m
B
Veertig-urige werkweek
geding.
in
het
Het Snelle Ding
DE MINISTER DREIGT MET ONTERVING
ZATERDAG 23 NOVEMBER 1935
HAARLEM'S DAGBLAD
3
De heer en mevrouw Visser-
Hooft onderscheiden.
Tot ridder en officier in de Orde van Oranje-
Nassau benoemd.
Hel Kon, Ned. Aardrijkskundig Genoot
schap. dat den vermaarden dr. Ph. C. Visser
had uitgenoodigd over zijn vierde Karako-
rumexpeditie te komen verhalen, zag Vrijdag
avond de groote zaal van het Koloniaal In
stituut, te Amsterdam geheel gevuld met be
langstellenden.
Onder hen was de minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen, dr. J. R. Slote-
maker de Bruine, die terstond na het vrien
delijke begroetingswoord van den waarne-
menden voorzitter den heer H. C. Rehbock,
het woord verkreeg.
De minister zeiae, dat hij zich het voorrecht
niet wilde laten ontgaan om te vernemen, wat
de heer Visser kwam vertellen.
Zijn aanwezigheid wilde ook zijn waardee
ring en die der regeering uitdrukken jegens
de personen, die met taai uithoudingsvermo
gen bezield, niet alleen sportief, maar vooral
ook wetenschappelijk Nederland bewondering
afdwongen. Het verheugde den minister te
kunnen mededeelen. dat de Koningin dr. Vis
ser had benoemd tot ridder in de Orde van
den Nederlandschen Leeuw en mevrouw Vis
serHooft, die een belangrijk aandeel In de
behaalde resultaten heeft, tot officier in de
Orde van Oranje Nassau.
Deze mededeeling werd met luid applaus
begroet.
Namens het Kon. Ned. Aardrijkskundig Ge
nootschap bood de heer Rehbock den heer
en mevrouw Visser de versierselen der hun
verleende onderscheidingen aan.
Dr. Visser zegde dank voor de decoraties,
welke hij en zijn echtgenoote zouden be
schouwen als een stimulans. Na een hoffe
lijk dankwoord tot het Genootschap ving dr.
Visser zijn bekende causerie over zijn reeds
beroemde expeditie aan.
TENTOONSTELLING VAN BOUWKUNST EN
AANVERWANTE VAKKEN.
Hedenmiddag zal in het Stedelijk Museum
te Amsterdam door den minister van So
ciale Zaken. prof. dr. J. R. Slotemaker de
Bruine, de Tentoonstelling van Bouwkunst
en verwante kunsten, georganiseerd door den
Tentoonstellingsraad voor bouwkunst en
verwante kunsten, officieel geopend worden
ifa*>Xaxfi
/josa
Effecten - Coupons - Vreemd Geld
ALLE BANKZAKEN
c^<£aj6uuiz
(Adv. Ingez. Med.)
TE GOUDA GAAT MEN SPORT-
VLIEGTUIGEN BOUWEN.
GOUDA, 22 November. Het Gemeente
bestuur van Gouda heeft een aanvrage ont
vangen van den heer Verfürden ingenieu.
uit Winterswijk, achter wien een Rotterdam-
scheHaagsche combinatie staat met een
kapitaal van zevenhonderd duizend gulden
voor huur van 10.240.M2 gemeentegrond aai
de Nieuwe Vaart (d.i. de verbinding tusscher.
Hollandsche IJsel en Gouwe, den waterweg
RotterdamGoudaAmsterdam) om daarop
te vestigen een nieuwe industrie „Navlietra"
(Nationale Vliegtuig- en Transportwerktuig
Industrie), welke zal vervaardigen verplaats
bare transporteurs voor het bouwbedrijf
brandladders, uitkijktorens en schaartorens,
transportwerktuigen, welke hier te lande nog
niet worden vervaardgd en sportvliegtuigen
(klein vliegtuigbouw).
Bij de nieuw te vestigen industrie zullen
volgens mededeeling van den ondernemer be
halve ingenieurs, teekenaars en ander tech
nisch personeel, een tweehonderdtal werk
lieden arbeid vinden.
B. en W. van Gouda adviseeren den Raad
de aangevraagde terreinen te verhuren voor
f 450 per jaar voor den tijd van vijf jaren
en vijf op tie-jaren en het recht van koop
tegen zeventig cent per vierkante meter.
TWEEDE KAMER
Bij de begrooting van Sociale Zaken.
DEN HAAG Vrijdag.
Slechts de twee aanwezige communisten en
de revol. soc. voorsteller der motie-Sneevliet
voélden iets voor een parlementaire commissie
voor de werking der reglementen betreffende
het gevangeniswezen; de overige 62 aanwezi
gen stemden tegen.
Nadat dit restantje van de beraadslagingen
over Justitie afgedaan was kwam de begroo-
7- i">n aan de orde.
Minister Slingenberg
eelde den heer Stein-
retz (R.K.) mede zijn
est te zullen doen om
ïze sociale maatrege-
•n. die gunstig afste
en bij die in de mees-
3 landen van Europa,
1 handhaven. Dat is
sedS op zichzelf in de
^genwoordige omstan-
ligheden geen sober
jrogramma, doch een
verheven taak.
(rVk 8HJnni,et*, BiJ de afdeeling Ar-
beid kwamen de heeren
Loei.i en Smeenk (A.R.) opnieuw
aantoonen, dat de bindendverklaring van col
lectieve arbeidsovereenkomsten te beschouwen
is als de noodzakelijke aanvulling der moge
lijkheid van bindendeverklaring van onder
nemersovereenkomsten. Daarentegen is de
heer Lauwes (lib.i door al dat bindend ver
klaren bevreesd voor te groote beknotting der
bedrijfsvrijheid, vrees, die hem ook de schrik
om het hart deed slaan met betrekking tot
een snellen en krachtigen uitbouw der bedrijfs-
raden, waarvoor Mr. Joekes (v.d.) en de heer
v. d. Tempel (s.d.) pleitten.
De v.d. fractieleider acht bij onderling over
leg voor sommige bedrijven een 40-urïge werk
week wel mogelijk als men maar zorgt, dat de
lasten voor 't bedrijf niet te hoog worden. Ook
,,De minister overweegt de vraag of eenige
wijziging der Successiewet met betrekking tot
de belasting van nalatenschappen van hen,
die het Rijk metterwoon verlaten hebben,
gewenscht moet worden geoordeeld."
Uit de Memorie van Antwoord
op de Begrooting van Financiën.
1 de heer Drop (s.d.) ziet heel wat in 'n 40-urige
werkweek, terwij; daarentegen de heer Bakker
ic.h.). die voorts op beperking van den arbeid
der gehuwde vrouw aandrong, dit experiment
onder de huidige omstandigheden met 't oog
op de concurrentie-toestanden voor de export
bedrijven, te gevaarlijk acht. De heer Ame-
link (a.r.) ziet er alleen kans voor bij een in
ternationale regeling.
Natuurlijk kwam ook Genève ter sprake. De
heer v. d. Tempel (s.d.) drong op ratificatie
van verschillende internationale arbeidscon-
venties aan, terwijl Mr. Joekes (v.d.) de groote
beleekenis van het internationaal overleg in
arbeidsaangelegenheden, schetste en opkwam
tegen hen, die gedreven door een te vergaand
nationaal individualis
me zich geringschat
tend over de beteekenis
van het werk van de
Internationale Arbeids
organisatie uit laten.
Waarna de heer v.
Kempen (lib.) ver
klaarde de waarde
hiervan en van de ra
tificatie van Geneef-
sche arbeidsconventies
niet te onderschatten, S&K& T!|' K5g|
doch wel meende te
moeten waarschuwen G. J. tsa Kempen
tegen bekrachtiging
van dergelijke overeenkomsten, waaraan de
hoofd-landen geen deelnemen. Nu het bedrijfs
leven worstelt om zijn bestaan is z.i. groote
voorzichtigheid geraden t.o.v. internationale
regeling van doorbetaling van loon gedurende
de vacanties, onderwerp, dat 't volgend jaar
te Genève aan de orde komt.
De heer Kuiper (R.K.) vroeg verdere maat
regelen tegen de werkloosheid en onder ver
wijzing naar de lessen, die in dit opzicht Bel
gië en Tsjecho-Slowakije hebben opgeleverd,
betoogde hij. dat devaluatie heusch niet zal
baten voor verruiming van werkgelegenheid.
Toen deze afgevaardigde uitgesproken was,
bleek de Minister nergens in de zaal te beken
nen te zijn, wat 'n buitenkansje was voor den
heer Kuiper, die nu nog eenige minuten mocht
doorpraten, totdat mr. Slingenberg weer ten
tooneele verscheen.
Deze verklaarde heel goed te begrijpen, dat
de heer Drop gaarne nog meer sociale maat
regelen ondernomen zag en bv. invoering der
stuwadoorswet bepleit had. Maar een Minister
van Sociale Zaken moet zich tegenwoordig
helaas wel eens remmen en zoo moest b.v. die
invoering thans achterwege blijven, nadat de
Minister van Economische Zaken had laten
weten, dat zulks economisch voor het toch al
noodlijdende scheepvaartbedrijf onverant
woord, want fnuikend zou zijn.
Voor zoover eenigermate mogelijk moet Zon-
dagsarbeid achterwege blijven. Dit in antwoord
op wat hierover de heeren Kersten (H. Ger.)
en Bakker (c.h.) hadden opgemerkt.
Het wetsontwerp tot beperking van den
arbeidstijd van chauffeurs zal zeer spoedig
't licht zien. Tegenover den heer Drop hield
de Minister vol, dat verleening van overwerk-
vergunnlng wel degelijk gerechtvaardigd kan
zijn in geval men daardoor een werk hier
kan behouden, dat anders naar 't buitenland
zal gaan. Doch natuurlijk moet dat «niet te
lichtvaardig gebeuren.
Had Dr. Vos (lib.) gevreesd, dat deze Mi
nister van plan was wijziging tot stand te
brengen in de verhouding van arbeid tus-
schen man en vrouw, en had mevr. de Vries-
Bruins (s.d.) den Minister in verband met
deze kwestie aan het v.d. programma her
innerd. deze vrees was niet gerechtvaardigd.
Een principieele verandering wil de Minister
niet tot stand brengen. Wel beoogt hij ver
plaatsing van arbeid van fabrieksmeisjes
naar huisarbeid, iets waarvoor mevr. de
Vries-Bruins slechts minachting scheen te
koesteren. Principieel aan de vrouw arbeids
gelegenheid ontnemen is dit heelemaal niet.
Voorzichtigheid ter internationale arbeids-
conferenties is natuurlijk geboden, gelijk dit
altijd voor elke belangrijke aangelegenheid
geldt. Doch de heer v. Kempen (lib.), die op
voorzichtigheid met zooveel klem had aan
gedrongen moest toch wel bedenken, dat de
conferenties geen bindende beslissingen ne
men, doch alleen richtsnoeren aan de diverse
Regeeringen aangeven. En wat de opvatting
aangaat, mede door den heer v. Kempen ver
kondigd. dat het toch eigenlijk vreemd is dat
niet-koloniale mogendheden meestemmen
over conventies die juist voor de koloniën
gelden, merkte de Minister op. dat hij hierin
geen bezwaar zag. Juist de niet-koloniale
mogendheden zullen de zaken dan eerder
met een niet-belanghebbenden bril kunnen
bekijken.
Hadden verschillende afgevaardigden het
resultaat van de bedrijfsraden voor 't be
drijfsleven teleurstellend, ja zelfs nihil ge
noemd (aldus de heer v. d. Tempel), Mr.
Slingenberg kon dit niet toegeven. Men kan
over dit instituut nog geen oordeel uitspre
ken: het bedrijf zelf moet er echter rijp voor
zijn. Op dit oogenblik moet zeker nog geen
verordenende bevoegdheid aan de bedrijfs
raden worden toegekend.
Het vraagstuk der 40-urige werkweek heeft
twee kanten: een nationaïen en internatio
nalen. Tot nu toe zijn de werknemers voor
standers. de werkgevers, die er verzwaring
van lasten voor 't bedrijf van voorzien, te
genstanders. Slechts in een hoogst enkel ge
val bleek de mogelijkheid voor een 40-urige
werkweek misschien te bestaan, Na de in
Genève over dit vraagstuk verkondigde ar
gumenten voor en tegen te hebben voorge
lezen, concludeerde de Minister, dat als ar
beiders en werkgevers belangrijke offers zou
den willen brengen de Regeering misschien
de invoering in een bepaald geval wel zal
kunnen bevorderen.
Wij stippen uit het verdere betoog van den
Minister alleen nog aan. dat hij aan bevor
dering van verbindend verklaring van loo-
nen in dezen tijd niet kan meewerken: an
dere verbindende verklaringen wijst de Min.
niet a priori af. Voor verbindend verklaring
van pensioenregelingen wordt, een voor-ont
werp bij den Hoogen Raad van Arbeid aan
hangig gemaakt.
E. v. R.
Jaren geleden, toen de crisis nog crisis en
geen aanpassing heette, bezweek ik voor den
familie- en vrienden-aandrang, en stemde erin
toe te leeren autorijden. Lang had het verzet
geduurd, vele waren mijn argumenten ge
weest. Alles vergeefs. Zij werden ontzenuwd.
Het is te duin', zei ik.
Onzin, antwoordden zij. De auto's zijn nu
zoo goedkoop geworden; zij zakken vast niet
verder meer. Prachtige tijd om er een te koo-
pen.
En de onderhoudskosten?
Vallen erg mee, als je maar niet teveel
rijdt.
Zal ik zeker niet doen. Ik houd niet van
luxe.
Daar lachten ze om. Zij vonden het geen
luxe. Allerlei en velerlei menschen reden auto.
Je bespaart zooveel, zeiden zij, op al je
treinreizen.
Ik hoef niet op de locomotief af te schrij
ven. En niet op rails en stations. Maar een
auto moet je afschrijven. In drie jaar.
Nonsens, zeiden ze. Dat is luxe. Vijf jaar!
Maar ik fiets liever.
Ook als het hard regent? En stormt? Of
sneeuwt? Of hard vriest? Neen, dan wil je wat
graag met óns meerijden.
Da's gemeen, zei ik.
Wat gemeen?
Ik dacht dat jullie mij uit hartelijkheid
mee lieten rijden. En dat de wagen met volle
belasting ook beter op den weg lag, juist als
het glad is.
Hm, zeiden ze. want daar was geen ant
woord op. Het is goed voor je gezond
heid. Prachtige afleiding van 's levens zorgen,
en zoo.
Nu dan, ik doe het niet.
Zij gingen hoofdschuddend heen, maar won
nen terrein. En op een fraaien lentemorgen
belde een familielid op en zei: Als je van
middag om halfzes thuis bent, haal ik je met
mijn oude Chevrolet af.
Waarom?
Om je autorijden te leeren. Het is mooi
weer. Morgen gaan we door.
Kun je het mij niet vanmiddag leeren?
Morgen regent het weer, zei ik bitter.
Neen, zei hij. Op één middag kan het niet.
Maar veertien dagen is genoeg.
Goed dan.
Dat was mijn eigenlijke, zelf-gegeven, half-
onwillige startsein. Met dergelijke middelen
zijn mannen tot bridgen, nieuwe bontmantels
en hoeden voor hun vrouwen, hyper-selectieve
radiotoestellen, en sommigen zelfs tot vacan
ties aan zee bewogen. Mij noopten ze tot Het
Snelle Ding. En thans, na eenige jaren, ver
groeid met het Ding als zoovelerx vóór en na
mij, leiden zij tct deze autografie, hetgeen be-
teekent „geschrift over een auto". Het is een
nieuw-Grieksche taalverrijking, in Nederland
ingevoerd.
Mijn mentor kwam dien middag prompt op
tijd. Hij zei dat hij zijn ouwe Chevrolet over
een maand zou inruilen, en dat ik er nog net
rijten in kon leeren. Daar kon je zoo'n ding
wel aan wagen. Het gaf niet meer.
Merci, merci, zei ik.
Dacht je soms dat ik er mijn nieuwe aan
zou riskeeren?
Neen. Maar als ik dus een maand langer
had standgehouden?.
Hij grijnsde. Dat wist je niet, makker; je
bent er nou bij. En hij reed mij naar de stille
wegen van het Naaldenveld, stopte daar en
begon me den boel uit te leggen. Het waren
heéle reeksen hand- en voetgrepen.
Toen hij ophield om adem te halen vroeg ik:
Is dat alles?
Bijna, zei hij.
Hoe moet ik dat ooit uit elkaar houden?
Dat leert iedereen.
Weet jij niet dat ik nogal eens verstrooid
doe?
Dat zul je in een auto niet doen.
Weet jij dat zeker?
Vrijwel.
Weet jij dat in dit Naaldenveld, ofschoon
stil, niettemin menschen wonen? Mannen met
vrouwen en kinderen en dienstboden en leve
ranciers en honden en katten? Allemaal schep
selen met kostbaar'Leven bezield? Besef jij
dat die allen zich af en toe op deze stille
wegen wagen? Welnu dan.... wat heb je te
gen hen? Waarom bedreig jij de heele buurt?
Wie heeft er nou een vendetta tegen een heele
buurt?
Klets niet langer, zei hij. Trap met je
linkervoet die clutch in. Zoo. Zet den versnel-
lings-hefboom in de eerste. Zóó. Laat nou
maar langzaam dat pedaal met je linkervoet
opkomen. Langzaam, zeg ik. Nog langzamer.
Nunou dan! Nou rij je.
Het was geschied.
Ik reed inderdaad.
Prof. dr. E. Gorter blijft te
Leiden.
Naar wij vernemen, zal prof. dr. E. Gorter,
die, zooals wij reeds meldden, door de Belgi
sche regeering benoemd is tot docent in de
Kindergeneeskunde aan de Universiteit te
Gent, den Leidschen hoogleeraarszetel blijven
bezetten en zich met toestemming van den
minister van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen gedurende twee dagen in de week
naar België begeven, ten behoeve van het
onderwijs aldaar. Hij zal te Leiden dan ver
vangen worden door de privaat-docenten dr.
J. Munk en dr. Tj. Haltoertsma.
JHR. D. C. RöELL, BENOEMD TOT DIREC
TEUR DER GEMEENTE-MUSEA TE
AMSTERDAM.
Na een langdurige geheime zitting van den
gemeenteraad van Amsterdam over de voor
dracht voor directeur der Gemeente Musea,
is benoemd Jhr. D. C. Röell. conservator van
het Rijksmuseum.
Op de voordracht stond behalve de geko
zene, dr. J. Q. van Regteren Altena
GEKOMEN PREDIKBEURTEN
„Lieve oom, kom in het land terug, wij verlangen zoo naar U.
Uw neven en nichten/'
Zondag 24 November.
BROEDERGEMEENTE
Voorm. 10.30 uur de heer H. Brauer.
Aanstaand zendeling te Zeist.
Opwekkingssamenkomsten Donderdag 28
November nam. 8 uur: Spr. Ds. A. A. Wild
schut. Ned. Herv. Pred. te IJmuiden-Oost.