ALS IEMAND VERRE
REIZEN DOET...
De storm verwoestte de groote bloemen- en fruittentoonstelling, welke te Thame (Eng.) gehouden
werd. Het complex werd in een ruïne veranderd
hl het gemeente-archief te den Haag werd Vrijdag door burgemeester S J R de
Monchy een tentoonstelling geopend, betreffende de beweging van Tachtig in de Neder-
landsche letterkunde. - V.l.n r.: Jeanne Reyneke Kloos-Van Stuwe, Willem Kloos, da
burgemeester en dr. Moll, directeur yan het gemeente-archief
Even tijd voor een warm bakje. Goede zorg voor eenige manschappen die deelnemen
aan de oefeningen in de omgeving van Gorssel
De burgemeester van Bloemendaal, jhr. mr. C.
J. A. den Tex heeft Vrijdagmiddag op den Zee
weg tusschen Overveen en Zandvoort het Helm
monument onthuld ter nagedachtenis van den
onbekende, die op de gedachte gekomen is,
om door helmbeplanting het verstuiven der
duinen tegen te gaan
De „Brompton Manor" is met zware stormschade te Southampton binnei»»
geloopen. De kapitein was overboord geslagen. Een overzicht van de ver-»
woesting aan dek
Sir Malcolm Campbell (links) wordt bij zijn terugkeer te Southampton na da
verbetering van het wereld-snelheidsrecord verwelkomd door den burgemees
ter der stad (midden) en den Amerikaanschen ambassadeur in Engeland
FEUILLETON.
Een avontuurlijk verhaal van drie
studenten.
-door ARNOLD BARTEL.
.(Nadruk verboden).
2oy
Hij weet niets van het gesprek, dat Lou
Volkers zoojuist met haar gevoerd heeft. Maar
madame Manescu heeft geen lust zich
nogmaals aan de „Stad Sevilla" te laten her
inneren en zoo komt het, dat Snavel voor de
tweede maal wordt afgewezen ditmaal,
naar het hem voorkomt, nog hooghartiger dan
door het adelijke muurbloempje.
Dat doet hem zijn gevoel van eigenwaarde
geheel verliezen. „Zie ik er dan zoo schunnig
uit?" denkt hij, terwijl hij een vluchtigen blik
over zijn kleeding laat glijden. Maar zijn pak
zit toch goed en is keurig afgeborsteld, Ook
overigens kan hij niets opvallends of afstoo-
tends aan zichzelf ontdekken. Hij voelt zich
vernederd, en ten achter gesteld, besluit zich
nooit in zijn leven in hoogére klassen te zul
len dringen en maakt zich zoo snel mogelijk
uit de voeten.
Op het promenadedek botst hij in de heer-
schende duisternis tegen een man aan, die
onafgebroken door een der ramen in de zaal
'staart. Het is de notenkraker. Snavel bromt
iets voor zich heen, dat evengoed een veront
schuldiging als een verwensching kan zijn
ep slentert dan welgemoed naar de Toeristen-
Ma sse.
Tenslotte brengt het bal voor geen van hun
drieën eigenlijk dat, wat zij er van verwacht
hadden. De in diamanten stralende Nini is
niet de Nini, aan wie Harry Diesel zijn hart
heeft verend. Dq glans, die haar omgeeft,
maakt haar voor hem ongenaakbaar en de
vele prominente figuren, die haar gunst trach
ten te verwerven, geven hem een gevoel van
minderwaardigheid.
Ten einde raad tracht hij Nini over te halen
tot een wandeling op het dek, maar ook daar
mee heeft hij geen succes.
„Wat zou Jean Martin daar wel van zeg
gen?" vraagt zij, verschrikt.
„Ah zoomeneer Martin!" zegt Diesel
stijf. Dien heeft hij heelemaal vergeten, want
hij houdt zich zeer bescheiden op den achter
grond. Hij staat bij de deur en verliest Nini
geen moment uit het oog. Wat zal Diesel dan
nog langer hier doen? En terwijl Nini Collijn
met den kapitein een zeer langzame wals
danst, verlaat hij, zonder den gehaten mede
dinger zelfs maar met een blik te verwaar-
disen. de zaal.
Volker's houdt het 't langst uit. Hij zit aan
het tafeltje van Hendrik van Berquem. waar
hij zich meer voor de champagne, die hier
geschonken wordt, dan voor het gesprek in
teresseert. Als echter „op vereerend verzoek"
de eens beroemde operazanger het podium
beklimt om de avondster te gaan bezingen,
acht ook hij het uur van scheiden gekomen
En zoo vinden zij elkaar dan tenslotte terug
in hun hut, waar het teleurstellende bal in
de eerste klasse nog geruimen tijd het onder
werp van gesprek vormt. Eerst als zij reeds
lang de slaap der rechtvaardigen slapen, be
geeft ook de vierde man meneer Slivko-
witsch zich zachtjes ter rust. Hij weet nu
hoeveel „eieren" er aan boord, kent de „harde
schaal", weet dat deze zonder veel leven en
zuurstof niet te kraken is en hij is er zich
van bewust, dat de „lynx" scherp oplet....
Mild werpt de zon haar stralen over de
Middellandsche Zee. Een diepblauwe hemel
weerspiegelt zich in het water; alles koestert
zich in het heerlijke klimaat en geniet van
den aanblik der azuren kust.
Slechts één is er aan boord van de „Ukami",
wien dit alles overschillig laat: Alexander
Popodotschi. Madame Manescu, aan wie hij
zich gisteravond op het bal heeft laten voor
stellen, heeft hem tijdens een tango toege
fluisterd, dat de drie studenten haar en Sliv-
kowitsch in Tetuan in de „Stad Sevilla" be
spied hebben en dat dus de grootste voor
zichtigheid geboden is.
Popodotschi's gezicht verloor bij deze mede-
deeling zijn gewone vriendelijkheid en me
vrouw Manescu sloeg de angst om het hart,
want zij wist uit ervaring, dat meneer Popo
dotschi ook zeer onvriendelijk kon zijn. Dit
laatste bewees hij trouwens onmiddellijk, toen
hij haar toebeet: „Dat komt er van als je met
idioten samenwerkt!"
Tenslotte zou alles nog niet zoo heel erg
geweest zijn, als zijn plan om de drie lastige
vlegels van boord te verwijderen, gelukt was.
Maar daarin is het hem tegen geloopen. Nu
peinst hij over een andere mogelijkheid om
het bemoeizieke drietal kwijt te raken. En hij
zou Alexander Popodotschi niet geweest zijn,
als hem niet spoedig een nieuw plan was in
gevallen
Harry Diesel ligt languit in een dekstoel. De
warmte maakt hem loom. Soezend, tusschen
waken en slapen in, denkt hij aan Nini Collijn.
Nu, in het volle daglicht, lijkt Jean Martin
hem niet half zoo gevaarlijk als gisteravond
op het bal.
Hij bemerkt nauwelijks, dat plotseling Po
podotschi voor hem staat. Met zijn gezicht in
in de minzaamste plooi plant deze zich wijd
beens voor hem neer en als Diesel traag de
oogen opslaat, zegt hij: „Wel, jonge vriend
is het bal u goed bekomen? Voor zoover ik 't
heb kunnen beoordeelen, scheen u zich nogal
te amuseeren. Ik zag u tenminste voortdurend
in gezelschap van juffrouw Collijn".
Diesel glimlachte bescheiden. „Ik mag dat
zeker wel als een compliment aan mijn goede
smaak opvatten?"
„Zeer zeker, jonge vriend. Alle eer voor uw
smaak! Maar als u naar een oud man als
ik wilt luisteren, zou ik u toch aanraden een
beetje voorzichtig te zijn. Begrijp me goed:
een beetje voorzichtig! De jeugd verliest de
voorzichtigheid helaas maar al te gauw uit
het oog. Ik zou er alleen uw aandacht op wil
len vestigen, dat die knappe, elegante jonge
dame in gezelschap en op kosten reist van een
der rijkste mannen ter wereld. Dat zal ze u
waarschijnlijk niet verteld hebben. Ik wil daar
mee natuurlijk niets ten nadeele van die
jongedame zeggen, maar u zult me wel be
grijpen
„Wat Diesel schrikt werkelijk. Is
die levende étalagepop ook nog" een der rijkste
mannen ter wereld?"
Popodotschi maakt een afwerende beweging.
„Nou, nou", sust hij. „Die kwalificatie lijkt
mij toch min of meer misplaatst. Men mag
over meneer Van Berquem denken hoe men
wil een étalagepop is hij in ieder geval
niet".
„Ik heb het ook niet over meneer Van Ber
quem: ik bedoel dien zwarte, dien opgeprikten
aap, dien ik altijd in gezelschap van juffrouw
Collijn zie!"
„Ah monsieur Jean Mai'tin?" Popo
dotschi's vriendelijke krentenoogjes glinster
den boven zijn groote neus. „Tja wie die
Jean Martin eigenlijk is, schijnt geen mensch
precies te weten. Op de passagelijst staat hij
ingeschreven als de particuliere secretaris van
meneer Van Berquem. Laten wij maar aan
nemen, dat hij dat ook inderdaad is
Diesel's loomheid is plotseling verdwenen.
Hij is thans één en al belangstelling en schijnt
den Griek de woorden van de lippen te willen
lezen.
„U wilt toch niet beweren, dat Ninidat
juffrouw Collijn eeneen verhouding heeft
met Van Berquem?" stotterde hij.
„O, neebewerenstelt Popodotschi
hem slechts half gerust, ..Ik weet het natuur
lijk ook niet precies, maar u zult het met me
eens zijn, dat arme jonge meisjes en rijke
oudere heeren
Hij maakt den zin niet af, haalt de schou
ders op en vervolgt met een vertrouwelijk
knipoogje zijn weg. Maar eenmaal buiten Die-
seis' gezichtskring neemt zijn gelaat de uit
drukking aan van iemand, die weet, dat hij
zoojuist met succes wantrouwen gezaaid
heeft
De arme „Onkruid" is geheel van streek.
Dus Nini, die de lieftalligheid in persoon is,
wien alle verdorvenheid vreemd schijnt te
zijn, zou haar gunst verkocht hebben aan Van
Berquem? Hij moet toegeven: Van Berquem
is een nette kerel, een man, die imponeert en
die zich zelfs tegenover arme studenten van
zijn beste zijde laat zien. Zoo'n man moet wel
bij elk meisje in den smaak vallen. Zelfs al is
hij geen diamantkoning van Antwerpen....
En wat kan tenslotte een student als hij daar
tegenover stellen? Slechts zijn jeugd an
ders niets.
Maar Diesel blijkt toch, ondanks zijn jeugd,
niet iemand, die louter op vermoedens afgaat.
Hij wil weten waar hij aan toe is en tenslotte
is er maar één, die hem volledig kan inlichten
en dat is Nini Collin in eigen persoon. Dies
staat hij op om zich naar de eerste klasse te
begeven.
Een étage hooger, op het zonnedek, is even
eens de eene ligstoel naast de andere geplaatst
en alle zijn bezet met menschen, die zich vol
komen overgeven aan de schoonheid der na
tuur om hen heen. Nini ligt wat afgescheiden
van de anderen en heeft haar oogen gesloten.
Zij draagt een lichtgroene sportjurk en als
eenig sieraad een met diamanten bezette
speld.
Die speld ergert Diesel en zij maakt hem
onzeker. Welk meisje als zij zou in staat zijn
zich een zoo kostbaar kleinood aan te schaf
fen? Hij blijft staan. Onder zijn blik slaat Nini
de oogen op, knippert even tegen het felle
zonlicht en als zij hem herkent, zegt zij met
een lieven glimlach: ,Dat is aardig, dat u me
eens komt opzoeken! Ik dacht al, dat u boos
was".
„Neen, boos ben ik niet. Maar ik zou u
toch wel iets willen vragen".
„Vragen staat vrij", lacht ze hem toe.
4Wordt vervolgd)j