Het Duitsche volk in twee klassen verdeeld.
THIJS IJS IN HET DAL DER NEVELS
Radio-Programma
I
MAANDAG 16 SEPTEMBER "1935
H A A R C EM'S D AG BEAD
4
BUITENLAND.
Staatsonderdanen hebben alleen plichten; rijks
burgers verplichtingen en rechten.
Huwelijken tusschen Joden en
Duitscliers verboden.
De hakenkruis vlag wordt rijks-
en nationale vlag.
Joden mogen de rijksvlag niet uitsteken.
Adolf Hitler.
DUITSCHLAND.
Het A. N. P. meldt uit Neurenberg: Aan het
slot ran de rede, die Adolf Hitler Zondagavond
in de Rijksdagzitting te Neurenberg heeft ge
houden, heeft de Rijksdagpresident Goering
drie nieuwe wetten voorgelezen, die zooals ver
wacht kon worden, zonder stemming bij ac
clamatie werden goedgekeurd. De eerste wet
heeft officieel:
Wet tot bescherming van het
Duitsche bloed en van de
Duitsche eer.
Paragraaf I.
1. Huwelijken tusschen Joden en
onderdanen van Duitsch of aanver
want bloed zijn verboden. Huwelijken,
die niettemin gesloten worden zijn
ongeldig, ook wanneer zij, ter ontdui
king van deze wet in het buitenland
gesloten zijn.
2. De aanklacht tot nietigverklaring kan
slechts door den. justitie-ambtenaar aan
hangig gemaakt worden.
II.
Buitenechtelijk geslachtelijk verkeer tus
schen Joden en onderdanen van Duitsch of
aanverwant bloed is verboden.
III.
Joden mogen vrouwelijke onderda
nen van Duitsch of aanverwant bloed
onder den leeftijd van 45 jaar niet in
hun huishouding tewerkstellen.
IV.
1. Joden is het hijschen van de
Rijks- en van de nationale vlaggen
en het toonen van de Rijkskleuren
verboden.
2. Daarentegen is hun het toonen der Jood-
sche kleuren toegestaan. Het gebruik maken
van deze bevoegdheid' staat onder staatsbe-
schermlng.
V.
1. Wie in strijd met het verbod van parar
graaf 1 handelt, wordt met tuchthuis ge
straft.
2. De man, die in strijd met het verbod van
paragraaf II handelt, wordt met gevangenis-
of met tuchthuis gestraft.
3.Wie in strijd met de bepalingen van de
paragrafen III of IV handelt, wordt gestraft
met gevangenisstraf tot 'den duur van een
jaar en met geldboete of met een van deze
straffen.
VI.
De Rijksminister van binnenlandsche zaken
kondigt in overleg met den plaatsvervanger
van den Leider en met den Rijksminister van
justitie de voor de uitvoering en aanvulling
van deze wet noodzakelijke rechts- en be
stuursmaatregelen af.
VII.
De wet treedt op den dag na de afkondi
ging, paragraaf III echter pas op 1 Januari
1936 in werking.
De volgende wet regelt het Duitsche Rijks
burgerschap en heeft den volgenden inhoud:
De Rijksburgerwet.
Paragraaf I.
1. Staatsburger is, wie binnen het
beschermende verband van het Duit
sche Rijk valt en daardoor tegenover
het Rijk bijzondere verplichtingen
heeft.
2. Het staatsburgerschap wordt ver
kregen volgens de voorschriften van
de wetten op het Rijks- en Staatsbur
gerschap.
II.
1. Rijksburger is slechts de staats
burger van Duitsch of aanverwant
bloed, die door zijn gedrag bewijst, dat
hij bereid en geschikt is om getrouw
het Duitsche volk en Rijk te dienen.
2. Het Rijksburgerrëcht wordt verkregen
door verleening van den Rijksburgerbrief.
3. De Rijksburger is de eenige drager van
het volle politieke recht volgens de wette
lijke maatregelen.
III.
De Rijksminister van binnenlandsche zaken
kondigt in overleg met den plaatsvervanger
van den Leider de voor de uitvoering en aan
vulling van de wet noodzakelijke rechts- en
bestuursvoor§chriften af.
De Rijksvlaggenwet.
Tenslotte werd een wet afgekondigd inzake
de Rijksvlag, luidende:
Artikel I:
De Rijkskleuren zijn zwart-wit-rood.
II.
De Rijks- en nationale vlag is de ha-
kenkruisvlag .Zij is tevens de han-
delsvlag.
III.
De Leider en Rijkskanselier bepalen den
vorm van de Rijksoorlogsvlaggen en van de
Rijksdienstvlaggen.
IV.
De Rijksminister van binnenlandsche zaken
kondigt, zoover dit niet'binnen de bevoegd
heid van den .Rijksminister' van oorlog valt,
de voor de uitvoering en aanvulling van deze
wet noodzakelijke rechts- en bestuursvoor
schriften af.
V.
Deze wet treedt op den dag na de afkondi
ging in werking.
Over de zitting van den Rijksdag meldt het
A.N.P. uit Neurenberg:
Reeds een uur voor den aanvang van de
Rijksdagzittïng kwamen de eerste rijksdagaf
gevaardigden in de zittingzaal aan. De be
perkte ruimte, voor de genoodigden was tot
de laatste plaais bezet. Even over half negen
arriveerde het corps diplomatique, terwijl "ge
leidelijk ook de regeeringsbanken bezet raak
ten.
Klokslag negen uur, terwijl allen zich van
hun zetel verheffen, komt Hitier binnen, ver
gezeld door zijn plaatsvervanger, rijksminister
Hess, en den rijksdagpresident, minister Goe
ring. Met opgeheven arm wordt Hitier begroet.
Goering verklaart onmiddellijk de zitting ge
opend.
Reglement van Orde buiten
werking gesteld.
De rijksdagpresident geeft eerst het woord
aan rijksminister dr. Frick. in diens kwaliteit
van voorzitter der nationaal-socialistische
rijksdagfraetie. Dr. Frick wijst erop, dat het
bestaande reglement van orde van den rijks
dag nog stamt uit den tijd van het oude
systeem, en dat het tijd wordt, ook hier het
leiders-principe in te voeren.
De nationaal-socialistische fractie stelt
daarom voor, dat het Reglement van Orde van
den Rijksdag buiten werking treedt. Totdat
een nieuw reglement van orde zal worden
uitgevaardigd heeft de rijksdagpresident de
leiding naar eigen inzicht. Dit voorstel wordt
met algemeene stemmen aangenomen.
Rede van Adolf Hitler.
Vervolgens is het woord aan den Leider en
Rijkskanselier Adolf Hitler, die in zijn rede
o.m. het volgende zegt:
Afgevaardigden, mannen van den Duitschen
Rijksdag.
Namens de Duitsche Rijksregeering heb ik
den Rijksdagpresident, partijgenoot Goering,
verzocht, heden den Duitschen Rijksdag bijeen
te roepen in een zitting te Neurenberg. De
plaats werd gekozen, omdat zij door de natio
naal-socialistische beweging in nauw verband
staat met de U heden voor te leggen wetten,
de tijd,, omdat zich verreweg het grootste deel
der afgevaardigden als partijgenooten nog te
Neurenberg bevindt.
Ik behoef u wel niet te verzekeren, zei
Hitler- verder o.a., dat de Duitsche re
geering haar besluiten niet neemt uit eeni-
gerlei overweging tegen iemand, doch uit
sluitend uit haar verantwoordelijkheids
gevoel tegenover Duitschland. Het doel van
ons werk is echter niet, de resultaten ervan
in een lichtvaardig en daardoor waanzinnig
avontuur weer ongedaan te maken. Het doel
van den opbouw van het Duitsche leger was
niet, de vrijheid te bedreigen of te nemen van
eenig Europeesch volk. doch uitsluitend de vrij
heid te waarborgen van het Duitsche volk.
Dit standpunt bepaalt in de eerste plaats
de richting der buitenlandsche politiek van
de Duitsche Rijksregeering.
Wij bepalen daarom ook geen stand
punt ten aanzien van gebeurtenis
sen, die niet Duitschland betreffen
en wenschen niet, bij dergelijke
gebeurtenissen betrokken te worden.
Met des te grootere ongerustheid volgt
echter het Duitsche volk juist daarom de
gebeurtenissen in Litauen. In vollen vrede
werd het Memeiland jaren na het sluiten
van den vrede Duitschland ontroofd. Deze
roof werd door den Volkenbond gelegaliseerd
en slechts gekoppeld aan de handhaving van
een den Memel-Duitschers bij verdrag toe
gekende autonomie. Sedert jaren wordt
thans het Duitsche element in dit gebied in
strijd met de wet en het verdrag mishandeld
en vervolgd.
De momenteel plaatsvindende voorberei
ding der verkiezingen is een hoon van
rechten en verplichtingen. Duitschland stelt
geen onzinnige eischen, wanneer het ver
langt, dat Litauen met deugdelijke middelen
eraan herinnert wordt, het onderteekende
verdrag na te komen. Tenslotte heeft een
natie van 65 milHoen zielen het recht te
eischen, dat zij tenminste niet minder ge.-
respecteerd wordt dan een volk van 2 mil-
lioen.
Helaas beleven we, dat terwijl ver
zoening der volkeren nocdzakeiljker is
dan ooit, dat de Bolspewistiseche Inter
nationale van Moskou de revolution-
neering d.w.z. de ophitsing der volkeren, op
nieuw openlijk en systematisch bedrijft.
Het schouwspel van het Komintern-congres
te Moskou is een effectvolle onderstreping
van de oprechtheid der door dezelfde mo
gendheid geëischte „niet-inmengingspolitiek".
Aangezien wij, geleerd door onze eigen er
varingen en naar wij kunnen constateeren
ook die van andere staten, van stappen te
Moskou niets verwachten, zijn wij besloten,
tegenover de bolsjewistische revolutie-
opruiing, in Duitschland het doeltreffende
wapen der nationaal-socialistische voorlich
ting te gebruiken. Het partijcongres mag geen
twijfel gelateii hebben, dat voor zoover het
de pogingen van het Moskou-Bolsjewisme be
treft, in Duitschland vasten voet te krijgen
of Duitschland in een oorlog te drijven, deze
bedoeling of dergelijke pogingen voor goed
onmogelijk zijn gemaakt.
Voorts moeten wij constateeren dat het
hier, zooals overal, bijna uitsluitend Joodsche1
elementen zijn, die als dragers van deze vol-
kerenophitsing en volksvernietiging optreden
De beleediging van de Duitsche vlag, die door
een verklaring van de Amerikaansche re
geering als zoodanig op de loyaalste wijze
ongedaan is gemaakt, is een illustratie van
de houding van het Jodendom zelfs in of-
ficieele functies tegenover Duitschland en
een krachtige bevestiging van de juistheid
van onze nationaal-socialistische wetgeving.
„Provoceerend optreden
van het Joódsclie volk".
Zou echter een verdere onderstreeping van
de juistheid van onze opvatting noodzakelijk
zijn, dan vinden wij dez-e ruimschoots in de
nieuwe boycot-hetze, die het Joodsche element
zoo juist weer tegen Duitschland begonnen
is. Deze internationale onrust der wereld
schijnt helaas ook bij het Jodendom in
Duitschland de.opvatting.te hebben gewekt,
dat thans misschien de tijd gekomen is,
tegenover de Duitsche nationale belangen in
het Rijk de Joodsche belangen te stellen.
Uit talrijke plaatsen komen de felste klach
ten over het provoceerende optreden xan dit
volk.
Om dit optreden niet tot vastberaden, in.
onderdeelen niet te overziene afweeracties
der verontwaardigde bevolking te doen leiden,
blijft slechts de weg over van een wettelijke
regeling van het probleem. De Duitsche
rijksregeering wordt daarbij beheerscht dooi
de gedachte een basis te kunnen scheppen,
waarop.het het Duitsche volk mogelijk
wordt, een dragelijke .verhouding tot het
Joodsche volk te kunnen vinden. Indien deze
hoop niet wordt vervuld, indien de Duitsche
en de internationale Joodsche hetze wordt
voortgezet, zal de toestand opnieuw worden
onderzocht. Ik stel thans den Rijksdag voor.
de wetten, die Rijksdagpresident Goering zal
voorlezen, aan de nemen. De eerste en de
tweede wet lossen de schuld van dankbaar
heid af aan de beweging, onder welker sym
bool Duitschland de vrijheid herwonnen
heeft.
De andere is 'n poging tot oplossing van een
probleem, dat indien het wederom mislukt ter
definitieve oplossing aan de nationaal-
socialistische partij zal worden overgedragen.
Hitler's rede, reeds herhaaldelijk door ap
plaus en bravo-geroep onderbroken, wordt
gevolgd dooi* een langdurig en daverend Heil-
geroep. Onder dankzegging aan Hitler leest
Goering de wetten voor, die onder her
nieuwd gejuich worden aangenomen. Goering
sluit dan de zitting met de woorden: „Eén
volk, één Rijk, één Leider, Sieg Heil!"
Als het gejuich eenigszins is verstomd,
richt Hitier zich over de balustrade opnieuw
tot de zaal en zegt: „Mijne heeren afgevaar
digden, gij hebt thans een wet goedgekeurd
welker beteekenis pas na vele eeuwen in
haar geheelen omvang zal worden erkend.
Zorgt ervoor, dat de natie zelf den weg van
de wet niet verlaat. Zorgt ervoor, dat ons
volk zelf den wettelijke weg bewandelt. Zorgt
ervoor, dat deze wét geadeld wordt door de
grootste discipline van het geheele Duitsche
volk, waarvoor gij verantwoordelijk zijt".
Terwijl de afgevaardigden het Horst Wes-
sellied-inzetten verlaten Hitier en de leden
der Rijksregeering de zittingzaal.
•Genèvc.
Abessynië antwoordt op het
Italiaansche memorandum.
Het antwoord vaft Abessynië op de Itali
aansche aanklacht is thans naar het A.N.P.
meldt, gepubliceerd. Het beperkt zich tot een
voorloopig standpunt en kondigt een uitvoe
rige weerlegging door de regeering te Addis
Abeba aan, zoodra, het Italiaansche memo
randum daar zal zijn aangekomen en bestu
deerd. -
De Abessynische delegatie verwijt het Ita
liaansche memorandum een volkomen wan
begrip van de politieke "en sociale toestanden
in "Abessynië, alsmede een meer" dan tenden
tieuze verwisseling der rollen, waardoor de
Abessynische regeering verweten wordt de
internationale verplichtingen te hebben ge
schonden op een tijdstip, dat de Italiaansche
regeering zich zelf aan zulk een schending
schuldig maakt.
Wat de slavernij betreft moge slechts ver
wezen worden naar de besluiten van den
Negus, waaruit diens oprechte bedoeling blijkt
de menschelijke vrijheid te waarborgen. De
slavenhandel wordt tegenwoordig streng ge
straft. Zelfs kan de doodstraf door ophanging
worden uitgesproken. Wanneer de Italiaan
sche regeering de onveiligheid aan de gren
zen van het Abessynische keizerrijk tot een
speciaal verwijt maakt, moge er aan herin
nerd worden, dat het hier om gebieden gaat,
waar het niet mogelijk is staatsgezag uit te
oefenen. Abessynië beschouwt overigens het
geheele land tot aan de zee als zijn staats-
gebied. Wanneer Italië de aanvechtbare stel
ling verkondigt, dat de Abessynische grensge
bieden, eigenlijk slechts koloniën zijn van het
kernland, kan van de Abessynische règeering
niet verlangd worden, dat zij in deze „kolO'
niën" een grootere verantwoording op zich
neemt, dan de Europeesche mogendheden- in
hun Afrikaansche gebieden.
Wat de schending van internationale ver
dragen betreft, moet het verbazing wekken,
dat Italië nooit eraan gedacht heeft, het ar
bitrageverdrag van 2 Augustus 1928 te- gebrui
ken.. Abessynië kan zich verder het verwijt
van schending der consulaire immuniteit niet
laten welgevallen" zonder zijnerzijds Italië er
op te wijzen, dat 't de instelling van het Con
sulaat misbruikt voor militaire doeleinden.
Het antwoord spreekt verder over onophou
delijke Italiaansche pogingen om in Abessynië
afbrekend werk te doen en onrust te zaaien
en eindigt met de verklaring, dat Abessynië in
den geest van den Volkenbond en in overeen
stemming met zijn innig godsdienstige gees
tesgesteldheid en zijn Christelijke cultuur,
niets anders wenscht dan dat de huidige po
ging om zijn onafhankelijkheid te bestoken,
zoo spoedig mogelijk vergeten mag worden:
Japan.
Hervatting der scheepvaart
onderhandelingen met Ned.-
Indiè gewenscht.
In leidende Japansche kringen.
acht men de atmosfeer ten gunste, van
de hervatting der scheepvaart-be
sprekingen met Nederlandsch-Indië in
den laatsten tijd aanzienlijk ver
beterd en verwacht men de hervatting
der Japansch-Nederlandsche handels
besprekingen nog vóór het einde van
dit jaar.
Verwacht wordt, dat in den loop van de
komende week een bespreking zal worden ge
houden van de Japansche regeering met de
vertegenwoordigers der Japansche scheep
vaart-belangen, waar de toekomstige Japan
sche politiek zal worden besproken. Voorts
verwacht men, dat de Japansche regeering
den Japanschen consul-generaal te Batavia
zal opdragen, onderhandelingen te openen
met de regeering van Nederlandsch Indië, over
de hervatting der handelsbesprekingen in het
begin van December a.s. (A.N.P.
Italië.
Ministerraad besprak
eventueele uittreding uit den
Volkenbond.
Mussolini heeft Zaterdag een bijeenkomst
gepresideerd van het Italiaansche kabinet. De
besprekingen duurden enkele uren en na af
loop werd een communiqué gepubliceerd,
waaraan het volgende ontleend is:
„De Duce bracht den ministerraad uitvoerig
verslag uit over de militaire en politie situa
tie, gelijk deze zich in de afgeloopen weken na
den ministerraad van Bolzano heeft ontwik
keld.
Wat de militaire kwestie betreft, verloopen
onze voorbereidingen in Oost-Afrika met
grootere intensiviteit tegen de sterkere Abes
synische strijdkrachten, welker mobilisatie
thans gaande is.
Met het oog'op de onrüst, aan den; dag'ge
legd door zekere kringen in Cyrenaïca, worg
den onze verdedigingsmiddelen in Libië ver
sterkt.
Op grond van uitvoerige inlich
tingen kan ik verklaren, aldus de Duce
dat het totaal van onze strijdkrachten
te land, ter zee en in de lucht vol
doende is om aan elke dreiging het
hoofd te bieden, van welke zijde zij
ook moge komen.
Op politiek gebied gaf de regeeringschef
een uiteenzetting van de samenstelling der
Commissie van Vijf-én van de redevoeringen
van sir Samuel Hcare. en Laval. Deze redevoe
ringen konden klaarblijkelijk niet anders zijn
geweest, dan zij waren, zoo zeide hij, gezien
de houding van Engeland en Frankrijk met
betrekking tot het Volkenbondsverdrag. Om
deze redenen zijn zij met de grootste kalmte
in verantwoordelijke kringen en door het
Italiaansche volk in zijn geheel opgenomen.
De ministerraad neemt niettemin met vol
doening kennis van de hartelijke woorden,
welke Frankrijk wijdde aan de Fransch-Ita-
liaansche overeenkomst van Januari 1935 en
aan de vriendschap, welke daarin ten aanzien
van Italië tot uiting komt. Italië is voorne
mens, niet alleen, in het belang van beide
landen, maar ook in-het belang van de Euro
peesche samenwerking, welke niet kan wor
den verbroken door een conflict" van koloniale
krachten of door aanwending van sancties
die nimmer zijn gespecificeerd en nimmer toe
gepast in veel ernstiger geschillen tusschen
ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLINC.
Abierebom zegt vervolgens: „Dit kan ik je voor alles wel vertellen
jij komt nooit meer van dit eiland vandaan. Wezens van vleesch
en bloed kan ik hier niet om mij heen hebben, want anders zouden ze
er wel eens vandoor kunnen gaan met de kostbare schat, die ik
bewaar. Die schat ligt veilig in dat kastje daar opgeborgen. Het is
een echte koningskroon, die eens aan een toekomstigen koning toe
behoorde. Die plechtigheid kan nu niet doorgaan." zegt de toovenaar
met een valsch lachje, „want de kroon is in mijn bezit." En hij be
sluit: „Je ziet dus zelf wel in, dat ik je niet vrij kan laten rond-
loopen."
Dat ziet er leelijk uit voor onzen kleinen avonturier.
leden van den Volkenbond, deze vriendschap
te ontwikkelen en te versterken.
In dit verband besprak de minister
raad de kwestie, Gnder welke omstan
digheden het lidmaatschap van den
Volkenbond voor Italië onmogelijk zou
worden gemaakt. Na er nota van te
hebben genomen, dat in verband met
het Italiaansch-Abessynische dispuut
alle krachten van het antifascisme
in het buitenland zich hebben ver-
eenigd, is de ministerraad van oordeel
dat het zijn plicht is, op de meest on
dubbelzinnige wijze te verklaren, dat
het Italiaansch-Abessynische pro
bleem geen compromis-oplossing toe
laat, na al de groote inspanning en de
offers, welke Italië zich heeft getroost
en de onwederlegbare documentatie,
vervat in het memorandum, dat aan
den Volkenbond is voorgelegd.
Amerika.
Regeering betreurt de woorden
van rechter Brodsky.
De minister van. buitenlandsche zaken, Oor-
dell Huil heeft aan dr. Rudolph Leitner, den
Duitschen zaakgelastigde namens de regee-
1 ring der Ver. Staten zijn leedwezen uitge
sproken- over de door rechter Brodsky bij
de berechting van de communisten die de
incidenten op het Duitsche ss. ..Bremen" ver
oorzaakten, aan het adres van het nationaal-
socialistische Duitschland gebezigde woor
den
Hij voegde er aan toe dat Brodsky's uitla
tingen geenszins de officieelee houding der
Amerikaansche regeering hebben weergege
ven
(Adv. ingez. Med.)
DINSDAG 17 SEPTEMBER 1935.
HILVERSUM 1875 M.
AVRO-Uitzending.
8.Gramofoonplaten. 9.Omroeporkest
o.l.v, N. Treep. 10.Morgenwijding. 10.15
Gramofoonplaten. 10.30 Vervolg Omroep
orkest, 11,— Mevrouw R. Lotgering-Hille-
brand Eten koken (II.). 11,30 Gramofoonpla
ten, 12.Reportage door Majoor W. G. de
Bas en W. Vogt van het Binnenhof te Den
Haag. Troonrede van-H.M. Koningin Wilhel-
mina. 2.Orgelconcert. J. V. Egmond Jr., m.
irt.-v. A. Jansen:- i-v-iooH.- 3.4.Omroeporkest
o.l.v. N. Tréëp. 4.15 Gramofoonplaten. 4.30
Radiökinderkoorzang o.l.v. J. Hamel. 5.05
Voor kleine kinderen. 5.35 Kovacs' Lajos or
kest en gramofoonplaten. 7.Kinderkoor
zang „Zanglust" o.l.v. W. Hespe, 7,30 Disco
nieuws. 8.Berichten. 8.10 Herh. v. d. Troon
rede, (gr. platen), 8.25 Gramofoonplaten. 8.30
Taptoe van de Kon. Militaire Kapel o.l.v.
Kapt. C. L. Walther Boer (uit den Haag). 9.—
Gramofoonplaten. 9,10 Derde episode van „De
blauwe smaragd", spel van L. Willink. Lei
ding Kommer Kleyn. 9.40 Het Omroeporkest
o.l.v. N. Treep. 10.15 D. Hans: De millioenen-
nota. 10.45 Gramofoonplaten. 11.Berich
ten. 11,1012.De AVRO-deciibels o.l.v. E.
Meenk.
HILVERSUM 301 M.
KRO-programma.
8.9.15 en 10.Gramofoonplaten. 11,30
12.Godsdienstig half uur. 12.15 Orkestcon
cert. 12.45 Uitzending Troonrede. 2.Voor
de vrouw. 3.Schlagermuziek. 4.HIRO.
5.15 Orkestconcert en gramofoonplaten. 7.15
Lezing. Gramofoonplaten. 8.Berichten.
3.05 Orkestconcert..8.30 Militaire muziek. 9.—
Causerie. Orkestconcèrt. 9.45 Voordracht.
10.10 Schalgermuziek. 10.30 Berichten. Schla
germuziek. 11.12.Gramofoonplaten en
schlagermuziek.
DROITW1CH, 1500 M.
10.3510.50 Morgenwijding. 11.05 Causerie.
11,20 Orgelspel S. Torch. 11.50 Gramofoon
platen, 12,20 BBC-Northernorkest, o.l.-y. Mc.
Nam. 1,20 Het Norris Stanley-sextet. 2,20
Gramofoonplaten. 3.05 A. Orgelist en zijn or
kest. 3,50 Gramofoonplaten. 4.35 L. Parker
(sopraan) en het New English Trio. 5.35 Het
BBC-dansorkest o.l.v. H. Hall. 6.20 Berich
ten. 6.50 Werken van D. Scarlatti (sopraan,
hobo en strijkkwartet)a 7.15 en 7,50 Lezin
gen. 8.10 „Songs from the shows" revue-pro
gramma. 9.10 Causerie. 9.25 Gramofoonpl.,
10.Berichten. 10.30 BBC-orkest oJ.v. C.
Raybould, m.m.v. E. Fisher (piano). 11.35
12.20 Lew Stone en zijn band.
RADIO PARIS, 1648 M.
7.20 en 8.20 Gramofoonplaten. 12,35 Orkest
concert o.l.v. Labis. 9.05 Gevar. programma,
o.l.v. P. Clérouc. 11,1012,35 Dansmuziek.
KALUNDBORG. 1261 M.
12,20—2.20 Strijkorkest o.l.v. H. Andersen
3.355.35 M. Hansen's orkest. 8.20 Operamu
ziek o.l.v. Gröndalh. 8.50 Hoorspel. 9.05 Viola
en piano. 9.25 Vervolg omroeporkest. 9.55 Re
portage. 10.40 Omroeporkest o.l.v. Grondahl.
11,28512.50 Dansmuziek.
KEULEN, 456 M.
6.50 Orkestconcert. 12,20 Uit Leipzig: Om
roeporkest o.l.v. Kretzschmar. 2,35 Gramo
foonplaten. 4.20 Viool en piano. 5.20 Werag-
kamerorkest o.l.v. Hagestedt. 8.30 Pianoreci
tal. 9.20 ,L' hótellerie portugaise", opera van
Cherubini. Muzikale leiding: Breuer.
ROME. 421 M.
9 Gramofoonplaten 9.20 Concert o.l.v. A.
Fragna. 10.20 G. Arnaldi (sopraan) en Elena
Cheli (sopraan).
BRUSSEL 322 en 484 M.
322 M.: 12,20 Gramofoonpl., 12,50 Salon
orkest o.l.v. Dejoncker-, 1,502.20, 5.20, 6.35,
7.35 Gramofoonplaten. 8.20 Symphonieconcert
o.l.v. Meulemans. 10.3011,20 Gramofoonpl.
484 M.: 12,20 en 1.302.20 Gramofoonpla
ten. 5.20 Salonorkest, 6.20 Zang. 6.50 Salon-
orwest. 8 20 Omroeporkest o.l.v. Gason. 10.30
11,20 Dansmuziek.
DEUTSCIILANDSENDER, 1571 M.
3.30 „Le serva padrona" in twee actes van
Pei'golesi. 9.20 Barnabas von Geczy en zijn
orkest. 10.20 Berichten. 10.50 Zang en piano.
11.05 Weerbericht. 11,2012,20 List-concert
(Gr. platen.)