WINTERJASSEN
Sanctie-ontwerp aangenomen.
Studenten-studiën.
éXdusief- Niet duur
GR H0UT5TR hoek GR MARKT HAARLEM
VRIJDAG 25 OCTOBER 1935
HAARDE M'S D A G B t A D
3
STA TEN-GENERAAL
TWEEDE KAMER
Met groote meerderheid.
DEN HAAG Donderdag
De opvolger van den heer Snoeck Henke
mans (c.h.)de Groningsche gedeputeerde
Krol werd heden geïnstalleerd; voorloopi;
zal deze afgevaardigde het voorbeeld van zijn
voorganger i wethouder van den Haag) om
niet te cumuleeren, helaas niet volgen.
Bij de vaststelling van den spreektijd voor
de begin November aanvangende algemeene
beschouwingen over de Rijksbegrooting bleek
men zoo verstandig te zijn. dit keer extra-
scherp te rantsoeneeren.
Het sanctie-ontwerp gaf den heer Zandt
(Staatk. Ger.) aanleiding als eerste het strijd
perk binnen te treden om zich als anti-vol
kenbondsman in een bijkans onverstaanbaar
betoog tegen het voorstel uit te spreken.
Mr. Joekes (v.d.) herinnerde er aan, dat
ingevolge uitspraak van den Volkenbond
vaststaat, dat Italië zich door zijn optreden
tegenover Abessynië schuldig' heeft gemaakt
aan een dusdanige schending zijner verplich
tingen als onderteekenaar van het Handvest
dat economische en finantieele sancties teeen
dezen „staats-misdadiger" moeten intreden.
De vrede is op den duur slechts te hand
haven als er een internationaal gezag be
staat, dat voor eerbiediging van het interna
tionaal recht opkomt.
Niet ten onrechte laakte Mr Joekes de
houding van Oostenrijk en Hongarije, die in
hun moeilijkste jaren juist door den Volken
bond zoo goed geholpen zijn en zich thans
aan hun sanctie-verplichtingen onttrekken.
De v.d. spreker bepleitte o.m. nog, dat de
Regeering in verband met uitvaardiging van
sanctie-maatregelen zooveel mogelijk contact
met de Kamercommissie voor Buitenlandsche
Zaken zou zoeken.
Ds. Lingbeek (Herv. Ger.) bleek, ondanks
zijn gering vertrouwen in den Volkenbond be
reid voor te stemmen, waar het hier gaat om
bestrijding van onrecht. Namens de s.d frac
tie op één uitzondering kwam de heer Vlie
gen instemming met het wetsontwerp betui
gen. waarbij hij nog eens onderstreepte hoe
zeer de sociaal-democraten voelen voor krach
tige Volkenbondsmaatregelen ter handhaving
van de internationale rechtsorde. De heer
Vliegen had alleen deze grief, dat de com
missie voor Buitenlandsche Zaken niet over
het voorstel werd gehoord. Wat nu de ééne
s d. uitzondering betreft, deze bestond ver
moedelijk in den persoon van Mr. Duys. die
zich echter tenslotte weer van het sprekers
lijstje liet schrappen en ook voorstemde. Het
schijnt, dat deze afgevaardigde slechts t.a.v.
het vertrouwen in wat de Volkenbond ten
dezen vermag, van zijn partijgenooten af
week.
Mr. Westerman (Nat. Herst.) gaf zich heel
veel moeite om aan te toonen, dat er van
het wetsontwerp en evenmin van den Vol
kenbond iets deugt. Italië zal toch zijn zin
doordrijven en al gedraagt Nederland zich
thans nog zoo „braaf", als wij later in den
knoei mochten komen, zal niemand ons ont
zien.
De leider der c.-h. fractie. Jhr Mr. de Geer,
constateerde, dat het optreden van Genève
en Nedeiiand's medewerking alleen verzet
ontmoet bij enkele kleinere groepen, waar
van er één, de N.S.B. niet. „althans niet for
meel" (dit sloeg op den heer Westerman!)
in de Kamer vertegenwoordigd is. De rede
van dezen afgevaardigde was wel de beste,
tevens meest idealistische die heden werd
uitgesproken. Mr. de Geer verklaarde zich
niet alleen vóór het ontwerp omdat het be
treft de voldoening aan onze verplichtingen
als lid van den Volkenbond, maar ook om de
zaak zelf. Hij noemde de van N.S.B.-zijde ge
geven voorstelling van zaken, alsof de voor
gestelde maatregelen uit anti-fascistische
nemingen geboren zijn, een ontwijding van
de groote gedachte, een beduimeling van een
ideaal. De voorgestelde maatregelen behoort
men uitsluitend te bezien als middelen ter
handhaving van de internationale rechtsor
de, die steunen moet op bereidheid tot
vriendschappelijk internationaal overleg. En
nu moge de Volkenbond nog een gebrekkig
middel ter verzekering van dat overleg zijn,
veel gebrekkiger is de oorlog met zijn ge
welddadigheid en onbetrouwbaarheid als
rechtscheppende factor. De Volkenbond, al
dus deze spreker, heeft boven het lugubere
dobbelspel van den oorlog gekozen voor de
internationale rechtsinstanties. En niets ter
wereld kan ons de zegen daarvan weer ont
nemen.
Mr. Boon (lib.) voegde Mr. Westerman toe.
dat Nederland wel eens reden zou kunnen
hebben om dankbaar te zijn voor het be
staan en voor de tegenwoordige actie van
den Volkenbond; zulks in verband met onze
koloniën en Japan!
Twee communisten, de heeren de Visser en
Roestam ontpopten zich fga.nsch anders als
vroeger) als warme Volkenbondsvrienden om
thans de vertolking van hun ouden rol aan
den revol-soc. Sneevliet over te laten, die
verklaarde in den Bond louter een instru
ment voor imperialistische politiek te zien.
Laatstgenoemde afgevaardigde kreeg het nog
met zijn communistische buren van wie
de heer Roestam op een gegeven oogenblik
den voorzitter en zijn verdere medeleden als
„waarde kameraden" toesprak! aan den
stok over de vraag hoe wijlen Lenin wel over
de huidiee communistische vriendelijkheden
tegenover Genève geoordeeld zou hebben.
Namens de R.-K. fractie viel Ir. Bongaerts
de Regeering met betrekking tot haar beleid
in pn tegenover den Volkenbond bij.
Nadat Dr. Rutgers (a.r.). voorstander van
het wetsontwerp er nog op gewezen had, dat
uit krachte van de te Genève gebleken inter
nationale solidariteit moet worden opgetre
den en dat hier recht en belang samengaan,
terwijl hij verder o.m. nog wees op de groote
moreele waarde van wat nu voor de rechtsorde
door den Volkenbond geprobeerd wordt, kwam
de Minister aan het woord.
Excellentie de Graeff had met genoegen de
vele sympathieke tevens zakelijke redevoerin
gen aangehoord en kon zich nu vooral tot
eenige hoofdpunten bepalen. De opposanten,
mochten vooral gebrek aan waardeering voor
den Volkenbond aan den dag gelegd hebben,
de Minister denkt gansch anders over die in
stelling. Maar zelfs los daarvan, wij hebben
verplichtingen op ons genomen, welnu die
moeten wij^ zelfs los van geloof in den Bond.
nakomen, willen wij ons niet aan woordbreuk
schuldig maken. Voor twijfel omtrent den
ernst der overige Bondsleden om trouw te
doen, wat Genève thans mag eischen, bestaat
volgens den Minister niet de geringste reden.
Wat de houding van België betreft, kon de
Minister er op wijzen, dat de Belgische afge
vaardigde geen enkele reserve had gemaakt.
Overigens heeft de Belgische Regeering juist
nog hedenochtend aan ons gevraagd of er
niet voor nauwe samenwerking tusschen Ne
derland en België gezorgd kan worden bij de
uitvoering der sanctie-maatregelen.
Wat nu verder de verplichtingen uit hoofde
van art. 16 aangaat, wees Jhr. de Graeff er op,
dat als men eenmaal heeft uitgemaakt, dat
een staat aanvallend is onder schending zijner
verplichtingen, automatisch de deelneming
van economische en financieele sancties moet
volgen; t.a.v. meedoen aan militaire sancties
blijft men ook dan echter nog geheel en al vrij.
De heeren Joekes, Boon en Bongaerts kre
gen in verband met vragen over eventueele
schadeloosstelling aan hen, die nadeelen van
sancties ondervinden, te hooren, dat een recht
hierop moeilijk kan worden erkend. Of er in
zeer exceptioneele gevallen iets te doen zou
wezen, zal de Regeering nog eens onder de
oogen zien.
Tegen op de hoogte houden van de commis
sie voor Buitenlandsche Zaken omtrent de
getroffen maatregelen heeft de Minister geen
bezwaar.
Bij de artikelsgewijze behandeling verde
digde Mr. Coops (lib.) een amendement om
voor strafbaarheid van overtreding der
sanctie-wet bewijs van den opzet om te over
treden te verlangen, De communist de Visser
vond, dat de strafmaat op de overtredingen
veel te laag was
Aangezien de Minister vreesde, dat aanne
ming van het amendement 't effect van de
voorgestelde regeling aanmerkelijk zou ver
zwakken, trokken Mr. Coops c.s. het weer in.
Even later nam de Kamer met 68 tegen 3 het
sanctie-ontwerp aan. Alleen de heeren Wester
man (Nat. Herst.), Sneevliet (rev. soc.) en de
eenige aanwezige Staatk. Geref. v. Dis stem
den tegen.
E. v. R.
Tegen prijsopdrijving zal
worden gewaakt.
Minister Gelissen zal zoo noodig met
beslistheid optreden.
Op de vragen van het Tweede Kamerlid
Sneevliet betreffende het nemen van maat
regelen van regeeringswege tot het beletten
van prijsopdrijving van allerlei artikelen van
levensonderhoud,
heeft de minister van handel, nijverheid en
scheepvaart geantwoord;
Inderdaad hebben zich hier en daar plaat
selijke verschijnselen voorgedaan, die op
hamsteren" wijzen; dat daarbij in het alge
meen toeleg tot prijsopdrijving van de zijde
der winkeliers in het spel zou zijn, is evenwel
nog niet komen vast te staan.
Mocht zich een algemeene opdrijving der
prijzen afteekenen, dan zal daartegen onver
wijld en met beslistheid worden opgetreden.
De regeering schenkt van dag tot dag aan
dacht aan de verschijnselen, die zich op dit
gebied voordoen.
Critiek en lof voor beleid der
regeering.
Plan van den arbeid besproken
De aangekondigde belastingverhooging.
Nu bij de voorgestelde behandeling van het
bezuinigingsontwerp eerst kort geleden een
uitvoerig algemeen politiek debat is gehouden,
heeft de Tweede Kamer zich bii de algemeene
beschouwingen over de begrooting-1936 in de
afdeeüngen beoerking ongelegd. Dit neemt niet
Weg dat verscheiden leden toch wenschten op
te merken, dat de tegenstellingen, welke in
Juli zulk een spanning hebben veroorzaakt,
nog niet hebben opgehouden te bestaan.
Tegenover leden, die het regeerbe-
leid qualificeerden als eenzijdige aan
passingspolitiek, welke zich in een vi-
cieuzen cirkel beweegt, spraken ver
scheidene leden groote waardeering uit
voor het door het kabinet gevoerde
beleid. Zij achtten het in hooge mate
onbillijk, de regeering verantwoorde
lijk te stellen voor den slechten econo-
mischen toestand, welke immers een
gevolg is van factoren, welke de re
geering niet in de hand heeft..
Het plan van den arbeid werd uitvoerig ver
dedigd en niet minder nadrukkelijk bestreden.
Eenerzij ds meende men, dat geld voor de uit
voering van de groote werken zeer wel zal
kunnen worden geleend, anderzijds werd er op
gewezen, dat de kapitaalmarkt reeds verzwakt
is door het interen van reserves en de vermin
dering van vele vermogens.
Bovendien werd gevraagd waarom in België
minister De Man, aan wiens denkbeelden het
plan grootendeels is ontleend, thans zijn eigen
plan niet uitvoert, daarbij betoogend dat zijn
plan het project van een architect is, doch dat
hij thans aannemer is geworden. Mocht het in
de bedoeling van de voorstanders van het plan
liggen, dit zoo noodig te financieren door een
gedwongen leening, dan werd daartegen op
gemerkt, dat zulk een leening voor het staats-
crediet noodlottig zou zijn.
Desniettemin waren vele leden van meening
dat met het uitvoeren van openbare werken
krachtig moet worden voortgegaan, waarbij
onder meer werd gewezen op de mogelijkheden
bij de droogmaking van het IJselmeer en ge
vraagd werd of binnenkort het voor het Werk
fonds uitgetrokken bedrag aanzienlijk zal wor
den verhoogd.
Ook de aangekondigde belastingverhooging
heeft een punt van bespreking uitgemaakt.
Verscheidene leden hadden geen principieel
bezwaar, al behielden zij zich voor om zich
met name tegen verhooging van de omzetbe
lasting te verzetten. Vele andere leden gaven
uiting aan hun ernstige teleurstelling.
In dit verband werd o.m. gevraagd of de
regeering het uitgesloten acht, met behulp van
nieuwe bezuinigingsmaatregelen het bqdrag
van 26.2 millioen. dat zij door belastingverhoo
ging wil dekken, te verkrijgen en of de regee
ring afziet van verdere behandeling der aan
hangige wetsontwerpen betreffende het heffen
van een crisis-inkomstenbelasting en van be
lastingen van besloten vennootschappen.
Ervaringen van
een Eerstejaars in Amsterdam.
Soms wordt het je te bar, al die colleges.
Dan sla je er maar eens een paar over. Ieder
van ons heeft een Artiskaart en als er dan
zoo'n lekker herfstzonnetje schijnt is het ver
duiveld verleidelijk den prof met zijn kikkers
of zijn chemische mengsels te laten stikken
en te gaan „beesten pesten", zooals de tech
nische term luidt. Dat pesten is niet zoo erg
als het klinkt. De een heeft een bijzondere
liefhebberij de papegaaien de kunst van het
vloeken bij te brengen. Er is een grijze rood
staart, die het op dat gebied tot een be
treurenswaardige hoogte heeft gebracht.
Anderen voeren de apen met kakkerlakken
Die peuter je met' een lucifer tusschen de
plinten van het hout uit. Sommige apen zijn
er wild op.
De olifanten zijn natuurlijk ook een be
zoek overwaard. Kort geleden is er een ge
storven. Coba heette zij. Ik heb niet meer het
genoegen gehad de oude dame te kennen,
maar er zijn treffende verhalen in omloop
over haar scherpzinnigheid en haar wraak
zucht. Er moet eens een student geweest zijn,
die zich ten opzichte van den ouderdom en
het aftandsche gebit van de eerbiedwaardige
Douairière eenige grove scherts had veroor
loofd. Bovendien had hij het gewaagd proeven
op haar te nemen betreffende de werking van
het maagzuur op kiezel en had haar te dien
einde keisteentjes in de slurf gestoken. Als
een echte aristocrate had Coba zich verge
noegd met zich verachtelijk van hem af te
wenden. Maar toen hij' eenige weken later,
haar flat passeerde terwijl zij aan het ontbijt
zat. had zij plotseling met een voor haar
leeftijd bewonderenswaardige lenigheid en
scherpte van blik, een vette suikerbiet in zijn
nek geslingerd en dat met zulk een kracht dat
het ding tegen zijn boordje aan pap sloeg.
Er wordt door getuigen zelfs met klem be
weerd, dat Coba op dat oogenblik in een luid
gelach is uitgebarsten.
Op het botanisch practicum wordt veel ge
werkt met wortelen en peren. Ieder is gewa
pend met een scheermes en snijdt zich een
plakje af. Theoretisch zou één peer en één
wortel voldoende moeten zijn om de weetlust
van een gansch studiejaar te bevredigen, maar
de practijk wijst het anders uit. Vooral wan
neer in alcohol gedrenkte peren ter tafel
komen wordt de wetenschappelijke dorst on-
leschbaar. Als je dan eindelijk je genoegen
gegeten hebt leg je de rest onder je miek
dat is de door-de-weeksche naam voor het
ding dat 's Zondags microscoop heet en je
gaat door een gaatje turen om te zien hoe een
wortel er van binnen uitziet. Dat is een on
gelooflijke toer. want als je de spiegel die
onderaan zit verkeerd zet zie je alleen je
eigen buik. Je hoort op je preparaat een drup
peltje olie te laten vallen, maar den eersten
keer heeft een meisje haar heele miek van
boven af er mee gevuld en is zich toen
gaan beklagen, dat ze niet genoeg olie had.
Als je wat breekt moet je het betalen. Dat
is billijk, maar niet prettig, want als je een
goeie dag hebt, breek je je straatarm. Daarom
moet je altijd goed op je spullen letten, want
zoodra je je omdraait heb je kans dat iemand
je kostbare glaswerk gapt en er zijn kapotte
rommel voor in de plaats zet.
Er zijn ook menschen die de spoelalcohol
niet met rust kunnen laten. Ze gooien er
glucose in en mengen zich de zonderlingste
cocktails. Ik heb het nog niet geproefd en,
eerlijk gezegd, kan ik er ook nog niet erg
naar verlangen. Dan breng ik nog liever mijn
tijd zoek met een kabeljauwskop. Niet voor
de consumptie, maar voor anatomisch onder
zoek. Laatst had ik> om dat glibberding ste
vig vast te houden mijn duim door z'n oog
gestoken, maar ik had niet gemerkt, dat ik
er aan den anderen kant weer uitgekomen
was. Opeens dacht ik; wat gek, dat zoo'n
dooie kop zoo bloeden kan en toen merkte
ik op hetzelfde oogenblik dat ik al een heele
poos in mijn eigen dierbare vinger aan 't
zagen was.
Nu zit er een lapje om.
Mijn eerste offer aan de Medische Weten
schap is geplengd.
A. A. MATRIS.
Mr. Slingenberg ontwoordt
prof. Lohman.
Over de roode vlag naast de driekleur.
In antwoord op de vragen van het Eerste
Kamerlid prof. jhr. mr B. C. de Savornin
Lohman. naar aanleiding van de door den
directeur-generaal van de werkverschaffing
en steunverleening op 14 October jl. gehou
den rede. waarmede hij de werkkampen voor
jeugdige werkloozen van de A.J.C. heeft ge
opend. heeft de minister van Sociale Zaken
medegedeeld, dat de directeur-generaal niet
zijn voldoening uitgesproken heeft over het
feit, dat men in het kamp mede de nationale
vlag 'naast de roode) had uitgestoken maar,
dit feit constateerende, hieruit heeft afge
leid, dat men zich in dat kamp bij het werk
voor de jeugd ten volle als deel van het
geheel beschouwt.
Den directeur-generaal heeft bij zijn be
zoek en toespraak voorts voor oogen gestaan
een bezoek, dat minister Slotemaker de
Bruïne onder soortgelijke omstandigheden 29
Mei jl. aan genoemd kamp gebracht heeft.
Minister Slingenberg is van oordeel, dat
het niet-strafbare feit, dat bij een plechtig
heid onderscheidingsteekenen worden ten
toon gesteld, welke uitdrukking zijn van een
bepaald staatkundig streven, hem zonder
meer niet behoefte weerhouden zich daarbij
te doen vertegenwoordigen. Bijkomende om
standigheden van geval tot geval te beoor-
deelen, kunnen het echter gewenscht maken,
zich van zoodanige vertegenwoordiging te
onthouden. In casu waren de omstandighe
den niet van dien aard, om belangstelling
te onthouden aan socialen arbeid, die op
zichzelf deze belangstelling ten volle ver
dient.
K. L. M.-dienst naar Manilla?
Reuter meldt uit Manilla: De heer Nieuwen-
huis de vertegenwoordiger van de K. L. M.
kwam Donderdag alhier aan. Naar hij ver
klaarde zou hij van de regeering der Philip-
pijnen toestemming zien te verkrijgen tot het
verlengen van de Trans-Aziatische luchtlijn
der K.L.M. naar het Oosten tot Manilla.
Op deze wijze zou een verbinding tot stand
komen tusschen den bestaanden luchtdienst
Java-Europa en de door de Pan American
Airlines ontworpen Trans-Pacific Luchtlijn.
Ossche zaak van 1925
behandeld.
Acht jaar wegens doodslag
geëischt.
De brandstichtings-affaire te Megen.
Donderdag heeft de Bossche rechtbank de
vierde zitting ter berechting van de Ossche
misdrijven gehouden. Het eerst kwam in be
handeling de moordzaak, waarin Wijnen ver
dacht is. Op 5 December 1925 werd J. L. Har-
tog vermoord door messteken. Verdachte be
kende het feit met anderen te hebben ge
pleegd. Hij heeft dit in een driftbui gedaan,
nadat hij door twee andere personen opge
hitst was. De verdachte staat ongunstig be
kend.
De officier van justitie achtte niet bewezen
dat de verdachte zich aan moord had schul
dig gemaakt. Wel was bewezen, dat verdachte
zich aan doodslag had schuldig gemaakt. Hij
eischte deswege een gevangenisstraf van acht
jaar met aftrek van voorarrest.
De verdediger vraagt ten aanzien van ver
jaring den geest der wet toe te passen en ver
zoekt overigens clementie.
Ter zake van brandstichting had zich te ver
antwoorden de 27-jarige weduwe Van Beu-
ningen. Zij legde een volledige bekentenis af
en verklaarde het gedaan te hebben uit ar
moede. De officier van justitie eischte tegen
haar een gevangenisstraf van een jaar met af
trek van voorarrest. De verdediger bepleitte
een voorwaardelijke veroordeeling.
Uitlokking van inbraak.
Vervolgens werd berecht de zaak tegen den
48-jarigen fabrieksarbeider H. van der Van-
dervoirt, bijgenaamd „De Snep", verdacht
van uitlokking van de inbraak, door A. J.
Hendriks (Dikke Toon de Soep) en L. Vos
(Bijs de Syp), op 30 Mei 1934 door verd. ge
pleegd, waarbij f 70 werd gestolen ten na
deel e van het „Onderlinge Doktersfonds".
Verdachte bekende het feit. Men had hem
gevraagd of hij iets wist. en verdachte had
gezegd „Je kunt. bij mij wel terecht". Hij deelt
verder nog mede. dat hij van de buit, die f 70
groot was een bedrag van f 20 heeft ontvangen.
De Officier van Justitie Mr. van Everdingen
zei. dat Vos hem een briefje heeft geschreven,
waarin hij enkele bezwaren naar voren had
gebracht. Ik heb toen, aldus de Officier,
wachtmeester De Gier naar Vos gestuurd en
de wachtmeester heeft me bericht, dat Vos
wed zou getuigen, omdat hij het verkeerde van
zijn houding heeft ingezien.
De President en de Rechters alsmede de Of
ficier en de verdediger drongen tijdens de zit
ting er echter tevergeefs bij den getuige op
aan, om verklaringen af te leggen.
Getuige weigerde pertinent.
De Rechtbank zag er dan van af dezen ge
tuige te hooren.
De Officier van Justitie eischte tegen verd.
een gevangenisstraf van één jaar met aftrek
van het voorarrest.
De verdediger bepleitte in een krachtig plei
dooi een voorwaardelijke gevangenisstraf.
Als verdacht van inbraak op 7 Mei 1933 bij
den wijnhandelaar N. de Louw te Oss stond
terecht de 39-jarige A. H. de Louw.
De inbraak, welke driehonderd gulden uit de
brandkast opleverde, werd door verdachte ge
pleegd met Peer de Bier, Dikke Toon de Soep
en Bijs de Sijp. Subsidiair zijn verdachte ten
laste gelegd medeplichtigheid en heling van
f 70.—.
De verdachte zeide slechts op den uitkijk
te hebben gestaan.
De Officier van Justitie eischte een gevan
genisstraf van twee jaar en zes maanden, met
aftrek van het voorarrest, wegens medeplich
tigheid en heling.
De verdediger drong aan op een clemente
straf.
De brandstichting te Megen.
Hierna diende de zaak tegen den 51-jarigen
hotelhouder J. F. B.. verdacht van uitlokking
der brandstichting in zijn bakkerij en woning
te Megen, in den nacht van 7 op 8 Juni 1933
gepleegd door Piet en Gerrit de B.
Nadat de president aan den verdachte de
gebruikelijke vragen had gesteld, vroeg hij
„Verdachte, hoe zit dat nu met uw verde
diger?
De verdachte zegt, dat hij geen verdediger
wenscht te hebben. „Ik kan mezelf wel ver
dedigen".
De president vroeg dan aan den verdachte
of hij aan leden der familie de B. gevraagd
heeft brand te stichten.
Door den verdachte werd zulks ontkend.
Piet de B, kende hij zéér goed. Diens neef
Gerrit de B. was bij hem werkzaam.
De president vraagt nogmaals aan den ver
dachte of hij aan de familie de B. niet heeft
verzocht den boel in brand te steken.
De verdachte ontkent dit en zei: Gerrit de
B. heeft het gedaan. Hij heeft dit zelf tegen
me gezegd om zich op me te wreken. Hij was
toeon sinds 14 dagen ontslagen.
Getuige Piet de B. had van zijn neef Gerrit
gehoord, dat de verdachte verzocht had tegen
een goede belooning zijn woning in brand te
steken.
Verdachte had het ook aan den vader van
Gerrit verzocht. Gerrit had getuige verzocht
mee te gaan om te helpen. Hij zou er f25 voor
krijgen. In de woning van Gerrit hebben ze
eenige flesschen met benzine gevuld en daarna
hebben ze op verschillende punten de woning
in brand gestoken. In de woning hebben ze
geen menschen gezien, want met Gerrit de B.
was afgesproken, dat er niemand aanwezig zou
zijn. B. zou te Veghel zijn en zou zich ziek
houden.
Getuige mej. C. Ceelen—Ulijn zegt, dat Get-
rit de B. 14 dagen, voordat de woning van B
afbrandde tegen haar heeft gezegd, dat hij in
opdracht van zijn vader Peer de B naar Me
gen moest gaan om daar te gaan werken
want binnen korten tijd moest daar de boel
afbranden.
Daags voordat de woning zou afbranden,
zou B. opbellen en zeggen, dat hij ziek was ge
worden.
Op den avond dat de brand moest worden
gesticht, had Gerrit de B. gezegd: „Je moet
straks maar eens naar de lucht kijken, dan
kun je de roode haan zien vliegen."
Getuige had toen aan Gerrit gevraagd:
„Krijg je daar ook geld voor?"
Gerrit had toen geantwoord. „Natuurlijk!
Als de verzekering uitbetaalt, krijg ik geld
van B."
Dienzelfden avond heeft getuige naar de
lucht gekeken in de richting van "Megen. Zij
zag dat er brand was gesticht, want de lucht
zag vuurrood.
Deze verklaringen worden door getuige's
echtgenoot F. Ceelen. bevestigd.
Getuige S. Duterioo, arts te Veghel, deelt
mee, dat hij op 7 Juni geroepen was bij B. te
Veghel, daar B. ziek zou zijn.
„Was de verdachte ziek?" vraagt de pre
sident.
Getuige: Hij was niet ziek.
De Officier van Justitie requireerde tegen
verd. een gevangenistraf van 5 jaar met af
trek van het voorarrest.
Uitspraak 7 November.
Door onze lens gesnapt.
Dc heer J. A. M. ENGELS.
De heer J. A M. Engels werd 18 Januari
1896 te Rotterdam geboren, waar hij na zijn
schooljaren eenigen tijd op een handelskan
toor en in het expeditiebedrijf werkzaam
was. Op 18-jarigen leeftijd trad hij tot de
S.D.A P. toe. Tijdens den oorlog sloot hij zich
echter aan bij ce revolutionnaire beweging
en na den oorlog bij ce Communistische Par
tij waarbij hij tot 1926 bleef. Daarna ging hij
over naar de vakbeweging van het NA.S. en
in 1928 werd hij in gesalarieerden dienst
aangesteld, waarvoor hij zich te Amsterdam
vestigde Langzamerhand voelde hij zich
weer meer aangetrokken tot de S.D.A.P,
Daarom nam hij in 1932 ontslag uit den
dienst van het N A S.
In December van dat jaar werd de heer En
gels benoemd tot leider van het Maatschap
pelijk Werk van het Vrijz. Protestantsch Ver
bond te Amsterdam.
Sedert December 1932 woont de heer En
gels te Haarlem, In verschillende besturen
heeft hij zitting. Hij is voorzitter van den
Haarlemschen Bestuurdersbond, bestuurslid
van den Bond van Toezicht houdend perso
neel. voorzitter van de afd. III der S.D.A.P.
en lid van het Federatiebestuur der S.D.A.P.
Op 26 Juni 1935 werd hij gekozen tot lid
van den Haarlemschen gemeenteraad.
(Adv. Ingez. Meaj
Nieuw schip voor de
„Nederland"?
Naar de Tel. verneemt laat de Stoom
vaart Maatschappij „Nederland" een nieuw
modern passagiersschip voor den dienst op
Indië op stapel zetten. Het schip zal ge
bouwd worden bij de Ned. Scheepsbouwmaat
schappij te Amsterdam.
Hoewel het blad noch van de Stoomvaart
Maatschappij „Nederland" noch van de Ned.
Scheepsbouw Maatschappij bevestiging van
dit bericht kon verkrijgen, heeft het alle
reden om aan te nemen dat het met de
feiten in overeenstemming is.
Concurrenten van de munt
gearresteerd.
Hun vlijt niet gewaardeerd.
Valsche rijksdaalders, guldens en kwartjes.
Den laatsten tijd werden in Enschedé eeni
ge valsche rijksdaalders en kwartjes, welke
bij winkeliers in betaling werden gegeven,
door de politie in beslag genomen. Ook in
de omgeving werd valsch geld uitgegeven,
onder meer in Denekamp. waar valsche gul
dens in omloop werden gebracht.
De politie te Denekamp is er dezer dagen
in geslaagd den uitgever van dit valsche
geld aan te houden. Het bleek te zijn zekere
B. L. uit Enschedé. De politie vermoedde, dat
deze valsche guldens uit dezelfde bron kwa
men als de rijksdaalders en kwartjes.
Onder leiding van den hoofdinspecteur der
recherche te Enschedé, den heer H. Boerrig-
ter. werd het onderzoek verder voortgezet.
Uit dit onderzoek bleek, dat de valsche geld
stukken waren vervaardigd in de woning van
zekeren C. L die de vorige week wegens he
ling van rijwielen door de politie was aan
gehouden en in het Huis van Bewaring te
Almelo was ingesloten. Verder kwam aan het
licht, dat twee andere personen. Th. B. en
B. L.. beiden uit. Enschedé, betrokken waren
bij het vervaardigen en het uitgeven van het
valsche geld. Dit tweetal was de vorige week
op verzoek van de politie :e Enschedé in een
logement aan de OZ Voorburgwal te Am
sterdam aangehouden en naar Enschedé
overgebracht in verband met het ontvreem
den van rijwielen Bij verschillende huiszoe
kingen werden valsche geldstukken en voor
werpen voor de vervaardiging daarvan in
beslag genomen
Alle vier personen, die bij deze zaak be
trokken zijn, hebben een volledige bekente
nis afgelegd.