HEEREN C05TUME5 w)j AKKERTJES LITTERAIRE KANTTEEKENINGEN. Wetenschappelijk allerlei op 'n Britsche Conferentie. DINSDAG 10 SEPTEMBER 1935 HAAR E EM'S DA'GBEXD 5 Voor Haarlem's Kantonrechter DE MAN ZONDER RIJBEWIJS Om een rijbewijs te kunnen krijgen moet men een verklaring van een geneeskundige overleggen, dat de lichamelijke toestand van den aanvrager het verstrekken van een rij bewijs niet in den weg staat. Dat geneeskundig oordeel is altijd min of meer subjectief en we kunnen ons voorstel len, dat over de vraag of iemand geschikt ge acht moet worden om een motorrijtuig te be sturen, tusschen verschillende geneeskundigen verschil van meening bestaat en zoo is ons een geval bekend, dat een dokter iemand, die doof was, nog wel geschikt achtte, terwijl in een ander geval een dokter een doove geen attest van geschiktheid verleende. En zoo zal er misschien ook verschil van meening kunnen bestaan ten opzichte van den man, die voor den Kantonrechter ver scheen, omdat hij zonder rijbewijs gereden had en die het rijbewijs niet had gekregen, omdat de dokter hem wegens mankheid niet had goedgekeurd. De man zelf vond zich heel geschikt voor chauffeur en daarom was hij toch gaan rijden, ja. hij verklaarde, dat hij zou blijven rijden, want het was zijn broodje. De kantonrechter vroeg of hij vroeger wel een rijbewijs had gehad en daarna mank was geworden, waarop de man antwoordde altijd mank te zijn geweest, dus hij had het beroep van chauffeur gekozen, toen hij reeds bedoeld lichaamsgebrek had en dat was wel wat vreemd, want als iemand met een zeer ge- brekkigen voet een beroep moet kiezen, lijkt dat van chauffeur toch wel niet het meest geschikte. Hij had dus toch gereden en was bekeurd, ja, 't was niet voor den eersten keer en dat kan niet anders, want zonder rijbewijs mag men niet chauffeeren. De kantonrechter kon dus niet anders dan den man weer een geldboete opleggen, ditmaal van 10 en als de man doet, wat hij zei. namelijk blijven chauffeeren zonder rijbewijs, zullen meer boeten volgen. De ambtenaar van het openbaar ministerie dacht er aanvankelijk over tegen den man de bijkomende straf van ontzegging te eischen, om hem bij overtreding voor de rechtbank te brengen, maar bij nader inzien zag hij hier van af, want in dit geval liet de wet dat niet toe, zooals de kantonrechter ook oordeelde. De man had reeds geen recht om een motor rijtuig te besturen, dus zoodanig recht kon hem niet ontnomen worden. Of de man bij steeds grooter wordende boe ten niet naar een ander middel van bestaan zal gaan uitzien, zal de tijd moeten leeren. HET SCHAFTLOKAAL In de Haarlemmermeer wordt door perso neel van een aannemer gewerkt aan bruggen bouw en uit den aard der zaak geschiedt dit in de open lucht. Nu schrijft de veiligheids wet voor, dat in dergelijke gevallen voor de werklieden een behoorlijk schaftlokaal aan wezig moet zijn en dat daarin geen mate riaal mag geborgen worden. Bij dat werk was een schaftlokaal, maar de ambtenaren van de arbeidsinspectie waren van oordeel, dat het woord behoorlijk op dat schaftlokaal niet van toepassing was. Het was een keet, waar de wind door naden vrijen toe gang had en als tafel stond er een getimmer te met een blad van een paar decimeter breedte, terwijl de zitbanken zoowat één de cimeter breed waren, een comfortabel ameu blement was dit zeer zeker niet. Bovendien waren in de keet allerlei materialen geborgen, die met schaften niets te maken hadden. Terzake deze overtreding was niet de aan nemer gedagvaard maar de uitvoerder van het werk, die een Leidsch advocaat als zijn ge machtigde had gezonden. Deze heer was van oordeel, dat de aannemer gedagvaard had moeten worden en beriep zich op een vorige beslissing van den kantonrechter, waarbij de zelfde verdachte was vrijgesproken voor een ander feit, hetzelfde werk betreffende, doch de ambtenaar van het openbaar ministerie voerde hiertegen aan, dat hij den uitvoerder in dit geval wel degelijk beschouwde als het hoofd van het werk. Zijns inziens rustte op den uitvoerder de verplichting voor een be hoorlijk schaftlokaal te zorgen. Verder voerde de gemachtigde aan, dat het betreffende veiligheidsbesluit niet verbin dend was. want er stond niet in, wat men onder behoorlijk schaftlokaal heeft te ver staan, waartegenover de ambtenaar opmerkte, dat dit niet noodig was en dergelijke, niet na der omschreven bepalingen wel in meer wetten voorkomen. Zoo zegt de motor- en rijwielwet ook niet, wat precies te verstaan is onder vrij heid en veiligheid van het verkeer. Dit is ter beoordeeling van den rechter. De ambtenaar achtte den uitvoerder strafbaar en eischte f 20 boete, de kantonrechter zal over 14 dagen schriftelijk vonnis wijzen. RICHTINGAANWIJZERS. Richtingaanwijzers zijn noodizakelijke en nuttige dingen, maar een eerste vereischte is toch, dat men ze kan zien, want anders heb ben ze hetzelfde effect als het licht onder de korenmaat. We hadden een tweetal gevallen van auto bestuurders, die richtingaanwijzers hadden en die, naar zij beweerden, ook hadden uitge stoken, maar bij den eersten bestuurder kon men het instrument van achteren niet- zien. omdat de cabine in den weg zat en bij den tweeden niet, omdat de lading met dekzeilen het aan het oog onttrok. In beide gevallen waren er ongelukken door gekomen en eischte de ambtenaar f 12 boete, de kantonrechter gaf f 10. ONBETROUWBAAR VERLOOFDE. Door de politie der gemeente Bloemendaal is een man aangehouden, wonende te Haarlem, die een meisje die te Aerdenhout in betrekking was en met wie hij was ver loofd, heeft opgelicht van een gouden ring en een bedrag aan geld. De ring was nog in zijn bezit, doch het geld was verdwenen. Hij werd voorloopig in arrest gesteld. „SJORS VAN DE REBELLENCLUB" Het bestuur van „Onderling Genoegen" heeft besloten een nieuwe opvoering van „Sjors van de Rebellenclub" te geven. Deze succes-kinderklucht van Emil van Wandeler is gedurende drie achtereenvolgende maan den met veel succes in Theater Carré te Amsterdam opgevoerd. In aansluiting op 't eerste deel, dat reeds enkele malen in Haar lem voor ..Onderling Genoegen" is opgevoerd, wordt nu Zondag 15 September hst tweede deel van Sjors avonturen in de Gemeente Con certzaal opgevoerd. Evenals voorgaande keeren wordt weder om van een geluid-installatie gebruik ge maakt. KANTOORGEBOUW VAN DE GEMEENTE- REINIGING AANBESTEED. De directeur van Openbare Werken van Haarlem heeft gisterenmorgen aanbesteed: het maken van een kantoorgebouw en werkplaats ten behoeve van de Gemeente Reiniging, op een terrein aan den Oudeweg te Haarlem, en het verrichten van glas- en verfwerken ten behoeve van de bovenbedoelde gebouwen, in twee perceelen. Er waren 49 aanbestedingsbiljetten in gekomen. Voor perceel 1 werd het laagst ingeschreven door de firma Wolzak, te Amsterdam, voor f 13749.voor perceel 2 door de firma S. Goldsteen, te Haarlem, voor ƒ427. Voor gecombineerd perceel 1 en 2 was door de firma Switser, te Haarlem, ingeschreven voor f 17920.—. OVERTREDING DRANKWET. Naar aanleiding van het bericht in ons blad van Zaterdag betreffende een inbeslaggeno- men voorraad alcohol, waar de vereischte vergunning voor ontbrak, verzoekt de firma H. J. van der Storm, Koudenhorn 56. ons mede te willen deelen dat deze inbeslagneming niet bij haar is geschied. HAARLEM'S VROUWENKOOR. Dezer dagen hield bovengenoemd koor de jaarlij ksche ledenvergadering, die goed bezocht was. Mevrouw Sieswerda, waarne mend voorzitster, had de leiding. Er had een bestuursverkiezing plaats, noodig door het bedanken van mevrouw Storm, we gens ziekte. Als voorzitster werd benoemd mej. T. Noorman en als secretaresse mej. R. Schreurs. Vervolgens bracht de secretaresse verslaguit over het afgeloopen jaar, hieruit bleek, dat het een druk jaar geweest was, het koor had aan vier concerten meegewerkt. Uit het ver slag van de penningmeesteres bleek, dat de kas sloot met een klein saldo. Met een opwekking tot de leden om bij de eerstvolgende repetitie allemaal éen of meer nieuwe leden mee te brengen, sloot de voor zitster de geanimeerde vergadering. N. S. B. Door de Nationaal Socialistische Beweging zullen in den loop van 16 tot 24 September hier ter stede en in den omtrek openbare ver gaderingen worden gehouden, waar verschil lende sprekers uit deze beweging het woord zullen voeren. MEVR. SUZE WINTERSIIOVEN. Onze stadgenoote, de pianiste mevr. Suze Wintershoven, vooral bekend door haar ..Kla viervertellingen" voor de AVRO- en PHOHI- microfoon, is met ingang van 1 September benoemd tot leerares voor muziekgeschiedenis aan de N. V. Nieuwe Middelbare School voor- Meisjes, Pie ter de Hcoghstraat, te Amster dam. NAAR DE OPENING DER STATEN GENERAAL. Evenals vorig jaar zal op verzoek van de beide Oi-anjevereenigingen te Haarlem, voor alle oranjegezinden ter gelegenheid van de plechtige opening der Staten Generaal, een goedkoope reisgelegenheid naar Den Haag bestaan. De heenreis moet worden gedaan met den trein van 9.31 uur uit Haarlem, de terugreis kan, mits op denzelfden dag, met eiken gewo nen trein plaats hebben. Het reisbureau Lindeman is belast met den verkoop der retourkaarten ad f 1.20. Aangezien de belangstelling voor deze plechtigheid met een rit van H.M. de Ko ningin in de gouden koets in de laatste jaren zeer is gestegen, vertrouwen de besturen van de Oranjeverenigingen dat er ook ditmaal op 17 September veel deelnemers zullen zijn. OP UW MAAT GESNEDEN Exclusief-niet duur GD.H0UT5TR.hoekGR.MARKTHAARIEM (Adv. Ingez. Med.) De Burgerwacht marcheerde door de stad. Maandagavond heeft de Haarlemsche Bur gerwacht een marsch door de stad gemaakt. Eenige honderden deelnemers namen aan deze marsch deel. Daar waren Burgerwach ters met en zonder helmen, te voet en op de fiets en ook de da mes-af deeling van de Haarlemsche Burgerwacht liep mee in de stoet, die een flinke lengte had. Om half negen vertrok men van de kazerne aan de Koudenhorn. Langs de Nieuwe Gracht, de Kinderhuisvest, de Wilhelminastraat, de Van Eedenstraat. Jordenstraat, Florapark trok men met een groote boog naar de kazerne terug, voorop de muziekafdeeling, die op vroolijke wijze het marschtempo aan gaf, daarachter de deelnemers, daarachter en ernaast het publiek, voor het grootste ge deelte uit jeugdige belangstellenden bestaan de. Tegen half tien was men weer bij de Koudenhorn aangekomen, waarna de com mandant, luit.-kolonel bij de infanterie in Indie, C. L. Becking, een korte toespraak hield, waarin hij de rijwielafdeeling en de andere medewerkers voor de groote opkomst bedankte. Tevens deelde hij mede, dat voortaan elke maand éen dergelijke marsch zal worden ge houden. MONTEURSCURSUS VOOR HAARLEM EN OMSTREKEN. De cursus 19341935 uitgaande van de Vereenigde Installateurs, erkend door de Vereeniging tot bevordering van Electro- technisch- Vakonderwijs in Nederland, welke ten doel heeft, electromonteurs op te leiden voor het V.E.V. examen, is afgeloopen. Door 12 candidaten werd aan het examen deelgenomen, waarvan 9 slaagden, n.l. J. Bierman. P. J. Bonhof, P. J. Copini, H. A. Hoefman, J. F. Josseaud, J. N. Masee, H. A. Raaphorst, J. S. v. Westerhoven en B. J. H. v. Woesik. Op 1 October a.s. vangt de nieuwe cursus weder aan. Inlichtingen hierover zijn te ver krijgen bij het Gemeente Electriciteitsbedrijf en bij alle aangesloten installateurs. Zoo neerslachtig en vervelend, hoofdpijn, kramp of onpasselij k? Neem een "AKKERTJE" en in plaats van onbehaaglijk, zult Ge U binnen een kwartier prettig Nederlandsch en opgewekt gevoelen, vol Product levenslust. AKKER-CACHETS helpön U over nare dagen heen. Probeert ze! Elkeen roemt zei Per 12 stuks slechts 52 cent. Volgens recept von Apotheker Oumont TT (Adv. Ingez. Med.) NED. BOND TOT HET REDDEN VAN DRENKELINGEN Zondag had in Utrecht het theoretisch en practisch 'niet het medisch) examen plaats voor het behalen van de diploma's A. B en C van den bond. Van de Haarlemsche Brigade slaagden mej. Joh. Weerts én de heer W. J. van der Hoek; als leden der Bloemendaalsche Brigade slaag den mej. J. Schatborn en de heer J. Eysker. LETTEREN EN KUNST Hans van Malmedy, door Filip de Pillecijn Wereldbibliotheek. Van dezen Zuid-Nederlandschen schrijver is dit het eerste boek dat wij lazen, Hij heeft er onze waardeering mee veroverd en wij zullen meer van hem lezen gaan. De geheimzinnigheid van het stille stadje, hoog achter de Ardennen, de raadselachtig heid in het doen en laten van dezen Hans. zijn omsluierd door een dichterlijke beschrij ving van het land, die aandoet aLs een zuivere toevoeging bij het leven der bewoners Er is iets van fatalisme in dit verhaal dat niet opstandig doch wel een weinig triest maakt. De sfeer er omheen is romantisch de kern er van réeel zooals alle strijd tus schen het mindere en het betere per slot romantisch en reëel tezaam is. Hans verliest den strijd door zijn onzekerheid en zijn twij fel. Wij worden verplaatst naar een periode die In onzekerheid en twijfel met de tegen woordige veel overeenkomst heeft: den tijd van Napoleon's stralende zon die voor de jeugd een nieuw-geboren wereld scheen te verwarmen. Hans, de zoon van den een- voudig-strengen rechter van Malmedy is het huis ontvlucht, heeft zich bij des keizers legers aangesloten en is door Frankrijk en Spanje zwervend geweest. Na twee jaren keert hij naar Malmedy terug. Waarom? Heimwee naar het geboorteland en het stadje waar van hij de inwoners om hun bekrompen levensinzicht, hun geniepige winzucht, hun achterklap minacht? Zijn vader, noch het vaderlijk huis wenscht hij terug te zien. vlak er tegenover huurt hij een klein verblijf en leeft in 't stadje waar iedereen hem kent. als vreemde, zonder doel, zonder verklaring. Hij is een vreemde jongen, Hans. Pas twee en twintig en door zijn tijd reeds uit het lood geslagen. Een mooie, sterke jonge vent. maar wat bezielt hem? Kwam hij terug om Lou, het jeugdvriendinnetje weer te zien? Mis schien was zij een motor in zijn onderbe wustheid, maar als zij op hem toetreedt is zijn blijheid niet die van den jongen minnaar. Weet hij zelf wat hij zoekt, wat hij wil? De menschen in het stadje verdienen geld, veel geld aan den tijd'. Zij leveren het leer aan de legers van Napoleon; de huidevetters van Malmedy en Havelot worden met den dag rijker en meer den keizer gezind. Lou's vader behoort tot hen, Hans ziet hooghartig op dat zakengedoe neer en de burgers van Mal medy haten hem om zijn hooghartigheid. Dan krijgen zij hun beurt om al hun bur gerlijken afschuw ten toon te spreiden over Hans, die zich misdraagt. In het stadje komt een jonge Spaansche vrouw die Hans om den hals vliegt. Hij heeft haar in Spanje gekend en zij is hem nagereisd. De jongen staat tusschen ae romantiek van het leven met Teresa de Spaansche en de berustende rust van het leven in het oude stadje met de zuivere genegenheid van Lou. Een welbe wust kiezen van den te volgen weg.... is Hans er te zwak voor, of te jong nog, of is het de verwardheid van den tijd die hem verscheurt? Wij zien slechts den ondergang van Hans en Teresa, en Lo's vruchtelooze liefde. En Filip de Pillecijn beschrijft dat alles zoo mstig-zuiver, zoo zonder partijdigheid en zoo prachtig in de lokale kleur, dat het een wee moedig eindigend sprookje lijkt, waarin met de menschen ook het stadje en het landschap iet te vertellen hebben. Toevallig ken ik Over de aardkorst, de hersencapaciteit en exploitatie van het Poolgebied. LONDEN, 9 September. (Van onzen Londenschen correspondent). De British Association of Science houdt elk jaar om dezen tijd een conferentie. Dit maal doet ze het in de prachtige oude plaats Norwich. Het doel van deze Associatie is al- gemeene belangstelling te wekken voor de wetenschap in al haar takken. Maar men heeft zich wel eens afgevraagd of haar voor naamste doel niet is aan de pers van het land in den komkommertijd genoegelijk vulsel te verschaffen voor haar kolommen. Hoewel de redactiebureaux dit jaar de las ten van den komkommertijd niet ondervin den hebben zij toch, der gewoonte getrouw, kans gezien de verhandelingen der profes soren in Norwich uitvoerig weer te geven in de kranten onder hun beheer. Men moet deze conferentie als een soort wetenschappelijke vacantie zien. De meeste sprekers onthouden zich van diep techniscne beschouwingen (die het hier boven gegeven doel slecht zouden dienen), maar begeven zich in soms wat fantastische speculaties over hetgeen hun onderdeel van wetenschap in de toekomst belooft te doen. Of zij werpen een gewoonlijk schel en kleurrijk licht op zaken en omstandigheden waarmede eik mensch door omgang vertrouwd is en waarin hij dus belangstelt. Zooiets dient het ver klaarde doel wel. De openbare belangstelling in den aardbol en zijn samenstelling kan niet anders dan groot zijn. Hij is ons nuls in het heelal. De wetenschap moet naar haar aard vaak haar korter of langer levende theorieën herzien of zelfs geheel verlooche nen. De British Assocaition doet dat vaak op haar jaarvergaderingen en dat verhoogt de belangstelling in de discussies en verleent ze een verrassend karakter. Wij meenen ons te herinneren, dat gedurende langen tijd de theorie heeft gegolden, dat de aarde Dezig is af te koelen en dat ze vroeg of laat in haar huidigsn vorm en in de vormen van haar continenten kil en verstard en dood zal zijn. Professor Watts, de president dit jaar van de Associatie, die een geoloog is, heeft nu een heel ander boekje opengedaan De aarde behoudt volgens hem de hitte van haar inwendigheid en daarmee de kracht die naar waarheid bergen kan verzetten. De aardkorst bestaat uit lichte rotsen die „drij ven" op veel zwaardere rotsen, die op haar beurt weer drijven in het vloeibare midden van de aarde. Zoo verklaard is dus de gansche positie wat labiel. Eens, voordat een geolo gische cyclus het land op onze aarde ver deelde in zijn bestaande vormen en stukken, moet zoo neemt professor Watts aan het land één geheel zijn geweest. De cyclus bracht de breuken. En men behoeft er de Oostelijke kusten van de Amerika's en de Westelijke kusten van Europa en Afrika maax^ op na te kijken om te zien dat ze nagenoeg' even goed bij elkaar passen als de breuk kanten van een in tweeën gebroken bord De professor was overigens in zijn beschou wing niet verontrustend. Een nieuwe geolo gische cyclus, die misschien zee zou maken van Zwitserland en de Rocky Mountains en hooge Alpenketenen zou leggen, waar thans de zeekasteelen voortjagen tusschen Europa en Amerika, behoeft voorloopig niet te wor den verwacht. Wetenschappenjk gesproken is de aarde nog pas bezig te herstellen van haar vroegeren cyclus, die wellicht enkele millioenen jaren geleden heeft plaats gehad. Misschien dus zullen onze nakomelingen pas over een paar millioen jaren dit geologische vraagstuk onder de oogen moeten zien. Wij kunnen al onze aandacht wijden aan de op lossing van onze eigen vraagstukken, die voor ons vermogen toch al bijna onoverkome lijk: schijnen. De professor had zelfs troost woorden voor die verre nakomelingen, die nog voor wat anders zullen komen te staar dan wij. Hij had n.l. waargenomen, dat in den loop der tijden tijden die tot ver achter het voor historisch tijdperk teruggaan de hersenen van den mensch naar verhouding van zijn physiek steeds waren gegroeid. De oermensch, die allicht zwaarder en grooter was dan de mensch van dezen tijd, had niet meer dan 3 pond hersenen, terwijl de huidige volwassen mensch er meer dan 3!2 pond van heeft. Dit leidt tot de veronderstelling dat de mensch. die dat zaakje van den toekomstigen cyclus zal moeten opknappen, tennaastenbij voor 100 percent uit hersenen zal bestaan. Aldus toe gerust zal hij in dat machtig mannenwerk der verre toekomst niet licht falen. Professor Gregory, die een halve eeuw lang Grieksch heeft gedoceerd aan de universiteiten van Engeland, scheen niet zooveel vertrouwen te hebben in hersencapaciteit als reddend ele ment in de evolutie der menschheid als zijn collega van de geologie. Hij gewaagde zwart gallig van het ontaardend aspect onzer mo derne beschaving. Zoo hij de hersenen niet de schuld gaf, hij deed uitkomen dat primitieve instincten er niet door werden bedwongen en dat deze instincten (hebzucht stelde hij voor op) leidden tot de aanwending van de vruch ten der wetenschap voor doeleinden, die onze beschaving dreigden te vernietigen. De herse nen waren niet in staat gebleken de vruchten te plukken, die de wetenschap voor het grijpen had gelegd. De overvioed, met wetenschappe lijke middelen mogelijk geworden, was door de primitieve instincten omgezet in schaarschte, armoede en werkloosheid. Zoo komt het. dat het altijd van het ondoorgrondelijk gewoel van die oerdriften afhangt of een nieuwe ontdek king een zegen of een ramp voor het mensch- dom zal worden. Professor Gregory verdiepte zich niet in de merkwaardige omstandigheid, dat het scheppend verstand tezamen met de primitieve instincten in een enkel huis ver keert. Hij gaf ook geen antwoord op de vraag welke men zich moet stellen, welk deel van de hersenen het hardst groeit, of dat deel van de hersenen waar de rede woont aan grammen wint of het deel waar het instinct, het primi tieve instinct, verscholen ligt. De Association roert gedurende haar weten schappelijke vacantie duizend en een onder werpen aan, soms fantastisch, soms minder fantastisch, maar gewoonlijk onderhoudend. Laten wij besluiten met iets weer te geven van de theorieën van professor Debenham, die ge hinderd wordt door de veronachtzaming van het Poolgebied. Zoo het er wat koud is, het is nochtans een Dorado voor menschen me' zwakke of zieke longen en hij meent, dat Spitsbergen het als herstellingsoord ver van Davos en andere oorden van dezen aard zou winnen. Hij vertelde ook dat er daar in het hooge noorden, bij Adelie-land, een „lucht- rivier" stroomt die 80 K.M. breed is en die voortgaat met een snelheid van 90 K.M. per uur. Wanneer alle benzine, petroleum en steenkool is opgebruikt zal men er, meent hij. goed aan doen de paardenkrachten,- die in deze bijna het gansche jaar woedende IJszee orkaan schuilgaan, te vangen en ze aan de werkende wereld te verschaffen voor het drij ven van haar machines. Zou men dit niet eens onder de aandacht van Mussolini kunnen brengen? Waarom zou hij zich in dat nare Abessynische avontuur gaan begeven indien hij in het vrije klare ongereserveerde gebied om de Pool in een milde, nooit versagende „lucht-rivier" alle rijkdom en glorie voor ztfn land kan vinden welke hij zich kan wenschen? A. K. VAN R. de landstreek rondom Malmedy vrij goed en het heeft mij getroffen hoe deze auteur de sfeer ervan bij verschillend jaargetijde weet op te roepen, een sfeer die uitermate _eschikt is om de dadenlooze romantiek der bewoners, de droomrijke stilte van het win- tersch bergland, in al zijn verlatenheid nog beminnelijk, te suggereeren. De Pillecijn ik meen vroeger slechts kleinere stukjes in tijdschriften van hem gelezen te hebben toont zich in dit boek een eersterangs kunstenaar van het woord dat hij hanteert met een prettige ongekun steldheid. zooals vele Vlaamsch schrijvende mannen dat kunnen. Aardige vondsten aan scherp beeldende woorden zult ge ook bij hem ontmoeten, en weer andere als een ver rijking onzer eigen woordenschat met ge noegen van hem (en zijn landslieden) over nemen. „Dan haalt hij een fijfer uit den zak en kijkt haar listig aan, vooraleer hij begint te spelen". Ge weet een oogenblik niet wat de man uit zijn zak haalt, verwerpt de moge lijkheid van een Amsteröamschen vijver, denkt misschien aan een vijf-dollarstuk, tot ge u het Fransche „fifre" (dwarsfluit) her innert, en wij zijn er. En is het niet aardig een koeienjongen „boever" te hooren noemen (bceuf en boves er in terug te vinden) en te lezen van „een land dat blak lag aan de zon. (en daarbij aan ons blakend te den ken?) Het feit alleen al dat de Zuid-Neder- landsche schrijvers ons vaak dwingen over <ie juiste beteekenis van een wcord na te den ken, hebben wij dankbaar te aanvaarden en. wij doen dat te liever als de schrijver een kunstenaar is als De Pillecijn. Onder de boeken die wij nog inpetto heb ben, wilde ik alvast voor een klein deeltje uit de Zeemeeuw-serie van Van Loghum Slaterus Uitgeversmaatschappij de aandacht vragen. Het heet „Jacqueline en haar Japanners" en is uit het Duitsch van Heinrich Eduard Jacob door M. Dutric vertaald. Een fijne geestigheid, waarvan het doortrokken is, is er, als door spinragdraden verbonden met een hoog moreel levensgevoel en dit kan mis schien de uitlating van Stefan Zweig verkla ren. die dit boekje genoemd moet hebben „een boek, waar ik bijna fanatiek van houd". Prachtig is het en als er plaats voor is. ko men we er gaarne nog eens op terug. Verder ontvingen wij van Brusse: „Nieuwe men sen in Moskou", door Mr. J. Huyts; en „Man nen in leer", door A. F. Koenraads. een ver haal, dit laatste, over de helden der lucht. Als ongezochte tegenstelling zond Andries Blitz ons: „Tien jaren onder de grond" door N. Casteret. Drie lijvige deelen waarvan geen enkel gelijkvloersch is, zeker dat van Mr. Huyts niet. En die alle uwe aandacht waard zijn naar de mate gij u voor de dingen op, onder of boven den grond interesseert. En dan tot slot: van de Zuid-Holl. Uitg. Mij. Muziek in den Meinacht door Marie Gevers, waarmee wij dan weer uit de wereld der verbazingwekkende feiten in de nog wonder lijker wereld der fictie zijn weergekeerd. J. H. DE BOIS. HET TOONEEL. Gezelschap Frits Schakels Hoe bestaat 't! Een proloog van een revue wekt bij ons sinds lang niet meer eenige verwachting op omtrent den eigenlijken Inhoud. Heeft de re vue van tegenwoordig wei eenigen inhoud? Zonder schade kan je een revue van ach teren naar voren spelen, je kunt er scènes in- lasschen of uitlaten en je kunt den boel ge rust ongegeneerd door elkaar gooien, zon der dat het geheel er iets door wint of ver liest. Zoo is het ook bij de revue „Hoe bestaat 'f', welke het gezelschap van Frits Schakels Zondag en gisteren in den Schouwburg aan den Jansweg heeft gespeeld.De proloog, waar in wij de KVIII in Nieuwediep klaar zien liggen voor haar reis en het heele gezelschap zich aan ons komt presenteeren, heeft met de verdere revue niets te maken en die heele scène met den onderzeeër staat ook in geen enkel verband met den beroemden tocht van dit oorlogsvaartuig. Wij zien bijvoorbeeld wel een professor, maar het is er een met een gei tensikje aan welk sikje iedereen lustig en vrijmoedig trekt en de liedjes, die er in den pro loog gezongen worden o.a. door Truus Im- pijn hebben met- een onderzeeër niets te maken. Erg gelukkig konden wij dezen pro loog dan ook niet vinden al was het oor spronkelijke idee om de K XVIII als uit gangspunt voor een revue te kiezen niet on aardig. Frits Schakels is in zijn revues de gangma ker en wij zien hem dan ook in bijna elke ko misch bedoelde scène als hoofdfiguur optre den. De eischen welke wij aan een revue van dit provincie-gezelschap stellen, zijn anders en niet zoo hoog als van 'n troep waarvan een Buziau, een Louis Davids of een Lou Bandy de ziel zijn. Het talent van Frits Schakels is van be scheidener aard, al heeft hij dan ook de noo- öige vrijmoedigheid, die voor een revue-ko miek nu eenmaal onmisbaar is. Schakels blijft zich aldoor gelijk en veel variatie is er in zijn komiekigheid niet. Het best is hij als hij droog-komisch kan zijn. Het publiek had zichtbaar pret om Schakels, die zijn sketches doorgaans met Emmy Emerants als vrouwelijke partner speelde en er waren dan ook enkele scènes zooals die van de huise lijke twist, welke door Han Hollander als een voetbalwedstrijd Holland—België werd uitgezonden grappig gevonden, maar er was ook heel veel. waarbij wij het zelfs niet tot een glimlach konden brengen en wij den titel „Hoe bestaat 't" erg toepasselijk vonden. Truus Impijn ziet en hoort men graag in dit milieu, al lijkt mij haar talent meer voor de operette dan de revue geschikt. In het eigenlijke revue-genre wint Emmy Emerants het ongetwijfeld van haar. Men verwacht bij Schakels natuuflljk niet een rijke monteering en aankleeding als bij een grootscheepsch opgezette Amsterdamsche revue. Toch dient gezegd, dat hij van de cos- tuums aardig werk had gemaakt en de „shows" in de drie finales, die o.a. in China en op den bodem van de zee speelden zagen er dan ook goed uit. Ook de „slotfinale" een raar woord toch eigenlijk was mooi van aankleeding, al behoorde er soms heel wat fantasie toe om in de costuums de verschil lende opgenoemde landen te herkennen. Het publiek toonde 2ich zeer dankbaar en er is veel en hartelijk heel den avond door gelachen. En dit is 'och het doel. waarom Schakels de K XVIII op ons los liet. J. B. SCHUIL.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 7