheel zonder vlek of smet is? Daarom bidt de Kerk bij de lijkbaar ook van een bisschop: Heer treedt niet in het gerichf met uwen dienaar, want geen mensch is bij U gerechtvaardigd, indien Gij hem geen kwijt schelding verleent. Derhalve bidder, wij, en blijven wij bidden: ..God. die onder de apostolische priesters Uw dienaar Joannes met de bisschoppelijke waar digheid bekleed hebt. geef. bidden wij U, dat hij voor eeuwig in hun heilig gezelschap worde opgenomen Geef zijn ziel de eeuwige rust: dat hij ruste in vrede. De absoutes. De eerste absoute wordt vernicht door Mgr. Diepen, de tweede door Mgr. Lemmens, de derde door Mgr. Biermans, de vierde door Mgr. Smets. de vijfde door Mgr. Hopmans, cele brant. Na den dienst in de Kathedrale kerk St. Bavo (waarbij de familie vooraan was ge zeten), begon de indrukwekkende gang door de stad naar den bisschoppelijken grafkel der bij de R.K. Kerk te Overveen. Langzaam en statig formeerde de lange ry zich by de St. Bavo. Nog diep onder den indruk van de gewijde plechtigheden, maakte men zich op den overleden kerkvorst naar zijn laatste rustplaats te begeleiden. Bijna alle genoodigden, die den dienst in de kerk hadden bijgewoond, volgden de lijkbaar op den droeven gang door de stad naar Over veen. (Vervolg op pag. 6 eerste kolom)" Mgr. Dr. J. de Jong, co-adjutor van den Aartsbisschop van Utrecht Reeds vroeg kon men hedenmor gen in de stad zien dat deze dag een ongewoon druk karakter zou dragen. Bijna zou men kunnen zeggen dat de straten in de binnenstad en in de omge ving van de Kathedrale Kerk St. Bavo er anders uit' zagen dan anders. Inder daad was dit ook het geval door de vele vlaggen die halfstok aan de ge vels hingen en de geblindeerde ven sters, gesloten ramen en neergelaten gordijnen, vooral langs den weg die de stoet zou volgen, de stoet die Mgr. J. D. J. Aengenent naar zijn laatste rustplaats begeleidde. De belangstelling, vooral van het Katholieke deel der Haarlemsche bevolking was den laat sten tijd eerst naar de Maria-Stichting uit gegaan, waar tientallen ongerust informeer den naar het verloop van het ziekteproces van den bisschop. Daarna concentreerde de belangstelling zich op het bisschoppelijk pa leis aan de Nieuwe Gracht, waar ontelbaren blijk gaven van hun medeleven en rouw door hun condoleancebezoeken en het teekenen dei- rouwregisters. Nu Zaterdagmorgen, waren de belangstel lenden samengestroomd aan de Leidschevaart de Westergracht en omgeving, althans in de nabijheid van de St. Bavo, waarheen Vrijdag middag het stoffelijk overschot was overge bracht. Doch zooals gezegd is, ook elders was meer "beweging dan gewoonlijk te bespeuren en of schoon "de escortes der Haarlemsche jeugd langs den geheelen weg pas later in den mor gen werden opgesteld, was toch reeds vóór de dienst in de Kathedrale Kerk begon, iets te zien van deze komende, aangrijpende, stille eerbiedbetuigingen aan den doods. Er waren veel hooggeplaatste personen uit- genoodigd den kerkelijken dienst bij te wo nen. Ongeveer drie kwartier voor het begin der plechtigheden in de kerk kwamen de eer ste uitgenoodigden aan. De politie had ook uitgebreide maatregelen moeten nemen om de drukte in de straten om de kerk en op de Leidschevaart te regelen. Het rijverkeer mocht alleen in de richting van het Emmaplein, van de Westergracht af, rijden, terwijl dit weggedeelte alleen toegan kelijk was voor houders van kaarten. Deze maatregelen waren niet overbodig gezien de steeds wassende drukte. Na den dienst in de kerk, die te ongeveer twaalf uur was geëindigd, moesten ook alom straten worden afgezet, terwijl tegemoetko mend noch inhalend verkeer werd toegelaten. In de Kathedrale Kerk St. Bavo. Te tien uur begon in de Kathedrale Kerk St. Bavo de plechtigheid, waarbij vele honder den tegenwoordig waren, vooral geestelijke en wereldlijke autoriteiten. Onder hen merkten wij hier en daar op ge zanten van buitenlandsche mogendheden of hun vertegenwoordigers. Ook ministers, Kamerleden en andere hoog geplaatste Nederlandsche autoriteiten waren in de kerk aanwezig. Dr. H. Colijn had bericht van verhindering gezonden Aanwezig waren onder vele anderen: Prof. Dr, Ir. H. C. J. M. Gelissen, Minister van Han del, Nijverheid en Scheepvaart: Mr. Dr. L. N. Deckers, Minister van Landbouw en Vissche- rij; Mr. M. Slingenberg, Minister van Sociale Zaken; Mr. J. R. H. van Schaick, Minister van Justitie: Jhr. Mr. Dr. H. A. v. Karnebeek, Com. der Koningin in Z.-Holland; Prof. M. P. J. M. Aalberse; Jhr. Mr. O. v. Nispen tot Se- venaer, Oud-Gezant v. h. Vaticaan; Jhr. Mr Dr. A. Roëll, Commissaris der Koningin in N.-Holland. Oud minister Mr. H. P. Marchant. De Eerste Kamerleden: A. C. de Bruyn; Mr. J. N. J. E. Heerkens Thijssen; F. L. D. Nivard; P. J. Serrarens; Prof. Dr. Alphons Steger. De Tweede Kamerleden: Mr. C. Goseling: H. G. Hermans; Dr. L. O. Kortenhorst; A. J. Loerakker; Mej. J. M. J. A. Meijer; Th. F. M. Schaepman; W. Steinmetz. De leden van den Hoogen Raad der Neder-' landen: Prof. Dr. B. M. Taverne; Dr. W. J. Berger. Ook waren verschillende Haarlemsche auto riteiten aanwezig of vertegenwoordigd. Prof. J. Slotemaker de Bruine, minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen zou op de begraafplaats komen. Van de Nederlandsche organisaties noe men wij: R.K. Nat. Federatie „Het Wit-Gele Kruis"; Hoof draad der St. Vincentius Vereeni- ging; Katholieke Radio Omroep: Liefdewerk Oud Papier; Alg. R.K. "VVerkgevers-Vereeni- ging; R.K. Werklieden Verbond; Ned. R.K. Boeren- en Tuindersbond; R.K. Nederl. Mid denstands Bond; R.K. Ambtenaarsvereeni- ging; Gezelschap van den Stillen Omgang; R.K. Reclasseerings-Ver.; R.K. Ver. tot Be scherming van Meisjes; R.K. Blindenbond „St. Odilia"; R.K. Vrouwenbond; R.K. Bond voor Groote Gezinnen; Kath. Jonge Werkgevers- Vereeniging; Alg. R.K. Officiersvereeniging: R.K. Vereeniging van Handelsreizigers: R.K. Centraal Bureau voor Onderwijs en Opvoe ding; Ned. R.K. Schoolraad; Hoofdbestuur Ned. Katholiekendagen; R.K. Vereeniging voor Hooger Politiepersoneel in Nederland: R.K. Politiebond „St. Michaël"; R.K. Vreaesbond; Alg. Katholieke Kunstenaarsvereniging. Van de St. Gregoriusridders waren aanwe zig: C. J. van der Zijden; C. J. G. Struycken; H. P. Toer-hreker; P. Vismans; Henri Kuijpers; P. Jamin; H. G. M. Hermans; L. A. P. M. v. d. Broecke; P. G. Buskens; H. G. M. van der Vij ver; H. J. A. Middendorf: J. Beynes. De onderstaande Diocesane organisaties waren vertegenwoordigd: Diocesane Jeugd raad in het Bisdom Haarlem; R.K. Juvenaat in het Bisdom Haarlem; Centraal Verbond van het St. Franciscus Liefdewerk; St. Francisca Romana Liefdewerk; Diocesane Haarlemsche Voetbalbond; Diocesane Gymnastiek Bond; Diocesaan Kruisverbond voor de Jeugd; Dio cesane Mariabond voor de Jeugd: Mannelijke Jeugdbeweging voor Katholieke Actie; Katho lieke Kinderuitzending; Wit-Gele Kruis; Vrou welijke Jeugdbeweging voor Katholieke Actie „De Graal"; Vereeniging van Hoofden van R.K. Scholen; Diocesane Vereeniging van R.K. Bij zondere Onderwijzers; R.K. Diocesane Maria bond; R.K. Diocesaan Kruisverbond; R.K. Volksbond in het Bisdom Haarlem; Diocesane Land- en Tuinbouwbond. De plaatselijke organisaties en vereenigin- gen waren: Dekenale'Jeugdraad; Bestuur der Jeugdcentrale; Bestuur St. Jozef gezellen; K. J.C. en Jonge Wacht; St. Franciscus Liefde werk en Graal; Bestuur der Sportcentrales; Voetbalvereendgingen. Welpen. Mandoline clubs; K.J.M.V.; Wielren- en Turnvereenigin- gen; Francisca Romana; Martha-vereeniging; Maria-vereeniging; Cultureele Vereenigingen; Besturen Algemeene Standsvereenigingen; Bij zondere Vakvereenigingen; Alle Parochieele Armbesturen; Liefdadigheidsvereenigingen; St. Vincentius vereenigingen; Martha-veree- nigingen. Assistentie bij de plechtige uit vaart. De plechtige H. Mis van Requiem wordt opgedragen door -Mgr. P. Hopmans, bisschop van Breda, met assistentie van: Presbyter Assistens: Mgr. M. Möllmann, vicaris-generaal van het bisdom. Troondiakens: Mgr. dr. G. C. van Noort, deken van Amsterdam en M. Wijtenburg (ka nunniken van het Kathedraal Kapittel). Diaken der H. Mis: J. Dankelman. eere kanunnik van het bisdom en deken van Delft. Subdiaken: H. Sonaaal, eere-Kanunnik en deken van Haarlem. De lagere assistenties zijn als volgt ver deeld: ad candelam: pater Roorda O.F.M., pastoor van de Kerk van den H. Antonius. ad ampullas: de heer H. van Dijk. pastoor van de kerk van de H.H. Elisabeth en Barbara. ad librumde heer F. van Beukering, pastoor van de kerk v. d. H. Josef. ad gremiale: ae heer L. Schalke, pastoor van de kerk van de H. Liauina. ad mytram: de heer J. de Vlieger, pastoor v. d. kerk van O. L. Vrouw Rozenkrans en H. Dominicus. ad turibulum: rector van Zon. De Lauden zullen worden gezongen met ge lijke assistentie. Bij de Absouten der bisschoppen fungeeren: ad candelam: de heer A. van Eeden, pastoor der St. Bavokerk. ad librum: de heer P. Roovers, pastoor dei- kerk van den H. Joannes den Dooper. Aanwezige geestelijke autoriteiten. Op de eerste rij kanunnikenbanken namen plaats; Kapittelvicaris Mgr. H. J. M. Taskin; kanunnik deken van Heeswijk; kanunnik ple baan L. 'Westerwoudt; kanunnik Th. W. Pi- chot;kanunnik-officiaal J. Aalberse; kanun nik-directeur J. Niekel; eere-kanunnik Mgr. Prof. Dr. Th. J. Beysens; eere-kanunnik W. P. H. Jansen; eere-kanunnik J. van der Ven; eere-kanunnik L. P. Stolk; procurator Mgr. Dr. B. J. Eras; Mgr. C. A. W. de Gruyter; Mgr. Th. M. Bekkers; Mr. P. G. Groenen; Mgr. J. Postma; Mgr. dr. Th. Verhoeven; generaal - abt Dom. F. M. Janssens o. Cist.; Abt Dom. J. de Puniet de Parry O.S.B.; Mgr. W. van Din- ther O.S.Cr. Op de tweede rij kanunnikenbanken: prelaat H. A. Stocker O. Prem.; oud-secretaris deken van der Tuyn; regent N. L. A. Ammerlaan; provisor Yzermans; biechvader fr. Reynenberg O.F.M.: secretaris van Mgr. Diepen; secretaris van Mgr. Lemmens; secretaris van Mgr. de Jong; secretaris van Mgr. Hopmans; secretaris vanMgr. Biermans; secretaris van Mgr. Smets; voorts de lagere assistenten n.l. pastoors en rector van Haarlem. Ter weerszijden van het hoogaltaar de vol gende bisschoppen: Mgr. Arrigoni. chargé d'affaires a. i. van Mgr. Micara, apostolisch nuntius van Brussel; Mgr. P. Hopmans cele brant, bisschop van Breda, met secretaris L. Deckers; mgr. dr. J. de Jong, titulair aarts bisschop van Rusio, coadjutor en vertegen woordiger van Mgr. J. H. G. Jansen, aarts bisschop van Utrecht met secretaris; Mgr. A. F. Diepen; Mgr. dr. J. H. G. Lemmens met secretaris; Mgr. J. Biermans met secretaris father Preyde; Mgr. A. Smets; Mgr. J. O. Smit; Mgr. Dr. G. J. Vesters; Dr. J. M. Buckx; Mgr. I. P. J. Verriet; Mgr. H. J. Paulussen: Mgr. C. Dubbelman; Mgr. dr. H. Mekkelholt, alien met secretarissen. In het hoogkoor nemen op de stoelen plaats: Vooraan links twee eerekamerheeren van den Paus, de heeren Heijmeyer van Heemstede en W. Dreesmann; vooraan rechts twee Mal- thezerridders. Verder de paters-provïnciaal: Aengenent O.S.Cr.; C. Hoyng O.M.C.; Dr. N. Poelman; fr. P. Stein O.F.M.; C. Schoerrtaker S.J.: V. Esser S.J.; fr. Basilius Schaap O,P.; fr. F. H. Keulers O.C.D.; fr. Dr. Athanasius O. Carm; fr. Dr. Anacletus O.M.C; Dr N de Wit OE.S.A,; Th. Meuffels C.M.; Dominicus Bongers C.P.; Dr. M. Huppertz S.M.M.; N. Verhoeven M.S.C.P. Saut Css R.; H. Finke S.C.J. de dekens: C. J. Boekhorst: A. H. M. J. Ho- mulle; E. M. J. van Rooy; P. Iluibers; J. H. W. Borsboom; E. F. Rengs; C. M. Jonckbloedt; G. J. M. Maat; J. M. Lucassen; A. J. C. Schraag; A. I-Iollenberg; J. M. Heiligers; G. Kuys; L. Dolle; J. Th. Jacobs. de klasgenooten van Mgr. Aengenent: pastoor J. van Vastenhoven; pastoor A. C. Rhee, pastoor J. Onel; pastoor J. Nuyven; pastoor P. de Kok; en pastoor H. van Baaren; de professoren van Warmond en Hageveld: M. A. Jansen; Dr. N. Steur; P. Stammeyer; C. van Trigt; A. Cleophas: Dr. N. Th. Greite- mann; J. J. Henneman; J. Laurier; J. Starren- burg; P. J. Heskes; L. Wof; Z. de Korte en Professor J. P. Verhaar. de archivaris van het bisdom J. P. Brugge- mann. de kapelaans der kathedrale kerk: H. Heyink: J. Alkemade; E. Determeyer; A. Hen driks, Neef van Mgr.; en Pastoor G. van Nie- kerk. De dirigent is pastoor Th. Beukers Mgr. H. J. M. Taskin spreekt de lijkrede uit. Hoe is de kroon u van het hoofd gevallen, o Kerk van Haarlem! Hij dien gij nauwelijks zeven jaren geleden met stralenden luister en jubel hebt ingehaald, uw herder, ligt daar nu op de doodsbaar. Onbedrieglijk schenen de voorteekenen, die hem een langdurig episcopaat beloofden: zijn krachten leken zoo forsch, zoo sterk. Maar zie! nadat hij van velerlei toekomstplannen eerst de grondlij nen uitgestippeld, daarna de fundeering ge legd had, grijpt eensklaps een kwaadaardige ziekte hem aan, en inkt hem bijna plotseling uit het midden van zijn werk weg, u achter latend als eenzame, als treurende weduwe. O God! hoe onnaspeurlijk zijn Uwe wegen! hoe ondoorgrondelijk Uwe raadsbesluiten. Hier blijkt weer voor de zooveelste maal: hetzij wij leven of sterven, wij zijn het eigendom des Heeren, waarmee Hij handelt naar welgevallen. Hij, Hij alleen is de Heer van ons leven; als maaksel Zijner handen zijn wij volkomen afhankelijk van Hem. Doch wij weten dat de beschikkingen Zijner Voor zienigheid nooit falen en daarom hebben wij niets anders te doen dan ons hoofd te buigen en in stille berusting te zeggen: de Heer heeft gegeven, de Heer heeft genomen: zooals het den Heer behaagde is geschied: de Naam des Heeren zij gezegend. Na deze acte van overgeving aan den H. Wil van God past het verder dat wij, niet ter Mgr. H. J. M. Taskin, vicarius capitularis, die de lijkrede hield uïtbazuining van ijdelen lof, doch alleen tot glorie en verheerlijking van dienzelfden God eenige oogenblikken vertoeven in de dank bare herinnering aan hetgeen deze bisschop in de korte jaren van zijn bestuur voor ons geweest is. Eij de uitvaart van Mgr. Callier mocht ik hem voor u gedenken als een godsgezant met den geest en de kracht van Elias bezield, die als een Joannes de Dooper onder ons gewerkt en gepredikt heeft, om ons te maken tot een heilig volk voor God. Deze bisschop heeft opvallend gestreefd naar gelijkenis met een anderen Joannes, met den Apostel, die de beminde leerling van Jesus en de Apostel der liefde genoemd wordt. Mgr. Aengenent heeft onder ons willen zijn Joannes, de Apostel der liefde: Apostel van de liefde tot God, en omdat ware Godsliefde zich uit en vervolmaakt in liefde voor de menschen ook Apostel der naas tenliefde, Aan ail en, voor allen en in alles zichzelven geven, goed zijn en blijmoedig en hartelijk en behulpzaam en vredebrengend, dat was zijn vreugde en zijn leven; hierin lag het eigenlijke kenmerk van zijn karakter. Het was deze liefde voor zijn medemenschen, vooral voor de maatschappelijk achtergestel- den, die hem in de eerste jaren van zijn priesterschap bracht tot het bijzonder bestu- deeren van het sociale 'vraagstuk. Hij be schouwde en overdacht dit vraagstuk hoofd zakelijk in het licht van wijsbegeerte en openbaring. Wat deze studie hem leerde over de mateloos groote goedheid van den Schepper, die niet enkel onze verdiensten, maar ook al onze verlangens te boven gaat heeft een on- uitwischbaar diepen indruk gemaakt op zijn van nature zoo goedaardig en warmvoelend hart, heeft zijn liefde geadeld tot een echte bovennatuurlijke, goddelijke deugd. Het stoffelijk overschot van den Bisschop wordt de Kathedraal binnengedragen. De bisschoppelijke grafkelder te Overveen. Toen hem een leerstoel in het Groot-Semi narie was toegewezen liet hij niet na bij het vormen van de levieten, die straks zouden uitgezonden worden om het Evangelie dei- liefde te verkondigen, van zijn goedheid en liefde en deernis met de scharen der verdruk ten in hun harten over te gieten. 'En zoo kunnen we begrijpen dat zijn hart opsprong van vreugde toen hij tot het hoogverheven bisschopambt werd geroepen niet om de eer; maar omdat hij nu zijn levensideaal kon gaan uitvieren op een wijze als hij zich vroeger nooit had durven denken: goed zijn voor allen die hij te besturen kreeg; hen allen aan zich en aan elkander binden door den band der liefde, en zoo hen allen brengen tot hun tijdelijk en eeuwig geluk. Hoe jubelde hij dit uit in zijn eerste herderlijk schrijven: „Het eerste woord, dat ik u, mijne geliefde kinderen, toespreek, ontleen ik aan mijn grooten Patroon den H. Joannes, den Apostel der liefde: „Kin deren. bemint elkander". In dit woord ligt de oplossing van alle nooden en kwalen van den tijd waarin wij leven. Indien dit gebod der naastenliefde in zijn volheid wordt opgevolgd, dan zal zoowel in het sociale als in het parti culiere leven een toestand worden geboren, die aan de wereld een heel ander aanschijn zal geven." Deze woorden welden op uit de volheid var zijn gemoed, en wat hij neerschreef vervulde hij zelf van ganscher harte. Met warme en offervaardige liefde gaf hij zich aan zijn bis schoppelijke taak. Het ontzettend zware pak zorgen dat hem op de schouders drukte droeg hij gemakkelijk en blijmoedig, want hij droeg het met liefde. Alleen in de beide laatste maanden scheen het alsof hij iets van zijn blijmoedigheid verloor: 't was het gevolg van de ziekte, die in 't verborgen reeds haar sloo- pend werk was begonnen. Dat echter zijn liefde niet verminderd was, en dat hij zijn blijmoedigheid wilde bewaren bleek wel uit het woord, wat hij zijn priesters tijdens zijn laatste retraite op den verjaardag zijner con secratie heeft toegesproken. Zijn liefde was breed: zij daalde niet alleen af, maar zij hief op: zij omvatte allen, zij maakte geen onderscheid tusschen rijken en

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 9