a
sa
Iz
NOTIO
ALS IEMAND VERRE
REIZEN DOET
VOOR HET
FEUILLETON.
Een avontuurlijk verhaal van drie
studenten.
door ARNOLD BARTEL.
(Nadruk verboden).
13)
Popodotschi heeft met een minzame glim
lach afscheid van hen genomen, maar zij
iblijven niet, lang alleen, want zijn plaats
wordt spoedig ingenomen door Nini Collijn.
„U schijnt op de hoogte te zijn!" zegt zij
waardeerend, zich tot Snavel wendend. „Dach
ten de oude Grieken, dat daar buiten de hel
was?"
„Neen integendeel; zij waanden daar het
Elyzium, het verblijf der zaligen. De hel is al
tijd dat, wat men zelf kent; slechts in het
onbekende verwacht men een paradijs".
Allen zijn diep onder den indruk als zij den
nauwen doorgang passeeren. welke Europa
van Afrika scheidt. Slechts Diesel, die geen
oog afwendt van de rotsen van Gibraltar, zegt:
„Ik heb respect voor het doorzicht van de
Engelschen, die op deze zeestraat de hand
hebben weten te leggen en daarmede als het
ware drie werelddeelen in hun macht hebben".
Steeds duidelijker komt Gibraltar in zicht.
Steil rijzen de massieve rotsen uit de zee om
hoog. Recht ertegenover, op de Afrikaansche
zijde, ligt op een smal schiereiland de stad en
citadel Ceuta, de Spaansche afweervesting,
welke echter heel wat minder ontzag inboe
zemt. In een breeden halven cirkel zijn de
huizen er omheen gebouwd. Aanvankelijk ziet
men niets anders dan het verblindend schit
teren van een witte massa in de zon. Eerst
yanneer het oog hier eenigszins aan gewend
is, ontwaart men eenige gebouwen. Hooge
huizen zijn het met platte daken en daar
zij boven den lagen bergketen uitsteken, ma
ken zij den indruk van wolkenkrabbers.
„'t Lijkt wel, of wij in Amerika aankomen",
zegt Nini Collijn lachend.
Gedienstig overhandigt Snavel haar den
gemeenschappelijken kijker, want al gaat zijn
hart ook naar een ander uit in Nini's na
bijheid kan hij zich toch niet geheel aan haar
bekoorlijken invloed ontrekken.
,Neen dat is Amerika toch niet", lacht
ze, als zij hem den kijker teruggeeft. „Kijk
maar; daar aan den overkant op de kade
staat een sjeik een sjeik met een parapluie
onder een stralend blauwen hemel en in een
omgeving, waar vermoedelijk in geen maan
den zelfs maar 'n druppel regen gevallen is".
„Dat zal het teeken van zijn waardigheid
zijn", meent Diesel ernstig. „Ieder mensch
heeft nu eenmaal de behoefte om de aandacht
op zich te vestigen. Zoo draag ik b.v. het
sportinsigne op m'n jas om de Rifkabylen te
laten zien. dat ik op sportgebied van alle
markten thuis. En u bent. zoo vaak als wij u
zien, getooid met een of ander kostbaar sier
raad, nu is het weer een armbandhorloge, be
zet met zulke schitterende brillanten. dat m'n
oogen er pijn van doen. En dat alles om een
armen kerel aan het verstand te brengen: hier
heb je niets te zoeken en te hopen
Nini Collijn is plotseling ernstig geworden.
Zij staart eenigen tijd zwijgend naar de ver
blindend-witte huizen van Ceuta en zegt dan
peinzend: ..Misschien moet een mensch af
en toe ook wel eens de aandacht op zich vesti
gen door dingen, welker bezit hij niet direct
als een behoefte gevoelt
Diesel begrijpt niet, wat zij bedoelt en
tracht door vragen een nadere verklaring te
krijgen, maar het meisje acht het onderwerp
hiermede afgedaan. Handig tracht zij het ge
sprek op het briefje te brengen, dat ook in het
gezelschap, waartoe zij behoort, zooveel reden
tot wantrouwen heeft gegeven.
Diesel heeft zijn portefeuille ai uit den zak
gehaald, als hij plotseling vraagt waarvoor zij
het eigenlijk noodig heeft.
„Toch niet voor dien Adonis, die zich zoo
ijverige bemoeit u te beschermen?" informeert
hij wantrouwend.
Nini beseft volkomen, dat zij het briefje
nooit in handen krijgt, als zij zijn vraag, over
eenkomstig de waarheid beantwoordt. Maar
het liegen gaat haar toch ook niet gemak
kelijk af en terwijl zij nog overlegt hoe zij
dezen lastigen klip moet omzeilen, steekt Die
sel zijn portefeuille alweer in den zak. „Ja.
ja, dat zou die snaak wel willen", zegt hij met
een geringschattend lachje. „Dacht hij werke
lijk, dat ik zoo dom was hem dit corpus
delicti zoo gemakkelijk in handen te spe
len? Dan kan hij lang' wachten!"
Nini tracht het over een anderen boeg te
gooien. „Wat denkt u eigenlijk van dien me
neer en van mij?" vraagt zij beleedigd.
„Maar Diesel is niet van zijn stuk af te
brengen en na een oogenblik aarzelen zegt
hij gedecideerd: ..Van u slechts het aller
beste; van hem het tegendeel!"
De „Ukami" is intusschen langzaam de
vrijwel verlaten haven van Ceuta binnenge
loodst. Aan de kade ligt slechts een Ameri-
kaansche vrachtschip, dat kolen inneemt, en
in een afzonderlijk haventje ontdekken zij
nog een kleine Spaansche kruiser.
Op den wal echter is het een drukte van
belang. Dertig, veertig auto's maken een helsch
lawaai. Oude, verwaarloosde wagens zijn het.
bestemd om de passagiers van de „Ükami"
naar Tetuan te brengen. De vertegenwoordi
ger van de stoomvaartmaatschappij onder
houdt zich van den wal af met den pursur
aan boord in het Duitsch; met de chauffeurs
van de havelooze taxi's echter spreekt hij
Spaansch. Hij schijnt nog al opgewonden,
want de „Ukami" is tengevolge van het zware
weer in de Golf van Biscaye te Iaat aange
komen. Het is al vijf uur en de afstand tot
Tutuan bedraagt ministen veertig kilometer.
Spaansche militairen met groote, naar ach
teren oploopende kepi's en hei-gele koppels en
riemen, soldaten van het Vreemdenlegioen in
bruin veldtenue, breeede kniebroek en vuil
witte puttees, de Alpinemuts op één oor, ko
lonialen, kleurlingen met de fez op het hoofd,
Spaansche en Afrikaansche havenarbeiders
hangen slungelig rond en concentreeren al
hun aandacht op het vreemde schip.
Kooplieden bouwen haastig hun stalletjes
op.
Kleurige tapijten worden op straat uitge
spreid, bonte shawls op schilderachtige wijze
gedrapeerd en marokkaansch leder te kijk
gesteld.
Als de eerste passagiers van boord gaan,
worden zij van alle zijden bestormd met prent
briefkaarten en snuisterijen en als daarmee
de kooplust nog niet voldoende blijkt aange
wakkerd, trekken de kooplieden hen eenvou
dig aan den arm meer naar hun kramen.
Het is warm en stoffig. De passagiers heb
ben bij het verlaten van het schip nummers
gekregen en trachten nu aan de hand daar
van de voor hen bestemde auto te vinden. De
organisatie schijnt echter niet geheel in orde
te zijn, want overal ziet men hulpelooze men-
schen, die allen om den agent van de maat
schappij roepen. Als deze tenslotte ook geen
raad meer weet, duwt hij de passagiers in
de eerste de beste auto, die hem voor de neus
staat. Klassenverschil bestaat niet meer. Wie
geld heeft om aan het uitstapje naar Tetuan
deel te nemen, behoort tot de eerste klasse,
onverschillig of hij aan boord eerste, tweede
of Toeristenklasse reist
Gotlieb Pirzel heeft reeds eenigen uren
geleden in de Straat van Gibraltar met ver
bazing gezien hoe aan boord de eene tropen
helm na de andere opdook, en hoe de toekom
stige Afrikaners, farmers en missionarissen
in korte broek, hooge laarzen en een breedge
rande Cowzoyhoed aan tafel verschenen.
De heer Pirzal heeft gevoel voor zulke ro
mantiek en bij het aanschouwen van deze
uitrustingen vindt hij zichzelf met den stroo-
hoed, welke zijn mama zoo zorgvuldig voor
hem heeft ingepakt, min of meer belachelijk.
Na rijp beraad heeft hij bij den schcepskapper,
die zich ook belast met den verkoop van aller
lei kleine gebruiksvoorwerpen, een echte tro
penhelm op den kop weten te tikken. Die be
schermt hem niet alleen tegen de zon, maar
zal ook later in Chemnitz, ais souvenir en
Afrika-reliquie nog uitstekende diensten be
wijzen.
Weliswaar is door de vertraging van de
Ukami de zon reeds dalende als de eerste
auto's zich in beweging zetten, zoodat een
speciale bescherming tegen haar tropische
stralen eigenlijk niet meer noodig is, maar
daar stoort Gotlieb Pirzel zich niet aan. Wie
wat bijzonders heeft, moet dat ook laten zien.
Zoowel voor zichzelf als voor Madame Ma-
nescu heeft Pirzel zich bij den administrateur
in het bezit gesteld van de. voor dit reisje naar
Tetuan benoodigde biljetten. Hij heeft haar
het geld voorgeschoten en er bij den admini
strateur in 't bijzonder op aangedrongen er
voor te zorgen, dat zij beiden in dezelfde auto
zouden komen te zitten. Maar bij het van
boord gaan heeft hij haar in het gedrang uit
't oog verloren en nu staat hij in kuitbroek
en tropenhelm aan den wal, tracht tever
geefs de zwerm kooplieden, welke zich om
hem heen verdringen, af te weren en ziet ver
bijsterd toe hoe de eene wagen na den andere
vertrekt.
Eindelijk ontdekt hij een, in het wit ge-
kleede dame, die uit een der auto's alle pogin-
doet om zijn aandacht te trekken. Met
moeite slaagt hij er in zich uit den kring van
zwetsende kooplieden te bevrijden, maar als
hij de taxi heeft weten te bereiken, bemerkt
hij, dat het de Baltische barones is, die in
haar wagen nog een plaats vrij heeft.
Woedend en teleurgesteld keert hij zich
van haar af. Verdraaid-nog-an-toe waar
bleef die Roemeensche nu toch? Altijd die last
met die vrouwen!
(Wordt vervolgd.)
Te Eindhoven heeft Donderdag de begrafenis plaats gehad van den bij een
vliegdemonstratie in Turkije om het leven gekomen luitenant-vliegenier jhr. mr.
G. Sandberg. De plechtigheid aan de groeve
De burgemeester van Groningen, mr. P. W. J. Cort v. d. Linden, (rechts) keurt eenige lekkernijen op de
Handels- en Nijverheidstentoonstelling .Noorderlicht 1935", welke Donderdag door hem werd geopend
DeGrieksche regeeringscrisis. Tsaldaris omgeven
door leden van zijn kabinet na een der laatste
zittingen van de Grieksche regeering
komst in Neurenberg door de inwoners der stad
begroet
De nieuwe luchtvaartfonds-postzegel,
welke binnenkort zal worden uitge
geven
Een der deelnemers bij een fraaien sprong tijdens het concours hippique dat Donderdag ter
gelegenheid van de Nationale Vee- en Paardententoonstelling te Utrecht werd gehouden
De Efficiency-tentoonstel-
ling in gebouw Bellevue te
Amsterdam is Donderdag
door den directeur-gene
raal der P.T.T., ir. M. H.
Damme, officieel geopend