HEEREN C05TUME5
w)j AKKERTJES
LITTERAIRE
KANTTEEKENINGEN.
Wetenschappelijk allerlei
op 'n Britsche Conferentie.
DINSDAG 10 SEPTEMBER 1935
HAAR E EM'S DA'GBEXD
5
Voor Haarlem's Kantonrechter
DE MAN ZONDER RIJBEWIJS
Om een rijbewijs te kunnen krijgen moet
men een verklaring van een geneeskundige
overleggen, dat de lichamelijke toestand van
den aanvrager het verstrekken van een rij
bewijs niet in den weg staat.
Dat geneeskundig oordeel is altijd min of
meer subjectief en we kunnen ons voorstel
len, dat over de vraag of iemand geschikt ge
acht moet worden om een motorrijtuig te be
sturen, tusschen verschillende geneeskundigen
verschil van meening bestaat en zoo is ons
een geval bekend, dat een dokter iemand, die
doof was, nog wel geschikt achtte, terwijl in
een ander geval een dokter een doove geen
attest van geschiktheid verleende.
En zoo zal er misschien ook verschil van
meening kunnen bestaan ten opzichte van
den man, die voor den Kantonrechter ver
scheen, omdat hij zonder rijbewijs gereden
had en die het rijbewijs niet had gekregen,
omdat de dokter hem wegens mankheid niet
had goedgekeurd. De man zelf vond zich heel
geschikt voor chauffeur en daarom was hij
toch gaan rijden, ja. hij verklaarde, dat hij
zou blijven rijden, want het was zijn broodje.
De kantonrechter vroeg of hij vroeger wel
een rijbewijs had gehad en daarna mank was
geworden, waarop de man antwoordde altijd
mank te zijn geweest, dus hij had het beroep
van chauffeur gekozen, toen hij reeds bedoeld
lichaamsgebrek had en dat was wel wat
vreemd, want als iemand met een zeer ge-
brekkigen voet een beroep moet kiezen, lijkt
dat van chauffeur toch wel niet het meest
geschikte. Hij had dus toch gereden en was
bekeurd, ja, 't was niet voor den eersten keer
en dat kan niet anders, want zonder rijbewijs
mag men niet chauffeeren. De kantonrechter
kon dus niet anders dan den man weer een
geldboete opleggen, ditmaal van 10 en als
de man doet, wat hij zei. namelijk blijven
chauffeeren zonder rijbewijs, zullen meer
boeten volgen.
De ambtenaar van het openbaar ministerie
dacht er aanvankelijk over tegen den man de
bijkomende straf van ontzegging te eischen,
om hem bij overtreding voor de rechtbank te
brengen, maar bij nader inzien zag hij hier
van af, want in dit geval liet de wet dat niet
toe, zooals de kantonrechter ook oordeelde.
De man had reeds geen recht om een motor
rijtuig te besturen, dus zoodanig recht kon
hem niet ontnomen worden.
Of de man bij steeds grooter wordende boe
ten niet naar een ander middel van bestaan
zal gaan uitzien, zal de tijd moeten leeren.
HET SCHAFTLOKAAL
In de Haarlemmermeer wordt door perso
neel van een aannemer gewerkt aan bruggen
bouw en uit den aard der zaak geschiedt dit
in de open lucht. Nu schrijft de veiligheids
wet voor, dat in dergelijke gevallen voor de
werklieden een behoorlijk schaftlokaal aan
wezig moet zijn en dat daarin geen mate
riaal mag geborgen worden.
Bij dat werk was een schaftlokaal, maar de
ambtenaren van de arbeidsinspectie waren
van oordeel, dat het woord behoorlijk op dat
schaftlokaal niet van toepassing was. Het was
een keet, waar de wind door naden vrijen toe
gang had en als tafel stond er een getimmer
te met een blad van een paar decimeter
breedte, terwijl de zitbanken zoowat één de
cimeter breed waren, een comfortabel ameu
blement was dit zeer zeker niet. Bovendien
waren in de keet allerlei materialen geborgen,
die met schaften niets te maken hadden.
Terzake deze overtreding was niet de aan
nemer gedagvaard maar de uitvoerder van het
werk, die een Leidsch advocaat als zijn ge
machtigde had gezonden. Deze heer was van
oordeel, dat de aannemer gedagvaard had
moeten worden en beriep zich op een vorige
beslissing van den kantonrechter, waarbij de
zelfde verdachte was vrijgesproken voor een
ander feit, hetzelfde werk betreffende, doch
de ambtenaar van het openbaar ministerie
voerde hiertegen aan, dat hij den uitvoerder
in dit geval wel degelijk beschouwde als het
hoofd van het werk. Zijns inziens rustte op
den uitvoerder de verplichting voor een be
hoorlijk schaftlokaal te zorgen.
Verder voerde de gemachtigde aan, dat het
betreffende veiligheidsbesluit niet verbin
dend was. want er stond niet in, wat men
onder behoorlijk schaftlokaal heeft te ver
staan, waartegenover de ambtenaar opmerkte,
dat dit niet noodig was en dergelijke, niet na
der omschreven bepalingen wel in meer wetten
voorkomen. Zoo zegt de motor- en rijwielwet
ook niet, wat precies te verstaan is onder vrij
heid en veiligheid van het verkeer. Dit is ter
beoordeeling van den rechter. De ambtenaar
achtte den uitvoerder strafbaar en eischte f 20
boete, de kantonrechter zal over 14 dagen
schriftelijk vonnis wijzen.
RICHTINGAANWIJZERS.
Richtingaanwijzers zijn noodizakelijke en
nuttige dingen, maar een eerste vereischte is
toch, dat men ze kan zien, want anders heb
ben ze hetzelfde effect als het licht onder de
korenmaat.
We hadden een tweetal gevallen van auto
bestuurders, die richtingaanwijzers hadden
en die, naar zij beweerden, ook hadden uitge
stoken, maar bij den eersten bestuurder kon
men het instrument van achteren niet- zien.
omdat de cabine in den weg zat en bij den
tweeden niet, omdat de lading met dekzeilen
het aan het oog onttrok. In beide gevallen
waren er ongelukken door gekomen en eischte
de ambtenaar f 12 boete, de kantonrechter
gaf f 10.
ONBETROUWBAAR VERLOOFDE.
Door de politie der gemeente Bloemendaal
is een man aangehouden, wonende
te Haarlem, die een meisje die te Aerdenhout
in betrekking was en met wie hij was ver
loofd, heeft opgelicht van een gouden ring en
een bedrag aan geld. De ring was nog in zijn
bezit, doch het geld was verdwenen. Hij werd
voorloopig in arrest gesteld.
„SJORS VAN DE REBELLENCLUB"
Het bestuur van „Onderling Genoegen"
heeft besloten een nieuwe opvoering van
„Sjors van de Rebellenclub" te geven. Deze
succes-kinderklucht van Emil van Wandeler
is gedurende drie achtereenvolgende maan
den met veel succes in Theater Carré te
Amsterdam opgevoerd. In aansluiting op 't
eerste deel, dat reeds enkele malen in Haar
lem voor ..Onderling Genoegen" is opgevoerd,
wordt nu Zondag 15 September hst tweede
deel van Sjors avonturen in de Gemeente Con
certzaal opgevoerd.
Evenals voorgaande keeren wordt weder
om van een geluid-installatie gebruik ge
maakt.
KANTOORGEBOUW VAN DE GEMEENTE-
REINIGING AANBESTEED.
De directeur van Openbare Werken van
Haarlem heeft gisterenmorgen aanbesteed: het
maken van een kantoorgebouw en werkplaats
ten behoeve van de Gemeente Reiniging, op
een terrein aan den Oudeweg te Haarlem, en
het verrichten van glas- en verfwerken ten
behoeve van de bovenbedoelde gebouwen, in
twee perceelen.
Er waren 49 aanbestedingsbiljetten in
gekomen.
Voor perceel 1 werd het laagst ingeschreven
door de firma Wolzak, te Amsterdam, voor
f 13749.voor perceel 2 door de firma S.
Goldsteen, te Haarlem, voor ƒ427.
Voor gecombineerd perceel 1 en 2 was door
de firma Switser, te Haarlem, ingeschreven
voor f 17920.—.
OVERTREDING DRANKWET.
Naar aanleiding van het bericht in ons blad
van Zaterdag betreffende een inbeslaggeno-
men voorraad alcohol, waar de vereischte
vergunning voor ontbrak, verzoekt de firma
H. J. van der Storm, Koudenhorn 56. ons mede
te willen deelen dat deze inbeslagneming niet
bij haar is geschied.
HAARLEM'S VROUWENKOOR.
Dezer dagen hield bovengenoemd koor de
jaarlij ksche ledenvergadering, die goed
bezocht was. Mevrouw Sieswerda, waarne
mend voorzitster, had de leiding. Er had
een bestuursverkiezing plaats, noodig
door het bedanken van mevrouw Storm, we
gens ziekte. Als voorzitster werd benoemd mej.
T. Noorman en als secretaresse mej. R.
Schreurs.
Vervolgens bracht de secretaresse verslaguit
over het afgeloopen jaar, hieruit bleek, dat
het een druk jaar geweest was, het koor had
aan vier concerten meegewerkt. Uit het ver
slag van de penningmeesteres bleek, dat de
kas sloot met een klein saldo.
Met een opwekking tot de leden om bij de
eerstvolgende repetitie allemaal éen of meer
nieuwe leden mee te brengen, sloot de voor
zitster de geanimeerde vergadering.
N. S. B.
Door de Nationaal Socialistische Beweging
zullen in den loop van 16 tot 24 September
hier ter stede en in den omtrek openbare ver
gaderingen worden gehouden, waar verschil
lende sprekers uit deze beweging het woord
zullen voeren.
MEVR. SUZE WINTERSIIOVEN.
Onze stadgenoote, de pianiste mevr. Suze
Wintershoven, vooral bekend door haar ..Kla
viervertellingen" voor de AVRO- en PHOHI-
microfoon, is met ingang van 1 September
benoemd tot leerares voor muziekgeschiedenis
aan de N. V. Nieuwe Middelbare School voor-
Meisjes, Pie ter de Hcoghstraat, te Amster
dam.
NAAR DE OPENING DER STATEN
GENERAAL.
Evenals vorig jaar zal op verzoek van de
beide Oi-anjevereenigingen te Haarlem, voor
alle oranjegezinden ter gelegenheid van de
plechtige opening der Staten Generaal, een
goedkoope reisgelegenheid naar Den Haag
bestaan.
De heenreis moet worden gedaan met den
trein van 9.31 uur uit Haarlem, de terugreis
kan, mits op denzelfden dag, met eiken gewo
nen trein plaats hebben.
Het reisbureau Lindeman is belast met den
verkoop der retourkaarten ad f 1.20.
Aangezien de belangstelling voor deze
plechtigheid met een rit van H.M. de Ko
ningin in de gouden koets in de laatste jaren
zeer is gestegen, vertrouwen de besturen van
de Oranjeverenigingen dat er ook ditmaal
op 17 September veel deelnemers zullen zijn.
OP UW MAAT GESNEDEN
Exclusief-niet duur
GD.H0UT5TR.hoekGR.MARKTHAARIEM
(Adv. Ingez. Med.)
De Burgerwacht marcheerde
door de stad.
Maandagavond heeft de Haarlemsche Bur
gerwacht een marsch door de stad gemaakt.
Eenige honderden deelnemers namen aan
deze marsch deel. Daar waren Burgerwach
ters met en zonder helmen, te voet en op de
fiets en ook de da mes-af deeling van de
Haarlemsche Burgerwacht liep mee in de
stoet, die een flinke lengte had. Om half
negen vertrok men van de kazerne aan de
Koudenhorn. Langs de Nieuwe Gracht, de
Kinderhuisvest, de Wilhelminastraat, de
Van Eedenstraat. Jordenstraat, Florapark
trok men met een groote boog naar de
kazerne terug, voorop de muziekafdeeling,
die op vroolijke wijze het marschtempo aan
gaf, daarachter de deelnemers, daarachter en
ernaast het publiek, voor het grootste ge
deelte uit jeugdige belangstellenden bestaan
de.
Tegen half tien was men weer bij de
Koudenhorn aangekomen, waarna de com
mandant, luit.-kolonel bij de infanterie in
Indie, C. L. Becking, een korte toespraak
hield, waarin hij de rijwielafdeeling en de
andere medewerkers voor de groote opkomst
bedankte.
Tevens deelde hij mede, dat voortaan elke
maand éen dergelijke marsch zal worden ge
houden.
MONTEURSCURSUS VOOR HAARLEM EN
OMSTREKEN.
De cursus 19341935 uitgaande van de
Vereenigde Installateurs, erkend door de
Vereeniging tot bevordering van Electro-
technisch- Vakonderwijs in Nederland,
welke ten doel heeft, electromonteurs op te
leiden voor het V.E.V. examen, is afgeloopen.
Door 12 candidaten werd aan het examen
deelgenomen, waarvan 9 slaagden, n.l. J.
Bierman. P. J. Bonhof, P. J. Copini, H. A.
Hoefman, J. F. Josseaud, J. N. Masee, H. A.
Raaphorst, J. S. v. Westerhoven en B. J. H.
v. Woesik.
Op 1 October a.s. vangt de nieuwe cursus
weder aan. Inlichtingen hierover zijn te ver
krijgen bij het Gemeente Electriciteitsbedrijf
en bij alle aangesloten installateurs.
Zoo neerslachtig en vervelend,
hoofdpijn, kramp of onpasselij k?
Neem een "AKKERTJE" en in
plaats van onbehaaglijk, zult Ge
U binnen een kwartier prettig
Nederlandsch en opgewekt gevoelen, vol
Product levenslust. AKKER-CACHETS
helpön U over nare dagen
heen. Probeert ze! Elkeen roemt
zei Per 12 stuks slechts 52 cent.
Volgens recept von Apotheker Oumont
TT
(Adv. Ingez. Med.)
NED. BOND TOT HET REDDEN VAN
DRENKELINGEN
Zondag had in Utrecht het theoretisch en
practisch 'niet het medisch) examen plaats
voor het behalen van de diploma's A. B en C
van den bond.
Van de Haarlemsche Brigade slaagden mej.
Joh. Weerts én de heer W. J. van der Hoek;
als leden der Bloemendaalsche Brigade slaag
den mej. J. Schatborn en de heer J. Eysker.
LETTEREN EN KUNST
Hans van Malmedy,
door Filip de Pillecijn
Wereldbibliotheek.
Van dezen Zuid-Nederlandschen schrijver
is dit het eerste boek dat wij lazen, Hij
heeft er onze waardeering mee veroverd en
wij zullen meer van hem lezen gaan. De
geheimzinnigheid van het stille stadje,
hoog achter de Ardennen, de raadselachtig
heid in het doen en laten van dezen Hans.
zijn omsluierd door een dichterlijke beschrij
ving van het land, die aandoet aLs een
zuivere toevoeging bij het leven der bewoners
Er is iets van fatalisme in dit verhaal dat
niet opstandig doch wel een weinig triest
maakt. De sfeer er omheen is romantisch
de kern er van réeel zooals alle strijd tus
schen het mindere en het betere per slot
romantisch en reëel tezaam is. Hans verliest
den strijd door zijn onzekerheid en zijn twij
fel.
Wij worden verplaatst naar een periode
die In onzekerheid en twijfel met de tegen
woordige veel overeenkomst heeft: den tijd
van Napoleon's stralende zon die voor de
jeugd een nieuw-geboren wereld scheen te
verwarmen. Hans, de zoon van den een-
voudig-strengen rechter van Malmedy is het
huis ontvlucht, heeft zich bij des keizers
legers aangesloten en is door Frankrijk en
Spanje zwervend geweest. Na twee jaren keert
hij naar Malmedy terug. Waarom? Heimwee
naar het geboorteland en het stadje waar
van hij de inwoners om hun bekrompen
levensinzicht, hun geniepige winzucht, hun
achterklap minacht? Zijn vader, noch het
vaderlijk huis wenscht hij terug te zien. vlak
er tegenover huurt hij een klein verblijf en
leeft in 't stadje waar iedereen hem kent.
als vreemde, zonder doel, zonder verklaring.
Hij is een vreemde jongen, Hans. Pas twee en
twintig en door zijn tijd reeds uit het lood
geslagen. Een mooie, sterke jonge vent. maar
wat bezielt hem? Kwam hij terug om Lou,
het jeugdvriendinnetje weer te zien? Mis
schien was zij een motor in zijn onderbe
wustheid, maar als zij op hem toetreedt is zijn
blijheid niet die van den jongen minnaar.
Weet hij zelf wat hij zoekt, wat hij wil? De
menschen in het stadje verdienen geld, veel
geld aan den tijd'. Zij leveren het leer aan
de legers van Napoleon; de huidevetters van
Malmedy en Havelot worden met den dag
rijker en meer den keizer gezind. Lou's vader
behoort tot hen, Hans ziet hooghartig op
dat zakengedoe neer en de burgers van Mal
medy haten hem om zijn hooghartigheid.
Dan krijgen zij hun beurt om al hun bur
gerlijken afschuw ten toon te spreiden over
Hans, die zich misdraagt. In het stadje
komt een jonge Spaansche vrouw die Hans
om den hals vliegt. Hij heeft haar in Spanje
gekend en zij is hem nagereisd. De jongen
staat tusschen ae romantiek van het leven
met Teresa de Spaansche en de berustende
rust van het leven in het oude stadje met
de zuivere genegenheid van Lou. Een welbe
wust kiezen van den te volgen weg.... is
Hans er te zwak voor, of te jong nog, of is
het de verwardheid van den tijd die hem
verscheurt? Wij zien slechts den ondergang
van Hans en Teresa, en Lo's vruchtelooze
liefde.
En Filip de Pillecijn beschrijft dat alles zoo
mstig-zuiver, zoo zonder partijdigheid en zoo
prachtig in de lokale kleur, dat het een wee
moedig eindigend sprookje lijkt, waarin met
de menschen ook het stadje en het landschap
iet te vertellen hebben. Toevallig ken ik
Over de aardkorst, de
hersencapaciteit en
exploitatie van het Poolgebied.
LONDEN, 9 September.
(Van onzen Londenschen correspondent).
De British Association of Science houdt
elk jaar om dezen tijd een conferentie. Dit
maal doet ze het in de prachtige oude plaats
Norwich. Het doel van deze Associatie is al-
gemeene belangstelling te wekken voor de
wetenschap in al haar takken. Maar men
heeft zich wel eens afgevraagd of haar voor
naamste doel niet is aan de pers van het
land in den komkommertijd genoegelijk
vulsel te verschaffen voor haar kolommen.
Hoewel de redactiebureaux dit jaar de las
ten van den komkommertijd niet ondervin
den hebben zij toch, der gewoonte getrouw,
kans gezien de verhandelingen der profes
soren in Norwich uitvoerig weer te geven in
de kranten onder hun beheer.
Men moet deze conferentie als een soort
wetenschappelijke vacantie zien. De meeste
sprekers onthouden zich van diep techniscne
beschouwingen (die het hier boven gegeven
doel slecht zouden dienen), maar begeven
zich in soms wat fantastische speculaties
over hetgeen hun onderdeel van wetenschap
in de toekomst belooft te doen. Of zij werpen
een gewoonlijk schel en kleurrijk licht op
zaken en omstandigheden waarmede eik
mensch door omgang vertrouwd is en waarin
hij dus belangstelt. Zooiets dient het ver
klaarde doel wel. De openbare belangstelling
in den aardbol en zijn samenstelling kan
niet anders dan groot zijn. Hij is ons nuls
in het heelal. De wetenschap moet naar haar
aard vaak haar korter of langer levende
theorieën herzien of zelfs geheel verlooche
nen. De British Assocaition doet dat vaak
op haar jaarvergaderingen en dat verhoogt
de belangstelling in de discussies en verleent
ze een verrassend karakter. Wij meenen ons
te herinneren, dat gedurende langen tijd de
theorie heeft gegolden, dat de aarde Dezig
is af te koelen en dat ze vroeg of laat in
haar huidigsn vorm en in de vormen van
haar continenten kil en verstard en dood
zal zijn. Professor Watts, de president dit
jaar van de Associatie, die een geoloog is,
heeft nu een heel ander boekje opengedaan
De aarde behoudt volgens hem de hitte van
haar inwendigheid en daarmee de kracht die
naar waarheid bergen kan verzetten. De
aardkorst bestaat uit lichte rotsen die „drij
ven" op veel zwaardere rotsen, die op haar
beurt weer drijven in het vloeibare midden
van de aarde. Zoo verklaard is dus de gansche
positie wat labiel. Eens, voordat een geolo
gische cyclus het land op onze aarde ver
deelde in zijn bestaande vormen en stukken,
moet zoo neemt professor Watts aan
het land één geheel zijn geweest. De cyclus
bracht de breuken. En men behoeft er de
Oostelijke kusten van de Amerika's en de
Westelijke kusten van Europa en Afrika maax^
op na te kijken om te zien dat ze nagenoeg'
even goed bij elkaar passen als de breuk
kanten van een in tweeën gebroken bord
De professor was overigens in zijn beschou
wing niet verontrustend. Een nieuwe geolo
gische cyclus, die misschien zee zou maken
van Zwitserland en de Rocky Mountains en
hooge Alpenketenen zou leggen, waar thans
de zeekasteelen voortjagen tusschen Europa
en Amerika, behoeft voorloopig niet te wor
den verwacht. Wetenschappenjk gesproken
is de aarde nog pas bezig te herstellen van
haar vroegeren cyclus, die wellicht enkele
millioenen jaren geleden heeft plaats gehad.
Misschien dus zullen onze nakomelingen pas
over een paar millioen jaren dit geologische
vraagstuk onder de oogen moeten zien. Wij
kunnen al onze aandacht wijden aan de op
lossing van onze eigen vraagstukken, die
voor ons vermogen toch al bijna onoverkome
lijk: schijnen. De professor had zelfs troost
woorden voor die verre nakomelingen, die
nog voor wat anders zullen komen te staar
dan wij.
Hij had n.l. waargenomen, dat in den loop
der tijden tijden die tot ver achter het voor
historisch tijdperk teruggaan de hersenen
van den mensch naar verhouding van zijn
physiek steeds waren gegroeid. De oermensch,
die allicht zwaarder en grooter was dan de
mensch van dezen tijd, had niet meer dan 3
pond hersenen, terwijl de huidige volwassen
mensch er meer dan 3!2 pond van heeft. Dit
leidt tot de veronderstelling dat de mensch.
die dat zaakje van den toekomstigen cyclus zal
moeten opknappen, tennaastenbij voor 100
percent uit hersenen zal bestaan. Aldus toe
gerust zal hij in dat machtig mannenwerk der
verre toekomst niet licht falen.
Professor Gregory, die een halve eeuw lang
Grieksch heeft gedoceerd aan de universiteiten
van Engeland, scheen niet zooveel vertrouwen
te hebben in hersencapaciteit als reddend ele
ment in de evolutie der menschheid als zijn
collega van de geologie. Hij gewaagde zwart
gallig van het ontaardend aspect onzer mo
derne beschaving. Zoo hij de hersenen niet de
schuld gaf, hij deed uitkomen dat primitieve
instincten er niet door werden bedwongen en
dat deze instincten (hebzucht stelde hij voor
op) leidden tot de aanwending van de vruch
ten der wetenschap voor doeleinden, die onze
beschaving dreigden te vernietigen. De herse
nen waren niet in staat gebleken de vruchten
te plukken, die de wetenschap voor het grijpen
had gelegd. De overvioed, met wetenschappe
lijke middelen mogelijk geworden, was door de
primitieve instincten omgezet in schaarschte,
armoede en werkloosheid. Zoo komt het. dat
het altijd van het ondoorgrondelijk gewoel van
die oerdriften afhangt of een nieuwe ontdek
king een zegen of een ramp voor het mensch-
dom zal worden. Professor Gregory verdiepte
zich niet in de merkwaardige omstandigheid,
dat het scheppend verstand tezamen met de
primitieve instincten in een enkel huis ver
keert. Hij gaf ook geen antwoord op de vraag
welke men zich moet stellen, welk deel van
de hersenen het hardst groeit, of dat deel van
de hersenen waar de rede woont aan grammen
wint of het deel waar het instinct, het primi
tieve instinct, verscholen ligt.
De Association roert gedurende haar weten
schappelijke vacantie duizend en een onder
werpen aan, soms fantastisch, soms minder
fantastisch, maar gewoonlijk onderhoudend.
Laten wij besluiten met iets weer te geven van
de theorieën van professor Debenham, die ge
hinderd wordt door de veronachtzaming van
het Poolgebied. Zoo het er wat koud is, het is
nochtans een Dorado voor menschen me'
zwakke of zieke longen en hij meent, dat
Spitsbergen het als herstellingsoord ver van
Davos en andere oorden van dezen aard zou
winnen. Hij vertelde ook dat er daar in het
hooge noorden, bij Adelie-land, een „lucht-
rivier" stroomt die 80 K.M. breed is en die
voortgaat met een snelheid van 90 K.M. per
uur. Wanneer alle benzine, petroleum en
steenkool is opgebruikt zal men er, meent hij.
goed aan doen de paardenkrachten,- die in
deze bijna het gansche jaar woedende IJszee
orkaan schuilgaan, te vangen en ze aan de
werkende wereld te verschaffen voor het drij
ven van haar machines. Zou men dit niet eens
onder de aandacht van Mussolini kunnen
brengen? Waarom zou hij zich in dat nare
Abessynische avontuur gaan begeven indien
hij in het vrije klare ongereserveerde gebied
om de Pool in een milde, nooit versagende
„lucht-rivier" alle rijkdom en glorie voor ztfn
land kan vinden welke hij zich kan wenschen?
A. K. VAN R.
de landstreek rondom Malmedy vrij goed
en het heeft mij getroffen hoe deze auteur
de sfeer ervan bij verschillend jaargetijde
weet op te roepen, een sfeer die uitermate
_eschikt is om de dadenlooze romantiek der
bewoners, de droomrijke stilte van het win-
tersch bergland, in al zijn verlatenheid nog
beminnelijk, te suggereeren.
De Pillecijn ik meen vroeger slechts
kleinere stukjes in tijdschriften van hem
gelezen te hebben toont zich in dit boek
een eersterangs kunstenaar van het woord
dat hij hanteert met een prettige ongekun
steldheid. zooals vele Vlaamsch schrijvende
mannen dat kunnen. Aardige vondsten aan
scherp beeldende woorden zult ge ook bij hem
ontmoeten, en weer andere als een ver
rijking onzer eigen woordenschat met ge
noegen van hem (en zijn landslieden) over
nemen.
„Dan haalt hij een fijfer uit den zak en
kijkt haar listig aan, vooraleer hij begint te
spelen". Ge weet een oogenblik niet wat
de man uit zijn zak haalt, verwerpt de moge
lijkheid van een Amsteröamschen vijver,
denkt misschien aan een vijf-dollarstuk, tot
ge u het Fransche „fifre" (dwarsfluit) her
innert, en wij zijn er. En is het niet aardig
een koeienjongen „boever" te hooren noemen
(bceuf en boves er in terug te vinden) en
te lezen van „een land dat blak lag aan de
zon. (en daarbij aan ons blakend te den
ken?) Het feit alleen al dat de Zuid-Neder-
landsche schrijvers ons vaak dwingen over <ie
juiste beteekenis van een wcord na te den
ken, hebben wij dankbaar te aanvaarden en.
wij doen dat te liever als de schrijver een
kunstenaar is als De Pillecijn.
Onder de boeken die wij nog inpetto heb
ben, wilde ik alvast voor een klein deeltje uit
de Zeemeeuw-serie van Van Loghum Slaterus
Uitgeversmaatschappij de aandacht vragen.
Het heet „Jacqueline en haar Japanners"
en is uit het Duitsch van Heinrich Eduard
Jacob door M. Dutric vertaald. Een fijne
geestigheid, waarvan het doortrokken is, is
er, als door spinragdraden verbonden met een
hoog moreel levensgevoel en dit kan mis
schien de uitlating van Stefan Zweig verkla
ren. die dit boekje genoemd moet hebben
„een boek, waar ik bijna fanatiek van houd".
Prachtig is het en als er plaats voor is. ko
men we er gaarne nog eens op terug. Verder
ontvingen wij van Brusse: „Nieuwe men
sen in Moskou", door Mr. J. Huyts; en „Man
nen in leer", door A. F. Koenraads. een ver
haal, dit laatste, over de helden der lucht.
Als ongezochte tegenstelling zond Andries
Blitz ons: „Tien jaren onder de grond" door
N. Casteret. Drie lijvige deelen waarvan geen
enkel gelijkvloersch is, zeker dat van Mr.
Huyts niet. En die alle uwe aandacht waard
zijn naar de mate gij u voor de dingen op,
onder of boven den grond interesseert. En
dan tot slot: van de Zuid-Holl. Uitg. Mij.
Muziek in den Meinacht door Marie Gevers,
waarmee wij dan weer uit de wereld der
verbazingwekkende feiten in de nog wonder
lijker wereld der fictie zijn weergekeerd.
J. H. DE BOIS.
HET TOONEEL.
Gezelschap Frits Schakels
Hoe bestaat 't!
Een proloog van een revue wekt bij ons
sinds lang niet meer eenige verwachting op
omtrent den eigenlijken Inhoud. Heeft de re
vue van tegenwoordig wei eenigen inhoud?
Zonder schade kan je een revue van ach
teren naar voren spelen, je kunt er scènes in-
lasschen of uitlaten en je kunt den boel ge
rust ongegeneerd door elkaar gooien, zon
der dat het geheel er iets door wint of ver
liest.
Zoo is het ook bij de revue „Hoe bestaat
'f', welke het gezelschap van Frits Schakels
Zondag en gisteren in den Schouwburg aan
den Jansweg heeft gespeeld.De proloog, waar
in wij de KVIII in Nieuwediep klaar zien
liggen voor haar reis en het heele gezelschap
zich aan ons komt presenteeren, heeft met de
verdere revue niets te maken en die heele
scène met den onderzeeër staat ook in geen
enkel verband met den beroemden tocht van
dit oorlogsvaartuig. Wij zien bijvoorbeeld wel
een professor, maar het is er een met een gei
tensikje aan welk sikje iedereen lustig en
vrijmoedig trekt en de liedjes, die er in den pro
loog gezongen worden o.a. door Truus Im-
pijn hebben met- een onderzeeër niets te
maken. Erg gelukkig konden wij dezen pro
loog dan ook niet vinden al was het oor
spronkelijke idee om de K XVIII als uit
gangspunt voor een revue te kiezen niet on
aardig.
Frits Schakels is in zijn revues de gangma
ker en wij zien hem dan ook in bijna elke ko
misch bedoelde scène als hoofdfiguur optre
den. De eischen welke wij aan een revue van
dit provincie-gezelschap stellen, zijn anders
en niet zoo hoog als van 'n troep waarvan een
Buziau, een Louis Davids of een Lou Bandy
de ziel zijn.
Het talent van Frits Schakels is van be
scheidener aard, al heeft hij dan ook de noo-
öige vrijmoedigheid, die voor een revue-ko
miek nu eenmaal onmisbaar is. Schakels blijft
zich aldoor gelijk en veel variatie is er in zijn
komiekigheid niet. Het best is hij als hij
droog-komisch kan zijn. Het publiek had
zichtbaar pret om Schakels, die zijn
sketches doorgaans met Emmy Emerants als
vrouwelijke partner speelde en er waren dan
ook enkele scènes zooals die van de huise
lijke twist, welke door Han Hollander als
een voetbalwedstrijd Holland—België werd
uitgezonden grappig gevonden, maar er
was ook heel veel. waarbij wij het zelfs niet
tot een glimlach konden brengen en wij den
titel „Hoe bestaat 't" erg toepasselijk vonden.
Truus Impijn ziet en hoort men graag in
dit milieu, al lijkt mij haar talent meer voor
de operette dan de revue geschikt. In het
eigenlijke revue-genre wint Emmy Emerants
het ongetwijfeld van haar.
Men verwacht bij Schakels natuuflljk niet
een rijke monteering en aankleeding als bij
een grootscheepsch opgezette Amsterdamsche
revue. Toch dient gezegd, dat hij van de cos-
tuums aardig werk had gemaakt en de
„shows" in de drie finales, die o.a. in China en
op den bodem van de zee speelden zagen er
dan ook goed uit. Ook de „slotfinale" een
raar woord toch eigenlijk was mooi van
aankleeding, al behoorde er soms heel wat
fantasie toe om in de costuums de verschil
lende opgenoemde landen te herkennen.
Het publiek toonde 2ich zeer dankbaar en
er is veel en hartelijk heel den avond door
gelachen. En dit is 'och het doel. waarom
Schakels de K XVIII op ons los liet.
J. B. SCHUIL.