WINTERJASSEN Sanctie-ontwerp aangenomen. Studenten-studiën. éXdusief- Niet duur GR H0UT5TR hoek GR MARKT HAARLEM VRIJDAG 25 OCTOBER 1935 HAARDE M'S D A G B t A D 3 STA TEN-GENERAAL TWEEDE KAMER Met groote meerderheid. DEN HAAG Donderdag De opvolger van den heer Snoeck Henke mans (c.h.)de Groningsche gedeputeerde Krol werd heden geïnstalleerd; voorloopi; zal deze afgevaardigde het voorbeeld van zijn voorganger i wethouder van den Haag) om niet te cumuleeren, helaas niet volgen. Bij de vaststelling van den spreektijd voor de begin November aanvangende algemeene beschouwingen over de Rijksbegrooting bleek men zoo verstandig te zijn. dit keer extra- scherp te rantsoeneeren. Het sanctie-ontwerp gaf den heer Zandt (Staatk. Ger.) aanleiding als eerste het strijd perk binnen te treden om zich als anti-vol kenbondsman in een bijkans onverstaanbaar betoog tegen het voorstel uit te spreken. Mr. Joekes (v.d.) herinnerde er aan, dat ingevolge uitspraak van den Volkenbond vaststaat, dat Italië zich door zijn optreden tegenover Abessynië schuldig' heeft gemaakt aan een dusdanige schending zijner verplich tingen als onderteekenaar van het Handvest dat economische en finantieele sancties teeen dezen „staats-misdadiger" moeten intreden. De vrede is op den duur slechts te hand haven als er een internationaal gezag be staat, dat voor eerbiediging van het interna tionaal recht opkomt. Niet ten onrechte laakte Mr Joekes de houding van Oostenrijk en Hongarije, die in hun moeilijkste jaren juist door den Volken bond zoo goed geholpen zijn en zich thans aan hun sanctie-verplichtingen onttrekken. De v.d. spreker bepleitte o.m. nog, dat de Regeering in verband met uitvaardiging van sanctie-maatregelen zooveel mogelijk contact met de Kamercommissie voor Buitenlandsche Zaken zou zoeken. Ds. Lingbeek (Herv. Ger.) bleek, ondanks zijn gering vertrouwen in den Volkenbond be reid voor te stemmen, waar het hier gaat om bestrijding van onrecht. Namens de s.d frac tie op één uitzondering kwam de heer Vlie gen instemming met het wetsontwerp betui gen. waarbij hij nog eens onderstreepte hoe zeer de sociaal-democraten voelen voor krach tige Volkenbondsmaatregelen ter handhaving van de internationale rechtsorde. De heer Vliegen had alleen deze grief, dat de com missie voor Buitenlandsche Zaken niet over het voorstel werd gehoord. Wat nu de ééne s d. uitzondering betreft, deze bestond ver moedelijk in den persoon van Mr. Duys. die zich echter tenslotte weer van het sprekers lijstje liet schrappen en ook voorstemde. Het schijnt, dat deze afgevaardigde slechts t.a.v. het vertrouwen in wat de Volkenbond ten dezen vermag, van zijn partijgenooten af week. Mr. Westerman (Nat. Herst.) gaf zich heel veel moeite om aan te toonen, dat er van het wetsontwerp en evenmin van den Vol kenbond iets deugt. Italië zal toch zijn zin doordrijven en al gedraagt Nederland zich thans nog zoo „braaf", als wij later in den knoei mochten komen, zal niemand ons ont zien. De leider der c.-h. fractie. Jhr Mr. de Geer, constateerde, dat het optreden van Genève en Nedeiiand's medewerking alleen verzet ontmoet bij enkele kleinere groepen, waar van er één, de N.S.B. niet. „althans niet for meel" (dit sloeg op den heer Westerman!) in de Kamer vertegenwoordigd is. De rede van dezen afgevaardigde was wel de beste, tevens meest idealistische die heden werd uitgesproken. Mr. de Geer verklaarde zich niet alleen vóór het ontwerp omdat het be treft de voldoening aan onze verplichtingen als lid van den Volkenbond, maar ook om de zaak zelf. Hij noemde de van N.S.B.-zijde ge geven voorstelling van zaken, alsof de voor gestelde maatregelen uit anti-fascistische nemingen geboren zijn, een ontwijding van de groote gedachte, een beduimeling van een ideaal. De voorgestelde maatregelen behoort men uitsluitend te bezien als middelen ter handhaving van de internationale rechtsor de, die steunen moet op bereidheid tot vriendschappelijk internationaal overleg. En nu moge de Volkenbond nog een gebrekkig middel ter verzekering van dat overleg zijn, veel gebrekkiger is de oorlog met zijn ge welddadigheid en onbetrouwbaarheid als rechtscheppende factor. De Volkenbond, al dus deze spreker, heeft boven het lugubere dobbelspel van den oorlog gekozen voor de internationale rechtsinstanties. En niets ter wereld kan ons de zegen daarvan weer ont nemen. Mr. Boon (lib.) voegde Mr. Westerman toe. dat Nederland wel eens reden zou kunnen hebben om dankbaar te zijn voor het be staan en voor de tegenwoordige actie van den Volkenbond; zulks in verband met onze koloniën en Japan! Twee communisten, de heeren de Visser en Roestam ontpopten zich fga.nsch anders als vroeger) als warme Volkenbondsvrienden om thans de vertolking van hun ouden rol aan den revol-soc. Sneevliet over te laten, die verklaarde in den Bond louter een instru ment voor imperialistische politiek te zien. Laatstgenoemde afgevaardigde kreeg het nog met zijn communistische buren van wie de heer Roestam op een gegeven oogenblik den voorzitter en zijn verdere medeleden als „waarde kameraden" toesprak! aan den stok over de vraag hoe wijlen Lenin wel over de huidiee communistische vriendelijkheden tegenover Genève geoordeeld zou hebben. Namens de R.-K. fractie viel Ir. Bongaerts de Regeering met betrekking tot haar beleid in pn tegenover den Volkenbond bij. Nadat Dr. Rutgers (a.r.). voorstander van het wetsontwerp er nog op gewezen had, dat uit krachte van de te Genève gebleken inter nationale solidariteit moet worden opgetre den en dat hier recht en belang samengaan, terwijl hij verder o.m. nog wees op de groote moreele waarde van wat nu voor de rechtsorde door den Volkenbond geprobeerd wordt, kwam de Minister aan het woord. Excellentie de Graeff had met genoegen de vele sympathieke tevens zakelijke redevoerin gen aangehoord en kon zich nu vooral tot eenige hoofdpunten bepalen. De opposanten, mochten vooral gebrek aan waardeering voor den Volkenbond aan den dag gelegd hebben, de Minister denkt gansch anders over die in stelling. Maar zelfs los daarvan, wij hebben verplichtingen op ons genomen, welnu die moeten wij^ zelfs los van geloof in den Bond. nakomen, willen wij ons niet aan woordbreuk schuldig maken. Voor twijfel omtrent den ernst der overige Bondsleden om trouw te doen, wat Genève thans mag eischen, bestaat volgens den Minister niet de geringste reden. Wat de houding van België betreft, kon de Minister er op wijzen, dat de Belgische afge vaardigde geen enkele reserve had gemaakt. Overigens heeft de Belgische Regeering juist nog hedenochtend aan ons gevraagd of er niet voor nauwe samenwerking tusschen Ne derland en België gezorgd kan worden bij de uitvoering der sanctie-maatregelen. Wat nu verder de verplichtingen uit hoofde van art. 16 aangaat, wees Jhr. de Graeff er op, dat als men eenmaal heeft uitgemaakt, dat een staat aanvallend is onder schending zijner verplichtingen, automatisch de deelneming van economische en financieele sancties moet volgen; t.a.v. meedoen aan militaire sancties blijft men ook dan echter nog geheel en al vrij. De heeren Joekes, Boon en Bongaerts kre gen in verband met vragen over eventueele schadeloosstelling aan hen, die nadeelen van sancties ondervinden, te hooren, dat een recht hierop moeilijk kan worden erkend. Of er in zeer exceptioneele gevallen iets te doen zou wezen, zal de Regeering nog eens onder de oogen zien. Tegen op de hoogte houden van de commis sie voor Buitenlandsche Zaken omtrent de getroffen maatregelen heeft de Minister geen bezwaar. Bij de artikelsgewijze behandeling verde digde Mr. Coops (lib.) een amendement om voor strafbaarheid van overtreding der sanctie-wet bewijs van den opzet om te over treden te verlangen, De communist de Visser vond, dat de strafmaat op de overtredingen veel te laag was Aangezien de Minister vreesde, dat aanne ming van het amendement 't effect van de voorgestelde regeling aanmerkelijk zou ver zwakken, trokken Mr. Coops c.s. het weer in. Even later nam de Kamer met 68 tegen 3 het sanctie-ontwerp aan. Alleen de heeren Wester man (Nat. Herst.), Sneevliet (rev. soc.) en de eenige aanwezige Staatk. Geref. v. Dis stem den tegen. E. v. R. Tegen prijsopdrijving zal worden gewaakt. Minister Gelissen zal zoo noodig met beslistheid optreden. Op de vragen van het Tweede Kamerlid Sneevliet betreffende het nemen van maat regelen van regeeringswege tot het beletten van prijsopdrijving van allerlei artikelen van levensonderhoud, heeft de minister van handel, nijverheid en scheepvaart geantwoord; Inderdaad hebben zich hier en daar plaat selijke verschijnselen voorgedaan, die op hamsteren" wijzen; dat daarbij in het alge meen toeleg tot prijsopdrijving van de zijde der winkeliers in het spel zou zijn, is evenwel nog niet komen vast te staan. Mocht zich een algemeene opdrijving der prijzen afteekenen, dan zal daartegen onver wijld en met beslistheid worden opgetreden. De regeering schenkt van dag tot dag aan dacht aan de verschijnselen, die zich op dit gebied voordoen. Critiek en lof voor beleid der regeering. Plan van den arbeid besproken De aangekondigde belastingverhooging. Nu bij de voorgestelde behandeling van het bezuinigingsontwerp eerst kort geleden een uitvoerig algemeen politiek debat is gehouden, heeft de Tweede Kamer zich bii de algemeene beschouwingen over de begrooting-1936 in de afdeeüngen beoerking ongelegd. Dit neemt niet Weg dat verscheiden leden toch wenschten op te merken, dat de tegenstellingen, welke in Juli zulk een spanning hebben veroorzaakt, nog niet hebben opgehouden te bestaan. Tegenover leden, die het regeerbe- leid qualificeerden als eenzijdige aan passingspolitiek, welke zich in een vi- cieuzen cirkel beweegt, spraken ver scheidene leden groote waardeering uit voor het door het kabinet gevoerde beleid. Zij achtten het in hooge mate onbillijk, de regeering verantwoorde lijk te stellen voor den slechten econo- mischen toestand, welke immers een gevolg is van factoren, welke de re geering niet in de hand heeft.. Het plan van den arbeid werd uitvoerig ver dedigd en niet minder nadrukkelijk bestreden. Eenerzij ds meende men, dat geld voor de uit voering van de groote werken zeer wel zal kunnen worden geleend, anderzijds werd er op gewezen, dat de kapitaalmarkt reeds verzwakt is door het interen van reserves en de vermin dering van vele vermogens. Bovendien werd gevraagd waarom in België minister De Man, aan wiens denkbeelden het plan grootendeels is ontleend, thans zijn eigen plan niet uitvoert, daarbij betoogend dat zijn plan het project van een architect is, doch dat hij thans aannemer is geworden. Mocht het in de bedoeling van de voorstanders van het plan liggen, dit zoo noodig te financieren door een gedwongen leening, dan werd daartegen op gemerkt, dat zulk een leening voor het staats- crediet noodlottig zou zijn. Desniettemin waren vele leden van meening dat met het uitvoeren van openbare werken krachtig moet worden voortgegaan, waarbij onder meer werd gewezen op de mogelijkheden bij de droogmaking van het IJselmeer en ge vraagd werd of binnenkort het voor het Werk fonds uitgetrokken bedrag aanzienlijk zal wor den verhoogd. Ook de aangekondigde belastingverhooging heeft een punt van bespreking uitgemaakt. Verscheidene leden hadden geen principieel bezwaar, al behielden zij zich voor om zich met name tegen verhooging van de omzetbe lasting te verzetten. Vele andere leden gaven uiting aan hun ernstige teleurstelling. In dit verband werd o.m. gevraagd of de regeering het uitgesloten acht, met behulp van nieuwe bezuinigingsmaatregelen het bqdrag van 26.2 millioen. dat zij door belastingverhoo ging wil dekken, te verkrijgen en of de regee ring afziet van verdere behandeling der aan hangige wetsontwerpen betreffende het heffen van een crisis-inkomstenbelasting en van be lastingen van besloten vennootschappen. Ervaringen van een Eerstejaars in Amsterdam. Soms wordt het je te bar, al die colleges. Dan sla je er maar eens een paar over. Ieder van ons heeft een Artiskaart en als er dan zoo'n lekker herfstzonnetje schijnt is het ver duiveld verleidelijk den prof met zijn kikkers of zijn chemische mengsels te laten stikken en te gaan „beesten pesten", zooals de tech nische term luidt. Dat pesten is niet zoo erg als het klinkt. De een heeft een bijzondere liefhebberij de papegaaien de kunst van het vloeken bij te brengen. Er is een grijze rood staart, die het op dat gebied tot een be treurenswaardige hoogte heeft gebracht. Anderen voeren de apen met kakkerlakken Die peuter je met' een lucifer tusschen de plinten van het hout uit. Sommige apen zijn er wild op. De olifanten zijn natuurlijk ook een be zoek overwaard. Kort geleden is er een ge storven. Coba heette zij. Ik heb niet meer het genoegen gehad de oude dame te kennen, maar er zijn treffende verhalen in omloop over haar scherpzinnigheid en haar wraak zucht. Er moet eens een student geweest zijn, die zich ten opzichte van den ouderdom en het aftandsche gebit van de eerbiedwaardige Douairière eenige grove scherts had veroor loofd. Bovendien had hij het gewaagd proeven op haar te nemen betreffende de werking van het maagzuur op kiezel en had haar te dien einde keisteentjes in de slurf gestoken. Als een echte aristocrate had Coba zich verge noegd met zich verachtelijk van hem af te wenden. Maar toen hij' eenige weken later, haar flat passeerde terwijl zij aan het ontbijt zat. had zij plotseling met een voor haar leeftijd bewonderenswaardige lenigheid en scherpte van blik, een vette suikerbiet in zijn nek geslingerd en dat met zulk een kracht dat het ding tegen zijn boordje aan pap sloeg. Er wordt door getuigen zelfs met klem be weerd, dat Coba op dat oogenblik in een luid gelach is uitgebarsten. Op het botanisch practicum wordt veel ge werkt met wortelen en peren. Ieder is gewa pend met een scheermes en snijdt zich een plakje af. Theoretisch zou één peer en één wortel voldoende moeten zijn om de weetlust van een gansch studiejaar te bevredigen, maar de practijk wijst het anders uit. Vooral wan neer in alcohol gedrenkte peren ter tafel komen wordt de wetenschappelijke dorst on- leschbaar. Als je dan eindelijk je genoegen gegeten hebt leg je de rest onder je miek dat is de door-de-weeksche naam voor het ding dat 's Zondags microscoop heet en je gaat door een gaatje turen om te zien hoe een wortel er van binnen uitziet. Dat is een on gelooflijke toer. want als je de spiegel die onderaan zit verkeerd zet zie je alleen je eigen buik. Je hoort op je preparaat een drup peltje olie te laten vallen, maar den eersten keer heeft een meisje haar heele miek van boven af er mee gevuld en is zich toen gaan beklagen, dat ze niet genoeg olie had. Als je wat breekt moet je het betalen. Dat is billijk, maar niet prettig, want als je een goeie dag hebt, breek je je straatarm. Daarom moet je altijd goed op je spullen letten, want zoodra je je omdraait heb je kans dat iemand je kostbare glaswerk gapt en er zijn kapotte rommel voor in de plaats zet. Er zijn ook menschen die de spoelalcohol niet met rust kunnen laten. Ze gooien er glucose in en mengen zich de zonderlingste cocktails. Ik heb het nog niet geproefd en, eerlijk gezegd, kan ik er ook nog niet erg naar verlangen. Dan breng ik nog liever mijn tijd zoek met een kabeljauwskop. Niet voor de consumptie, maar voor anatomisch onder zoek. Laatst had ik> om dat glibberding ste vig vast te houden mijn duim door z'n oog gestoken, maar ik had niet gemerkt, dat ik er aan den anderen kant weer uitgekomen was. Opeens dacht ik; wat gek, dat zoo'n dooie kop zoo bloeden kan en toen merkte ik op hetzelfde oogenblik dat ik al een heele poos in mijn eigen dierbare vinger aan 't zagen was. Nu zit er een lapje om. Mijn eerste offer aan de Medische Weten schap is geplengd. A. A. MATRIS. Mr. Slingenberg ontwoordt prof. Lohman. Over de roode vlag naast de driekleur. In antwoord op de vragen van het Eerste Kamerlid prof. jhr. mr B. C. de Savornin Lohman. naar aanleiding van de door den directeur-generaal van de werkverschaffing en steunverleening op 14 October jl. gehou den rede. waarmede hij de werkkampen voor jeugdige werkloozen van de A.J.C. heeft ge opend. heeft de minister van Sociale Zaken medegedeeld, dat de directeur-generaal niet zijn voldoening uitgesproken heeft over het feit, dat men in het kamp mede de nationale vlag 'naast de roode) had uitgestoken maar, dit feit constateerende, hieruit heeft afge leid, dat men zich in dat kamp bij het werk voor de jeugd ten volle als deel van het geheel beschouwt. Den directeur-generaal heeft bij zijn be zoek en toespraak voorts voor oogen gestaan een bezoek, dat minister Slotemaker de Bruïne onder soortgelijke omstandigheden 29 Mei jl. aan genoemd kamp gebracht heeft. Minister Slingenberg is van oordeel, dat het niet-strafbare feit, dat bij een plechtig heid onderscheidingsteekenen worden ten toon gesteld, welke uitdrukking zijn van een bepaald staatkundig streven, hem zonder meer niet behoefte weerhouden zich daarbij te doen vertegenwoordigen. Bijkomende om standigheden van geval tot geval te beoor- deelen, kunnen het echter gewenscht maken, zich van zoodanige vertegenwoordiging te onthouden. In casu waren de omstandighe den niet van dien aard, om belangstelling te onthouden aan socialen arbeid, die op zichzelf deze belangstelling ten volle ver dient. K. L. M.-dienst naar Manilla? Reuter meldt uit Manilla: De heer Nieuwen- huis de vertegenwoordiger van de K. L. M. kwam Donderdag alhier aan. Naar hij ver klaarde zou hij van de regeering der Philip- pijnen toestemming zien te verkrijgen tot het verlengen van de Trans-Aziatische luchtlijn der K.L.M. naar het Oosten tot Manilla. Op deze wijze zou een verbinding tot stand komen tusschen den bestaanden luchtdienst Java-Europa en de door de Pan American Airlines ontworpen Trans-Pacific Luchtlijn. Ossche zaak van 1925 behandeld. Acht jaar wegens doodslag geëischt. De brandstichtings-affaire te Megen. Donderdag heeft de Bossche rechtbank de vierde zitting ter berechting van de Ossche misdrijven gehouden. Het eerst kwam in be handeling de moordzaak, waarin Wijnen ver dacht is. Op 5 December 1925 werd J. L. Har- tog vermoord door messteken. Verdachte be kende het feit met anderen te hebben ge pleegd. Hij heeft dit in een driftbui gedaan, nadat hij door twee andere personen opge hitst was. De verdachte staat ongunstig be kend. De officier van justitie achtte niet bewezen dat de verdachte zich aan moord had schul dig gemaakt. Wel was bewezen, dat verdachte zich aan doodslag had schuldig gemaakt. Hij eischte deswege een gevangenisstraf van acht jaar met aftrek van voorarrest. De verdediger vraagt ten aanzien van ver jaring den geest der wet toe te passen en ver zoekt overigens clementie. Ter zake van brandstichting had zich te ver antwoorden de 27-jarige weduwe Van Beu- ningen. Zij legde een volledige bekentenis af en verklaarde het gedaan te hebben uit ar moede. De officier van justitie eischte tegen haar een gevangenisstraf van een jaar met af trek van voorarrest. De verdediger bepleitte een voorwaardelijke veroordeeling. Uitlokking van inbraak. Vervolgens werd berecht de zaak tegen den 48-jarigen fabrieksarbeider H. van der Van- dervoirt, bijgenaamd „De Snep", verdacht van uitlokking van de inbraak, door A. J. Hendriks (Dikke Toon de Soep) en L. Vos (Bijs de Syp), op 30 Mei 1934 door verd. ge pleegd, waarbij f 70 werd gestolen ten na deel e van het „Onderlinge Doktersfonds". Verdachte bekende het feit. Men had hem gevraagd of hij iets wist. en verdachte had gezegd „Je kunt. bij mij wel terecht". Hij deelt verder nog mede. dat hij van de buit, die f 70 groot was een bedrag van f 20 heeft ontvangen. De Officier van Justitie Mr. van Everdingen zei. dat Vos hem een briefje heeft geschreven, waarin hij enkele bezwaren naar voren had gebracht. Ik heb toen, aldus de Officier, wachtmeester De Gier naar Vos gestuurd en de wachtmeester heeft me bericht, dat Vos wed zou getuigen, omdat hij het verkeerde van zijn houding heeft ingezien. De President en de Rechters alsmede de Of ficier en de verdediger drongen tijdens de zit ting er echter tevergeefs bij den getuige op aan, om verklaringen af te leggen. Getuige weigerde pertinent. De Rechtbank zag er dan van af dezen ge tuige te hooren. De Officier van Justitie eischte tegen verd. een gevangenisstraf van één jaar met aftrek van het voorarrest. De verdediger bepleitte in een krachtig plei dooi een voorwaardelijke gevangenisstraf. Als verdacht van inbraak op 7 Mei 1933 bij den wijnhandelaar N. de Louw te Oss stond terecht de 39-jarige A. H. de Louw. De inbraak, welke driehonderd gulden uit de brandkast opleverde, werd door verdachte ge pleegd met Peer de Bier, Dikke Toon de Soep en Bijs de Sijp. Subsidiair zijn verdachte ten laste gelegd medeplichtigheid en heling van f 70.—. De verdachte zeide slechts op den uitkijk te hebben gestaan. De Officier van Justitie eischte een gevan genisstraf van twee jaar en zes maanden, met aftrek van het voorarrest, wegens medeplich tigheid en heling. De verdediger drong aan op een clemente straf. De brandstichting te Megen. Hierna diende de zaak tegen den 51-jarigen hotelhouder J. F. B.. verdacht van uitlokking der brandstichting in zijn bakkerij en woning te Megen, in den nacht van 7 op 8 Juni 1933 gepleegd door Piet en Gerrit de B. Nadat de president aan den verdachte de gebruikelijke vragen had gesteld, vroeg hij „Verdachte, hoe zit dat nu met uw verde diger? De verdachte zegt, dat hij geen verdediger wenscht te hebben. „Ik kan mezelf wel ver dedigen". De president vroeg dan aan den verdachte of hij aan leden der familie de B. gevraagd heeft brand te stichten. Door den verdachte werd zulks ontkend. Piet de B, kende hij zéér goed. Diens neef Gerrit de B. was bij hem werkzaam. De president vraagt nogmaals aan den ver dachte of hij aan de familie de B. niet heeft verzocht den boel in brand te steken. De verdachte ontkent dit en zei: Gerrit de B. heeft het gedaan. Hij heeft dit zelf tegen me gezegd om zich op me te wreken. Hij was toeon sinds 14 dagen ontslagen. Getuige Piet de B. had van zijn neef Gerrit gehoord, dat de verdachte verzocht had tegen een goede belooning zijn woning in brand te steken. Verdachte had het ook aan den vader van Gerrit verzocht. Gerrit had getuige verzocht mee te gaan om te helpen. Hij zou er f25 voor krijgen. In de woning van Gerrit hebben ze eenige flesschen met benzine gevuld en daarna hebben ze op verschillende punten de woning in brand gestoken. In de woning hebben ze geen menschen gezien, want met Gerrit de B. was afgesproken, dat er niemand aanwezig zou zijn. B. zou te Veghel zijn en zou zich ziek houden. Getuige mej. C. Ceelen—Ulijn zegt, dat Get- rit de B. 14 dagen, voordat de woning van B afbrandde tegen haar heeft gezegd, dat hij in opdracht van zijn vader Peer de B naar Me gen moest gaan om daar te gaan werken want binnen korten tijd moest daar de boel afbranden. Daags voordat de woning zou afbranden, zou B. opbellen en zeggen, dat hij ziek was ge worden. Op den avond dat de brand moest worden gesticht, had Gerrit de B. gezegd: „Je moet straks maar eens naar de lucht kijken, dan kun je de roode haan zien vliegen." Getuige had toen aan Gerrit gevraagd: „Krijg je daar ook geld voor?" Gerrit had toen geantwoord. „Natuurlijk! Als de verzekering uitbetaalt, krijg ik geld van B." Dienzelfden avond heeft getuige naar de lucht gekeken in de richting van "Megen. Zij zag dat er brand was gesticht, want de lucht zag vuurrood. Deze verklaringen worden door getuige's echtgenoot F. Ceelen. bevestigd. Getuige S. Duterioo, arts te Veghel, deelt mee, dat hij op 7 Juni geroepen was bij B. te Veghel, daar B. ziek zou zijn. „Was de verdachte ziek?" vraagt de pre sident. Getuige: Hij was niet ziek. De Officier van Justitie requireerde tegen verd. een gevangenistraf van 5 jaar met af trek van het voorarrest. Uitspraak 7 November. Door onze lens gesnapt. Dc heer J. A. M. ENGELS. De heer J. A M. Engels werd 18 Januari 1896 te Rotterdam geboren, waar hij na zijn schooljaren eenigen tijd op een handelskan toor en in het expeditiebedrijf werkzaam was. Op 18-jarigen leeftijd trad hij tot de S.D.A P. toe. Tijdens den oorlog sloot hij zich echter aan bij ce revolutionnaire beweging en na den oorlog bij ce Communistische Par tij waarbij hij tot 1926 bleef. Daarna ging hij over naar de vakbeweging van het NA.S. en in 1928 werd hij in gesalarieerden dienst aangesteld, waarvoor hij zich te Amsterdam vestigde Langzamerhand voelde hij zich weer meer aangetrokken tot de S.D.A.P, Daarom nam hij in 1932 ontslag uit den dienst van het N A S. In December van dat jaar werd de heer En gels benoemd tot leider van het Maatschap pelijk Werk van het Vrijz. Protestantsch Ver bond te Amsterdam. Sedert December 1932 woont de heer En gels te Haarlem, In verschillende besturen heeft hij zitting. Hij is voorzitter van den Haarlemschen Bestuurdersbond, bestuurslid van den Bond van Toezicht houdend perso neel. voorzitter van de afd. III der S.D.A.P. en lid van het Federatiebestuur der S.D.A.P. Op 26 Juni 1935 werd hij gekozen tot lid van den Haarlemschen gemeenteraad. (Adv. Ingez. Meaj Nieuw schip voor de „Nederland"? Naar de Tel. verneemt laat de Stoom vaart Maatschappij „Nederland" een nieuw modern passagiersschip voor den dienst op Indië op stapel zetten. Het schip zal ge bouwd worden bij de Ned. Scheepsbouwmaat schappij te Amsterdam. Hoewel het blad noch van de Stoomvaart Maatschappij „Nederland" noch van de Ned. Scheepsbouw Maatschappij bevestiging van dit bericht kon verkrijgen, heeft het alle reden om aan te nemen dat het met de feiten in overeenstemming is. Concurrenten van de munt gearresteerd. Hun vlijt niet gewaardeerd. Valsche rijksdaalders, guldens en kwartjes. Den laatsten tijd werden in Enschedé eeni ge valsche rijksdaalders en kwartjes, welke bij winkeliers in betaling werden gegeven, door de politie in beslag genomen. Ook in de omgeving werd valsch geld uitgegeven, onder meer in Denekamp. waar valsche gul dens in omloop werden gebracht. De politie te Denekamp is er dezer dagen in geslaagd den uitgever van dit valsche geld aan te houden. Het bleek te zijn zekere B. L. uit Enschedé. De politie vermoedde, dat deze valsche guldens uit dezelfde bron kwa men als de rijksdaalders en kwartjes. Onder leiding van den hoofdinspecteur der recherche te Enschedé, den heer H. Boerrig- ter. werd het onderzoek verder voortgezet. Uit dit onderzoek bleek, dat de valsche geld stukken waren vervaardigd in de woning van zekeren C. L die de vorige week wegens he ling van rijwielen door de politie was aan gehouden en in het Huis van Bewaring te Almelo was ingesloten. Verder kwam aan het licht, dat twee andere personen. Th. B. en B. L.. beiden uit. Enschedé, betrokken waren bij het vervaardigen en het uitgeven van het valsche geld. Dit tweetal was de vorige week op verzoek van de politie :e Enschedé in een logement aan de OZ Voorburgwal te Am sterdam aangehouden en naar Enschedé overgebracht in verband met het ontvreem den van rijwielen Bij verschillende huiszoe kingen werden valsche geldstukken en voor werpen voor de vervaardiging daarvan in beslag genomen Alle vier personen, die bij deze zaak be trokken zijn, hebben een volledige bekente nis afgelegd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 5