Een film over Abessynië
Rubriek voor Vragen.
DONDERDAG 12 SEPTEMBER 1935
HAAREEM'S DAGBEAD
6
„Kerk en Vrede" opende haar
seizoen.
Ds. Sillevis Smitt over „Europa 1935".
Woensdagavond was door de afdeelin;
Haarlem en omstreken van „Kerk en Vrede'
de eerste ledenvergadering van het komen<
seizoen belegd in de achterzaal van den Ne-
derlandschen Protestantenbond.
Op deze bijeenkomst sprak de afdeelings-
▼oorzitter, ds. P. A. E. Sillevis Smitt, over
„Europa 1935"', na aan den vorigen voorzitter
ds. J. M. Leendertz den dank van alle leden
van Kerk en Vrede te hebben betuigd en
eenige mededeelingen te hebben gedaan van
organisatorischen aard.
Spr. zeide tot dit onderwerp te zijn geko
men, naar aanleiding van de uitlating van een
Italiaansch veldheer: 1935 zal het beslissende
jaar voor het fascisme zijn.
In 1932 had spr. reeds aanteekeningen ge
maakt die den huldigen toestand voorspel
den. In 1935 dreigt meer dan ooit een wereld
brand, zooals de profetiën van Jeremia die
(beschrijven. De kerk roert zich niet, de vol
ken verarmen. Italië uit zich zeer imperia
listisch, doch men moet Italië's houding al
leen niet hekelen; de geest die daar heerscht
uit zich overal in de wereld. Christendom en
humanisme blijken in Europa hoe langer
hoe meer slechts schijn te zijn. de heidensche
inslag doet zich nog immer gelden.
Na de oorlogsjaren dacht men, dat het
doodgevochten Europa den goeden kant uit
ging, toen Briand en Stresemann voor den
vrede werkten. Thans blijkt, dat Europa in
dien tijd zonder God is gebleven en dat het
oorlogsgevaar meer dreigt dan ooit. Is de
Volkenbond^ vroeg spr., niet stervende?. Wel
iswaar wordt hij thans gesteund door een
groot-mogendheid, doch dit geschiedt ui'
eigenbelang.
Vervolgens stelde spr. de vraag: welke hou
ding moeten wij nu aannemen? Europa is
niet meer in handen van den Volkenbond
doch in die van een expansieproces, van
imperialisme, van demonische machten, die
lijken op die van 1914. Tegenover deze mach
ten zou men geneigd zijn wanhopig te wor
den en in het uiterste mee te doen.
Wij moeten thans zorgen dat Europa 1935
teruggevoerd wordt tot Christus. Spengler
moge met zijn „Untergang des Abendlandes"
het voorlaatste woord hebben, doch de bijbel
het laatste.
Daartoe hebben wij in de eerste plaats
nuchter te zijn en in te zien, dat ieder land in
de wereld zich wapent voor den oorlog en wij
hebben ons dus te wapenen tegen den oor
log.
In vast vertrouwen moeten wij blijven zeg
gen: „Daar doe ik niet aan mee", al kömen
wij dan in conflict, omdat de kerk Gode
meer gehoorzaam wil zijn dan den Staat.
Tenslotte hebben wij vol moed te zijn, omdat
Europa in handen van Christus is.
EXAMEN POLITIEDIPLOMA.
Bij de examens voor het Politiediploma van
den Algemeenen Nederlandschen Politiebond
wérd het diploma verworven door: P. J. Ra-
velli, Haarlem.
R.-K. Vredesbond in
Nederland.
Men schrijft ons:
Op 7 November 1925 werd te Amsterdam
de katholieke Vredesbond in Nederland op
gericht, zoodat in dit jaar op genoemden dat
het tien-jarig bestaan van den Bond herdacht
kan worden.
Een herdenking op ernstige wijze, waaraan
dan verbonden kon worden een plan tot
noodzakelijke verstervendiging en uitbreiding
der afdeelingen, achten wij op haar plaats.
De Katholieke Vredesbond heeft immers
tien jaar lang de goede Vredesgedachten
uitgedragen en in woord en geschrift de leus:
„Recht inplaats van geweld" gepropageerd.
Tot op zekere hoogte kan dit alles tot
dankbaarheid en waardeering stemmen, niet
echter tot tevredenheid.
We zijn er van overtuigd, dat meer gedaan
had moeten worden. Of zulks, in de gegeven
omstandigheden, ook mogelijk was geweest
is aan twijfel onderhevig.
Daarom mag hier een hartelijk woord tot
hen, die met de daad hebben meegewerkt,
die voortdurend en belangeloos hebben ge
arbeid op den grooten akker der Vredesbe
weging, zeker niet ontbreken.
Ja. dit werk moet taai en actief worden
vervolgd, juist in deze omstandigheden, nu
het oorlogsmonster zijn onguren kop weer
zoo driest opsteekt, nu er weer oorlogsdrei
ging en -gevaar zijn tegen alle Christelijk
heid en menschelijke beschaving in.
Met zorg vragen de weldenkende menschen
zich af of dit domme en waanzinnige gedoe
weer beginnen zal.
Er zijn heiaas duivelsche omstandigheden,
waartegen met onze strijdmiddelen, de gees
telijke wapenen, niet direct overwinningen
zijn te behalen.
Maar het geloof aan ons ideaal zal sterk
en levendig blijven, ondanks minder gunstige
tijdelijke omstandigheden.
Wij putten dit onverzwakt geloof ook
vooral uit het feit der algemeene wereld-
verontwaardiging over den thans dreigenden
oorlog en de vele acties, welke daartegen
gaande zijn.
Met vreugde kan worden geconstateerd,
dat er toch iets veranderd is in de mentali
teit der menschen, die in opstand komen
tegen een noodlottig wapengeweld (nu er
andere wegen zijn voor oplossing van moei
lijkheden en conflicten), dat vroeger als
droeve onoverkomelijkheid zou zijn be
schouwd.
Voor een groot deel komt den Pacifisten
over de geheele wereld de eer toe van het
feit dezer veranderde mentaliteit,
We gaan daarom voort, steeds voort, ook
door met kracht den Volkenbond, die zooals
Sir Eden opmerkte, al enkele bloedige bot
singen wist te voorkomen, te steunen, be
trouwend op Gods hulp, wetend dat we posi
tief het goede doen en dat tijdelijke om
standigheden voorbij gaan, maar dat de een
maal in den nieuwen mensch gelegde wen-
schen en verlangens naar werkelijke be
schaving en méér wereldfatsoen zullen
bi ij ven.
Het ligt in de bedoeling van het hoofdbe
stuur op of omtrent 7 November a.s. het
tien-jarig besta/n van den Katholieken Vre-i
desbond op v,(aardige wijze te herdenken".
Voor Haarlem's Kantonrechter.
De bollenkweekers zonder vergunning.
Indertijd heeft een bollenkweeker uit Heem
stede terecht gestaan, omdat hij een stuk
grond in zijn bedrijf met bloembollen had
geplant zonder vergunning van de sierteelt-,
centrale en ook was hem ten laste gelegd,
dat hij in zijn bedrijf bloemen had gekweekt.
Hij beweerde toen. dat hij wel bloemen had
gekweekt, doch alleen om ze aan het semi
narie cadeau te geven en voorts voerde hij
tot zijn verontschuldiging aan, dat hij her
haaldelijk naar Den Haag om vergunning
had geschreven, doch geen antwoord be
komen.
Van andere zijde was echter beweerd, dat
de kweeker er prat op gegaan was, dat hij
bollen kweekte zonder vergunning.
De zaak was destijds geschorst en de amb
tenaar van het openbaar ministerie had zich
met de sierteeltcentrale in verbinding gesteld
om te vernemen, wat er waar was van 's mans
bewering.
Het antwoord was niet in zijn voordeel,
want er uit bleek, dat hij in 1934 geen ver
gunning had kunnen krijgen, omdat hij voor
dien tijd geen kweeker was geweest en van
een aanvrage voor 1935 was bij de centrale
niets bekend.
De ambtenaar vond de beide overtredingen
bewezen en elschte twee maal 50 boete.
De kantonrechter, achtte de eene over
treding het bloemenkweeken niet be
wezen, omdat hier geen ander bewijs was dan
de bekentenis van verdachte, zoodat hij
hiervan werd vrijgesproken. Voor het bollen-
kweeken zonder vergunning werd hem 15
boete opgelegd.
Bij het Brederodeduin.
Bij Velserend Is een provinciale weg, welke
niet door auto's mag worden bereden, tenzij
met bijzondere vergunning. Die uitsluiting
staat in verband met de onvoldoende hard
heid en de geringe breedte van den weg en
ook meende de Kantonrechter, dat het ver
wekken van stof bij het Brederodeduin, dat.
als men weet, een herstellingsoord voor long
lijders is, hierbij in aanmerking genomen is.
Een chauffeur had tegen het verbod ge
zondigd en was bekeurd, maar hij kwam met
het excuus, dat een garagehouder, die wel
vergunning had, zijn patroon gevraagd had
een vrachtje naar het Brederodeduin te doen
en hij meende zoodoende, dat die vergunning
nu ook voor hem gold.
De kantonrechter wees hem er op, dat een
vergunning persoonlijk is en dat ze niet voor
overdracht vatbaar is ;het verleenen van ver
gunning zou anders geen zin hebben. Ook
vond de kantonrechter het heelemaal niet erg,
dat menschen bij Velserend uitstappen om een
eindje te loopen, de menschen worden tegen
woordig wat al te gemakkelijk.
De ambtenaar van het openbaar ministerie
nam in aanmerking, dat verdachte wellicht
te goeder trouw was geweest en vroeg f 2
boete, welke de rechter toewees.
Met licht in het jachtveld.
Een tweetal personen was op een nacht in
Augustus met carbidlantaarns in Bloemen-
daal de duinen ingegaan en dit niet zoozeer,
omdat zij zich op hun weg wilden voorlichten
dan wel om naar wild te speuren, dat onder
struiken en helm verborgen mocht liggen. Dit
nu is een soort verboden jacht en een viertal
jachtopzieners met een rijksveldwachter be
wogen zich op dien nacht door het duingebied
om naar dergelijke jagers te zoeken.
Ze zagen de twee met lantaarns, verdeelden
zich in twee groepen en omsingelden hen.
De jagers werden gepakt en stonden nu te
recht. De een bekende, maar hij maakte be
zwaar tegen het proces-verbaal, want, zei hij,
er staat in, dat de veldwachter mij met de
lantaarn heeft gezien en dat kon niet, want de
jachtopzieners hebben me gepakt en de veld
wachter kwam er pas bij, toen de lantaarns
gedoofd waren.
Wat komt het er eigenlijk op aan? vroeg de
kantonrechter; de jachtopzieners hebben ook
het proces-verbaal geteekend.
De man meende echter een gewichtige ont
dekking te hebben gedaan en wilde met alle
geweld de jachtopzieners gehoord hebben, ten
einde vast te stellen, dat de veldwachter om
zoo te zeggen een valsch proces-verbaal had
opgemaakt.
De jachtopzieners werden gehoord, maar het
pakte heel anders uit, want uit hun verkla
ringen bleek, dat zij en de veldwachter wel
degelijk de 2 met brandende lantaarns had
den gezien, doch dat een paar der jachtop
zieners de mannen het eerst hadden bereikt
en dat even later de veldwachter er was bijge
komen. De veldwachter had dus wel degelijk
gezien, dat de mannen met brandende lan
taarns liepen en zijn proces-verbaal was zoo
juist als 't maar kon.
De ambtenaar eischte tegen ieder der ja
gers f 40 boete; de kantonrechter gaf er dertig.
Actueel en
belangwekkend.
Als één land op het oogenblik in het mid
delpunt der belangstelling staat is het wel
Abessynië. Het is dan ook een goede gedachte
van den directeur van het Rembrandt Thea
ter, den heer Bakker, geweest, in de „bioscoop-
week", die a.s. Vrijdag begint, het program
ma voor een groot gedeelte te vullen met een
rolprent, die dat veelbesproken land tot on
derwerp heeft.
We krijgen hier te zien, wat de deelnemers
aan een expeditie, die met een driemotorige
Fokker uit Europa naar Abessynië reisden, in
dat land zagen en in een reeks internationale
filmbeelden vastlegden.
Nadat eerst een vluchtige indruk is gegeven
van wat Griekenland voor schoons en belang
wekkends biedt, hoe er op 't oogenblik in Pa
lestina door de Joden wordt gearbeid, om het
land beter bewoonbaar en productief te maken,
komt Abessynië aan de beurt.
De toeschouwer, die deze film gezien heeft,
kan daarbij een bijna volledigen indruk van
land en volk, van Abessynische zeden en ge
woonten gekregen hebben.
Wat hier geboden wordt is niet een „ge
schiedenis", een filmverhaal, bewerkt naar
den een of anderen roman, maar het is belang
wekkender, boeiender en romantischer dan
menige rolprent van dien aard.
We cirkelen boven Addis Abeba, dalen en
stappen uit. We wandelen er rond en bekijken
de voornaamste bezienswaardigheden, als
goede toeristen plegen te doen, maken natuur
lijk kennis met den „koning der koningen"
en zijn gevolg; wonen zeer typische terecht
stellingen bij, waar het zeer luidruchtig toe
gaat; zien troepen blootsvoets voorbijtrekken
en aanschouwen nog veel meer merkwaardige
zaken en gebeurtenissen.
Maar dan trekken we dieper het land in en
naarmate dit een onherbergzamer indruk
maakt, zien we ook het beschavingsvernisje,
dat in de hoofdstad in een dun laagje over
alles verspreid ligt, al spoedig geheel verdwij
nen. „'s Lands wijs, 's lands eer". Het wordt
ons bij het zien van deze film wel zeer dui
delijk.
Want er blijken in het Abessynische land wel
zeer primitieve toestanden te bestaan. Stam
men wonen er, die slechts zeer zelden vriend
schappelijk met elkaar omgaan, integendeel:
elkaar meestal zeer onvriendschappelijk be
kampen, want „de een zijn dood" is nu een
maal „de ander zijn brood". Van de wreede
wijze waarop jonge kinderen, voor hun geheele
verdere leven „gewaarmerkt" worden als le
den van een bepaalden stam, geeft de film een
duidelijk maar griezelig beeld.
We wonen een Abessynische bruiloft bij,
maken kennis met den bruidegom en de bruid
(die er behalve haar, laten wij zeggen: wet
tigen echtgenoot, nog vier vrienden op na
mag houden), zien de mannen en vrouwen
dansen bij het eentonige maar toch steeds
meer opwindende tam-tam en wij zien ook de
hutten, waarin deze mannen en vrouwen
leven.
Hoe niet de wetenschap maar het zuivere
bijgeloof een rol speelt bij de bestrijding van
ziekten, ook daarvan zijn we getuigen.
De bodem van Abessynië moge wel rijkdom
men bevatten, rijk aan beschaving is men er
nog niet. Dat zegt deze beeldenreeks wel heel
duidelijk.
Overigens moeten de dikwijls zeer fraaie op
nemingen van het Abessynische land, die deze
film te zien en te genieten geeft, geprezen
worden.
De Kroon zal beslissen over
Haarlemsche bus-kwesties.
HaarlemZandvoort, N. Z. H., Stormvogels
en Ged. Staten.
De afdeeling voor geschillen van bestuur
van den Raad van State behandelde heden een
beroep van de N.V. Autobus-Exploitatie Mij.
„Stormvogels" te Umuiden tegen een besluit
van Ged. Staten van Noord-Holland, waarbij
haar verzoek tot het in werking brengen van
een autobus-dienst van Haarlem naar Zand
voort vice-versa was geweigerd. Voorts een
beroep van dezelfde maatschappij, de Eerste
Ned. Brockway Bus Mij. te Heemstede en de
ondernemers Van Geelen en v. d. Berkhof te
Heiloo, tegen een besluit van hetzelfde college
waarbij aan de N.Z.H.T.M. vergunning is ver
leend voor de exploitatie van een autobus
dienst van Haarlem naar Zandvoort en van
Overveen naar Bloemendaal.
De heer Vis man pleitte voor de „Stormvo
gel". Hij wees er op, dat alle gemeentebestu
ren zich verklaard hebben voor een vergun
ning aan de „Stormvogel" voor den dienst
HaarlemZandvoort. Het is te danken aan
den „Stormvogel"-dienst, dat in het "verkeer
werd voorzien toen de tram nog geen dienst
deed
Daarna pleitte de heer Van Geelen, die
aandrong op gelijkstelling voor tram en auto
bus wat betreft de frequentie.
De heer Burgersdijk kwam op voor de
N.Z.H.T.M. Hij zeide, dat hier in feite slechts
sprake is van een wijziging der bestaande
verbinding en meende, dat de aangevoerde
bezwaren met de wijzigingen niets uitstaande
hebben.
De beroepen werden ten slotte bestreden
door mr. Bierman namens de Ned. Spoor
wegen.
De beslissing van de Kroon volgt later.
HAARL. JEUGDKERK VOOR OUDEREN.
De jeugddienst, die a.s. Zondag 15 Septem
ber, zal worden gehouden in de Groote- of St.
Bavo Kerk te Haarlem, begint om half 11
(niet om 10 uur).
Voorganger: Prof. Dr. A. H. de Hartog,
hoogleeraar te Amsterdam. Aan de jongeren
zal in de kerk zooveel mogelijk plaatsen wor
den aangewezen in het middenvak.
De volgende jeugddiensten hebben om de 14
dagen plaats om 11 uur v.m., in de Bakenesser
Kerk.
Een scène uit de interessante film over Abessynië, die Vrijdag voor het eerst
in het Rembrandt Theater gaat.
DUIDELIJK GESTELDE VRAGEN
van alle Abonnés van Haarlem's Dagblad
worden door een specialen Redacteur en
zijn talrijke medewerkers zoo mogelijk en
ten spoedigste beantwoord.
De vragen moeten worden geadresseerd
aan de Redactie, Groote Houtstraat 93, met
duidelijke vermelding van naam en woon
plaats. Vragen, waaraan naam en adres
ontbreken, worden terzijde gelegd
De namen der vragers blijven redactie
geheim.
De antwoorden worden per auto GEHEEL
KOSTELOOS thuis bezorgd.
Alleen die vragen, welker beantwoording
voor vele anderen behalve den vrager, van
nut kan zijn, worden tevens in ons blad ge
plaatst.
BELASTING ZAKEN
VRAAG: In een huisgezin met 3 volwassen
kinderen (thuis) is een dagmeisje van 21 jaar.
Hoeveel belasting moet daarvoor betaald wor
den?
ANTWOORD: Indien niet at de 3 kinderen op
1 Jan. j.l, beneden 20 jaar oud waren, is voor
de dienstbode een belasting verschuldigd van 6
in hoofdsom, dus zonder opcenten.
RECHTZAKEN
VRAAG: Is men wettelijk verplicht, een meisje
dat van half negen tot drie uur in betrekking
s. kostgeld te betalen? Het meisje, dat bij de
week gehuurd is. krijgt gewoonlijk te twaalf
warm eten. hoewel afgesproken was dat ze
dan boterhammen zou krijgen.
ANTWOORD: Alic-en als men geen kost geeft.
VRAAG: Tot wien moet ik mij wenden om mijn
rouw een volmacht te verstrekken, dat zij uit
mijn naam kan teekenen?
2. Welke kosten zijn daaraan verbonden?
3. Is zoo'n volmacht ook geldig voor België?
4. Het betreft hier een spoedgeval. Hoelang
duurt het eer zoo'n volmacht klaar is?
ANTWOORD: 1. Tot een advocaat of notaris.
2. Heel geringe.
3. Ja.
4. Ze is dadelijk gereed. Wellicht is een nota-
rieele volmacht ten deze het meest wenschelijk.
PLANTEN
VRAAG: 1. Mogen de uitgebloeide bloemen
van een Hortensia afgesneden worden?
2. Wanneer kan ik een Hortensia wat in het
model snijden?
ANTWOORD: 1. Ja. Hoe eerder hoe beter.
2. Direct na den bloei.
VRAAG; Mijn „Ster van Bethlehem" heeft
prachtig gebloeid. Thans is ze uitgebloeid. Er zijn
nieuwe stekken aan gekomen, waar knoppen aan
zitten, maar die zijn verdord. lederen dag krijgt
ze een beetje water. Wat moet ik doen?
ANTWOORD: De bloeitijd is zoowat voorbij.
De hoeveelheid water moet u wat verminderen,
want de planten gebruiken niet zooveel meer.
Misschien knapt de plant dan weer wat op, doch
de groote bloeitijd is voorbij.
RECEPTEN
VRAAG: Hoe moet ik vlekken van schoen-
cröme uit peau de suède zwarte schoenen verwij
deren?
ANTWOORD: Met een dotje watten en wasch-
benzino afwrijven. Het beste is den geheelen
schoen egaal af te wrijven. Geen vuur of vlam
metje in de nabijheid!
VRAAG: Hoe moet ik melkvlökken uit een
velour-zitting van een stoel verwijderen?
ANTWOORD: Met warm water, waarin een
weinig inierenzuur gedaan is, stevig afschuieren,
daarna n:e-t een zuchten doek zoo droog mogelijk
kloppen.
VRAAG: Hoe moet ik een tasch van dof zwart
leer. die cenigszins kaal geworden is, weer zwart
maken zonder dat zij afgeeft?
ANTWOORD: Er Js in den handel lederverf
voor met uitvoerige gebruiksaanwijzing.
VRAAG: Hoe moet ik een levertraanvlek uit
een wollen trui verwijderen?
ANTWOORD: Met perchlooraethyleen de vlek
stevig afwrijven met dotje watten. Daarna de
plek bedekken met magnesia. Een uurtje laten
drogen en de poeder verwijderen. Als er een gele
vlek achterblijft, deze betten met sterk verdunde
overmangaanzure kali, deze weer verwijderen
met zwavelig zuur, goed afsponsen met warm
water en zoo droog mogelijk kloppen.
VRAAG: Hoe moet ik een bruin-grijze jas,
die vuil geworden is, schoon maken?
ANTWOORD: Met waschbenzine stevig afbor
stelen. Vooral egaal en gelijkmatig. De behande
ling buiten, ver van vuur of vlammetje verwij
derd.
VRAAG: Hoe moet ik wit brood bakken?
ANTWOORD: 350 gr. tarwemeel. 15 gr. gist.
TV, gr. zout, pl.m. 2'/2 dL. melk.
Doe het meel in een diepe kom, maak in het
midden een kuiltje, brokkel daarin de gist en
meng deze met ongev. de helft van de melk
(lauwe) aan. Roer er zooveel meel door toldat
een dik deeg gevormd is. Laat dit op een lauw
warme plaats dichtgedekt 20 a 30 min. rijzen.
Voeg er daarna de overige melk bij en het zout
en kneed het deeg zoolang totdat het van de
hanlen loslaat. Gooi het daarna op een met meel
bestoven plaat gedurende 5 min. heen en weer
en laat het op een lauwe plaats dichtgedekt 1
uur rijzen. Geeft er dan den vorm aan, zoodat
een met boter ingewreven broodvorm voor 2/3
gevuld is. Laat het hierin nog 1/2 uur rijzen en
bak het brood in heeten oven met onderverwar-
m-ing bruin en gaar (pl.m. 3/41 uur). Bestrijk
den bovenkant, zoodra deze bruin geworden is.
telkens met water om een glimmend korstje te
krijgen. Probeer met lardeernaald of vleeschpen
of liet brood gaar is en neem het uit den oven.
DIVERSEN
VRAAG: 1. Bestond er vroeger in Velsen een
draaibare verkeersbrug over het Noordzeekanaal?
2. Wanneer is die gesloopt?
ANTWOORD: 1. Ja.
2. In 1906.
VRAAG: Hoe laat vertrekt er een boot van
Amsterdam naar Zwolle?
ANTWOORD: De dagdienst ls na 2 September
vervallen. Voor den nachtdienst vertrekt de boot
te negen uur van Amsterdam
VRAAG; Welke bewijzen heeft men noodig
om per motor van België naar Holland te ko
men?
ANTWOORD: Alleen een nationaliteitsbewijs.
Varia van de Rembrandt-
tentoonstelling.
Beroemdheden kijken en worden bekeken.
Er is in deze na-zomersche dagen een fees
telijke sfeer rondom het Rijksmuseum, Vlag
gen uit den toren en nu en dan wat zon op
het plein. Zon over het rood en grijs van Cuy-
pers' bouwwerk, dat er minder imposant en
vriendelijker uitziet dan anders.
In het autopark staat de blinkende wagen
uit Illinois naast het Noord-Hollandsche
Ford je.
Twee vigelantes, de eenige, die Amsterdam
nog bezit, wachten op den zeldzamen vreem
deling, die het behagelijk vindt, in het- tempo
van een vreedzaam stappend paard de stad te
bekijken.
Een explicateur, die alle talen spreekt,
staat op de stoep en kijkt iederen Hollander
minachtend voorbij.
Het mannetje met fruit daarentegen heeft
in iederen bezoeker gelijkelijk zijn vertrou
wen gesteld en ziet dit ook gelijkelijk door
ieder beschaamd.
Binnen, in het gedempte licht van de hal,
garen suppoosten guldens bijeen in ijzeren
kistjes en leggen argwanende vreemdelingen
uit, dat ze werkelijk niet te veel hebben be
taald. Een gulden is duur in Duitsch, Engelsch
Belgisch geld, en er zijn wel gezelschappen, die
de Rembrandt-tentoonstelling overslaan en
alleen a raison van een kwartje de andere
schatten van het museum gaan bekijken.
Men ziet ze in deze dagen weer veel door
de zalen hollen, achter een gids aan, die met
superlatieven werkt en. voorkomt, dat zijn ge
zelschap een blik zou werpen op iets, dat niet
gegarandeerd beroemd is. Monocles, kijkers,
Kodaks; heeren in plus fours, dames met zij
den shawls om het hoofd gebonden, heeren èn
dames met een bloem op de borst. Tezamen
de inhoud van een autobus, touringcar of
Reisewagen, die nu nog het verkeer op het
plein belemmert, maar over een uurtje, als 't
Rijksmuseum „gedaan" is. met zijn volle la
ding zal verder rijden, naar de volgende be
zienswaardigheid van Amsterdam.
Maar het bezoek aan de Rembrandt-ten
toonstelling is toch nog groot genoeg. Er zijn
al 30.000 menschen geweest en de beste maand,
September, is pas begonnen. De Amsterdam
mers zijn nu zoo langzamerhand weer terug
in de stad en maken zich op om toch ook eens
te gaan zien. waarvoor al die buitenlanders
verre reizen doen en wat zij met een tram
metje kunnen bereiken. In de warme zalen is
het een onafgebroken schuiven langs de
prachtige doeken. Uit het lage, aanhoudende
stemmengegons maken zich Fransche, Duit-
sche en Engelsche klanken los. Het is niet
moeilijk, den landaard van -de bezoekers vast
te stellen. Met drukke gebaren en radde woor
den bewonderen de Franschen. Op de gereser
veerde Engelsche gezichten echter staat niets
te lezen. Kan de jonge man, die zoo zwaarwich
tig te betoogen staat voor de „Jonge vrouw
achter een lage deur", die teedere vrouwenfi
guur, waarin Rembrandt zooveel schroomval
ligheid heeft gelegd, wel iets anders dan een
Duitscher zijn? Even luisteren en ik weet, dat
ik goed heb geraden. Hij vindt het doek „sehr
unreif".
Bij de Emausgangers hoor ik de opmerking
maken: „a fine picture, but it is not a big
one" („Een mooi schilderij, maar niet groot!")
Natuurlijk een Amerikaansche!
Een kleine Francaise zoekt vertwijfeld in
een Baedeker van 1910 bij National Gallery
Amsterdam. Ze is heerlijk onbekend met het
feit, dat de heer Schmidt Degener en zijn hel
pers deze Rembrandts zoo juist van heinde en
ver naar hier hebben gehaald en dat ze
helaas! niet tot het museumbezit hooren.
„11 faut acheter un catalogue" (U moet een
catalogus koopen) help ik haar. Maar uit een
waterval van woorden vang ik op, dat ze daar
niets aan heeft, omdat die in het Neder-
landsch is samengesteld.
Ze heeft gelijk. Het is voor vreemdelingen
inderdaad moeilijk te begrijpen, dat „Mozes
verbrijzelt de steenen tafelen" of „Jacob wor
stelt met den engel" wil zeggen. Als men het
uit de voorstelling tenminste niet ziet! Dit is
werkelijk een bezwaar, waaraan men nu ge
lukkig tegemoet zal komen door bij de tweede
oplaag de eerste 10.000 stuks is zoo goed als
uitverkocht ook de Fransche, Engelsche en
Duitsche benamingen onder de schilderijen
af te drukken.
Fransch en Engelsch hoort men overwe
gend. Hollanders schijnen de goede eigenschap
te hebben, dat ze weinig praten bij het zien
van schilderijen en de Duitschers konden van
wege de Reisemarken niet zoo gemakkelijk
naar hier komen als ze wel zouden willen. Toch
is er onlangs een uitgebreid gezelschap van
deze nationaliteit op de tentoonstelling ge
weest: de leden, der National-Sozialist-ische
Kulturgemeinde uit Düsseldorf. Vermoedelijk
heeft men ze met eenige omzichtigheid langs
Rembrandt's rabbijn geleid. Om van het Jood-
sche bruidje nog niet te spreken!
Men kan duidelijk zien, welke schilderijen
bij de bezoekers favoriet zijn. Joseph en de
vrouw van Potiphar. de beide portretten van
Titus en Rembrandt's zelfportret van 1659
oefenen een sterke aantrekkingskracht uit.
En voor de Emmaüsgangers staat altijd wel
in stille aandacht een groepje te genieten.
In de afdeeling naast- de tentoonstelling,
waar gretig wordt gezocht in de stapels foto s
en prentbriefkaarten van Rembrandt's wer
ken, bevestigt men mij deze voorkeur. Onder
Rembrandts etsen en teekeningen zijn het
de schelp en het geestige olifantje, die altijd
weer worden uitgekozen om ze mét „herzliche
Griïsse" of „best wishes" over onze grenzen
te sturen.
Een tentoonstelling als deze trekt beroemd
heden. Dat stond al vast lang voor ze was in
gericht. Het zou naief zijn, onder beroemdhe
den in dit geval te verstaan schilderijenken
ners van internationale reputatie of dergelijke
lieden. Heeft iemand het bemerkt, toen dr.
Fried-lander dezen zomer de tentoonstelling
bezocht? Neen, natuurlijk worden échte be
roemdheden bedoeld. Filmsterren en afgezette
monarchen en zoo. Wallace Beery, de filmac
teur in eigen persoon en vele pseudo-Beery's
hebben hun breede Amerikaansche lijven voor
de schilderijen geplant en er hun kauwgum-
mi bij van de eene wang na-ar de andere ver
schoven. En heétt de Maharadjah van Pa-
tiala ons zeer teleurgesteld door zijn hoofd
doek niet binnen het Rijksmuseum te steken,
ex-koning Alfonso van Spanje was er wél en
heeft het zelfs bestaan een menschenmassa,
vol verlangen om hem aan te gapen, te ver
schalken door er ongemerkt tusschen te drin
gen en méé te kijken! Overigens kan men de
zen ex-vorst een voorbeeld voor andere mu
seum-bezoekers noemen. Zonder bepaald een
kenner van schilderijen te zijn, heeft hij toch
getoond, deze snel en goed in zich op te ne
men. Een kunst, die vele tentoonstelling-be
zoekers zich nog eigen moeten maken.
Wie zal de volgende beroemdheid zijn? Jo
sephine Baker misschien of een neger-saxo
fonist met obsedeerend rhythme in zijn spel?
Dan mag de politie wel voor een goede afzet
ting zorgen!
L. N.