liaan MODELLEN-REVUE. "Malt-Creme" Eau de Cologne ALS HUISVROUW IN AMERIKA. DONDERDAG 24 OCTOBER 1935 HAARLEM'S D AG BE A D De Parijsche couturiers, die langzamerhand na veel schade en schande (men denke aan Poiret, die steuntrekkend van de gemeente Parijs was) tot de ontdekking zijn gekomen, dat de vrouwen van tegenwoordig over het algemeen niet meer zulke belachelijk hooge sommen voor hun garderobe kunnen en wil len besteden als voor den oorlog en nog vroeger het geval was, geven ons meer en meer aandacht aan de categorie vrouwen, die voor hun brood moeten werken. Waarmee we dan bedoelen: aan de kleeren, die ze daarbij dragen.. Het „jurkje voor alles", dat men van 'des morgens tot 's avonds laat kan dragen op kantoor, in winkel of thuis, en dat het even goed moet „doen" onder een regen- dan wel onder een bontjas, waarin men op ieder tijd stip van den dag goed gekleed is, geniet meer en meer de belangstelling van de „groo- te geesten" uit dit mode-centrum. Het is weliswaar door de slechte tijden, dat de mode-kunstenaars gedwongen zijn, rekening te houden met de groote categorie van wer kende vrouwen, daar het groepje-vrouwelijke, miilionnairs, vrouwen en dochters van mil- lionnairs evenals koningen zeer gedund is; maar daar hebben wij geen hinder van en de ontworpen modellen zijn er niet minder aar dig om. Zooals de meeste goede Parijsche modellen zijn ook deze „jurkjes voor alles" van een ge- raffineerd-eenvoudige coupe. De nadruk is gelegd op het materiaal, opdat dit zoo goed mogelijk uitkomt. En dit materiaal is zeker wel de moeite waard. Nooit zag men zulk een verscheidenheid van stoffen als juist dezen winter. Ze zijn alle zeer licht; maar hun warmte- gevend vermogen is daarmee gelukkig om gekeerd evenredig. De effen wollen stoffen zijn ongeveer heelemaal van het tooneel ver dwenen. Die werden te saai voor den ruste- loozen geest van de moderne vrouw. De op pervlakte van de nieuwe winterstoffen is ruw. met angora-haren bezet, of met opge legde diagonalen, noppen, ribbels, enz. Het spreekt vanzelf, dat om het evenwicht te be waren, de coupe eenvoudig blijft. Men kiest bij al de wollen japonnen dan ook geen an dere materialen ter garneering. Hoogstens neemt men clips van edelhout of een half edelsteen. En wie dit niet bekostigen kan, late haar japon liever zonder garneering, dan het geheel te bederven met goedkoope prullen. Uit deze overweging kiest men om dergelijke japonnen ook meestal de ceintuur van hetzelfde materiaal als de jurk zelf. De „goedkoope prullen", die even goed echter zeer aardig kunnen zijn, hooren bij de zelfgebreide origineele pull-overtjes. Een lettertje van glas, een matroosje of een an kertje van „blik", een ceintuur van geknoopt visschersgaren, zijn de passementen die bij deze sportieve kleedingstukken hooren. Het zou een grove fout zijn, hierop een kost baar sieraad te dragen. Nog altijd viert de mode van blouse en rokken hoogtij en onuitputtelijk zijn de nieu we vondsten op dit gebied. Men ziet blouses van ieder materiaal. Voor den dag kiest men wollen soepele stofjes, terwijl voor de zoo genaamde theaterblousjes, die men op een zwart satijnen rok draagt, satijn, taftzijde of georgette gekozen wordt. Al deze blouses hebben een kazak-model; d.w.z. zij vallen met een breed schootje over de rok.Ook bij de blouse wordt de ceintuur meestal van het zelfde materiaal gekozen; voor de meer elegante modellen is deze breed en ge- drappeerd. De halsuitsnijding is bij allen, zonder uitzondering, hoog. Ook de jabot en vooral de groots jabot is nog steeds niet uit het modebeeld verdwe nen. Dat is eigenlijk niet te verwonderen; want bij mantelcostuums is het altijd een geliefde completeering geweest en zal dat wel altijd blijven ook. Jabots worden op het oogenblik van allerlei materialen ge maakt; zoowel kant, als satijn, crêpe en georgette worden ervoor gekozen. Nieuw zijn op het oogenblik ook de schuine vestjes, die men onder de mantelcostuums draagt. Deze zijn bij voorkeur van wit zijden piqué. U hebt zeker ook wel gehoord, wat de mode inspiratie voor verschillende dingen zoekt en vond in de mormikenkleeding? Wij dragen een monnikskap over het hoofd, als we naar den schouwburg gaan en liever niet wil len, dat ons haar door den wind in wanorde gebracht wordt. De neervallende einden vor men bovendien nog een goede bedekking voor de bloote schouders. Iets nieuws op het gebied van gebreide kleedingstukken is het kleine vestje van eigenaardigen vorm, dat we in afstekende kleur op een effen japonnetje dragen. Het schetsje geeft u een voorbeeld hiervan. GEEN FIETSPAD. Aan den vrij drukken verkeersweg langs ons huis komen den laatsten tijd sinds de asphal- teering nogals eens eenzelfde soort aanrij dingen voor: fietsers rijden er tegen stilstaan de wagens op. De prachtige breede weg is na-i melijk geen fietspad rijk, dus zijn de fietsers genoodzaakt om op den rijweg te rijden, en de bakkers-, groenten-, vruchten- en vodden- karren te vermijden, die zoo nu en dan langs den trottoirband geparkeerd staan, opdat de klanten bediend kunnen worden. Reeds viermaal in het afgeloopen jaar gaf dit aanleiding tot narigheid: den eersten keer stoof een jonge man op de fiets tegen een keurig rechts geparkeerde auto op, en kreeg een hoofdwonde plus een vernielde fiets, de tweede maal verbrijzelde een kleine jongen het achterlicht van een auto maar kwam er gelukkig zelf goed af, den derden keer ramde 'n fietsend meisje een stilstaande bakfiets en kreeg een diepe beenwond, en de vierde maal verwondde een jongen zich toen hij een hand wagentje met bosjes hout te laat opmerkte. Al deze gevallen kwamen door onoplettend heid, wat de betrokkenen dadelijk toegaven, terwijl meermalen op een haartje na een der gelijke aanrijding gebeurde In het begin let men niet zoozeer op derge lijke voorvallen, maar op den duur, wanneer het meermalen gebeurt, meent men er toch een oorzaak voor te moeten vinden. Hoe komt het dat deze fietsende menschen zoo onop lettend waren, dat zij respectievelijk tweemaal een auto. verder een motorbakfiets en een handwagen niet opmerkten? Wij fietsers zijn gewend goed op te letten wanneer er geen fietspad is. En dit is er nooit in de stad of op secundaire buitenwegen, dat weten we zonder dat we het onszelf duidelijk maken. Dus letten we daar terdege op het verkeer. Maar alle hoofd verkeerswegen buiten de stad hebben fietspaden, en die hebben ons, fietsende menschen, verwend: op een fietspad staat nooit iets, alles beweegt zich er op voort. Wandelaars zullen zich wel wachten erop te gaan, of alleen om haastig over te steken, fietsers die staan te praten, gaan op het wandelpad en alle verdere vehikels be- hooren op den rijweg thuis. Dus fietsen we er ongestoord verder, we halen elkaar wel in, en suffen dan misschien ook weieens, maar zóó veel harder dan onze voorrijder gaan we toch niet, dat er nog voldoende tijd overschiet om bij te remmen. Komen we nu dus op een geas- phalteerden hoofdverkeersweg, dan rijden we op dezelfde nonchalante manier als daar straks op het fietspad, met als gevolg aan rijdingen. Afdoende zou natuurlijk zijn, wanneer alle hoofdverkeerswegen een fietspad rijk zouden zijn, maar zoolang dit niet het geval is, zullen wij met meer oplettendheid ons stalen ros moeten besturen. „Ga dan aan den linkerkant rijden, jullie weg heeft toch één-richtingsverkeer en daar staat nooit een auto of wagen geparkeerd opperde iemand eens. Maar dat is een onmo gelijkheid, wanneer deze linkerwegzijde niet als fietspad is aangegeven: elke rechts ach terop rijdende automobilist is dan bang, dat die fietsende menschen plotseling naar rechts kunnen overzwaaien en hij zal er niet voorbij durven rijden. Prent uzelf en uw gezin daarom nog eens extra de noodige aandacht voor den weg in, bij menige fietser ontbreekt dat maar al te vaak, en het kan toch zulke ellendige gevol gen hebben. Men wil zich in verschillende plaatsen in het land meer gaan bemoeien met de misstanden die nog bestaan onder fiet send Nederland laat fietsend Nederland het als een eerezaak voelen, dat bekeuringen hem onwaardig zijn, en behalve aan zijn rechten ook aan zijn plichten op den weg denken: het voorkomt er voor zichzelf ook heel wat narigheid mee. E. E. J.—P. De moderne vrouw breit met LAINE DU PINQUIN in 40 mooie tinten Gen- Cronjéslraat 129 Telefoon 11385 (Adv. Ingez. Med.) VENUS KOMT WEER IN DE MODE. In den komenden winter zal de Venus van Milo weer als voorbeeld gelden van vrouwe lijke schoonheid. Zoo heeft de haute-couture tenminste besloten en de directeuren van de music-halls hebben er zich bij aangesloten. Mi-. Cochran, de amusementsdictator van Londen heeft zijn girls bevolen meer melk te drinken en minder fruit te eten. Ook ronde schouders en voorhoof dslokj es a la Hepburn komen in de mode. Het Victoriaansche tijdperk beleeft weer een terugkeer, ROOD GELAKTE HONDENPOOTEN. Bij een schoonheids-wedstrijd voor hon den te Deauville werd de eerste prijs toege kend aan een Duitsche dog, wiens pootna- gels met een levendig rood geschilderd wa ren. De eigenaresse had dezelfde tint geko zen. die voor haar eigen nagels gebruikte. Wanneer zal men beginnen de snuit van den hond te poederen? Deze aardige, sportieve Angora- hoed kost in alle kleuren 1.95. Wij vestigen tevens Uw aandacht op onze afdeeling PELTERIJEN, welke bijzonder goed gesorteerd en uiterst voordeelig is. VAN AMERONGEN'S HOEDENMAGAZIJNEN Anegang 24 - Frankestraat 3 5 Ons Wekelijksch Knippatroon. Nr. 606: aardige winter japon van geruite wollen stof. Het model is zeer eenvoudig; maai de verschillende strepenverwerking maakt, dat het japonnetje toch niet saai is. Benoodigd materiaal: 4.25 meter stof van 100 centimeter breedte. Nr. 607: japon van diagonaal gestreepte wollen stof. Zeer eenvoudig en toch gekleed model. Benoodigd materiaal: 3,25 meter van 130 centimeter breedte. Beide patronen zijn in alle maten tegen den prijs van 50 cents per stuk te verkrijgen bij het bureau van dit blad Den lezeressen wordt vriendelijk verzocht bij bestelling'duidelijk het nummer van het gewenschte patroon en tevens de verlangde maat, d.w.z. boven-, taille-, heupwijdte, enz. duidelijk te vermelden. HET MENU VOOR DE HEELE WEEK ZONDAG: Witte ragoutsoep Kalfsoesters, Doperwten (uit de bus) Aardappelen Méringue van appelen MAANDAG: Haché van lamsvleesch Aardappelpurée Zoete appelen Rijst met pruimen DINSDAG: Varkenskrabbetjes Stamppot van andijvie, witte boonen eri aardappelen Fruit WOENSDAG: Gebakken saucijsjes Bloemkool met tomatensaus Aardappelen Citroenrijst DONDERDAG: Capucijners met gebakken spek en ge bakken aardappelen Biterkoekjesvla VRIJDAG: Gebakken kabeljauwmooten Sla van een restje capucijners, kropsla; en tomaten Aardappelen Karnemelkpap ZATERDAG: Macaroni met kaas (au gratin)' Runderlappen Bleten Aardappelen Fruit Geeft Uw huid de zoo be geerde zacht matte teint en is de beste onderlaag voor poeder. Het univcrsecle Vcrfrisschingsmiddcl ïn beroep, bij sport, op reis» (Adv. Ingez. Med.) Als ik het hier over de Amerikaansche huisvrouw heb, denk ik niet aan de met alle aardsche goederen gezegende dus aan de spreekwoordelijke rijke Amerikaansche, en ook niet aan de in primitieve omstandigheden levende boerin, maar aan de vrouw van den beambte, van den kleinen koopman, enz. Veel vaker dan bij ons moeten deze vrouwen heel alleen hun huishouding doen. Daar huis houdelijk personeel in Amerika zeer hooge loonen ontvangt, vinden de meeste huis vrouwen het al een groote verlichting wan neer het inkomen van haar man het haar per mitteert eenige uren per dag een werkster te nemen. Goedkooper en vaak ook beter dan de blanke vrouwen zijn de negerinnen, die, daar ze niet in alle beroepen toegelaten worden, graag in een huishouding wei'ken. Vanzelf sprekend is het (voor Amerika), dat het zwarte dienstpersoneel nooit intern is; de negerinnen moeten vaak zeer lange wegen afleggen om van haar in de negerkwartieren gelegen woningen te komen, zoodat de huis vrouwen in ieder geval zelf voor het ontbijt van het gezin moeten zorgen. Veel onnoodig loopen wordt haar bespaard, doordat de klei nere maaltijden gebruikt worden in een bij de keuken behoorend vertrekje, de zoogenaam de „breakfastroom" (ontbijtkamer). Dit kleine kamertje is eigenlijk een deel van de keuken, is er echter zoo van gescheiden en met vroolijk geschilderde meubelen ingericht, dat men nooit het onaangename gevoel heeft van „in de keuken te moeten eten". Heel vaak neemt de man deel aan de toebe reidselen van de kleine maaltijden. Trouwens de Amerikaansche echtgenoot vindt het niet „onpassend en gek" zooals de meeste Euro- peesche echtgenooten, om af en toe behulp zaam te zijn in de huishouding: integendeel over het algemeen helpt hij graag. Het is van zelfsprekend, dat hij zijn vrouw helpt met de vaat wasschen en in zijn vrijen tijd gaat hij zeer vaak met baby wandelen. Hebben mannen en kinderen 's morgens het huis verlaten, dan maakt de huisvrouw in zoo kort mogelijken tijd haar huishouding op orde. waarbij haar v~el meer technische hulpmiddelen ter vervoe ging staan dan haar Europeesche zusters. Daar de Amerikaansche huisvrouw ieder slechts denkbaar voorwerp op afbetaling kan koopen (zeer kleine bedragen en lange afbetalings termijnen), beschikt ze over alle practische nieuwigheden op dit gebied, om van dingen als stofzuigers, electrische ovens, enz. maar te zwijgen. Zeer veel tijd bespaart de Amerikaansche huisvrouw, doordat ze zich de moeite van het „boodschappen doen" kan besparen. Levens middelen enz. worden telefonisch besteld. Daar al deze artikelen „merkartikelen" zijn. ont vangt ze altijd de waren, die ze bestelt. Dit geldt niet alleen voor conserven, maar ook vleesch, groente en brood, melk en neven producten zijn in Amerika merkartikelen; d. w. z. men weet precies van welke firma de melk is, wie de fabrikant is van het brood, van welke kwaliteit het vleesch is, dat men bestelt, als men slechts den naam aan den winkelier opgeeft. In tegenstelling met het algemeen geloofde, denkbeeld, dat bijna alle Amerikanen in wolkenkrabbers wonen, wil ik hier opmer ken, dat in de wolkenkrabbers alleen kantoren hotels of de luxe-appartementen der rijke Amerikanen zijn. Het Amerikaansche woonhuis heeft ook in de groote steden gemiddeld drie of vier étages en een groot procent van den middenstand woont in kleine één- of tweecre-andere amusementen te moeten afzien" 'zinnen huizen. Juist deze huizen bezitten ech ter verschillende inrichtingen, die het gemak van huisvrouw en leverancier dienen en die in Europa over het algemeen nog onbekend zijn. Zoo hebben deze eenvoudige etagehuizen bijna zonder uitzondering een kleine lift, die in de keuken uitkomt. In deze lift worden de bestelde waren gezet en een knopje brengt ze naar de keuken. Ook de vuilnisemmers worden met deze lift naar beneden vervoerd. Zulke lifts heeten „dumb waiters" (stomme bedienden). Ook de brievenbesteller hoeft geen trappen te loopen; want in de benedenhall heeft iedere huurder een afsluitbaar brievenbusje, waarin de brievenbesteller brieven, kranten, enz. stopt. In de grootere huurhuizen geeft hij signalen met de bel, die naast ieder, van den naam voorziene bus, is. In de kleine huizen blaast hij op een schril fluitje. Als het werk gedaan is en de levensmiddelen voor het avondeten in ontvangst genomen zijn, trekt de huisvrouw haar eenvoudig waschbaar jurkje uit om kort daarop als een goed ge- kleede dame op straat te verschijnen. Ze heeft dan eenige uren tijd tot de bereiding van het avondeten, die ze met haar lievelings bezigheid „shopping" zoek brengt. „Shopping" (letterlijk winkelen» beteekent echter volstrekt niet, dat ze inkoopen gaat doen. De Ameri kaansche vindt het echter heerlijk om zich in de meest verschillende magazijnen en waren huizen artikelen te laten zien, ze te betasten en met elkaar te vergelijken. Hiertoe heeft ze in Amerika ten allen tijde gelegenheid en leder verkooper of verkoopster toont op de beminnelijkste wijze alles, wat ze heeft, ofschoon ze heel goed weten, dat er waarschijnlijk niet gekocht zal worden. Meestal doet de Amerikaansche huisvrouw dit met eenige vriendinnen en tot besluit gaan ze dan in een aardige gelegenheid een be scheiden lunch gebruiken. Na den avondmaaltijd, die gewoonlijk thuis, maar ook zeer vaak in een restaurant gebruikt wordt, begint de avond, die in wezen niet veel verschilt van dien in Europa. Men danst op de klanken van gramofoon of radio, bridget met vrienden of gaat naar bioscoop of concert. Dat de Amerikaansche vrouw van eiken maatschappelijken stand er altijd op uit is, uiterlijk zoo aantrekkelijk mogelijk te zijn, is een algemeen bekend feit. Evenzoo is ze er op uit ook haar huis een telkens ander aspect te geven. Ze heeft er plezier in ieder jaar haar keuken- en slaapkamermeubels nieuw te ver ven. Klaar gekochte, houdbare lakverven, die reeds na eenige uren droog zijn, maken dit werkje tot een waar genoegen. Het besluit van iederen dag der Amerikaan sche huisvrouw is het uitwasschen van haar zijden kousen en zijden ondergoed, dat ze nooit aan vreemde handen toevertrouwt. Om het vlug te laten drogen, hangt ze deze kleine wasch op lijntjes, die in het tuintje gespannen zijn naar de overliggende gevels. De katrolletjes vergemakelijken het ophangen, doordat men de lijn telkens verder trekken kan. Resumeerend kom ik tot de volgende con clusie: de Amerikaansche huisvrouw uit den mid denstand heeft het in vele opzichten gemak kelijker dan haar Europeesche zuster. Vooral doordat haar alle denkbare technische hulp middelen ter vervoeging staan; anderzijds ook echter door de onmogelijk hooge huren doordat ze in kleine woningen leeft, die met de talrijke ingebouwde meubelen zeer aemakke- -tlk schoon te houden is. Zoo spaart ze tijd en daardoor is ze dan ook in staat haar kleeren zelf te maken, zonder van wandelingetjes en

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 13