EINDELIJK THUIS. FEUILLETON Roman, door JOE LEDBRER. Vertaling van ELSA KALSER. 6) „Een bloeiend kind..." schreef de advocaat aan Kari Mar an. Men mocht het hem niet kwalijk nemen, het wasc geen bewuste leugen want niet alleen dat hij zijn bezoeken in groote haast afstak, hij was bovendien bij ziende. Hij zag de poeder niet en ook niet de stof in de verwaarloosde salons, zelfs Emilia's bezittersblik zag hij niet. „Toen ik zes jaar geworden was, gebood papa per brief dat wij tweemaal per week uit rijden zouden gaan. In dit jaar stierf mijn grootvader, een mijnheer de Ga ret: Ik erfde. Wij werden toen in een hoofdstraat door een verslaggever gefotografeerd ik heb later het stukje courant gevonden: „Jeannine Maran die een erfenis van zes millioen francs kreeg, op een wandelritje met haar nurse". Jeannine trok haar wenkbrauwen hoog op. op een wandelritje met haar nurse", herhaalde zij. Deze zin scheen haar te be vallen. „Berichten uit de groote wereld of het geluk van de upperten Zij streek langzaam de sigarettenasch op het koperen schaaltje af. Het was een jaar vol gebeurtenissen. Toentertijd trok tante Stephanie naar Weenen papa en Andy kwamen terug, en „En ik", wierp Harald ertusschen, haastig alsof hij bang was dat. Jeannine vergeten was dat toen hun vriendschap begon. „Ja, jij ook", zeide Jeannine. Plotseling werd zij ernstig. „Papa, Andy, jij zooveel liefde en vriendschap kwam opeens naar mij toe. Het was alsof iemand in den nacht plotseling rijk is geworden, in het begin kon ik het heele- maal niet begrijpen". Maar deze storm van warmte en licht brak pas over haar los, toen zij de onzinnige en bevrijdende daad had gedaan, die wanhopigen of droomers zoo dikwijls doen: zij liep weg, naar het onbekende, één enkele doel voor zich, als een ster: de vrijheid. Kari en Andy waren in Monte Carlo. Daar kwam het telegram dat Jeannine weg was. twee dagen geleden haar kinderjuffrouw ontvlucht. Kari begreep het eerst niet. Wat is haar in het hoofd gekomen? Zij moest toch zoo'n lief kind zijn en opeens „Wat een kuren", zeide hij verwijtend. Andy snelde naar de telefoon, maar Weenen zweeg. Het nummer gaf geen gehoor. De eerste trein vertrok pas na uren. „Er zal toch niets ernstigs gebeurd zijn?" vroeg Kari. Andy mompelde dat men met alles reke ning moest houden. Met alles rekening houden?" herhaalde Kari verward. „Wat bedoel je daarmee, men moet met alles Nu sloeg de angst over hem heen. Blind en opgejaagd liep hij door de kamers. Hij riep: „Lucille had niet mogen sterven. Hulpeloos keek hij de kamer rond, alsof zij zich misschien in de schaduwen of de schemering verstopt had. Lucille is dood en Jeannine is weg. Zijn mooie lichtzinnige mond begon te beven. Lucille is dood en Jeannine is weg Kari hurkte in zijn leuningstoel. Andy keek onrustig naar hem. „Over een uur gaat onze trein. Wil je een glas wijn, Kari? Een slok maar. ja?" Geen antwoord. De schaduwen groeiden. Dan kwam een verward fluisteren uit de duisternis: Zij zal terugkomen, ja? Anriv struikelde zachtjes de kamer uit. Kari merkte het niet, hij staarde in de duisternis. Een nieuw gevoel was in hem losgebroken dat hem zijn geheele leven niet meer zou verlaten: de diepe, wilde liefde voor het eigen kroost. Stephanie, „de bonte koe", zooals Kari haar noemde, wachtte hen aan het station op. Stephanie was de weduw^ van een ellendigf gestranden neef en het heette dat hij op zijn sterfbed met deze kleine robuste ziekenver pleegster getrouwd was, „enkel om de familie toch iets achter te laten. Kari was een man die humor waardeerde, ook als deze bitter en vijandig was. zoo als deze. Weliswaar nam hij het erfdeel" niet met overmatige vreugde aan, maar hij nam haar aan en zorgde voor de nieuwe nicht. Dat alles was jaren geleden. Nu, voor het eerst, verzette Stephanie zich dat men haar altijd als een onverschillige ballast had geduld en haar nooit tot de familie rekende. „Terwijl ik zóó van kinderen houd en wer kelijk van nut had kunnen zijn! Maar, neen ik was niet goed genoeg daarvoor!" Huilend van woede en verdriet vertelde zij, dat de politie een paar uur geleden het kind hij haar in huis had gebracht. Men had Jeannine in de omgeving van den Kahlen- berg opgespoord, maar of zij die drie dagen daar was geweest, waar zij had geslapen, daarover kreeg men geen woord te hooren. Zij zeide ook niet waarom zij was wegge- loopen, maar Stephanie had heel vlug de diagnose gesteld: „Mager als een ram en vol striemen!" „Emilia moet in de gevangenis", stootte Kari uit. „Ja, in het tuchthuis!" Doch Emilia was, dadelijk na Jean- nine's vlucht, verdwenen, met medeneming van den rentmeester en bijna alle voorwerper, van waarde. „Mijn beste Kari. het geheele huis is leeg, u zult niet eens een koffielepel in de zilver kast vinden". Stephanie's groote, ronde oogen keken in het ledige. „Zooveel kan iemand niet in één keer meenemen", legde zij nadenkend uit. „Die hebben reeds al dien tijd systematisch „op geruimd". En de tapijten zijn ook weg!" Kari's oogleden knipperden zenuwachtig Wat kon hem den rommel schelen, voor zijn part hadden zij alles kunnen stelen, koffie lepels, tapijten en het dak van het huis maar goed zijn, goed voor Jeannie! De bonte koe telde onbarmhartig verder op wat. naar haar meening, ontbrak. „En bijvoorbeeld het theezeefjeer is geen enkel theezeefje meer". Dan viel zij zichzeif in de rede en zeide- ,.Ik heb het kind dadelijk een glas warme melk met cognak en eiwit gegeven. Dat ver sterkt. Weet u, het eiwit goed met suiker vermengende suikerdoozen zullen be slist ook verdwenen zijn". „Heeft zij het gedronken?", vroeg Kari. „Natuurlijk! Alles heeft zij opgedrongen. En dan heb ik haar een hammomelet gegeven en Zoo kwamen zij in een luchtig eenvoudig gesprek dat hen beiden gelukkig maakte. Een kwartier later zag Kari zijn dochter terug. Zwijgend liet zij zijn kussen over zich gaan. Niets bewoog zich op het doorschijnen de gezichtje. Kari kuste haar voorhoofd, de oogen, het magere halsje. „Alles zal goed worden. Wil je niet lachen mijn lieveling? Kijk mij aan, zeg iets?" Het kind wachtte slechts totdat de om helzing voorbij zou zijn, dan verliet zij met langzame, lichte stappen de kamer. „Men moet haar tijd laten", stamelde Kari. Maar hij was bleek geworden. In de daarop volgende weken liep hij achter zijn dochter aan als een ongeluk kige verliefde. Hij had den moed verloren om met haar te praten, maar hij overlaadde haar met geschenken. Als zij schuw en ver loren voor een stapel kostbaar speelgoed stond, dacht hij wanhopig: „Eén lachje, geef mfj één lachje!" Stephanie bracht mademoiselle Thérèse in huis. Thérèse was een oude dame uit Mon- treux, donker en krom als een vleugellamme kraai. Liefkozend en angstig breidde zij haart verminkte vleugels over Jeannine uit. Lang zaam scheen Jeannine vertrouwen te krij gen. Zij ontliep Kari niet meer. en toen hij op een goeden dag Harald meebracht, den zoon van zijn bankier, was haar gezichtje gelukkig en dankbaar. Nu beleefde Kari het dat het huis vol lawaai en lachen en trappelende kinder voeten was. Jeannine verzon avontuurlijke spelletjes, zy zag kans dezen tragen jongen op te hitsen totdat hij zich draaide als een dansende muis. Maar weldra vond Kari uit dat Jeannine ook bij deze vriendschap een afstand bewaarde, niemand liet zij al te zeer naderen. „Het is haar niet gegeven teeder te zijn", dacht Kari. De eenige, die Jeannine niet verwende was Andy. Hij had een gelijkmatige, warme vriendschap voor haar, dat was alles. En het was har<J voor Kari toen hij op een dag moest begrijpen, dat Jeannine met stom me, hartstochtelijke teederheid Andy aan hing. Kari maakte zichzelf wijs dat zijn jaloezie dwaas was. Hij zeide tot zichzelf dat Andy niets gedaan had om hem Jeannine's liefde te ontstelen. Zeventien jaar lang was hij samen met Andy en hield van hem als van een jongeren broer. Ook nu probeerde hij een goeden vriend voor hem te blijven. Maar hoeveel moeite hij zich ook gaf om recht vaardig te zijn, en, zooals hij later meende, deze kwellingen te hebben vergeten: Andy was hem vreemd geworden en hij vergaf het hem nooit. (Wordt vervolgd), De slag bij Adoua. De eerste origineele foto van de gevechten om het bezit der Abessijnsche stad. Deze foto werd per vliegtuig naar Rome overgebracht, vandaar naar Londen getelegrafeerd en vervolgens weder per vliegtuig naar ons land vervoerd De Zuid Afrikaansche gezant, dr. H D. Broekhuizen en zijn echtgenoote bezichtigen de tentoonstelling in het A M.V J -gebouw te Amsterdam bij de herdenking yan het feit, dat Paul Krüger 110 jaar geleden geboren werd Italiaansche inlandsche troepen met veldgeschut in stelling bij het bombardement van Adoua. Een telegrafisch overgebrachte foto van den hevigen strijd, welke tusschen Italianen en Abessyniërs gevoerd is rondom dit belangrijk punt De jongste diplomaat van Europa. Reginald Zaphiro (rechts) een 19-jarig landbouwkundig student, is benoemd tot secretaris op de Ethiopische legatie te Londen Prins Nicolaas van Griekenland en zijn echtgenoote, de ouders der Hertogin van Kent arriveeren aan het huis Belgrave Square te Londen, waar de Hertogin een zoon geboren werd In het Nederlandsch Paviljoen op de Wereldtentoonstel ling te Brussel is een tijdelijke bloe mententoonstelling ingericht. Een over zicht van de ex positie Voor de uitbreiding van het gebouw der Joodsche Invalide te Amsterdam is Donderdag de eerste paal ge slagen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 9