DE „VOORUITGANG" DER TECHNIEK.
Een Hondenleven.
Japan toont belangstelling
voor Ned. Indië.
ZATERDAG 5 OCTOBER 1935
HAAREE M'S DAGBLAD
Een halve eeuw geleden
Uit Haarlem's Dagblad van 1885.
5 October
De werkzaamheden in den Nieuwen
Schouwburg op den Jansweg alhier,
hoofdzakelijk ten doel hebbende dezen
in overeenstemming te brengen met de
politieverordening voor dergelijke ge
bouwen en verder de inrichting sierlij
ker en doelmatiger te maken, zijn thans
afgeloopen. De decoratiën zijn aan
gebracht onder leiding van den bekwa
men Amsterdamschen kunstschilder-
décorateur Charles Roskam, de restau
ratie-zaal is gedecoreerd door den heer
G. Heslingen Tiddens, het overige
schilderwerk is verricht door den heer
J. W. Veldheer, alhier.
Donderdag a.s. wordt in den schouw
burg door het Nederlandsch Tooneel
het winterseizoen geopend en wel met
de opvoering van ..Invaliden in het
huwelijk", blijspel uit het Fransch. van
Dumanoir en Lafargue, door J. Roo-
singh en ,.Het Onbekende Meesterstuk",
drama in een bedrijf, door Ch. Lafont.
struikelden, die men poogt op te heffen. Be
langrijke groepen zijn voorts drankzuchti
gen en zenuwpatiënten, terwijl verder ter
reclasseering worden opgenomen voorwaar
delijk veroordeelden, voorwaardelijk uit de
gevangenis ontslagenen en definitief ontsla
gen gevangenen, wier weg naar de maat
schappij nog versperd blijkt te zijn. alsmede
psychopaten.
Vooral in dezen tijd is het geen uitzonde
ring. dat patiënten uit de betere standen
worden verpleegd. Het grootste gedeelte van
al deze menschen heeft men tot dusverre
met uitstekend gevolg kunnen helpen. In dit
verband uitte de heer Stel den wensch, dat
de kolonie in staat zal worden gesteld een
afzonderlijk paviljoen te bouwen voor deze
laatste groep personen De heer Stel. somde
eenige markante genezingsgevallen op. waar
uit blijkt, dat er steeds hoop voor allen is,
hoewel men voor teleurstellingen niet be
spaard blijft.
De ideale luchtstreek, de geregelde leef
wijze en het eenvoudige, maar degelijke
voedsel, missen hun uitwerking op de men
schen niet. Hoewel verpleegkosten niet ver
plichtend zijn is betaling van hen die dit
kunnen, vanzelfsprekend welkom.
Een lang gekoesterde wensch gaat thans
in vervulling. De kolonie krijgt namelijk als
jubileumsgeschenk electrische verlichting.
Het belooft a.s. Woensdag een groote feest
dag te worden. De herdenking zal o.m. wor
den bijgewoond door den minister van bin-
nenlandsche zaken, mr. J. A. de Wilde, die
ook het woord zal voeren.
(A.NP.)
Wet op de Staatsloterij
gewijzigd.
In het Staatsblad is thans afgekondigd de
wet van 4 Maart 1935. houdende wijziging van
de wet tot regeling van de Staatsloterij.
Zooals men weet, .behelst deze wetswijziging
een verbod voor andere loterijen dan de
Staatsloterij, om voor haar uitlotingen ge
bruik te maken van de trekkingen van de
Staatsloterij.
Deze wetswijziging treedt in werking 20
dagen na de afkondiging, dus met ingang van
24 October a.s.
STOK WAARSCHUWINGSDIEN ST.
Geseind van De Bilt hedenmorgen om 8.50
uur aan alle posten: „Weest op uw hoede".
Opzienbarend artikel.
Binnenkort een publicatie van de
Japansche admiraliteit
Het groote Japansche dagblad
„Nitsji-Nitsji" publiceert een opzien
barend artikel, waarin het de aan
dacht vestigt op de noodzakelijkheid
van activeering der Japansche be
langen in de Zuidzee-eilanden. Het
blad schrijft, dat de Japansche Ad
miraliteit reeds sedert langen tijd de
economische ontsluiting van Neder
landsch Indië zoowel als van de ove
rige Zuidzee-eilanden niet alleen als
een belangrijk middel tot bevordering
van het Japansche economische leven,
doch vooral als een belangrijke ver
sterking van het nationale verdedi
gingsstelsel beschouwt en daar dan
ook op consequente wijze naar streeft.
Volgens de „Nitsji-Nitsji" staan de bevoegde
marine-instanties op het standpunt, dat het
in het belang der Japansche veiligheid nood
zakelijk is. naar het Zuiden op te dringen en
de Amerikaansche bewapeningsmaatregelen,
die ten doel hebben de hegemonie in den
Stillen Oceaan te veroveren, op dezelfde wijze
te beantwoorden. Voor .Japan zullen het ech
ter niet uitsluitend militair-strategische
kwesties, doch ook tal van andere overwe
gingen zijn, die den doorslag zullen geven.
Voor de Japansche industrie is het onont
beerlijk, over eigen grondstoffenbronnen te
beschikken. In Nederlandsch-Indië vindt Ja
pan rijst, olie, katoen, ijzererts, wol, rubber
en andere grondstoffen in groote hoeveelheid.
De bewoners van Britsch-Indië, China en Ne
derlandsch-Indië zijn de natuurlijke afnemers
van Japan. De Japansche scheepvaart heeft
zich buitengewoon ontwikkeld en niets staat
een verdere industrieele uitbreiding in den
weg.
Japan bezit als zeevarende natie een vol
doende reserve ervaren marine-vaklieden. Het
vraagstuk van de bescherming der Japansche
scheepvaart, die in het Zuiden van den Stillen
Oceaan wordt onderhouden door 37(1.000 vis-
schersschepen, dient eindelijk opgelost te wor
den. Deze visschersvloot vormt in geval van
oorlog het front der Japansche nationale ver
dediging ln den Stillen Oceaan.
Aangezien de geweldige natuurschat-
ten van Borneo en Nederlandsch
Nieuw Guinea door de Nederlanders
zelf nauwelijks geëxploiteerd worden,
moet men zoo snel mogelijk Japan
sche emigranten naar deze gebieden
zenden en daartoe diplomatieke be
sprekingen met de Nederlandsche re
geering openen.
Al deze maatregelen hebben echter
tot voorwaarde, dat er een machtige
Japansche oorlogsvloot aanwezig is.
De Admiraliteit zal binnenkort een
brochure uitgeven, die getiteld zal
zijn: „Let op Nederlandsch-Indië in
het belang der nationale verdediging".
Het Japansche volk moet zoo spoedig
mogelijk worden ingelicht omtrent de
groote beteekenis van deze kwestie.
(A. N. P.)
Smokkel-tragedie.
In den nacht van Donderdag op Vrijdag
zijn van een vijftal smokkelaars, uit Geulle
afkomstig, die te voet op een vrij ondiepe
plaats de Maas trachtten over te steken,
twee personen door den stroom medegesleurd
en verdronken. Het zijn de 15-jarige J. E. L.
en de 20-jarige J. K.
Landkolonie van Het Leger des
Heils jubileert.
Veertig jaar geleden gesticht.
„Een klein boerderijtje ..Groot-Batelaar"
genaamd, stond aan den Postweg van Ede
naar Waiderveen. Het was zeer armoedig en
het grootste gedeelte der omliggende gron
den was nog heide en lag braak".
Dit is het begin van de geschiedenis van
de oudste reclasseeringsinrichting in ons
land, de „Landkolonie" van het Leger des
Heils, thans veertig jaar geleden op deze
plek gesticht. Het kleine boerderijtje heeft
plaats gemaakt voor een groot boerenbedrijf,
waar zoowel landbouw als veeteelt worden
beoefend en dat een oppervlakte beslaat van
niet minder aan 77 H.A.
De instelling maakt zich op voor de feeste
lijke herdenking van het jubileum dat op
Woensdag S October as. gevierd wordt de
eigenlijke datum is 7 October.
De even geestdriftige, als onvermoeibare
directeur der instelling. Brigadier F. Stel. die
thans reeds 35 jaar met de leiding van het
bedrijf belast is en dus ook jubileert, heeft
ons dezer dagen een uitvoerige uiteenzetting
van het werk op de ..Landkolonie" gegeven
en ons tevens in de gelegenheid gesteld de
nederzetting in oogenschouw te nemen.
De heer Stel memoreerde na een overzicht
van de geheele geschiedenis der inrichting
te hebben gegeven en over de moeilijke eco
nomische omstandigheden te hebben gespro
ken. waaronder het bedrijft lijdt, dankbaar
de hulp van verschillende krachten van de
zijde van het Leger des Heils. zonder welke
het doel niet zou zijn bereikt, o.a. adjudant
Korvemaker. majoor Verhage. adjudant J.
E. van Eeken, wijlen adjudant de Ruiter en
adjudant Brons.
De verpleegden er zijn er op het oogen-
blik een kleine 50 bestaan uit verschillen
de categorieën. In de eerste plaats men
schen. die economisch vastgeloopen zijn, die
zich niet konden handhaven en dreigden te
verzinken. Op hen werkt de kolonie-arbeid
preventief. Dan zijn er de gevallenen en ge-
DS. J. C. BR U SS AARD.
Ds J. C. Brussaard werd in 1884 te Dordrecht
geboren. Hij bezocht daar het gymnasium en
studeerde daarna aan de Vrije Universiteit te
Amsterdam, waar hij het doctoraal examen
in de theologie aflegde. In 1909 nam hij een be
roep aan naar Tienhoven (U.) ging in 1912 naar
Meppel en kwam in 1919 als eerste predikant
in de kleine, pas geïnstitueerde kerk te Bloe-
mendaal (in lateren tijd ontstond daaruit
althans voor 't grootste deel de Geref. Kerk
van Santpoort)
Door toedoen van Ds. Brussaard kreeg Bloe-
mendaal's kerk ruim 10 jaar geleden een ra
dio-zendstation.
Bij zijn pastoraal werk hield Ds. B. zoo nu
en dan religieuze cursussen voor studenten en
werkte mee aan periodieken. Jaren lang is hij
reeds aan het Chr Lyceum te Haarlem ver
bonden als leeraar in godsdienstleer en He-
breeuwsch. Bovendien is hij te B'.oemendaal
voorzitter van de Commissie van Toezicht op
het L. O bestuurslid der Chr. M. U. L. O.-
school en voorzitter van de Vereen, voor Chr.
Vcorbere'dend L. O. te O'erveen.
Dat moest er nog bij komen! Alsof ik, in
mijn jonge leven vol avonturen en gevaren,
al niet vaak genoeg op den rand des grafs
heb gekuierd! De hondenziekte heeft mij
getroffen, en het is op 't kantje af geweest,
zegt de dierenarts. Nu dat neem ik aan. Nooit
heb ik vermoed dat een hond zich zóó onge
lukkig kon voelen. Het begon met gemis aan
eetlust en een akelige loomheid, gevolgd
door een totaal verlies aan belangstelling
zelfs in de schoonste dingen des levens, als
daar zijn: jachten op katten, paarden en
auto's, de bewaking van het pand mijns Ba
zen, ruzies met andere honden, strooptoch
ten met mijn vriend James, vuilnisbakken en
zoo meer. Toen ik op den middag van den
eersten dag ook nog een paard negeerde, dat
steigerde een zeldzaam fortuintje en
even later walgde van een kluif, die de sla
gersjongen mij toesmeet, begreep ik dat het j
mis was.
Den tweeden dag lag ik als een vod in een
hoek en kon mij niet meer voorstellen waar
iemand de fut en de kouwe drukte vandaan
haalde om te blaffen. Eten deed ik heele-
maal niet meer. en dus haalden ze den die
renarts. Ik was zoo ziek als een Ikat, hetgeen
een merkwaardig symptoom mag heeten bij
hondenziekte.
De dokter stond mij wel aan. Hij rook
naar een complete hondententoonstelling.
De gedachte deed mij even inwendig lachen.
Zoo zijn wij teckels, tot het uiterste.
„Hum, hum", zei de dokter gewichtig, en
gaf mij een injectie. „Wij moeten het beste
hopen. Ik kan u niet garandeeren dat-ie er
door komt. Zeventig procent halen het".
Zoo, dacht ik. Nou, daar ben ik dan wel
bij. Ik ben meermalen aan auto's ontsnapt
met niet meer dan drie percent kans.
De volgende dagen werd er heelemaal niet
meer gedacht. Ik probeerde alleen nog maar
naar buiten te kruipen, in de frissche lucht,
maar dat scheen niet te mogen en ze legden
mij in mijn mand en zetten die in een ka
mertje boven in het huis. De deur g.in:g
dicht, en het zou een prachtgelegenheid ge
weest zijn om mijn zonden te bepeinzen, als
ik nog peinsvermogen bezeten had.
Wat een ellende! Af en toe kwam Bob
eens kijken, of de Baas, of de Vrouw, en ik
likte miserabel aan een schoteltje melk. Toen
schoot me ineens te binnen dat het huis al
een week onbewaakt was. en dat er mis
schien al zesmaal was ingebroken, en ik
strompelde uit mijn mand en probeerde te
loopen. maar m'n achterpooten wilden niet
mee. De dokter werd toen opnieuw geroepen,
gaf mij nog een injectie en zei dat het er
bedenkelijk uitzag.Dat zullen we nog 'es zien,
dacht ik. en begon imeteen op te knappen.
Bob hield me een spiegel voor toen ik voor
het eerst weer liep, en ik schrok er van en
keek haastig achter het ding, maar daar
was niemand. Toch had ik een spookach'tig-
mageren teckel gezien, met ingevallen wan
gen. uitstekende beenderen en een bepaald-
opzichtige ribbenkast. Kon ik dat wezen? On
mogelijk, dacht ik, het moet een lachspiegel
geweest zijn.
Beneden, legden ze mij aan een touw in de
eetkamer vast. want ik mocht nog steeds
niet uit. Toen kwam die sluipende gluiperd,
de kat Elise, en ging me zitten tergen met
haar verwaande snuit en haar geblaas. Als
er niemand in de kamer was sloeg zij zelfs
met haar leelijke nagels naar me. en ging
dan grijnzend op iets meer dan een
touwlengte afstands van de boekenkast-poot
zitten. Enfin, dit hielp me uitstekend om
mijn levenslust en mijn blaf terug te krij
gen. Ook mijn kracht. Wat heb ik gerukt!
't is een wonder dat die poot nog aan die
boekenkast zit.
Den volgenden morgen kwam mijn vriend
James, de Schotsche terrier, op ziekenbezoek.
We smoesden even samen, en toen sloop net
die kat de kamer binnen, en deden ze de
deur achter de falsaris dicht. Zelden heb ik
zóo gelachen Een uur lang heeft James dat
beest door de kamer gejaagd: stoel-op stoel-
af, tafel-op. tafel-af. Toen kwam Lotte het
redden. Het was den dood-door-uitputting
nabij, en ik voelde me bijna hersteld van
plezier.
Toen Elise wegsukkelde riep ik haar na:
„Probeer me nou nog 'es te treiteren! Mor
gen komt James terug".
Geen kind meer aan die kat gehad.
Twee dagen later was ik beter. Maar de
dokter had gezegd- als-ie nou binnenkort
weer met z'n achterpooten gaat trekken, 'kon
het toch nog wel mis gaan.
En waarachtig: een week later wouen die
pooten weer niet best. Het werd zelfs erger.
Tenslotte belde de Baas opnieuw den dokter
op. kwam terug in de kamer en zei: ..Ja Bob.
nou is de dokter bang dat-ie Tom moet af
maken. Dat is wel erg beroerd hè? Maar hij
doet het pijnloos; morgen zal-ie er de din
gen voor meenemen".
Bob huilde er van. en de Baas keek ook
niet vroolijk. Ze gaven me een prac.htkluif
en ik dacht: wacht maar. we zijn er nog. Het
is alsof die grafkuilrand altijd juist door mij
bewandeld moet worden.
Den volgenden morgen waren mijn achter
pooten weer kerngezond, maar ik moest er
een pleziertje van hebben en bleef in mijn
mand liggen met een ongelukkig snuit. Toen
kwam die dokter, en ik gaf een zielige voor
stelling met slepende achterpooten.
.Hij zal er aan moeten gelooven". zei de
dierenpil en ging naar zijn a\ito om z'n tasch
te halen. En toen-ie eenmaal bij me was heb
ik daar even de beenen genomen!
Hij kon zelf zijn lachen niet houden, al
sloeg-ie als dokter, zou ik zoo zeggen, nogal
een figuur.
Toen reed hij weg, Ik rende naar de school
van Bob en wachtte hem daar op. Blij dat
die jongen was toen-ie me zag. en blij dat
ik was! Wij hebben allebei luchtsprongen
gemaakt. De Baas lachte ook over z'n heele
gezicht, toen hij thuis kwam en ik op hem
afstoof.
Het was weer eens een Moment in mijn
hondenleven. Je zou er haast de hondenziek
te voor over hebben
Door onze lens gesnapt.
Zijnde Fragmenten
uit het Dagboek
van een Teckel, den
Baas toegeblaft.
Ik als patiënt.
DOOR P. VAN DER HEM.
Hallo, hallo, hier Radio Mars
Dames en Heeren, mtj* vangen thans aan met de uitvoering van een gevarieerd programma