Studenten-studiën MAANDAG 14 OCTOBER 1935 HAARLEM'S DAGBLAD 3 N. S. B.-landdag te Loosduinen 35.000 deelnemers. Rede van Ir. Mussert. Te Loosduinen is Zaterdag een landdag van de N.S.B. gehouden, waar aan door leden uit alle deelen des lands, naar schatting ongeveer 35.000 werd deelgenomen. Hiervoor was een groote tent opgericht. De deelnemers werden met autobussen en extra treinen aangevoerd van de beide stations marcheerden zij in op tocht naar het terrein aan den Leijweg te Loosduinen. Langs den geheelen weg was veel politie Het corps was voor deze geleeenheid versterkt met een detachement Rijksveldwacht. De straten waren niet afgezet, uitgezonderd in de onmiddellijke omgeving der stations. Wel had de politie verschillende maatregelen ge troffen om het verkeer zoo goed mogelijk voortgang te doen vinden. In den stoet liepen trommelslagers en hoornblazers mede en op hun marschmuziek ging de stoet langzaam voorwaarts. Op den langen weg van de beide stations naar het kamp hebben zich geen noemens waardige incidenten voorgedaan. Wel werden duizenden pamfletten uitgedeeld en deze werden ook van de daken op de voorbij trek kende N.S.B.'ers geworpen, Een drietal perso nen, die in de omgeving van de Hoefkade hierdoor eenige opschudding verwekten, wer den door de politie gearresteerd. Het binnenstroomen van de 35.000 deel nemers in de verga dertent nam uiteraard uren in beslag, Op het podium, tegen welks treden den- negroen gelegd was, was een muziekkorps gezeten, dat zich van tijd tot tijd hooren liet. De landdag werd bijgewoond door negen en twintig Nederlanders uit Wiesbaden. Toen de bijeenkomst tegen half acht-begon ontruimden W. A.-mannen de ruimte voor het podium. De electrische lichten in de zaal gin gen uit olielampjes bleven branden en het polium werd in een lichtschijnsel ge plaatst. De algemeen secretaris van de N. S. B., de heer Van Geelkerken, sprak een openings woord. Terwijl de menigte zich van haar plaatsen verhief en de muziek speelde, schreed hierna de heer Mussert door het middenpad de zaai binnen. De menigte riep „Houzee" en hield den arm gestrekt. De heer Van Geelkerken herdacht de m het afgeloopen jaar gestorven kameraden met name den heer Van der Voort van Zijp. Een zangkoor zong „Ik had een wapenbroeder", terwijl de menigte met gestrekten arm stond. Trommels roffelden. Op den top van het podium stond de heer Mussert. Langzamer hand gingen de trommels zachter roffelen en liet men de armen dalen. Tenslotte heerschte stilte. Toen de leider was binnen gekomen, werd het podium met vaandels versierd. Voor he' podium ginig een aantal W. A.-mannen op post staan. De heer P. J. Roskam Hzn. heeft vervolgens een rede uitgesproken over: De leidersgedach te in den vrijen Dietschen volksstaat" Vervolgens sprak M. graaf de Marchant et d'Ansembourg over „Kerk en Staat". Graaf de Marchant et d'Ansembourg liet aan zijn rede de opmerking voorafgaan, dat hij in deze bijeenkomst meer welkom was dan in de Eerste Kamer, woorden welke bij het publiek vroolijkheid verwekte. In den loop zijner rede deed hij een be roep op Hitier om niet door handhaving van personen van niet-christelijke van heidensche wereldbeschouwing op leidende posten een verkeerden indruk buiten Duitschland te maken. Voorts merkte spr. op: Wij zullen ons doel met of zonder de kerk bereiken, evenals in Italië en in Duitschland. In het belang van den godsdienst, van het Christendom, hopen wij. dat de afzijdigen van thans spoe dig onze hand zullen grijpen. Bij de installatie van nieuwe leden heeft de heer Mussert het woord gericht tot hen, die gekomen waren om de gelofte van trouw af te leggen aan de N. S. B. en haar leiding. Wij moeten, zeide hij. een politiek leger vor men, dat gelooft in de roeping van de N. 3. B Leden, die, zoodra zij op moreelen tegenstand stuiten, in elkander zakken als een ijspud ding in de zon, zijn ballast voor de Beweging. Leden, die als er in Het Volk of in het Han delsblad ol in De Maasbode weer dierbare ver haaltjes staan over Dolfuss of de negers van Abessynië of Duitsche Joden of Herriot of Macdonald, zich afvragen, of het dan toch wel goed is om bij de N. S. B. te zijn. zijn rug- gegraatloozen die wij kunnen missen als kiespijn. Leden, die, als in Volk en Vaderland zonder pardon de vinger gelegd wordt op de vele wonden, die in ons volk geslagen zijn, het constateeren van die wonden niet netjes vin den. moeten maar ophoepelen. Al die verwee- kelijkte. halve zachte eitjes zijn mij een gru wel. riep de heer Mussert uit. Wij zullen, ver klaarde hij ook, ons volk toonen, hoe het jaar in jaar uit is bedrogen, en geleidelijk maar zeker zullen wij het doordringen van onze be ginselen. Wij willen ons volk. dat wij liefheb ben, niet overweldigen, maar overtuigen en helpen. Lichamelijk geweld moet ons daarbij vreemd blijven, want daarmede wint men de ziel van een volk niet. Onze tegenstanders schijnen hieruit het laatste jaar de conclusie getrokken te hebben, dat zij ons ongestraft kunnen aanranden. Deze vergissing moet her steld. Ik verwacht, zeide ir. Mussert, van iederen weerbaren, mannelijken N. S. B.'er dat bij elke poging tot aanranding hij zich onmiddellijk krachtig te weer stelt. De heeren moeten weten dat het voor hun neus en hun ezelskinnebak onvoordeelig is om te probee- ren, een arm van een N. S. B.'er neer te halen. Hierna legden de nieuwe leden de gelofte af. Onder houzee-geroep besloot de vergadering aan de Koningin een telegram te richten, waarin zij hun Vorstin hun liefde en trouw betuigen, en aan Prinses Juliana een tele gram, waarin zij uiting gaven aan hun liefde en trouw voor hun kroonprinses. Vervolgens werd gepauzeerd, waarna de W.A. in uniform defileerde. De heer Mussert. algemeen leider van de N. S. B., heeft een rede gehouden, waarin hij verklaarde dat het de taak van de N. S. B. is om het Nederlandsche volk. dat dag in dag uit wordt bedrogen, voor te lichten De heer Mussert besprak vervolgens de vraag hoe wij staan te midden der andere vol ken. Daarbij behandelde hij het communisme, als het parool van Moskou noemende: „gelei delijke uitbouw der wereldrevolutie door de Europeesche staten tegen elkander op te zet ten, met de democraten aan te pappen (want via de democratie is hun doel te bereiken) en vooral het fascisme, hun eenigen vijand, te kraken". Zonder Italië en zonder Duitschland was Europa al tien jaren een kolonie van Mos kou. Maar dwars door Europa ligt deze dam Rome-Neurenberg. Vernietiging van Italië, omsingeling van Duitschland, oorlog tusschen de Europeerche natiën, met als zeker gevolg de zegepraal van het bolsjewisme, ziedaar, waar Moskou doelbewust op aan stuurt. Hierna besprak de heer Mussert den toe- I stand in Italië, welke hem bracht tot de con clusie, dat, als Italië Abessynië verovert, het dit doet, omdat het niet anders kan, omdat het moet kunnen beschikken over grondstof fen, omdat het een uitweg moet vinden voor zijn bevolkingsoverschot, waarvoor alle landen hun grenzen hebben gesloten. Men zegt, dat Abessynië lid is van den Vol kenbond, maar uit dit feit blijkt alleen, dat de Volkenbond een enorm gevaar is voor den vrede in Europa. Zonder den Volkenbond was het een koloniale kwestie en zou Engeland zijn vloot gebruikt hebben om een stuk van den buit te krijgen. Van den aanvang af heeft Mussolini gedaan, wat mogelijk is, om het geschil buiten Europa te houden, en doet Litwinof al het mogelijke om er een oorlog tusschen de Europeesche staten uit te fabri ceeren. In de Volkenbondsverplichtingen ligt. aldus de heer Mussert. de oorzaak der ellende. Er bestaat geen Volkenbond, die met recht dien naam kan dragen, maar een bond van volke ren, die ten doel he°ft om het. schreeuwend onrecht, dat aan de Duitsche, de Oostenrijk- sche, de Hongaarsche en Bulgaarsche volke ren is aangedaan, te handhaven door gemeen schappelijk geweld. Troelstra heeft verklaard, dat de bond bedoeld is als organisatie der overwinnaars, die met behulp der neutralen de overwonnenen in de positie van politieke en economische, minderwaardigheid zal hou den. De heer Mussert merkte op dat wij. door tot dezen bond toe te treden, ons hebben ver laagd van een onafhankelijken staat tot ten werktuig in de handen van Engeland en Frankrijk en onzen bodem hebben bestemd tot slagveld van Europa. Over onze verhouding tot Indië sprekende, zeide ir. Mussert dat hij, na hier drie jaar lang met modder te zijn gesmeten, in Indië voor het eerst weer een vaderland gevonden heeft, vrij van politieke terroristen. De gou verneur-generaal, zeide ir. Mussert, heeft niet meegedaan aan de politieke terreur. Hij acht zich blijkbaar niet een werktuig in de handen van politieke terroristen, maar een vertegen woordiger van de Kroon. Hij heeft het ambt van gouverneur-generaal hoog gehouden. Daarvoor behoort het geheele Nederlandsche volk hem dankbaar te zijn. In zijn handen is het gezag in Nederlandsch Indië veilig. Het bestuur in Indië, merkte ir. Mussert op, is in hoofdzaak fascistisch; men heeft daar lak aan Aalberse, lak aan Albarda. Men min acht daar het politieke gekonkel en gekra keel, dat het politieke leven hier te lande be- heerscht. Een sterk, eendrachtig en met vaste hand geleid volk, dat is, wat zij daar noodij hebben. Drie kwart van de Nederlandsche be volking in Indië is vóór ons. Uit uw naam, mijn kameraden, aldus spr., heb ik beloofd, dat zij op ons kunnen rekenen. Anderzijds staan daar reeds nu de kameraden klaar om ons te steunen in onzen strijd. Ook zij zullen woord houden. Zoo zullen wij den band tus schen Nederland en Indië onverbrekelijk ma ken. Wanneer daarbij zal komen, dat wij van Nieuw-Guinea een Nieuw-Nederland kunnen maken, waar duizenden en duizenden onzer volksgenooten een sober, arbeidzaam, maar vrij en onafhankelijk bestaan kunnen vinden, dan zullen wij de grootste daad verrichten voor de voortleving van ons volk tot in verre eeuwen. Met het zingen van twee coupletten van het Wilhelmus en een driewerf „Houzee" werd de bijeenkomst gesloten. (A.N.P.) Lijm- en gelatinefabriek gaat zoutzuur leveren. Voor tinsmelterij. De Hollandsche Metallurgische bedrijven te Arnhem, zijnde het tinsmelbedrijf der Billi- ton Maatschappij, hebben een langjarig con tract afgesloten met de N.V. Lijm- en Gelati nefabriek te Delft voor de levering van zout zuur, waartoe de zoutzuurfabriek van de lijmfabriek een kleine uitbreiding zal onder gaan. Tengevolge van de zware concurrentie met het buitenland wordt dit zoutzuur met een zeer kleine winstmarge vervaardigd. Het is echter bijzonder toe te juichen, dat deze samenwerking van twee Nederlandsche be drijven aan de werkgelegenheid hier te lande ten goede komt. (A. N. P.) Wijzigingen in het vaste lastenontwerp. Regeering heeft haar standpunt nog niet bepaald. Naar aanleiding van berichten, die in som mige dagbladen zijn verschenen over wijzi gingen in het vaste lastenontwerp. wordt van officieele zijde medegedeeld, dat omtrent eventueele veranderingen, welke bij nota van wijziging in dat ontwerp zullen worden bracht, nog niets vaststaat. De regeering heeft haar standpunt dienaangaande nog niet be- Filmstad officieel geopend. Door minister Gelissen. Onder prachtig najaarsweer heeft Zater dagmiddag te Wassenaar de opening van Loet C. Barnstijn's filmstad plaats gehad. Minister Gelissen sprak de openingsrede uit. Na een korte beschouwing over de beteeke- nis en de ontwikkeling van de cinematografie bracht spr, hulde aan den heer Barnstijn. die thans een grooten stap doet in het industrieele leven. Naar men spr. verzekerd heeft, kan deze filmfabriek glansrijk doorstaan de vergelij king met iedere andere instelling van dien aard in Europa. Bij den bouw zijn de inzichten van den heer Barnstijn getoetst aan de ervaring in het buitenland opgedaan. Weldoordacht, goed voorbereid is hier een filmfabriek verrezen, die in technisch opzicht aan zeer hooge eischen kan voldoen. De bekwaamheid onzer Neder landsche ontwerpers, leiders en uitvoerders, van de onderwerpen, die hier verfilmd zullen worden, hun inzichten omtrent moraliteit, hun kunstzin mogen het buitenland tot voorbeeld strekken. De historie onzer cultuur en ons volkskarakter bieden hiervoor goede waar borgen. Het is verheugend, dat de heer Barnstijn een flinken stap heeft willen doen in de rich ting eener verdere industrialisatie van Neder land. Aldus dient hij niet alleen kunst en techniek, hij draagt hierdoor in belangrijke mate bij tot werkverruiming Ook dit laatste is van niet te onderschatten beteekenis De nieuwe onderneming moge binnenkort de algemeene waardeering vinden in binnen- en buitenland. De minister verklaarde tenslotte de film stad voor geopend. Voorts hebben nog de heeren D Hambur I ger Jr.. voorzitter van den Ned. Bioscoopbond en mr. J. van IJzeren, secretaris van den heer Barnstijn, gesproken. Ocl, WOGII POIII Wob MogJi Boeli Hopsasa.... Gloriana zingt zen lied Wat ze zingt versta ik niet, 'tls een lof zang,want ik hoor als refrein steeds f/ 5neeuwvJ\tqloor. Andere regeling voor benzine uitvoerverbod. Bepalingen moeten soepeler toegepast kunnen worden. (Adv. Ingez. Med.) Ervaringen van een Eerstejaars in Amsterdam. Nee meneer, zei de oude aapjeskoetsier hoofdschuddend, nee meneer, Amsterdam is niet meer wat 't geweest is. En hij veegde weemoedig langs zijn neus met de mouw van zijn duffelsche jas. D'r was een tijd. ging hij na een poosje voort en het leek of hij niet meer tegen ons piaatte, maar zijn woorden zoomaar liet val len de ruimte in. dat wij, as ik me zoo eres mag uitdrukken, bij het stadsbeeld hoorden. Toen was 'n koetsier 'n mensch meneer Wat is-ie tegeswoordig? Toen droeg 'n koet sier een hooge zij je. waar je je eigen in spie gelen kon. En nou.Triestig nam hij zijn hoofddeksel af, dat inderdaad meer op een verregende kat leek dan op een hoed. Maar 't is dan ook een vrij kwalijk ver voermiddel. zoo'n bakkie, zei Bob harteloos. Als je haast hebt neem je toch zeker een taxi! Jullie gaan veel te langzaam. Langzaam? Zeggu me nou es eerlijk me neer: wat is langzaam? Ze weten tegeswoor dig van malligheid niemeer wat ze doen. Wat is hard? Assu met 'n trammetje na 't station gaat. is dat hard? Niks, zeit 'n taxi Gaat u hard met 'n auto? Nee. zeit 'n vliegmesjien. Hard meneer, das net zoo lang asset breed is. En ik ken u vertellen, ik heb met Sjaan hier gereje en ik heb met 'r moeder gereje, maar toen die nog in d'r lui goeie jare wazze, toen konne ze de sokken d'r in zetten dat geen paard van 't Plein ze bij hield. Ja. nou is ze oud, 't is amper dat ze tegen die rotbrug- getjes van de Reguliersgracht op komt. maar is 't 'r kwalijk te nemen? 't Benne niet alleen de jaren die 't 'm gedaan hebben, meneer, 't Is ook 't sjagrijn. En zijn hand gleed liefkoozend langs een puntig uitsteeksel op Jeannes schoft. We stonden er een beetje schimmelig bij. 't Waren drukke dagen geweest. Eerst het Groenentooneel, dat op 'n volkomen fiasco was uitgeiooper., behalve dat we tot, slot het publiek met spuitwaterflesschen hadden mo gen bevuren: toen de geëmancipeerde kroeg jool voor 't eerst op stoelen in de Kroeg en tenslotte de inauguratie, plechtig in de aula van de Universiteit met een officieele speech van den Rector. Daarop was 't diner gevolgd met wilde redevoeringen die nie mand verstond en toer waren we de stad in- gesjouwd. naar 't Pleir. der Pleinen natuur lijk. Tot onze schade had echter onze in vasie een volledige mobilisatie van alle zwaar gewicht-Barportiers ten gevolge gehad, die ons overal de toegans versperden. En zoo waren we wat katterig beland bij den ouden aapjes koetsier, die zielig naast z'n rossinant stond te kleumen in den motregen. De heeren hadden voor 'n jaar of twin tig. dertig geleje motten studeeren. zei de wagenmenner. Dat ware tij je. Heb u weles van Hollandais gehoord of van Astor? Wel van Astoria, zeiden wij als uit één mond. Daar waren we eens met H.E.R.M.E.S. geweest, verduiveld leuke kroeg. Och meneer, das allemaal niks. Praat u mijn niet over de kroegen van vandaag de ig. Goed voor de sjiek, niet voor u of mijn. We keken eikaar bij deze gelijkschakeling even aan. maar we zeiden niets. - In mijn tijd meneer, dat zal u niet ge- looven. maar toen dronk je zóó'n pikketanes met zóó'n kop er op zijn handen wezen afmetingen aan, waar ik van rilde voor zeve cente. En goed spul meneer, niet dat misselijke goed van miksjers en kokteelen. Zuiver asals jenever, meneer. Zuiverder ken je niks bedenken wat u. We waren het volkomen eens. En de walletjes meneer. As ik u daar verhalen van vertelde. Dat was 'n mooie tijd. Daar had je toen nog van die kleine, gezellige, stiekeme cafétjes. De politie wist er van, maar ze knepe ên oogje dicht Of liever alle twee. 's Nachts na eene begon 't daar pas. 'n Trekharmonica, 'n glaasje bier, aardige meisies. Geen afzetterij, geen ge- meenigheid, alles in 't ordelijke zoo gezeid. As 't hier op 't Plein sluiten was, kwamen ze bij me, de heeren. Taaje, zeie ze, waar breng je ons vanavond na toe? Heeren, zei ik, wat zal 't wezen, No. 76, of No. 113. of 27? En de Bor meneer, de ouwe Bordeleeze in de Leidsche straat. Niet die groote kast, die nou leeg staat, nee, aan den overkant. Daar kon je nou om es een voorbeeld te noemen, met je overgrootmoeder na toe gaan, en de ouwe hommel zou d'r eigen niet hebben hoe ven sjeneeren. En even zoo vroolijk gezellig meneer. Wat ik daar 'n uren heb staan wachten, wat ik daar 'n heeren vandaan naar huis heb gereje Taaje. zeie ze. zachies rijje. ik lijk wel te denken dat ik niet als te lekker ben. En wil u gelooven, dat ik ze ree. of ik 'n zuigeling in de wieg achter me bok had? En Sjaan meneer het dier draaide den kop om en keek den baas droefgeestig aan 't was of ze 't begreep. Zoo soepel asse dan liep. zoo zacht van optrekken. 'n Taxi stopte vlak bij ons met afgrijselijk remgeknars. 't Moderrene verkeer, zei de Taaje met de diepste minachting. Motten de heeren me wagentje niet eens probeeren? We kochten het af met een paar sigaren en liepen door. Maar ik voelde achter me de oogen van Jeanne, die mij verwijtend na vaarden. A. A. MATRIS. In een extra nummer van de Staatscourant is opgenomen een be schikking van den minister van Han del. Nijverheid en Scheepvaart. Bij deze beschikking heeft de minister in getrokken zijn beschikking van 9 Oc tober j.l. met betrekking tot het ver- leenen van dispensatie van het verbod van uitvoer van benzine. Voorts heeft de minister bepaald, dat van genoemd verbod algemeene dis pensatie verleend zal worden, behalve voor die hoeveelheden en soorten ben zine ten aanzien waarvan door hem met belanghebbenden is of nader wordt overeengekomen, dat uitvoer niet zal plaats hebben. Omtrent bovenstaande meldt de Tel. nog: De nieuwe ministerieele beschikking in zake het benzine-uitvoerverbod heeft ten doel de toepassing van het verbod, voornamelijk ten aanzien van het verleenen van dispensaties, soepeler te maken. Bij den aanvankelijken vorm van het uit voerverbod was de situatie zoo. dat de uit voer van benzine verboden was. doch dat dis- j pensatie van het verbod verleend werd ten aanzien van hoeveelheden, die noodig waren j voor de eigen behoefte van het motorrijtuig, dat de grens passeerde. Dit beteekent dus dat de hoeveelheid in de tanks der auto's vrij was en uitgevoerd kon worden. Echter dreigde de handel en vooral de transitohandel van het verbod in dezen vorm te veel overlast te krijgen. Daarom heeft men de zaak nu feitelijk omgedraaid, en den uit voer vrijgelaten behalve voor bepaalde hoe veelheden en soorten ten aanzien waarvan de minister met belanghebbenden overeenkomt, dat zij niet zullen worden uitgevoerd. Ook op deze wijze kan de strekking van het benzine uitvoerverbod volledig tot haar recht komen. Een halve eeuw geleden Uit Haarlems Dagblad van 1885. 14 October: Met de Haarlem—Zandvoort Spoor weg Mij. zijn in de maand Aug. 1885 vervoerd 53244 passagiers, waarvan de opbrengst was 13975.55 van goederen f 924.36 van diversen f 857.57Vs Totaal 15757.48'i Uitmakende per dag en per kilometer 59 80. Door onze lens gesnapt. Vrouwelijk hoofdpersoon van donker Oss in arrest. Vele jongeren in het verderf gestort. De houdster van de stille kroeg in het Schayksche veld is Oss waar .jarenlang vele personen uit donker Oss bijeenkwamen om plannen te be ramen voor hun rooftochten en waar zij na met succes de daad ten uitvoer te hebben gebracht weer bijeen kwamen om den buit te verkoopen en de opbrengst te verbrassen of te ver dobbelen. de 46-jarige vrouw Joh v. B. geb. V., bijgenaamd „Hanneke van Martekus", is door de marechaus see gearresteerd. Deze vrouw heeft vele jongeren in het ver derf gestort en vele stamgasten zijn haai reeds naar de gevangenis voorgegaan, thans is ook haar beurt gekomen. De schoonmaak te Oss zou zonder haar arrestatie niet volle dig zijn geweest. Kon. Ned. Toonkunstenaars- vereeniging. Eenige onderwerpen uit de geluidsleer. De heer H. M. Janett. leeraar aan de 2e H. B S B aan het Santpoorterplein, hield Za terdagavond in het natuurkundelokaal va n die school voor de afd. Haarlem der Kon Ned. Toonkunstenaarsvereeniging een voordracht met demonstraties over „Eenige onderwerpen uit de geluidsleer". De spreker begon met te zeggen, dat r.ij het geluid uitsluitend uit physisch standpunt zou behandelen en zette daarna uiteen, dat het geluid door trilling ontstaat en door de luchf wordt voortgeplant met een snelheid \an ongeveer 340 M per seconde. De nagalm van een geluid duurt veel langer dan men wel zou meenen en kan in groote gebouwen zeer hinderlijk zijn. De hoogte van een toon staat in verband met het aantal trillingen. Aangenomen mag worden dat bij een gering aantal trillingen 'minder dan 16 per seconde) het normaal menschelijk oor geen geluid meer waarneemt. Bii de 32 trillingen per seconde begint de mu zikale toon. Het aantal trillingen mag. om als geluid waarneembaar te zijn, ook niet te groot worden. De gren.s ligt bij ongeveer 18000 a 19000. In de muziek komt men meestal niet hooger dan 7000 a 8000 trillingen. Zeer onre gelmatige trillingen veroorzaken een geruisch. Aan de hoofdtrilling worden door verschil lende oorzaken, bijvoorbeeld door den vorm van den mond. boventonen toegevoegd. Om dit aan te toonen sprak de heer Janett de verschillende klinkers luide uit; hierdoor werd een lichtend plaatje in trilling gebracht. Een snel draaiende spiegel projecteerde de beeldjes van het lichtend plaatje en zoo kre gen we de klinkers „in levenden lijve", zooals de inleider het noemde, in grilligen vorm op een scherm '„afgebeeld". Voorts werden de trillingen van een stem vork, door middel van stroboscopische verlich ting, zeer verlangzaamd en daardoor duidelijk zichbaar gemaakt. Aangetoond werd ook, dat een trillende snaar op bepaalde punten in rust blijft; dit zijn de „knooppunten", waartegen over de „buikpunten", de grenzen van de grootste trilling, staan. Vervolgens behandelde spr o.m. het ver schijnsel van de reconnance, waarvan in de muziek voortdurend gebruik wordt gemaakt. Een luchtkolom resonneert boven een stem vork; een snaar resonneert op den toon van een andere snaar. De spreker gaf aan zijn belangwekkende voor dracht een slot van humoristischen aard door het doen draaien van eenige gramofoonpla- ten. Eerst, een plaat, die een mooie, gedragen voordracht, door Paul Huf. van het Wilhelmus, weergaf. Daarna werd dezelfde plaat tweemaal te snel gedraaid, waardoor de voordrager niet alleen veel sneller, maar ook op veel te hoogen toon en zoo goed als onverstaanbaar sprak. Toen de plaat vervolgens te langzaam werd gedraaid, was het geweldig gebas al even vermakelijk als het hoogtonig gepiep. Eenzelfde verminking onderging Arabesque van Debussy. Thans werd de plaat van ach teren naar voren afgedraaid Het resultaat was kostelijk van dwaasheid. De voorzitter der afdeeling. de heer E. A j Cats, sloot de bijeenkomst met een woord van hartelijker, dank aan den inleider. DE HEER F. S. NOORDHOFF. De heer F. S. Noordhof f. die 26 Juni van dit jaar tot lid van den Haarlemschen Ge meenteraad werd gekozen, werd in 1882 gebo ren en bezocht de 5-jarige H. B. S. te Sneek. Hij was van 1901 tot 1915 werkzaam bij het Gevangenis-, Rijks- Tucht- en Opvoedings wezen in administratieve betrekkingen. Daar- •na was hij van 1915 tot 1930 voorzitter-redac teur van den Centr. Ned. Ambtenaarsbond. Voorts was hij van 1921 tot 1924 lid van den gemeenteraad van Baarn. Sedert 1930 is de heer Noordhoff redacteur bij het Ned. Verbond van Vakvereenigingen (week- en maandblad). Verder is hij lid van den Hoogen Raad van Arbeid en maakt hij deel uit van de Centrale Commissie voor de Statistiek en van den Raad van Toezicht op de Rijksverzekeringsbank. Hij is schrijver van onderscheidene brochu res en van het boek „Petroleum en Petroleum- politiek (Adv. Ingez. Med.) Receptie H. Kwekkeboom. Bij het 25-jarig jubileum. Ter gelegenheid van het feit dat de heer H. Kwekkeboom vijf en twintig jaar dans- leeraar is, werd Zaterdag in het instituut aan de Nieuwe Gracht een receptie gehouden, waar vooral leerlingen en oudleerlingen van hun sympathie getuigenis aflegden Zeer veel bloemwerken versierden de feest zaal. waaronder er waren van Haarlemsche collega's, van welken wij noemen de heeren A. Kwekkeboom, Fortgens, De Lange, Micgielse en Van Aken en Schroder. Van de Nederlandsche vereeniging van Dansleeraren was eveneens een bloemstuk aanwezig. De secretaris, de heer M. A. Meu niers feliciteerde den heer Kwekkeboom. die voorzitter van de vereeniging is, en memoreer de in zijn rede de groote verdiensten van den jubilaris voor de danswereld in het algemeen. Verder hadden bloemen gezonden: de hee ren Constance uit Den Haag, M. A. Meuniers uit Rotterdam, Blumer uit Rotterdam, Stee houwer uit Dordrecht, mevrouw Boer uit Dor drecht, allen collega's van den heer Kwekke boom. Ook uit het buitenland waren gelukwen- schen gekomen, o.a. van Maurice Matty te Antwerpen en van den Belgischen bond van dansleeraren. Voorts van Victor Sylvester te Londen, den leeraar der leeraren en van de British Association of Teachers of Dancing. Deze dag heeft den heer Kwekkeboom en zijn echtgenoote bewezen dat de naam Kwek keboom in de nationale en internationale danswereld niet alleen groote bekendheid ge niet, doch ook een zeer goeden klank heeft. Landbouwer door trein gegrepen en gedood. Nabij het station Staphorst is een landbou wer. die met paard en wagen den onbewaak- ten overweg aldaar passeerde, door een goe derentrein gegrepen. Voerman en paard wer den op slag gedood. Het slachtoffer is de 60-jarige H. Nijboer, ongehuwd. De overweg ter plaatse is geen verkeersweg, doch geeft -'en boeren gelegen hun landerijen te bereiken. Het uitzicht t;r p'aatse is zeer goed. zoodat wel vaststaat dat Nijboer niet behoorlijk moet hebben uitgekeken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 5