ALS IEMAND VERRE
REIZEN DOET
H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Juliana terug in ons land.
FEUILLETON.
Een avontuurlijk verhaal van drie
studenten.
door ARNOLD BARTEL.
(Nadruk verboden!.
12)
Hun vertrouwelijk onderhoud wordt plotse
ling verbroken door het snerpend geratel van
een bel in hun onmiddellijke nabijheid. Ver
schrikt kijken beiden om. Achter hen staat
Jumbo, de kleine Moor. Zijn oogen rollen door
hun kassen en zijn zwart gezicht voorspelt
niet veel goeds.
De matrozen hebben Jumbo van hun ge
negenheid blijk willen geven door hem een
horloge cadeau te doen. Eigenlijk lag het in
hun bedoeling hem een goedkoop bazarhologe
cadeau te doen, maar Jaftibo voelde meer
voor een wekker, dien hij voor hetzelfde geld
kon krijgen. Dit instrument draagt hij nu
aan een touw in zijn veel te groote broekzak
en om de aandacht op zich te vestigen heeft
hij het nikkelen uurwerk plotseling laten af-
loopen.
„Mississchrijven!" zegt hij. Hilde een
schrift en een potlood, dat hij van de drie
studenten gekregen heeft, voorhoudend.
Snavel staat perplex. Dat is de eenige leer
ling ter wereld, die vrijwillig onderwijs ver
langt en het begin van de les zelf met een
bel aankondigt. En Jumbo rust niet eerder
voor dat Hilde in haar mooiste schoonschrift,
zooals men haar dat op de Kweekschool voor
Onderwijzeressen heeft bijgebracht, „Mohamed
Ben Ali uit Afrika" in het schrift heeft gezet.
Onvermoeid teekent de jongen deze letters
pa. Snavel gevoelt de aanwezigheid van een
derde bij dit tête-a-tête, ook al is deze dan
slechts een jonge kleurling, als een hinder
lijke storing. Maar deze jonge zoon van Afrika
is zoo grappig, dat men onmogelijk boos op
hem kan zijn. En zoo belasten zij zich dan
maar beiden met de taak hem de eerste be
ginselen van de edele schrijftkunst bij te
brengen
AfrikaDe drie studenten staan voor
aan den boeg van de „Ukami". De verrekijker
gaat van de eene hand in de andere, maar er
is nog iets anders te zien, dan een blauwe
streep aan den horizon aan beide zijden van
de Straat van Gibraltar.
Was men in den onmetelijken Oceaan niet
veel meer geweest dan een eenzaam schip,
dat slechts zelden een ander mailschip ont
moette. hier bevindt men zich in een der
drukst bevaren zeestraten ter wereld. Oost-
Azië-stoomers met lange rookpluimen, een
trotsch zeilschip in volle tuigage, een dei-
laatste overblijfselen van de oude zeeroman-
tiek, kleine verwaarloosde kustvaarders en
een Fransch torpedo-flottille passeeren ach
tereenvolgens de „Ukami".
Behalve door deze bonte verscheidenheid
van vaartuigen wordt de aandacht der pas
sagiers getrokken door een school visschen.
groote visschen zijn het. die met de „Ukami"
schijnen te wedijveren in snelheid, en daarbij
zoo dicht bij den boeg blijven, dat zij elk
oogenblik dreigen te worden verpletterd. Dan
nemen zij plotseling een sprong, schieten uit
het water omhoog, duiken weer onder en zijn
dan de „Ukami" ver vooruit. Het lijkt wel of
zij een voorstelling geven aan de menschen.
die hoog boven hen dit spel der behendigheid
gadeslaan.
Urenlang vormt dit voor velen een aange
name afwisseling. Ook Lou Volkers volgt met
intense belangstelling de levenslustige caprio
len van deze dieren, welke hij voor dolfiinen
houdt. Een matroos vertelt hem echter, dat
het z.g. zwijnsvisschen zijn, die zich hier steeds
in groote scholen in de onmiddellijke nabij
heid van passeerende schepen plegen op te
houden.
„Hoe kan men een zoo sierlijke visch nu
zoo'n plompe naam geven?" merkt Volkers
terechtwijzend op en als ook Snavel en Diesel
hun afkeuring daarover uitspreken, blijken zij
het weer eens met elkaar eens te zijn.
Zij zijn het er ook over eens, dat het saldo
van hun gemeenschappelijke reiskas beden
kelijk vermindert, zoodat zij van het voor
dezen middag en morgen aangekondigde uit
stapje van Ceuta naar Tetuan en van Malaga
naar Granada zullen moeten afzien. Jammer...
vooral voor Volkers, die kunstgeschiedenis
studeert, had zich zooveel van het Alhambra
voorgesteld. Maar veertig gulden per persoon
voor dat uitstapje naar Granada neen, dat
zou al te lichtzinnig zijn.
Maar Snavel is bereid zich op te offeren. Hij
zal wel in Malaga blijven; de beide anderen
kunnen dan rustig meegaan, want voor twee
man kunnen zij wel betalen. Volkers en Diesel
zijn getroffen door zooveel edelmoedigheid;
zij weten niet, dat de trss het onderwijze
resje ook te duur is en dat het daarom Snavel
niet zoo heel zwaar valt van de reis afstand
te doen.
Als zij gedrieën hun geld nog eens natellen,
voegt, zonder dat zij het bemerken, Alexan
der Popodotschi zich bij hen.
Hij neemt de groene zonnebril van zijn om
vangrijke neus, veegt met een zeemlederen
doekje zorgvuldig de glazen schoon en zegt:
„Als ik u, afgaande op mijn reiservaringen,
een raad mag geven, verzuimt u dan de ge
legenheid niet om Granada met haar vele
kunstschatten te gaan zien, 't is werkelijk
niet zoo duur als u denkt, wanneer u maar
geen auto van de maatschappij neemt. Als u
zich in de haven met den chauffeur van een
huurauto in verbinding stelt, zult u voor de
helft van den prijs klaar komen wanneer een
van u tenminste een beetje kan handelen. Als
ik u daarmee van dienst kan zijn, zal ik met
genoegen mijn bemiddeling verleenen. Ver
moedelijk zult u met het Spaansch wel niet
zoo heel erg vertrouwd zijn".
Dit aanbod lokt het drietal wel aan; Sna
vel informeert haastig, of zoo'n huurauto ook
aan vier personen plaats biedt, het geen Popo
dotschi tot zijn voldoening bevestigend beant
woordt. En zoo komen zij dan overeen, dat
zij den volgenden ochtend gaarne van zijn
zoo vriendelijk aangeboden hulp gebruik zul
len maken.
't Is tenslotte een geweldig meevallertje,
want daar Popodotschi hen met de hand op
het hart verzekerd heeft, dat zij dan minstens
vijftig gulden goedkooper zullen uitkomen,
kunnen zij vanmiddag, inplaats van in Ceut
te blijven, dat weliswaar ook tot Afrika be
hoort maar zich overigens niet gunstigen zin
van andere havensteden onderscheidt, een
ontdekkingstocht in het donkere werelddeel
maken.
Popodotschi raadt hen vooral aan eens een
bezoek te brengen aan Tetuan. Dat is de on-
vervalschte Oriënt. En als zij daar prijs op
stellen, is hij gaarne bereid hen als gids ter
zijde te staan. Wellicht belooft hij geheim
zinnig dat hij hen het een en ander kan
laten zien, wat hun anders zeker ontgaan
zou.
Afgezien nog van het feit, dat zij liever on
der elkaar blijven, is de heer Popodotschi, on
danks zijn wat opdringerige bereidwilligheid,
hun vrij onsympathiek, en Lou Volkers wijst
dit aanbod dan ook vriendelijk, maar gedeci
deerd van de hand.
Dan haalt de heer Popodotschi de schou
ders op, maakt met zijn handen een beweging
van „dan kan ik er ook niets aan doen" en
zegt: „Ik dacht, dat de heeren het geheim
zinnige juist aan zou trekken, maar ik bemerk
wel, dat ik mij met mijn menschenkennis ook
nog kan vergissen. De jeugd zoekt de avon
turen nu eenmaal daar. waar zij niet zijn. Bij
voorbeeld in papiersnippers. Apropos: zoudt
u mij die niet eens willen laten, zien? Of P«p.t
u misschien al zoo verstandig geweest om ze
overboord te gooien?"
Diesel heeft de geheimzinnige snippers wel
iswaar zorgvuldig in zijn portefeuille geborgen,
maar hij ziet er vooralsnog de noodzakelijk
heid niet van ln, waarom hij ze aan dezen
nieuwsgierige vreemdeling ter hand zou stellen
en daarom zegt hij eenvoudig: „Natuurlijk
heb ik ze nog, want ik vind die geschiedenis
lang niet zoo eenvoudig en onschuldig als u, 't
Spijt me echter, dat ik ze u niet kan laten
zien, want ik heb alles beneden in 'n koffer
geborgen".
Popodotsch dringt niet verder aan. Met een
van weinig belangstelling getuigend „Ach zoo",
stapt hij van het onderwerp af en maakt hen
dan op de breede Bocht van Tanger opmerk
zaam en op de stad Tarifa, waarbij hij er wat
overbodig op wijst, dat zij nu om het Zuide
lijkste punt van Europa varen..
De drie studenten hebben met Europa
echter afgedaan. Europa is dat, wat men
altijd heeft of het nu Andalusië of de groote
Ypolder heet. Daar aan de overzijde echter
ligt Afrika het andere, onbekende wereld
deel, zij het dan, dat zij er voorloopig nog
niet veel meer van zien dan eenige, uit de
zee oprijzende kale bergen, afgewisseld door
strooken groen land en aan de kust een rij
groene dennen.
Snavel is enthousiast.
„Dus hier draagt Altlas de aarde", zegt hij
pathetisch. „En dat zijn de zuilen van Her
cules, als waarschuwingsteeken opgesteld voor
allen, die zich verder op den Oceaan wilden
wagen. Maar als hij aanstalten maakt om de
Odysseus van Dante te citeeren, valt Volkers
hem onbarmhartig In de rede.
„Het schijnt, dat ons Snaveltje zich voor
deze reis uitstekend geprepareerd heeft. Enfin,
morgen in het Alhambra hoop ik me ook te
laten hooren!"
(Wordt vervolgd.)
Een optocht van praalwagens, betrekking hebbende
op ambachten en bedrijven uit Rotterdam, trok
Woensdag door de straten der Maasstad ter
gelegenheid van de V.V.V.-week
Naar de wedstrijden om het jeugd-tenniskampioenschap van Engeland, te Wimbledon*
Een vroolijke groep welgemoed op weg compagnie marcheert met haar vlaggen en vaandels door de stad
H. M. de Kon ingin en H. K. H. Prinses Juliana zijn Woensdagavond van Haar vacantie in Schotland in het vader
land teruggekeerd. De vorstelijke personen verlaten het schip na aankomst te Vlissingen
Philip Holmes en Martha Eggerth in
de Lumina-film „Maddelena" (Vincenzo
Bellini's groote liefde), waarvan Vrijdag
te den Haag de premiere voor ons
land gaat
Te Santpoort is Woensdag voor de 176ste maal de traditioneele ringrijderij gehouden,
waarvan hierboven een aardig moment
Mevr. Charlotte Kohier begroette den heerHsiung,
den auteur _van het Chineesche spel „De Gebor
duurde Bal" bij diens aankomst Woensdag op
Schiphol
_^w—Kg awj
Enthousiasme bij de Engelsche jeugd-tenniskampi-
oenschappen, waarvan de wedstrijden te Wimble
don gespeeld worden