Hevige Westerstorm jaagt bij Egmond twee schepen op het strand. Studenten-studiën. Honderden vrouwen bidden om vrede. I MAANDAG 21 OCTOBER 1935 H A A R L E M'S DAGBLAD 3 s.s. Kerkplein en sleepboot Drente verloren den strijd tegen het noodweer. Moedige redding van de Egmondsche reddingsboot. De Neeltje Jacoba antwoordde niet. De hevige storm die Vrijdagnacht opstak uit het Zuidwesten en die al ruimende Zaterdag in den loop van den dag in hevigheid toenam, om ten slotte de kracht van een orkaan te bereiken, heeft op de kust in de na bijheid een ernstige scheepsramn ver oorzaakt. Nabij Egmond strandde Za terdagavond omstreeks 7 uur het Ne- dcrlandsche s.s. Kerkplein, spoedig gevolgd door de sleepboot Drente van Bureau Wijsmuller, die van IJmuiden nas uitgevaren om de Kerkplein, die in moeilijkheden was geraakt, te as- sisteeren. Onmanoeuvreerbaar ge worden, doordat zij een tros in de schroef had bekomen, was spoedig na de stranding van de Kerkplein ook de Drente een prooi der onstuimige bran ding en verkeerden dertien plaatsge- nooten in levensgevaar. Dank zij de moedige redding van de Egmondsche reddingboot, konden alle schipbreuke lingen ongedeerd het veilige strand bereiken. Vrijdagnacht vertrok het ruim 5000 ton groote s.s. Kerkplein van de Stoomvaart Mij. „Millingen" te Rotterdam van IJmuiden, be stemd voor den Nieuwen Waterweg. Het schip was dien nacht ongeveer één uur in zee. Spoedig zou blijken, dat het moeilijk be stuurbare vaartuig het schip was ledig een zwaren strijd zou moeten voeren. De Zuid wester storm wakkerde voortdurend aan en tegen het aanbreken van den dag was men nog weinig opgeschoten. Uren verliepen, steeds heviger werd de storm, de geringe kolenvoor- raad slonk zienderoogen. Zaterdag tegen den middag was de Kerk plein weer dwars van IJmuiden. De wind was al iets geruimd en de hevige storm stuwde het ledige schip naar de kust. Er was geen denken aan dat de Kerkplein zonder sleepboothulp weer in de haven terug zou kunnen komen, veel minder dat het bij machte was op de ruimte te gaan. Er bleef den kapitein dus niet anders over dan assistentie te vragen. De Drente vaart uit Niet zoodra had men bij Bureau Wijsmuller het verzoek om hulp ontvangen of de sleep boot Drente werd uitgezonden om de Kerk plein, ire assisteeren. Even vóór één uur Zater dagmiddag was de Drente andeir commando Van kapitein Joh. v. d. Graaff in zee. Aan boord bevonden zich behalve de kapitein de heer J. D. van Mourik, walchef, de heer R. Meyer, marconist, die alhoewel niet in actie ven dienst zijnde, zich voor dezen tocht be schikbaar had gesteld, benevens tien leden van de bemanning. In totaal 'waren dus dertien man aan boord. De Kerkplein die het op dat tijdstip zwaar had te verantwoorden, bevond zich ongeveer 3 mijl buiten de brulboei. Een paar uur na haar vertrek was de sleen- boot bij de Kerkplein. Dank zij de zeeman schap van kapitein van der Graaf, dank zij de onverschrokkenheid van de bemanning, slaag de men er vrij spoedig in, ondanKs dat voort durend zeeën overboord kwamen, de Kerk- klein op sleeptouw te krijgen. Helaas brak de tros korten tijd nadat de verbinding tot stand was gekomen. Alle moeite was tevergeefsch ge weest. De gebroken tros werd ingehaald, een nieuwe werd gereed gemaakt en spoedig had men de Kerkplein weer vast. De vreugde was echter van korten duur, want weer brak de tros. De positie der beide schepen werd hoe langer hoe gevaarlijker. Want in den tijd dat de Kerkplein los was, was zij steeds dichter bij de kust gekomen en toen de Drente haar opnieuw vast had, was men niet meer dan een paar mijl van het strand verwijderd. Opnieuw had de Drente de Kerkplein dus weer op sleeptouw. Kapitein van der Graaff wilde nu trachten Nieuwediep te bereiken. Voor de derde maal breekt de sleeptros Nadat de Drente de Kerkplein opnieuw op sleeptouw had genomen, was het eerste wat kapitein v. d. Graaf deed. te trachten, de Kerkplein verder Noordwaarts te krijgen. Dit gelukte en langzaam voer de sleepboot met de hevig stampende en slingerende Kerkplein achter zich in de richting van den Helder. Reeds was men dwars van Egmond, toen voor de derde maal de sleeptros brak. De Drente moest thans den strijd opgeven, want de Kerkplein was nu zoo dicht bij de branding dat het voor de sleepboot niet meer mogelijk was bij haar te komen. Tot overmaat van ramp kreeg de Drente een tros in de schroef. Zeven uur Zaterdagavond liep de Kerkplein op het strand, even later strandde ongeveer 100 M. Noordelijk de Drente. Egmondsche reddingboot in actie In Egmond aan Zee had de commissie der N Z.H R.M., zoodra men zag, dat de Kerkplein dreigde te stranden, maatregelen genomen. De reddingboot werd klaargemaakt, evenals het wnippertoestel. Voor de bemanning van dc Kerkplein dreigde echter geen gevaar; deze zat hoog op het strand. Anders was het ech ter met de zooveel kleinere Drente, die voort durend door hooge zeeën werd overspoeld en een speelbal der golven was. Fakkels werden op het strand ontstoken en later kwam het zoeklicht uit Wijk aan Zee. Men trachtte met het Whippertoestel een lijn op de Drente over te brengen. Dit bracht echter niet het se- wenschte succes. We kwam de lijn eenige ma len op het dek. maar het was voor de men- schen op de Drente niet mogelijk haar te grijpen De Drente was langzamerhand dichter tij de kust gekomen. Haar positie werd zoo. dat men er aan kon denken, de opvarenden met de reddingboot aan land te brengen. Onder het schijnsel van de machtige licht straal van het zoeklicht aanvaardde de red dingboot haar moeilijke taak. De Drente lag. zooals gezegd, dicht bij de kust en spoedig was de reddingboot langszij. In de luwte van de evenwijdig met het strand liggende sleepboot was het voor de schipbreukelingen niet moei lijk in de reddingboot te komen. De kapitein bevond zich echter niet onder de geredden. Dat ook hij tenslotte nog gered werd, is te danken aan het moedige ontreden van de bemanning van de reddingboot, in het bijzonder van den roeier Wijker. die zijn leven in de waagschaal stelde, om kapitein van der Graaff te redden. Deze zal in de kajuit gevangen, doordat, toen de kapitein even naar bensden was gegaan, een tank voor de deur was gerold. Buiten gier de de stormwind, het water kwam in den sa lon. steeds hooger en hooger Maar er kwam uitkomst. Een schok had de tank voor de deur geworpen, een schok wierp haar ook weer terug. De deur was vrij. Maar een nieuw onheil was gekomen. De toegang naar de brug was versperd door een rooster. De eenige toegang, want er was geen denken aan. over het dek op de brug te ko men. Inmiddels waren alle andere opvaren den. zonder dat de kapitein het had ge merkt, in veiligheid gebracht. Maar men miste den kapitein. Vooruit jongens, dan er maar weer heen! En andermaal werd de zware tocht onder nomen. De kapitein wist ten slotte met behulp van een zaklantaarn door een patrijspoort de aandacht op zich te vestigen, want niemand wist. waar hij zich bevond. De reddingboot kwam weer langszij. Wijker sprong, ondanks dat de golven voortdurend over de Drente sloegen, over en slaagde er in. het rooster te verwijderen en den kapitein te bevrijden. Vier uur had de gevangenschap van den ka pitein geduurd. Vol lof was de heer v. d. Graaff over den heldenmoed van zijn redder, vol lof waren alle schipbreukelingen over de hulp die zij in Egmond mochten ondervinden. Alien wa ren natuurlijk drijfnat, maar zij werden spoedig van droge klceren voorzien. De Neeltje Jacoba. Niet alleen bestond er ongerustheid om trent het lot van de bemanning van de Drente; ook de Neeltje Jacoba, die Zaterdag middag was uitgevaren, heeft velen, vooral de familieleden der zes opvarenden angstige uren bezorgd. Want na Zaterdagavond 7 uur hoorde men niets meer van de reddingboot. Zij werd herhaaldelijk door Kijkduin en de zich om den Noord bevindende reddingboo ten opgeroepen, maar de Neeltje Jacoba antwoordde niet. De ongerustheid nam toe toen, nadat het gerucht ging, dat de boot op den terugtocht kwam, zij maar steeds niet kwam opdagen, Zaterdagavond niet en Za terdagnacht niet. Zondagmorgen kwam ze echter binnen. Menigeen zal een zucht van verlichting heb ben geslaagd toen men de boot weer veilig wist. R.-K. Gemeenteraadsleden. De heer H. J. Kuiper over werkloosheid en werkverschaffing. Zaterdagmiddag vergaderde de vereeniging van R.K. Raadsleden in den kieskring Haar lemVelsen, onder leiding van den heer M. L. A. Klein, in ..St. Bavo", in de Smedestraat. Als spreker trad op de heer H. J. Kuiper, lid van den Raad van Haarlem, met het onder werp: „Werkloosheid, werkverschaffing en wat daarmede in verband staat". Aanwezig was o.m. de heer Ch. L, van de Bilt, lid der Tweede Kamer. De heer Kuiper begon met te zeggen, dat hij niet zou spreken over de monetaire poli tiek der regeering. evenmin over de ordenings- gedachte of de handelspolitiek. Spr. wilde het onderwerp alleen beschouwen van het stand punt van bestuursverantwoordelijke raads leden, in verband met onze parlementaire de mocratie. Nederland en België zijn de twee dichtst bevolkte landen. De bevolkingsaanwas dwong tot industrialisatie. Steeds meer van die be volkingsaanwas ging en gaat naar de industrie. Toch is Nederland van nature geen industrie land; het is economisch kwetsbaar omdat het is ingesteld op internationaal ruilverkeer. Twee groote wereldzeehavens verschaften tot de crisis aan duizenden arbeiders en employés werk. Verder was er een bloeiende land- en tuinbouw en metaal- en textielindustrie, enz. Maar dit alles was afhankelijk van het buiten land. Allerlei veranderingen hebben nu een grooten en ongunstigen invloed geoefend op den economischen toestand van ons land. De capaciteit van onze industrie werd veel te groot, inkrimping moest volgen en daarmede kwam de groote werkloosheid. De staat werd steeds armer en de lasten namen toe Staat en gemeenten worden nu geheel be- heerscht door de werkloosheid. Voor werkloos heid en armenzorg worden enorme sommen uitgegeven. Het werkloosheidsvraagstuk is buitengewoon gecompliceerd en R K. raadsleden moeten al het mogelijke doen om de werkloozen voor den demoraliseerenden invloed der werkloosheid te behoeden. Zij zijn verplicht er alles op te zet ten, om de werkloozen, zooveel als maar eenigszins mogelijk, aan arbeid te helpen. Dit is ook van groot belang voor de volksgezond heid. Het R.K. Urgentieprogram zegt: Er moet een krachtiger uitvoering komen van het 60 mil- •ioenplan. Gemeenten moeten trachten, zoo veel mogelijk van het plan „binnen te halen". Waar is, dat er door het Werkfonds neiging komt tot loonsverlaging in de beschutte be drijven. De zorg voor werkverschaffing en werkver ruiming moet zoo ver mogelijk uitgebreid wor den. Provinciale commissies voor werkver schaffing kunnen goed werk doen. Zulke stem men gaan ook uit de Tweede Kamer op. Een provinciale commissie bestaat al in Noord- Holland. Ged. Staten willen nu het bijzondere reservefonds van f 1 millioen gedurende 4 jaar besteden aan werkverruiming en -verschaffing. Dit is verheugend. Spr. zou gaarne zien dat de arbeiders, door het Werkfonds, élke week naar huis konden gaan met een loon dat, zij het dan wat lager dan het normale contractueel vastgestelde, ver uitgaat boven den „steun". Katholieke raadsleden die aandringen op groote uitbreiding van werkverruiming en werkverschaffing, binnen het raam van de mogelijkheden in Nederland door toepassing van het Werkfonds 1934, blijven daarbij vol komen binnen de grenzen van hun R.K. werk program. De economische en financieele toestand voor ons land is buitengewoon moeilijk en de R.-K. raadsleden moeten alles doen. wat in hun macht is, om de menschen weer aan het werk te krijgen. Dit is ook in het belang van de gemeenschap. Verruiming van werk gelegenheid is noodig; werk in werkverrui ming zij het tegen wat lagere loonen dan de normale, en ook werk in werkverschaffing is beter, véél beter, dan „steun". Bij de nu volgende gedachtenwisseling vroeg de heer Heeremans Velsen) hoe de inleider dacht over liet feit, dat de Re geering den gemeenten oplegt, zooveel mo gelijk werken te doen uitvoeren in werkver schaffing. Spr noemde daarbij het riolee- ringsplan te Velsen. De heer Van der Erf Heemstede) vroeg, hoe de heer Kuiper dacht over het „werken voor steun". De heer Van Kessel (Haarlem) wilde gaarne het oordeel van den spreker verne men over het denkbeeld, dat werkgevers in het particuliere bedrijf het aantal hunner werknemers zouden vergrooten. waarvoor zij dan loonbijslag van de overheid zouden krij gen. De werkgever zou zoo dan dus de be schikking krijgen over goedkoopere arbeids krachten. De heer Van der Veld vestigde er de aandacht op dat in werkverschaffing dik wijls onproductieve dingen onder handen worden genomen. Dit is kapitaalverschui ving en een nadeel. De tendenz bestaat, door werkverschaffing tot verlaging der loonen te komen, zooals men vooral van liberale zijde gaarne zou zien. blijkens uitingen van het Ned. Verbond van Werkgevers. Er moet geen verkeerde bedoeling aan het Werkfonds worden gegeven. De heer Kuiper beantwoordde de spre kers. Er moet. aldus inleider o.m., tegen gewaakt worden, dat alles maar in werkverschaffing tegen lage loonen en ongunstige voorwaar den wordt uitgevoerd. Spr. zou gevoelen voor voorafgaand overleg met organisaties van werkgevers en werknemers. Om te kunnen beoordeeien of de eisch van de regeering. dat een bepaald werk in een bepaalde gemeente in werkverschaffing wordt uitgevoerd, billijk is, zou men de financieele positie dier ge meente moeten kennen. Spr. vindt het werken voor steun, de z.g. „contra-prestatie", in 't algemeen den minst sympathieken vorm van werkverschaffing, die tot allerlei onbillijkheden aanleiding kan geven. (In den verderen loop der ge dachtenwisseling bracht spr. hulde aan de gemeente Heemstede voor de wijze, waarop z ij het werken in steun heeft ge regeld). In den „loonbijslag", waarop de heer Van Kessel doelde, ziet spr. niets dan een bezui niging op den post werkloosheidslasten van het Departement van Sociale Zaken. Tegen over dezen loonbijslag in het particulier be drijf zal men zeer gereserveerd moeten staan. Dr. Droog, wethouder van Heemstede, zette nog in het kort uiteen, hoe aldaar het werken in steun is geregeld. Het systeem voldoet zeer goed; vroeger kreeg spr. veel klachten, thans niet meer. De voorzitter dankte den inleider en de andere sprekers en sloot daarna de bij eenkomst. De vergadering was goed bezocht. Ervaringen van een Eerstejaars in Amsterdam. Als je op school midden in den proeven tijd zit, verbeeld je je het meest rampzalige schepsel ter wereld te zijn. De eischen die aan je verstandelijke vermogens in die pe riode worden gesteld, overschrijden, naar je heiligste' overtuiging, in alle opzichten het toelaatbare en je acht het volkomen verant woord, wanneer je moppert en bromt en medelijden met jezelf krijgt. O, onervaren, onbezonnen jeugd! Van den dag dat de colleges en practica begonnen tot nu toe heb ik nog geen tijd ge had om adem te halen. Ik heb het zoo druk als de pan van Vastenavond, zou tante Clara zeggen. Ik had gelukkig bijtijds voor een prikje een goede snijdoos overgenomen, met mes sen en pincetten en vleeschhaken en een blaaspijp om darmen mee op te blazen, maar daar ben ik nog niet aan toegekomen. Mijn oude jas van practische Scheikunde kan nog heel goed dienst doen; sommige lui loopen rond in echte chirurgenjassen. die van ach teren dichtgaan, alsof ze al de beroemdste snijders van de wereld waren. Mijn eerste slachtoffer was een kikker. Ik was dood gelukkig, want hij was gelukkig dood, maar zijn hart klopte nog Vorig jaar is een meisje van dat vreemde verschijnsel zoo geschrokken, dat ze met het beest naai de kamer van den prof is geloopen en ge zegd heeft: Jou leelijke dierenbeul, dat mag heele- maal niet! Hij moet haar glimlachend hebben mee gedeeld dat 's kikkers laatste snik al eenige uren in het verleden lag. Wij hebben zooveel vakken, dat het je dui zelt. Maar 't klinkt verduiveld deftig als je spreekt over parasitologie en differentiaal rekening en histologie en physiologie en al- gemeene erfelijkheidsleer en nog een heele- boel meer. Op alle colleges is te weinig plaats. Soms zitten we samengeperst in een localiteït met een heele troep biologen en aanstaande apo thekers en als je daar een behoorlijk plekje wilt vinden, moet je zorgen dat je vroeg van het voorafgaande college wegrent. Daar be staan allerlei middeltjes voor. Als er gepro jecteerd wordt hoor je telkens menschen weg sluipen en soms wordt de uitgang met stoe len gebarricadeerd, waardoor de plegers van die daad een aanzienlijken voorsprong krij gen. Het physiologisch laboratorium is een reuze-oud zoodje. Daar doceert een doctor in een eigenaardig mengsel van Russisch en Hollandsch. Af en toe gaat de deur open en komt er een knecht binnen met een mand. waaruit een schor geblaf of een klagelijk ge- miauw opklinkt. Dat zijn dieren, waaraan de eer te beurt zal vallen zich beschikbaar te stellen voor den bloei van de wetenschap Den eersten keer vonden wij. beginnelingen het erg zielig, maar het went gauw. 's Morgens om negen uur beginnen we. Tot twaalf. Dan weer van een tot twee. En daar na practicum tot 'n uur of vijf. We rennen in kudden van honderd en meer door een stuk Amsterdam, waar ik maar een flauwe voorstelling van had. omdat ik er eens jaren geleden geweest was. toen we met de heele familie Artis bezocht hadden en in de ver keerde tram waren gestapt. Op al die colleges zit je je een beroerte te pennen. Het is geen kleinigheid zoo maar dictaat te moeten maken van alles wat zoo'n prof zegt. Het zweet gutst je soms langs het voorhoofd, als je heelemaal de kluts kwijt bent. En je schijnt niet je vinger te mogen op-teken als 't je te hard gaat. Och. och. wat hadden we 't op school dan toch gemakke.'ijk. En wat zijn we ondank baar geweest voor dat heerlijke luie leventje! Maar ja, we zijn nu de kinderschoenen ontwassen. De ernst des levens heeft ons te pakken. Goddank blijft er 's avonds nog net tijd over voor een biertje in de Quelle. Maar dat is dan ook a'les wat mijn bestaan op het oogenblik aan amusants oplevert. A. A. MATRIS. Vereenvoudiging van crisis bureaucratie? Minister Deckers zal een commissie tot onderzoek instellen. Het ligt in het voornemen van den minister van landbouw en visscherij, een commissie in te stellen, die zal on derzoeken of, en zoo ja welke, wijzigin gen naar haar meening gebracht moe ten worden in de landbouwcrisisin stellingen. de landbouwcrisismaatrege- Icn. de uitvoering en de controle, om te bereiken; a. dat het aantal administratie- maatregelen tot een minimum wordt beperkt; b. dat op zoo goed mogelijke wijze wordt samengewerkt met de land bouworganisaties en den rijksvoorlich tingsdienst. Aan de drie centrale landbouworganisatie- is verzocht, vier leden voor deze commissie voor te dragen, met dien verstande, dat een hunner goed op de hoogte moet zijn van de omstandigheden, waarin de kleine boeren le ven en werken: terwijl een tweede als verte genwoordiger van den tuinbouw in overleg met den Nederlandschen Tuinbouwraad moei worden voorgedragen. De Algemeene Nederlandsche Zuivelbond is uitgenoodigd een voordracht voor één lid ui* den zuivel te doen. Voorts zullen in de commissie zitting nemen de directeur-generaal van den landbouw en van het college van regeeringscommissarissen de regeermgscommissaris voor den akkerbouw en de veehouderij en de regeeringscommissaris voor den tuinbouw. Als voorzitter zal worden aangezocht een hoogstaand persoon, die niet direct bij den landbouw en den tuinbouw is betrokken, maar door zijn kennis van het bedrijfsleven en eco nomisch inzicht het onderzoek kan leiden. Aan de commissie zal een jurist als secreta ris worden toegevoegd. Gebeds-, bezinnings- en concentratie- uur voor den vrede in de Groote Kerk. Terwijl de klokken luidden, begaven zich Zondagavond honderden, meest vrouwen, doch ook vele mannen, naar de verschillende ker ken. waar een gebeds-, bezinnings- en con centratie-uur voor den vrede werd gehouden. Zeer groot was het aantal personen, dat in de Groote Kerk den vredesdienst bijwoonde, waarvoor het liturgische deel was opgesteld door mej. mr. G. H. J. van der Molen uit Aer- denhout en wsfttraan de heer W. H. Biele als organist medewerking verleende. De leidster van deze samenkomst, mej. Van der Molen zette, van den preekstoel af, het doel van de samenkomst uiteen. Zij herin nerde aan den oproep van de keizerin van Abessynxë, dat de vróuwen in alle landen ter wereld in haar kerken een uur zouden bidden om vrede, terwijl in Abessynië een strijd werd gestreden, waaraan ook wij allen schuld hebben. Daarom willen wij vrouwen in Nederland samenkomen om ons in gebed te vereenigen en ons te bezinnen, wetende dat God alleen uitkomst kan brengen in dezen nood. Nadat door allen was gezongen Psalm 65 4 en 5, sprak de leidster: De erkenning van Gods almacht drijft ons uit naar het vragen naar Zijn geboden. Hoort daarom wat de wet Gods van ons eischt, naai de samenvatting daarvan door Jezus zelf ons gegeven. Gij zult God liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw ver stand. Dit is het eerste en het groote gebod. En het tweede aan dit gelijk is: gij zult uw naaste liefhebben als uzelven. Zij zeide verder: Daar ons geweten ons aan klaagt, laten wij gezamenlijk onze schuldbe lijdenis voor God afleggen met dezelfde woor den waarmee duizenden uit alle oorden dei- wereld dit doen in den wijdingsdienst, die elk jaar te Genève aan de opening van de verga dering van den Volkenbond voorafgaat. Mej. Van der Molen sprak hierna een gebed. Gemeenschappelijk werd daarna psalm 79 vers 4 gezongen waarna de leidster zeideE< n der voornaamste liefdedaden die ons door God zijn geboden is in vrede met den naaste te leven. In vrede met God en de menschen te leven is een ideaal, dat ons bewust of onbewust be- heerscht. Vrede verlangen wij ook in ons huis. in onze familie, in de maatschappelijke ver houdingen, in het vereenigingsleven. Vrede begeeren wij met heel ons hart in de internationale verhoudingen, vrede tusschen de volken en tusschen de staten. De onvrede tusschen de volken neemt den meest, afschuwelijken openbaringsvorm aan. die er is: oorlog. En oorlog beteekent bloed en tranen, verwoesting en ellende, lijden en ver driet. Toch hebben wij Gods belofte, dat indien wij bidden om den vrede. Hij ons een gewissen vrede zal geven. Nadat Psalm 85 vers 4 was gezongen, haalde de leidster profetieën aan van Micha en Jcsa- ja, waarin de komst van den eeuwigen vrede wordt verkondigd. Een gebed om den vrede, uitgesproken door de leidster, volgde. Wij verheffen onze zielen in ootmoedig, doch vurig smeekgebed tot God om vrede op aarde, en volgen daarbij in hoofdzaak de gedachten, die in de samenkomst te Genève aan den vooravond van den Volkenbondsvergadermg telken jare worden opgedragen, zeide zij. God, wij smeeken U te spreken tot de harten van hen. die Gij in den Volkenbond tot taak gesteld hebt de zaak van den vrede te dienen; beziel hen met een hartstochtelijke liefde voor het recht en de waarheid, opdat door hun be raadslagingen de volken mogen samenwerken in een geest van goeden wil en van ware broederschap. Wek in alle volken, in het bijzonder in hen. die bij den oorlog betrokken zijn, een sterken vredeswil, die alle hinderpalen overwint en het recht doet zegevieren. Om half negen werd stil gebeden. Daarna zong mej. Cor Igesz het zevende vers van gezang 229. Mevr. W. Blomberg-Zeeman sprak een slui tingswoord over: „De vredesprofetieën en wij". Na eenige profetieën uit het Oude Testa ment en uitspraken van evangelisten te heb ben aangehaald stelde zij de vraag: „Hoe staan wij tegenover deze oude eeuwige eischen? Gelukkig is bij de vrouwen in den laatsten tijd een geest ontstaan, die zich niet Een halve eeuw geleden Uit Haarlem s Dagblad van 1885. 21 October: Hollandschc eerlijkheid? Dezer dagen nam de Leidsche trammaat schappij. op het voetspoor der Noord- Amerikaansche ferry's, een proef met de betaling der plaatsen te doen ge schieden door het publiek, onder geen ander toezicht dan van het publiek zelve, en dus zonder bemiddeling of controle van een overbodig geworden ambtenaar. Een eenvoudige bus of bak werd. tot ontvangst der gelden, in het rijtuig ge plaatst; klein geld kon bij den koetsier bekomen worden. Die proef is faliekant uitgekomen. De trammaatschappij heeft zich dezer dagen genoodzaakt gezien den maat regel in te trekken, wegens aanhoudende en verregaande knoeierijen. Een deel der passagiers wierp het verschuldigde in de bus. hetgeen niet meer dan een staaltje van zijn plicht was. Een ander deel echter verving de gangbare munt door knoopen .stukjes blik, vuilnis en ontuig. Sommigen verzetten zich uit pure koppigheid tegen het zoo practi sche. nieuwe systeem, en weigerden halsstarrig het geld in de bus te wer pen, en legden het nu. bij het verlaten van het rijtuig, op de bank of op de treden. Door onze lens gesnapt. W. J. H. BARTELS. De heer W. J. H. Bartels werd geboren in 1897. Reeds jong kwam hij in de sociale arbei dersbeweging; hij is voortgekomen uit de oude sociaal-democratiesche jeugdorgani satie. Van 1921 tot 1922 nam hij een vooraan staande plaats in bij de leiding der afd. Haarlem van den Alg. Ned, Bond van Han dels- en Kantoorbedienden. Hij trad op den voorgrond bij verschillende acties die hier ter stede werden gevoerd voor vervroegde winkelsluiting en een vrijen mid dag voor het winkelpersoneel. Van 1932 tot 1934 was de heer Bartels se cretaris van den partïj-afdeeling der S.D.A.P. in Haarlem-Noord en sedert het najaar van 1934 is hij voorzitter van afd. II dier partij, tevens lid van het Federatiebestuur, der S.D.A P. in Haarlem. Van 1920 af is hij chef de bureau bij het hoofdbestuur van zijn vakbond, den Alg. Ned. Bond van Handels- en Kantoorbedienden en hij maakt thans ook deel uit van den „nieuwen Raad" van Haarlem, die in Juni van dit jaar gekozen werd. Pijnen van rheumatiek- aanvallen maken U soms machteloos. Neemt bij de eerste ver- schijnselen van zo'n aanval Aspirin. Ook U komt dan tot de conclusie: /b\ KM Zo n Aspirientje helpt toch maar! (Adv. lngez. Med.) laat meesleepen in een oorlogs-psychose. Wij gelooven niet meer in de romantiek van den oorlog. Waar wij zien. dat er zich een bewa peningswedloop heeft ontwikkeld moeten wij inkeeren tot onszelf, moeten wij onszelf af vragen of wij werkelijk voor den vrede ar beiden. Wij moeten ons vereenigen om een gemeenschap te bereiken, die den oorlog heeft uitgebannen en innerlijk gelooven dat er ze gen rust op onzen arbeid. Wij moeten alle verschillen laten varen en een zijn bij het streven naar wereldvrede. De oproep van de keizerin van Abessynié toont een groot saam- hoorigheidsgevoel. De oproep is een smeeken, gericht tot alle volken in de wereld. De Abes- synlsche vrouw zal geen roepende in cte woestijn zijn. Ook in ons land heeft haar woord voor den vrede ingang gevonden. Onze menschenliefde moet grooter zijn dan onze vaderlandsliefde. Laten wij ook diep mr den hebben met de Italiaansche gezinnen clie thans in het ongeluk zijn gestort. Spr. eindigde met de aansporing: Wij heb ben op dezen avond alle verschillen wegge vaagd. Laat ons zoo weggaan om te streven naar den vrede, opdat de zwaarden tot spaden zullen worden geslagen en de spiesen tot sik kelen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 5