Het Duitsche volk in twee klassen verdeeld. THIJS IJS IN HET DAL DER NEVELS Radio-Programma I MAANDAG 16 SEPTEMBER "1935 H A A R C EM'S D AG BEAD 4 BUITENLAND. Staatsonderdanen hebben alleen plichten; rijks burgers verplichtingen en rechten. Huwelijken tusschen Joden en Duitscliers verboden. De hakenkruis vlag wordt rijks- en nationale vlag. Joden mogen de rijksvlag niet uitsteken. Adolf Hitler. DUITSCHLAND. Het A. N. P. meldt uit Neurenberg: Aan het slot ran de rede, die Adolf Hitler Zondagavond in de Rijksdagzitting te Neurenberg heeft ge houden, heeft de Rijksdagpresident Goering drie nieuwe wetten voorgelezen, die zooals ver wacht kon worden, zonder stemming bij ac clamatie werden goedgekeurd. De eerste wet heeft officieel: Wet tot bescherming van het Duitsche bloed en van de Duitsche eer. Paragraaf I. 1. Huwelijken tusschen Joden en onderdanen van Duitsch of aanver want bloed zijn verboden. Huwelijken, die niettemin gesloten worden zijn ongeldig, ook wanneer zij, ter ontdui king van deze wet in het buitenland gesloten zijn. 2. De aanklacht tot nietigverklaring kan slechts door den. justitie-ambtenaar aan hangig gemaakt worden. II. Buitenechtelijk geslachtelijk verkeer tus schen Joden en onderdanen van Duitsch of aanverwant bloed is verboden. III. Joden mogen vrouwelijke onderda nen van Duitsch of aanverwant bloed onder den leeftijd van 45 jaar niet in hun huishouding tewerkstellen. IV. 1. Joden is het hijschen van de Rijks- en van de nationale vlaggen en het toonen van de Rijkskleuren verboden. 2. Daarentegen is hun het toonen der Jood- sche kleuren toegestaan. Het gebruik maken van deze bevoegdheid' staat onder staatsbe- schermlng. V. 1. Wie in strijd met het verbod van parar graaf 1 handelt, wordt met tuchthuis ge straft. 2. De man, die in strijd met het verbod van paragraaf II handelt, wordt met gevangenis- of met tuchthuis gestraft. 3.Wie in strijd met de bepalingen van de paragrafen III of IV handelt, wordt gestraft met gevangenisstraf tot 'den duur van een jaar en met geldboete of met een van deze straffen. VI. De Rijksminister van binnenlandsche zaken kondigt in overleg met den plaatsvervanger van den Leider en met den Rijksminister van justitie de voor de uitvoering en aanvulling van deze wet noodzakelijke rechts- en be stuursmaatregelen af. VII. De wet treedt op den dag na de afkondi ging, paragraaf III echter pas op 1 Januari 1936 in werking. De volgende wet regelt het Duitsche Rijks burgerschap en heeft den volgenden inhoud: De Rijksburgerwet. Paragraaf I. 1. Staatsburger is, wie binnen het beschermende verband van het Duit sche Rijk valt en daardoor tegenover het Rijk bijzondere verplichtingen heeft. 2. Het staatsburgerschap wordt ver kregen volgens de voorschriften van de wetten op het Rijks- en Staatsbur gerschap. II. 1. Rijksburger is slechts de staats burger van Duitsch of aanverwant bloed, die door zijn gedrag bewijst, dat hij bereid en geschikt is om getrouw het Duitsche volk en Rijk te dienen. 2. Het Rijksburgerrëcht wordt verkregen door verleening van den Rijksburgerbrief. 3. De Rijksburger is de eenige drager van het volle politieke recht volgens de wette lijke maatregelen. III. De Rijksminister van binnenlandsche zaken kondigt in overleg met den plaatsvervanger van den Leider de voor de uitvoering en aan vulling van de wet noodzakelijke rechts- en bestuursvoor§chriften af. De Rijksvlaggenwet. Tenslotte werd een wet afgekondigd inzake de Rijksvlag, luidende: Artikel I: De Rijkskleuren zijn zwart-wit-rood. II. De Rijks- en nationale vlag is de ha- kenkruisvlag .Zij is tevens de han- delsvlag. III. De Leider en Rijkskanselier bepalen den vorm van de Rijksoorlogsvlaggen en van de Rijksdienstvlaggen. IV. De Rijksminister van binnenlandsche zaken kondigt, zoover dit niet'binnen de bevoegd heid van den .Rijksminister' van oorlog valt, de voor de uitvoering en aanvulling van deze wet noodzakelijke rechts- en bestuursvoor schriften af. V. Deze wet treedt op den dag na de afkondi ging in werking. Over de zitting van den Rijksdag meldt het A.N.P. uit Neurenberg: Reeds een uur voor den aanvang van de Rijksdagzittïng kwamen de eerste rijksdagaf gevaardigden in de zittingzaal aan. De be perkte ruimte, voor de genoodigden was tot de laatste plaais bezet. Even over half negen arriveerde het corps diplomatique, terwijl "ge leidelijk ook de regeeringsbanken bezet raak ten. Klokslag negen uur, terwijl allen zich van hun zetel verheffen, komt Hitier binnen, ver gezeld door zijn plaatsvervanger, rijksminister Hess, en den rijksdagpresident, minister Goe ring. Met opgeheven arm wordt Hitier begroet. Goering verklaart onmiddellijk de zitting ge opend. Reglement van Orde buiten werking gesteld. De rijksdagpresident geeft eerst het woord aan rijksminister dr. Frick. in diens kwaliteit van voorzitter der nationaal-socialistische rijksdagfraetie. Dr. Frick wijst erop, dat het bestaande reglement van orde van den rijks dag nog stamt uit den tijd van het oude systeem, en dat het tijd wordt, ook hier het leiders-principe in te voeren. De nationaal-socialistische fractie stelt daarom voor, dat het Reglement van Orde van den Rijksdag buiten werking treedt. Totdat een nieuw reglement van orde zal worden uitgevaardigd heeft de rijksdagpresident de leiding naar eigen inzicht. Dit voorstel wordt met algemeene stemmen aangenomen. Rede van Adolf Hitler. Vervolgens is het woord aan den Leider en Rijkskanselier Adolf Hitler, die in zijn rede o.m. het volgende zegt: Afgevaardigden, mannen van den Duitschen Rijksdag. Namens de Duitsche Rijksregeering heb ik den Rijksdagpresident, partijgenoot Goering, verzocht, heden den Duitschen Rijksdag bijeen te roepen in een zitting te Neurenberg. De plaats werd gekozen, omdat zij door de natio naal-socialistische beweging in nauw verband staat met de U heden voor te leggen wetten, de tijd,, omdat zich verreweg het grootste deel der afgevaardigden als partijgenooten nog te Neurenberg bevindt. Ik behoef u wel niet te verzekeren, zei Hitler- verder o.a., dat de Duitsche re geering haar besluiten niet neemt uit eeni- gerlei overweging tegen iemand, doch uit sluitend uit haar verantwoordelijkheids gevoel tegenover Duitschland. Het doel van ons werk is echter niet, de resultaten ervan in een lichtvaardig en daardoor waanzinnig avontuur weer ongedaan te maken. Het doel van den opbouw van het Duitsche leger was niet, de vrijheid te bedreigen of te nemen van eenig Europeesch volk. doch uitsluitend de vrij heid te waarborgen van het Duitsche volk. Dit standpunt bepaalt in de eerste plaats de richting der buitenlandsche politiek van de Duitsche Rijksregeering. Wij bepalen daarom ook geen stand punt ten aanzien van gebeurtenis sen, die niet Duitschland betreffen en wenschen niet, bij dergelijke gebeurtenissen betrokken te worden. Met des te grootere ongerustheid volgt echter het Duitsche volk juist daarom de gebeurtenissen in Litauen. In vollen vrede werd het Memeiland jaren na het sluiten van den vrede Duitschland ontroofd. Deze roof werd door den Volkenbond gelegaliseerd en slechts gekoppeld aan de handhaving van een den Memel-Duitschers bij verdrag toe gekende autonomie. Sedert jaren wordt thans het Duitsche element in dit gebied in strijd met de wet en het verdrag mishandeld en vervolgd. De momenteel plaatsvindende voorberei ding der verkiezingen is een hoon van rechten en verplichtingen. Duitschland stelt geen onzinnige eischen, wanneer het ver langt, dat Litauen met deugdelijke middelen eraan herinnert wordt, het onderteekende verdrag na te komen. Tenslotte heeft een natie van 65 milHoen zielen het recht te eischen, dat zij tenminste niet minder ge.- respecteerd wordt dan een volk van 2 mil- lioen. Helaas beleven we, dat terwijl ver zoening der volkeren nocdzakeiljker is dan ooit, dat de Bolspewistiseche Inter nationale van Moskou de revolution- neering d.w.z. de ophitsing der volkeren, op nieuw openlijk en systematisch bedrijft. Het schouwspel van het Komintern-congres te Moskou is een effectvolle onderstreping van de oprechtheid der door dezelfde mo gendheid geëischte „niet-inmengingspolitiek". Aangezien wij, geleerd door onze eigen er varingen en naar wij kunnen constateeren ook die van andere staten, van stappen te Moskou niets verwachten, zijn wij besloten, tegenover de bolsjewistische revolutie- opruiing, in Duitschland het doeltreffende wapen der nationaal-socialistische voorlich ting te gebruiken. Het partijcongres mag geen twijfel gelateii hebben, dat voor zoover het de pogingen van het Moskou-Bolsjewisme be treft, in Duitschland vasten voet te krijgen of Duitschland in een oorlog te drijven, deze bedoeling of dergelijke pogingen voor goed onmogelijk zijn gemaakt. Voorts moeten wij constateeren dat het hier, zooals overal, bijna uitsluitend Joodsche1 elementen zijn, die als dragers van deze vol- kerenophitsing en volksvernietiging optreden De beleediging van de Duitsche vlag, die door een verklaring van de Amerikaansche re geering als zoodanig op de loyaalste wijze ongedaan is gemaakt, is een illustratie van de houding van het Jodendom zelfs in of- ficieele functies tegenover Duitschland en een krachtige bevestiging van de juistheid van onze nationaal-socialistische wetgeving. „Provoceerend optreden van het Joódsclie volk". Zou echter een verdere onderstreeping van de juistheid van onze opvatting noodzakelijk zijn, dan vinden wij dez-e ruimschoots in de nieuwe boycot-hetze, die het Joodsche element zoo juist weer tegen Duitschland begonnen is. Deze internationale onrust der wereld schijnt helaas ook bij het Jodendom in Duitschland de.opvatting.te hebben gewekt, dat thans misschien de tijd gekomen is, tegenover de Duitsche nationale belangen in het Rijk de Joodsche belangen te stellen. Uit talrijke plaatsen komen de felste klach ten over het provoceerende optreden xan dit volk. Om dit optreden niet tot vastberaden, in. onderdeelen niet te overziene afweeracties der verontwaardigde bevolking te doen leiden, blijft slechts de weg over van een wettelijke regeling van het probleem. De Duitsche rijksregeering wordt daarbij beheerscht dooi de gedachte een basis te kunnen scheppen, waarop.het het Duitsche volk mogelijk wordt, een dragelijke .verhouding tot het Joodsche volk te kunnen vinden. Indien deze hoop niet wordt vervuld, indien de Duitsche en de internationale Joodsche hetze wordt voortgezet, zal de toestand opnieuw worden onderzocht. Ik stel thans den Rijksdag voor. de wetten, die Rijksdagpresident Goering zal voorlezen, aan de nemen. De eerste en de tweede wet lossen de schuld van dankbaar heid af aan de beweging, onder welker sym bool Duitschland de vrijheid herwonnen heeft. De andere is 'n poging tot oplossing van een probleem, dat indien het wederom mislukt ter definitieve oplossing aan de nationaal- socialistische partij zal worden overgedragen. Hitler's rede, reeds herhaaldelijk door ap plaus en bravo-geroep onderbroken, wordt gevolgd dooi* een langdurig en daverend Heil- geroep. Onder dankzegging aan Hitler leest Goering de wetten voor, die onder her nieuwd gejuich worden aangenomen. Goering sluit dan de zitting met de woorden: „Eén volk, één Rijk, één Leider, Sieg Heil!" Als het gejuich eenigszins is verstomd, richt Hitier zich over de balustrade opnieuw tot de zaal en zegt: „Mijne heeren afgevaar digden, gij hebt thans een wet goedgekeurd welker beteekenis pas na vele eeuwen in haar geheelen omvang zal worden erkend. Zorgt ervoor, dat de natie zelf den weg van de wet niet verlaat. Zorgt ervoor, dat ons volk zelf den wettelijke weg bewandelt. Zorgt ervoor, dat deze wét geadeld wordt door de grootste discipline van het geheele Duitsche volk, waarvoor gij verantwoordelijk zijt". Terwijl de afgevaardigden het Horst Wes- sellied-inzetten verlaten Hitier en de leden der Rijksregeering de zittingzaal. •Genèvc. Abessynië antwoordt op het Italiaansche memorandum. Het antwoord vaft Abessynië op de Itali aansche aanklacht is thans naar het A.N.P. meldt, gepubliceerd. Het beperkt zich tot een voorloopig standpunt en kondigt een uitvoe rige weerlegging door de regeering te Addis Abeba aan, zoodra, het Italiaansche memo randum daar zal zijn aangekomen en bestu deerd. - De Abessynische delegatie verwijt het Ita liaansche memorandum een volkomen wan begrip van de politieke "en sociale toestanden in "Abessynië, alsmede een meer" dan tenden tieuze verwisseling der rollen, waardoor de Abessynische regeering verweten wordt de internationale verplichtingen te hebben ge schonden op een tijdstip, dat de Italiaansche regeering zich zelf aan zulk een schending schuldig maakt. Wat de slavernij betreft moge slechts ver wezen worden naar de besluiten van den Negus, waaruit diens oprechte bedoeling blijkt de menschelijke vrijheid te waarborgen. De slavenhandel wordt tegenwoordig streng ge straft. Zelfs kan de doodstraf door ophanging worden uitgesproken. Wanneer de Italiaan sche regeering de onveiligheid aan de gren zen van het Abessynische keizerrijk tot een speciaal verwijt maakt, moge er aan herin nerd worden, dat het hier om gebieden gaat, waar het niet mogelijk is staatsgezag uit te oefenen. Abessynië beschouwt overigens het geheele land tot aan de zee als zijn staats- gebied. Wanneer Italië de aanvechtbare stel ling verkondigt, dat de Abessynische grensge bieden, eigenlijk slechts koloniën zijn van het kernland, kan van de Abessynische règeering niet verlangd worden, dat zij in deze „kolO' niën" een grootere verantwoording op zich neemt, dan de Europeesche mogendheden- in hun Afrikaansche gebieden. Wat de schending van internationale ver dragen betreft, moet het verbazing wekken, dat Italië nooit eraan gedacht heeft, het ar bitrageverdrag van 2 Augustus 1928 te- gebrui ken.. Abessynië kan zich verder het verwijt van schending der consulaire immuniteit niet laten welgevallen" zonder zijnerzijds Italië er op te wijzen, dat 't de instelling van het Con sulaat misbruikt voor militaire doeleinden. Het antwoord spreekt verder over onophou delijke Italiaansche pogingen om in Abessynië afbrekend werk te doen en onrust te zaaien en eindigt met de verklaring, dat Abessynië in den geest van den Volkenbond en in overeen stemming met zijn innig godsdienstige gees tesgesteldheid en zijn Christelijke cultuur, niets anders wenscht dan dat de huidige po ging om zijn onafhankelijkheid te bestoken, zoo spoedig mogelijk vergeten mag worden: Japan. Hervatting der scheepvaart onderhandelingen met Ned.- Indiè gewenscht. In leidende Japansche kringen. acht men de atmosfeer ten gunste, van de hervatting der scheepvaart-be sprekingen met Nederlandsch-Indië in den laatsten tijd aanzienlijk ver beterd en verwacht men de hervatting der Japansch-Nederlandsche handels besprekingen nog vóór het einde van dit jaar. Verwacht wordt, dat in den loop van de komende week een bespreking zal worden ge houden van de Japansche regeering met de vertegenwoordigers der Japansche scheep vaart-belangen, waar de toekomstige Japan sche politiek zal worden besproken. Voorts verwacht men, dat de Japansche regeering den Japanschen consul-generaal te Batavia zal opdragen, onderhandelingen te openen met de regeering van Nederlandsch Indië, over de hervatting der handelsbesprekingen in het begin van December a.s. (A.N.P. Italië. Ministerraad besprak eventueele uittreding uit den Volkenbond. Mussolini heeft Zaterdag een bijeenkomst gepresideerd van het Italiaansche kabinet. De besprekingen duurden enkele uren en na af loop werd een communiqué gepubliceerd, waaraan het volgende ontleend is: „De Duce bracht den ministerraad uitvoerig verslag uit over de militaire en politie situa tie, gelijk deze zich in de afgeloopen weken na den ministerraad van Bolzano heeft ontwik keld. Wat de militaire kwestie betreft, verloopen onze voorbereidingen in Oost-Afrika met grootere intensiviteit tegen de sterkere Abes synische strijdkrachten, welker mobilisatie thans gaande is. Met het oog'op de onrüst, aan den; dag'ge legd door zekere kringen in Cyrenaïca, worg den onze verdedigingsmiddelen in Libië ver sterkt. Op grond van uitvoerige inlich tingen kan ik verklaren, aldus de Duce dat het totaal van onze strijdkrachten te land, ter zee en in de lucht vol doende is om aan elke dreiging het hoofd te bieden, van welke zijde zij ook moge komen. Op politiek gebied gaf de regeeringschef een uiteenzetting van de samenstelling der Commissie van Vijf-én van de redevoeringen van sir Samuel Hcare. en Laval. Deze redevoe ringen konden klaarblijkelijk niet anders zijn geweest, dan zij waren, zoo zeide hij, gezien de houding van Engeland en Frankrijk met betrekking tot het Volkenbondsverdrag. Om deze redenen zijn zij met de grootste kalmte in verantwoordelijke kringen en door het Italiaansche volk in zijn geheel opgenomen. De ministerraad neemt niettemin met vol doening kennis van de hartelijke woorden, welke Frankrijk wijdde aan de Fransch-Ita- liaansche overeenkomst van Januari 1935 en aan de vriendschap, welke daarin ten aanzien van Italië tot uiting komt. Italië is voorne mens, niet alleen, in het belang van beide landen, maar ook in-het belang van de Euro peesche samenwerking, welke niet kan wor den verbroken door een conflict" van koloniale krachten of door aanwending van sancties die nimmer zijn gespecificeerd en nimmer toe gepast in veel ernstiger geschillen tusschen ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLINC. Abierebom zegt vervolgens: „Dit kan ik je voor alles wel vertellen jij komt nooit meer van dit eiland vandaan. Wezens van vleesch en bloed kan ik hier niet om mij heen hebben, want anders zouden ze er wel eens vandoor kunnen gaan met de kostbare schat, die ik bewaar. Die schat ligt veilig in dat kastje daar opgeborgen. Het is een echte koningskroon, die eens aan een toekomstigen koning toe behoorde. Die plechtigheid kan nu niet doorgaan." zegt de toovenaar met een valsch lachje, „want de kroon is in mijn bezit." En hij be sluit: „Je ziet dus zelf wel in, dat ik je niet vrij kan laten rond- loopen." Dat ziet er leelijk uit voor onzen kleinen avonturier. leden van den Volkenbond, deze vriendschap te ontwikkelen en te versterken. In dit verband besprak de minister raad de kwestie, Gnder welke omstan digheden het lidmaatschap van den Volkenbond voor Italië onmogelijk zou worden gemaakt. Na er nota van te hebben genomen, dat in verband met het Italiaansch-Abessynische dispuut alle krachten van het antifascisme in het buitenland zich hebben ver- eenigd, is de ministerraad van oordeel dat het zijn plicht is, op de meest on dubbelzinnige wijze te verklaren, dat het Italiaansch-Abessynische pro bleem geen compromis-oplossing toe laat, na al de groote inspanning en de offers, welke Italië zich heeft getroost en de onwederlegbare documentatie, vervat in het memorandum, dat aan den Volkenbond is voorgelegd. Amerika. Regeering betreurt de woorden van rechter Brodsky. De minister van. buitenlandsche zaken, Oor- dell Huil heeft aan dr. Rudolph Leitner, den Duitschen zaakgelastigde namens de regee- 1 ring der Ver. Staten zijn leedwezen uitge sproken- over de door rechter Brodsky bij de berechting van de communisten die de incidenten op het Duitsche ss. ..Bremen" ver oorzaakten, aan het adres van het nationaal- socialistische Duitschland gebezigde woor den Hij voegde er aan toe dat Brodsky's uitla tingen geenszins de officieelee houding der Amerikaansche regeering hebben weergege ven (Adv. ingez. Med.) DINSDAG 17 SEPTEMBER 1935. HILVERSUM 1875 M. AVRO-Uitzending. 8.Gramofoonplaten. 9.Omroeporkest o.l.v, N. Treep. 10.Morgenwijding. 10.15 Gramofoonplaten. 10.30 Vervolg Omroep orkest, 11,— Mevrouw R. Lotgering-Hille- brand Eten koken (II.). 11,30 Gramofoonpla ten, 12.Reportage door Majoor W. G. de Bas en W. Vogt van het Binnenhof te Den Haag. Troonrede van-H.M. Koningin Wilhel- mina. 2.Orgelconcert. J. V. Egmond Jr., m. irt.-v. A. Jansen:- i-v-iooH.- 3.4.Omroeporkest o.l.v. N. Tréëp. 4.15 Gramofoonplaten. 4.30 Radiökinderkoorzang o.l.v. J. Hamel. 5.05 Voor kleine kinderen. 5.35 Kovacs' Lajos or kest en gramofoonplaten. 7.Kinderkoor zang „Zanglust" o.l.v. W. Hespe, 7,30 Disco nieuws. 8.Berichten. 8.10 Herh. v. d. Troon rede, (gr. platen), 8.25 Gramofoonplaten. 8.30 Taptoe van de Kon. Militaire Kapel o.l.v. Kapt. C. L. Walther Boer (uit den Haag). 9.— Gramofoonplaten. 9,10 Derde episode van „De blauwe smaragd", spel van L. Willink. Lei ding Kommer Kleyn. 9.40 Het Omroeporkest o.l.v. N. Treep. 10.15 D. Hans: De millioenen- nota. 10.45 Gramofoonplaten. 11.Berich ten. 11,1012.De AVRO-deciibels o.l.v. E. Meenk. HILVERSUM 301 M. KRO-programma. 8.9.15 en 10.Gramofoonplaten. 11,30 12.Godsdienstig half uur. 12.15 Orkestcon cert. 12.45 Uitzending Troonrede. 2.Voor de vrouw. 3.Schlagermuziek. 4.HIRO. 5.15 Orkestconcert en gramofoonplaten. 7.15 Lezing. Gramofoonplaten. 8.Berichten. 3.05 Orkestconcert..8.30 Militaire muziek. 9.— Causerie. Orkestconcèrt. 9.45 Voordracht. 10.10 Schalgermuziek. 10.30 Berichten. Schla germuziek. 11.12.Gramofoonplaten en schlagermuziek. DROITW1CH, 1500 M. 10.3510.50 Morgenwijding. 11.05 Causerie. 11,20 Orgelspel S. Torch. 11.50 Gramofoon platen, 12,20 BBC-Northernorkest, o.l.-y. Mc. Nam. 1,20 Het Norris Stanley-sextet. 2,20 Gramofoonplaten. 3.05 A. Orgelist en zijn or kest. 3,50 Gramofoonplaten. 4.35 L. Parker (sopraan) en het New English Trio. 5.35 Het BBC-dansorkest o.l.v. H. Hall. 6.20 Berich ten. 6.50 Werken van D. Scarlatti (sopraan, hobo en strijkkwartet)a 7.15 en 7,50 Lezin gen. 8.10 „Songs from the shows" revue-pro gramma. 9.10 Causerie. 9.25 Gramofoonpl., 10.Berichten. 10.30 BBC-orkest oJ.v. C. Raybould, m.m.v. E. Fisher (piano). 11.35 12.20 Lew Stone en zijn band. RADIO PARIS, 1648 M. 7.20 en 8.20 Gramofoonplaten. 12,35 Orkest concert o.l.v. Labis. 9.05 Gevar. programma, o.l.v. P. Clérouc. 11,1012,35 Dansmuziek. KALUNDBORG. 1261 M. 12,20—2.20 Strijkorkest o.l.v. H. Andersen 3.355.35 M. Hansen's orkest. 8.20 Operamu ziek o.l.v. Gröndalh. 8.50 Hoorspel. 9.05 Viola en piano. 9.25 Vervolg omroeporkest. 9.55 Re portage. 10.40 Omroeporkest o.l.v. Grondahl. 11,28512.50 Dansmuziek. KEULEN, 456 M. 6.50 Orkestconcert. 12,20 Uit Leipzig: Om roeporkest o.l.v. Kretzschmar. 2,35 Gramo foonplaten. 4.20 Viool en piano. 5.20 Werag- kamerorkest o.l.v. Hagestedt. 8.30 Pianoreci tal. 9.20 ,L' hótellerie portugaise", opera van Cherubini. Muzikale leiding: Breuer. ROME. 421 M. 9 Gramofoonplaten 9.20 Concert o.l.v. A. Fragna. 10.20 G. Arnaldi (sopraan) en Elena Cheli (sopraan). BRUSSEL 322 en 484 M. 322 M.: 12,20 Gramofoonpl., 12,50 Salon orkest o.l.v. Dejoncker-, 1,502.20, 5.20, 6.35, 7.35 Gramofoonplaten. 8.20 Symphonieconcert o.l.v. Meulemans. 10.3011,20 Gramofoonpl. 484 M.: 12,20 en 1.302.20 Gramofoonpla ten. 5.20 Salonorkest, 6.20 Zang. 6.50 Salon- orwest. 8 20 Omroeporkest o.l.v. Gason. 10.30 11,20 Dansmuziek. DEUTSCIILANDSENDER, 1571 M. 3.30 „Le serva padrona" in twee actes van Pei'golesi. 9.20 Barnabas von Geczy en zijn orkest. 10.20 Berichten. 10.50 Zang en piano. 11.05 Weerbericht. 11,2012,20 List-concert (Gr. platen.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 6