DE BILT ECHTE WALES-ANTHRACIET EEN KWAJONGEN ALS HUWELIJKSMAKELAAR. MAANDAG 25 NOVEMBER 1935 HAARLEM'S DAGBLAD 2 HET TOONEEL CABARET-REVUE. DE BLOKKENDOOS. Beseft Nederland eigenlijk wel welk een uit zonderlijk groot talent het in Fientje de la Mar bezit? Zou er een tweede artiste zijn aan te wijzen, die op het tooneel, op het filmdoek, in de revue en in het cabaret uitblinkt als zij? Wanneer men van een ras-artiste wil spreken, welnu, dan is zij het. Ik was gisteren weer vol bewondering voor Fientje de la Mar, toen ik haar gisteren in De Blokkendoos, het cabaret, waarvan zij de lei ding heeft zag optreden. Zie haar als strui- sche jordaanmeid het liedje zingen van ,,'k Heb witte en rooie radijs!", als de vrouw van standing in dat navrante „Geld verdienen!"; hoor haar in 't Loflied op Jantje of in dat op het „Pierement!" en ge weet dadelijk, dat nie mand haar in ons land dit nadoet, zoo vol temperament, zoo levendig en kleurrijk, zoo breed en gul en humoristisch. En als zij „Va t' en Israël" voordraagt, met diep tragisch ac cent en monumentaal van gebaar, dan is het, of heel het tooneel zich vult en weten wij ook. dat wij in ons leven zulk een magistrale voor dracht enkel maar van de grootmeesteres der voordrachtkunstenaressen, van Yvette Guil- bert hebben gezien. Fientje de la Mar is hoe kan het anders? de ster van De Blokkendoos en daar zij er niet minder dan vijf maal in optreedt, is het succes van te voren verzekerd. Maar er meer in deze cabaret-revue, waarom het een volle zaal verdient. Daar is Johan Elsensohn. die ons eerst in zijn Amsterdamsche schets De Erug- getrekker en later in dat kostelijke Gesprek op Lijn 11, twee prachtig-levend Groot Mokum- mers te zien geeft, vol van dien drastischen volkshumor en sappig ghijn. Twee types met meesterschap uitgebeeld en gespeeld, zooals men dat in een cabaret maar heel zelden te genieten zal krijgen. En dan is er Corrie Vonk met haar natuurlijk en rijk komisch talent, dat alleen nog leiding noodig heeft om zuiver artistiek ontwikkeld te worden. Zij laat zich nu en dan door het succes in de zaal dat niet gering is verleiden te veel te geven en wordt dan wel eens bas-komiek. Dat zij dit niet noodig heeft en ook met gewone, zuiver - komische middelen een daverend lach-succes kan behalen, toont zij herhaaldelijk, bijv. in „Ai em de Kurl" en in het begin van „Mina heeft verkeering". Maar het allerbest was zij als het jongetje in dat mooie eenactertje Fransche Thema's van Wim Kan. Heel teer en fijn speelde zij dat en dit werd haar groot ste artistieke succes van den avond. Jan van Ees deed zooals hij 't zelf noem de dienst als wandelend programma en knapte in de verschillende eenactertjes de rol len van huisvriend, man en papa op. Hij was dus in dit cabaret het bindend element. En dan om niet te vergeten waren er Beuker en Denijs, die ons weer van hun enorme muzi kaliteit als duo-spelers op twee vleugels over tuigden. Het was een programma vol afwisse ling wij kregen zelfs ook nog dans van een naamlooze dame en zang van „the jungle sere- naders" vlot en vlug afgewerkt en met nummers, zooals men ze in een ander cabaret tevergeefs zal zoeken. Was het wonder, dat al deze deugden Zondagavond beloond werden met een volle zaal en daverend na Fientje de la Mar s liedjes zelfs ovatie-naderend applaus? Hedenavond wordt de Blokkendoos nogmaals opgebouwd in onzen Stadsschouw burg. Wie van amusant, afwisselend en in veel opzichten ook voortreffelijk cabaret houdt, weet dus. waar hij hiervoor vandaag terecht kan. J. B. SCHUIL. Tooneelvereeniging „Door Inspanning Uitspanning" „PETROLEUM". Amerika is nu eenmaal het land der onbe grensde mogelijkheden. Zóó ben je loopjongen en zóó ben je schatrijk. Zóó weet je, als Sam Crane in het blijspel „Petroleum", dat de Too neelvereeniging „Door Inspanning Uitspan ning" Zaterdagavond in den goedgevulden Schouwburg aan den Jansweg gaf, niet hoe je in het levensonderhoud van je moeder, je zuster en jezelf zult moeten voorzien en zóó tellen ze bijna tweehonderd duizend dollar voor je neer. Je moet maar boffen! Die Sam Crane is een idealist, altijd aan 't plannen maken, die hem met één slag tot mil lionnair zullen bombardeeren. Alleen aan ge woon werken denkt hij niet. „Idealist" is dus eigenlijk wel een wat te mooie naam voor hem. maar zijn zuster Hatty Crane noemt hem nu eenmaal zoo in het stuk. Sam Crane is door den heer K. Schoon niet onverdienstelijk als half-kind-half-mensch en heelemaal droomer voorgesteld koopt voor het laatste geld van de familie, 6000 dol lar. een groot terrein van twee gewetenlooze zakenlui, die hem wijs hebben gemaakt, dat in dien grond petroleum zal worden gevonden. (Ze hebben er eerst zelf wat petroleum in ge bracht!. Een vriend van Sam, een ingenieur, gaat boren en vindt.zout water! Maar het gerucht, dat er wérkelijk petroleum is gevon den, gaat verder en bereikt de twee zakenlui, die nu weer bij Sam terugkomen en hem voor 190.000 dollar het terrein weer afkoopen. Nauwelijks heeft Sam het geld binnen of hij heeft alweer een nieuw plan, zoodat wij vreezen dat de familie de „aap" niet lang in haar bezit zal houden. Wij kunnen niet zeggen, zooals uit het bo venstaande wel blijkt, dat dit stuk goede les sen bevat, of „opvoedend werkt". Maar enfin. de leden van „D. I. U." hebben er zich uit stekend mee geamuseerd. Den geheelen avond werd er gegierd en gebruld. Eén der toe schouwsters leefde zóó intens mee, dat zij, toen Sam Crane op een gegeven oogenblik wantrouwend zei: „Daar zit wat achter"!, luide en nadrukkelijk „Ja!" riep. Wel een be wijs dat het publiek er „in" was. En aan den anderen kant van het voetlicht was men er over 't algemeen óók goed in. Er blijft nu eenmaal altijd een reusachtig ver schil tusschen beroepsspel en dat van verre weg de meest dilettanten, zooals vooral bleek in II, waar het tooneel een paar keer „stond", wat steeds eenigszins pijnlijk aandoet. Ja, ja: rolkennis is een voornaam ding, al is het niet alles! Maar overigens kunnen wij lof hebben voor het spel van mevr: Lugtig als de moeder (zij was in 't begin nog niet zoo erg op dreef, maar kwam later wat meer los) en dat van mej. Bep de Mon, als de verstandige verloofde van Sams Mary, die meer gevoelt voor weinig geld verdienen met werken dan voor de kans op het verdienen van millioenenmet al lerlei vage plannen, waarvan naar alle waar schijnlijkheid toch niets terecht komt. Zij was op de planken een natuurlijker en prettiger meisje dan Hatty Crane, voorgesteld door mej. Tiny Smit. De heeren A. Mourik en P. Wouda waren 'n paar uitstekende zakenlui-van-verdacht- allooi, vooral de eerste gaf zeer los en vlot spel. De ingenieur Joe Page werd vertolkt door den heer J. van Dam, wel vermakelijk als de man van weinig woorden, die van „hofmaken" geen verstand heeft en toch wil trouwen. Een niet onvermakelijke figuur was ook de heer M. van Kordelaar als de vriend van Sam, Amos, dit evenals Sam werkloos is (het stuk speelt in den tegenwoordigen tijd) en altijd en overal bereid is „een stukje te eten". De uitspraak van enkele niet-Nederlandsche woorden liet te wenschen: genie moet niet klinken als chenie en de naam Joe moet niet op z'n Hollandsche uitgesproken worden. E. MUZIEK. CONCERT DER H. O. V. Marinus Adam had het programma van het Zondagnamiddagconcert, dat weer in den Stadsschouwburg gegeven werd, met oordeel samengesteld en liet aan de Scène en Aria „Ah! perfido|' van Beethoven diens Eerste Symphonie aan de Aria van Lia uit ,1' Enfant prodigue" van Debussy de „Cortège" uit het zelfde werk voorafgaan. Beethoven's Eerste Symphonie en „Ah! Derfido" zijn niet lang na elkaar geschreven: de Symphonie in 1797, het zangstuk ruim een jaar vroeger. Beide werken hebben zich in de concertzaal gehandhaafd. „Ah! perfido" behoort wei tot het repertoire vari nagenoeg alle zangeressen, die over een voldoen verach tige sopraanstem en o(ver voldoend drama tisch uitbeeldingsvernlogen beschikken, ,.Een aanmerkelijken inslag van theatrale pathe tiek" noemt Becker als een der kenmerken van het stuk. Niet alleen daarom echter is het een geliefd paradestuk geworden: ook de goede zingbaarheid is als een factor van be teekenis te beschouwen. De haast onmogelijke eischen die Beethoven in zijn 9de Symphonie en Missa solemnis aan de menschelijke stem gesteld heeft, hebben bij velen de meening doen ontstaan, dat Beethoven niet behoorlijk voor zang kon schrijven. Toch was dat niet zoo. Om zich de daarvoor noodige kennis en vaardigheid eigen te maken was Beethoven in 1794, dus twee jaar na zijn dfinitieve vesti ging in Weenen, les gaan nemen bij den be roemden operacomponist F, A. Salieri, die in Weenen een groot aanzien genoot en die door Beethoven met de opdracht der drie viool sonates op. 12 geëerd werd. Het schijnt dat die lessen tot 1802 gecontinueerd zijn. Die van Haydn, Schenk en Albrechtsberger, alle nok na zijn vestiging in Weenen begonnen zijn alle veel vroeger geëindigd. Zoo heeft Beethoven dus nog les van Salieri genomen in een tijd toen hij zelf reeds een "grooten naam gemaakt had. „Ah! perfido" was een der vruchten van dat onderwijs; de naam van den leermeester verklaart geredelijk de keuze van den Italiaanschen tekst. Dat de soliste van Zondag, mevr. Stotijn— Molenaar, haar keuze op dit zangstuk en op de aria uit 1' Enfant prodigue had laten vallen, is ook wel te verklaren, want deze zangeres voelt het dramatische karakter dier werken blijkbaar zeer wel aan en weet het weer te geven. Indien nu haar vocale mid delen en techniek daarmee gelijkwaardig waren gebleken zouden we van zeer hoog staande vertolkingen hebben kunnen spreken. Maar de stem bezit weinig volume en klinkt daar waar kracht vereischt wordt, eenigszins geforceerd, zoodat het timbre minder mooi wordt; de techniek kon niet alle snelle op volgingen beheerschen, de tekst was vooral bij Debussy moeilijk verstaanbaar; de tonen stonden voor een deel niet vast. Een verkeerde inzet bij Beethoven werd spoedig opgemerkt en gaf geen stoornis. Het dramatische element bleef het beste deel der vertolking. In de „Cortège" komt de zin van Debussy voor exotische muziek voor den dag, ook zijn voorliefde voor de fluit en de voor een jeugd werk zeer merkwaardige instrumentaal-colo- ristische behandeling. De Russische Volkweisen van Liadow vorm den het slot van het concert. De goede ver tolking der cello-solo mag gememoreerd wor- EEX 3IUGGET" C« LANS GEWONE DOOS 10 CT. .(-H001L DOOS liOCT. (Adv. Ingez. Med.) den. In het vierde deeltje was ongelijkheid tusschen strijkers en blazers. Over 't algemeen echter kan men zeggen dat ons orkest onder Adam's leiding goed gemusiceerd heeft. K. DE JONG. BALLETTEN KURT JOOSS. DE SPIECEL. HEDEN JOHANN STRAUSS. BALLADE. Er is te Haarlem een verblijdende en steeds groeiende belangstelling voor de danskunst. Trudi Sehoop, La Argentina en Kurt Jooss, zij kunnen hier steeds op volle schouwburgen re kenen. Maar zooals Zaterdag hebben wij het toch nog nooit op een balletavond in onze stad bijgewoond. De Stadsschouwburg was tot de laatste plaats toe uitverkocht en de geest drift van de anders toch vrij kalme Haarlem mers steeg aan het slot, toen Kurt Jooss te midden van zijn kunstenaars telkens en tel kens weer op het tooneel moest verschijnen, tot bijna Zuidelijken gloed. Het werd tot een waren triomf voor Jooss en zijn ballet. Het is wel opmerkelijk, dat terwijl het too neel van tegenwoordig zich met uitzonde ring van de voorstelling van De Beul stel selmatig van de problemen van dezen tijd af zijdig houdt, Kurt Jooss er ons als het ware midden in stort. Hij deed dit indertijd met Der grüne Tisch, hij doet het nu ook in De Spiegel, dat wij als een vervolg op De groene Tafel kunnen beschouwen. Wij zouden hier dus van ,Zeit-Ballet" kunnen spreken. Hoe fascineerend en dramatisch bewogen ook De Spiegel moge zijn, een zoo diepen in druk als De Groene Tafel heeft het toch niet op mij kunnen maken. Het is hiermee ais met Der Weg Zurück en lm Westen nichts Neues van Remarque. Het oorlogsmotief was gewel diger en leende zich ook meer voor een scèni- sche verbeelding dan dat van den verwarden, chaotischen tijd, waarin wij na den oorlog leven. Er was meer eenheid in en het was van directer, heviger werking. Toch moet men be wondering hebben, voor wat Kurt Jooss ook thans weer in dit nieuwe ballet heeft bereikt- Hij heeft eerst met De groene Tafel en nu opnieuw met De Spiegel in waarheid het ballet opgestuwd tot een ook vooral dramatische af 2.2S WITTOP KONING - HAARLEM SAR MEN JANSWEG 67A. TELEFOON 1600 (Adv. Ingez. Med.) AGENDA MAANDAG 25 NOVEMBER. Stadsschouwburg. Cabaret-revue: „De Blok kendoos" (Fientje de la Mar). Schouwburg Jansweg. Tooneelgroep „Het Masker": „Jonkvrouwe de la Seiglière", 8.15 uur. Alg. Ned. Vrouwen Vredebond. Groote Licht beeldenavond. Aula Kennemer Lyceum. 8 uur. Frans Hals Museum: Tentoonstelling S.O.S. 104 uur. Kleine Houtweg 16. Alg. aand.h. verg. Haar- lemsche Veiling N.V. n.m. 6 uur. Luxor Sound Theater; „De moord op het schip". Doorloopende voorstelling van zeven uur tot half twaalf. Frans Hals Theater: „Suikerfreule". 2.30, 7 en 9.15 uur. Rembrandt Theater: „Verliefd, maar op wie?" Op het tooneel: Orlando Waldemar Troupe. 2.30, 7 en 9.15 uur. Cinema Palace: „Een hart van goud". Op het tooneel: Gigi and Olga. 7 en 9.15 uur. Zandvoort. Raadsvergadering 7.30 uur. DINSDAG 26 NOVEMBER. Gem. Concertgeb.: Tentoonstelling radio televisie van Telefunken Service Station 1418 en 2022 uur. Ged. Oude Gracht 104: Lezing ds. G. J. Waardenburg 8.15 uur. Groote Kerk: Verkiezing gemachtigden voor kascollege 1021 uur. Frans Hals Museum: Tentoonstelling S.O.J 104 uur. Bioscoopvoorstellingen des middags en des avonds. kunst, zooals niemand voor hem dit vermocht te doen en ik meen, dat dit een der redenen is van zijn phenomenaal succes. De titel van dit nieuwe dans-drama zegt reeds, wat Kurt Jooss hierin heeft willen geven; hij heeft ons den spiegel van den ver warden tijd, waarin wij leven, voorgehouden. Eerst de oorlog, daarna de terugkeer van de soldaten, vertegenwoordigd door drie verschil lende klassen: de fijne" mijnheer, de midden stander en de werkman. In de wijze, waarop zij ontvangen en gehuldigd worden, voelen wij even den satyricus, die Kurt Jooss ook is. De mijnheer danst weer het nieuwe leven in, alsof er geen oorlog is geweest, de middenstander wordt weer de Kleine Spieszbürger van voor heen, maar voor den werkman is er alleen de arbeid, die op hem wacht en hem zelfs geen tijd gunt uit te rusten van de vermoeienis en het leed. dat hij te doorstaan heeft gehad. Dan volgen in een razend snel tempo de beangstigende beelden van dezen tijd: wer keloosheid, neerdrukkende armoede en ver bluffende weelde, opgang en neergang, pre diking tot opstand en verzet, samenzwering en revolutie, algemeene vernietiging. Maar Kurt Jooss zou geen kunstenaar zijn, wan neer hij ook niet aan een nieuwen dageraad geloofde. Dien nieuwen dag zien wij gloren, wanneer een vrouw een moeder een gewonden tegenstander opheft en de drie soldaten van het begin thans als verte genwoordigers van de drie burgerklassen weer broederlijk de handen ineenslaan. Ge zamenlijk schrijden zij het zonnelicht tege moet en in extase begroeten allen den nieu wen dag en het nieuwe begin. De inzet van dit dansdrama met die wilde vlucht van koningen, priesters, rijken en armen was reeds dadelijk sterk fascineerend. Het gaf een obsedeerenden indruk van den chaos, verwarrend, woest en van een krank zinnigen angst. De daarop volgende huldi ging van de teruggekeerde soldaten deed even denken aan het genre van Trudi Schoop, al ging Jooss dan ook niet zoo ver in het caricaturaie als zijn Duitsche kunstzus ter. Vol élan, krachtig van beweging, forsch en sterk van rhytmiek was de dans van den arbeid, ontroerend suggestief de verslapping en de plastiek bij de neerdrukkende werk loosheid. Het fragment van de speelzaal herinnerde even ook in de muziek aan De groene Tafel en prachtig in zijn felle uitbarsting vooral was daarvan het slot, wanneer de opstandigen de zaal binnen dringen. Welk een geladen spanning in die telkens veran derende groepen met als climax den idealist hoog boven allen uit, het volk opzweepend tot verzet. Hoe diep weemoedig ook de scène met de vrouw, die als laatste toevlucht haar „geluk" op straat beproeft met dat ontroe rende gebaar van Elsa Ka hl. als zij „geval len" is. En hoe imposant die groepeering aan het slot, wanneer het licht van den nieuwen dageraad doorbreekt en de drie mannen den nieuwen dag tegemoet gaan! Zoo was ook De Spiegel van sterk sugges tieve werking, al misten wij er de hoogte punten in van Der grüne Tisch, dat als dans drama wel nooit te overtreffen zal zijn. Van de balletten voor de pauze heb ik van De Ballade wel het meest genoten. Qua pure dans vond ik dit zelfs het mooiste deel van den geheelen avond. Kurt Jooss is niet de eerste, die door het bekende volksliedje: „Le Roi a fait battre Tambour" tot een plasti sche verbeelding van dit motief werd ge ïnspireerd. Wij zagen het reeds in een sterk dramatische vertooning van Jushny bij De Blauwe Vogel. Kurt Jooss heeft het natuur lijk zuiver in balletvorm gegeven en het her innerde soms ever. ook in het hoorbaar ruischen der zijden gewaden aan de on vergetelijke Pavane op den dood van een Infante. Welk een lichtheid en gratie in dit dansen, welk een aristocratische voornaamheid en sterk mimisch beleven van allen in dit korte, maar hevig bewogen drama! Het was een weergalooze danskunst, die mij door geen enkel ballet-ensemble te overtreffen Nieuw ook was voor ons Heden Jonann Strauss, een dans-humoreske, waarin de „duivel en zijn moer" het liefdesspel van twee jonge paren in de war trachten te sturen. Het was luchtig en grappig en er werd ook weer met een verbluffend elan en schwung ge danst, maar in dit meer groteske genre wint Trudi Schoop het wel van Jooss door meer durf, overmoed en koddige invallen. Oud was Wereldstad, dat wij echter altijd gaarne terugzien. Het derde deel van dit ballet de dancings was blijkbaar na de laatste opvoering hier ter stede door Kurt Jooss nog al gewijzigd en het slot was dan ook anders dan vroeger. Het dane-ensemble van Kurt Jooss is van een zoo zeldzame homogeniteit, zoo gediscipli neerd en technisch volmaakt, dat het eigen lijk onbillijk lijkt tegenover de anderen na men te noemen. Waar hier echter voor het eerst te Haarlem twee Hollandsche danseres sen meewerkten, wil ik toch zeggen, dat bei den Noëlla de Mosa en Atty van den Berg een voortreffelijken indruk maakten, het meest nog Noëlla de Mosa een pseudoniem die de markiezin in de Ballade rein en teer weergaf en ook als de jonge dame in Heden Johan Strauss van prachtige danskunst te ge nieten gaf. En nu ik toch namen heb genoemd, wil ik hier nog met dankbaarheid van de da mes Elsa Kahl vermelden, die als de vrouw weer vooral door haar mimisch vermogen ontroerde en van de heeren Hans Zuellig, die als de markies in Ballade, de luitenant in Heden Johan Strauss en de volksjongen in Wereldstad, wel van een uitzonderlijk sterk danstalent blijk gaf. Met vreugde vernamen wij. dat Kurt Jooss met zijn ensemble hier in April weer komt. Een ballet-avond als die van Zaterdag behoort tot i die zeldzame hooge kunstgenietingen, welke met 2 kruisjes door ons worden gemerkt. J. B. SCHUIL. Een halve eeuw geleden Uit Haarlem's Dagblad van 1885. 25 November: Een zonderling voorval meldt men uit Berlijn. Een tramwagen naar de Bulow- strasse bleef dicht bij de brug staan. De koetsier en de conducteur deden al wat zij konden; men trok en rukte en sloeg met de zweep, maar het halsstarrige paard ging op de achterpooten staan, sloeg naar alle kanten, doch wilde niet van de plaats. Zoo was men reeds tien minuten bezig, het verkeer was ge stremd, de reizigers werden ongeduldig en een groote menigte toeschouwers had zich verzameld. Wat te doen? Daar kreeg de koetsier een inval. Hij zeide iets aan den conducteur die op het platform aan de achterzijde ging staan en aan de veer der schel trok. Zoodra het paard den bekenden toon hoorde, die altijd het teeken van voorwaarts is, spitste het de ooren en de alvermogende kracht der gewoonte begon te spreken. Het dier ging weder in de richting der strengen staan en de wagen rolde, onder het al gemeen gelach der toeschouwers, verder. meldt: Hoogste Scilly. Laagste Isafjord. barometerstand 767.8 m.M. te barometerstand 722.9 m.M. te en voorspelt Matigen later wellicht toenemenden Weste lijken tot Zuidelijken wind. Zwagr bewolkt of betrokken. Waarschijnlijk eenigen regen. Zachter. Uit het Buitenland Zachter en kans op regen. Sinds gisteren is de toestand geheel ge wijzigd door de verschijning van een zeer diepe depressie (onder 725 m.M over IJsland 'en het verdwijnen van de hooge cfrukking in het Noordoosten. Eenige onzekerheid wordt nog veroorzaakt door een nieuw hooge druk- gebied dat echter vermoedelijk naar Midden- Europa zal trekken. In Scandinavië is de vorst nog weinig afgenomen. Ook in Engeland kwam nog lichte vorst voor. Van den Oceaan nadert een warme vochtige strooming die de tem peratuur zal doen stijgen. Aan de Britsche en Noorsche kusten begint het uit Zuidwestelijke richting te stormen, in Frankrijk is het groo- tendeels windstil met zonnig weer in het Zui den. Elders is de lucht bijna overal betrokken. Barometer 763 m.M. 760 m.M. Stand van heden Vorige stand Neiging: Vooruit. Opgave van: CAREL VAN HUIZEN, Opticien Kleine Houtstraat 13, Telefoon 14.112 Thermometer Hoogste gisteren 43 F. Laagste heden nacht 39 F. Hoogste heden tot 12 uur 47 F. BURGERLIJKE STAND HAARLEM, 25 November. Bevallen 21 November: H. V. Tikv. d. Woude, d.; 22 November: J. M. van Looij v. d. Meij.'z.; M. P. de Boer—Ran, z.; 23 No vember: T. VisserRolink, d.: A. H. M. Gre- goorFreeh, z.; A. F. HirsNieuwveen, d. en 24 November: A. M. E. de LeeuwGeer- lings, d.; R. Zwierster Heide ,z. Overleden 22 November: H. M. Hoed, 66 j., Scheepersstraat; M. MeijerKonstt 48 J., Kamperlaan; 23 November: J. C. v. d. Berg Visser, 54 j.. Westergracht; G. C. Handgraaf— de Rooij, 72 j„ Nachtegaalstraat; A. Bulters, 87 j„ Kamperlaan; J. A. Nijhof, 65 j„ Ver- gierdeweg 24 November: M. Janszenv. d. Goes, 72 j„ de Clercqstraat. INBRAAK IN HET REMBRANDT-THEATER TE AMSTERDAM AMSTERDAM, 25 Nov. (A.N.P.) In den afgeloopen nacht is ingebroken in het Rem- brandt-bioscooptheater te Amsterdam. Twee brandkasten, waarin zich de recette van eeni ge dagen bevond, zijn opengebroken en een bedrag van ongeveer 5OC0 is gestolen. De daders zijn tot nu toe onbekend Naast de alom bekende z.o.Geneve thans een nieuw type^ (extra droog) (Adv. Ingez. Med.) FEUILLETON Naar het Engelsch 13) JEFFERY FARNOL. „Ik wou. dat ik geleefd had in den tijd, toen er ridders leefden als Ivanhoe", zeide de Imp piotseiing. „Het moet fijn geweest zijn een vijand met je lans van een paard te stooten". „Altijd wanneer je er zelf met eerst afge- stooten was!" „O. maar ik zou tot het soort ridders be hoord hebben, die niemand van hun paard kon stooten. En ik zou rondgetrokken hebben op mijn trouw ros en alle gemeene graven bevechten en reuzen verslagen hebben en ik zou mooie jonkvrouwen uit grimmige kastee- len gered hebben ofschoon ik natuurlijk nooit mijn arm om haar heen geslagen 20u hebben!" zeg dat niet te hard, Imp!" „Oom Dick", zeide hij vleiend, „ik wool, dat jij de Zwarte Ridder wou zijn en mij Ivan hoe liet zijn". „Maar er zijn geen graven en reuzen meer over om te bevechten en helaas ook geen mooie jonkvrouwen om uit grimmige kas- teelen te redden". Inmiddels waren we, als aangetrokken door den tooverdraad der melodie, bij een lagen steenen muur gekomen, aan de over zijde waarvan wij den glans van verlichte ramen en het flikkeren van lampions tus schen de boomen zien konden. En daar te midden van de muziek en het gelach was Lisbeth in al de glorie van haar schoonheid, gelukkig natuurlijk, en luchthartig: en hier, onder de maan. stond ik. „We konden net doen alsof dit een grim mig kasteel was. Oom Dick, vol kerkers en torens, en we Tante Lisbeth gingen redden". „Imp", zeide ik, „dat is werkelijk een grootsch denkbeeld". „Ik wou, dat ik mijn trouw en beproefd Zwaard meegenomen had", zuchtte hij. ter wijl hij zocht naar iets. dat daarvoor dienst kon doen. „Ik heb het onder mijn kussen la ten liggen". Maar al heel gauw had hij twee stokken gevonden, wel wat klein en knoestig, maar die toch door den tooverstaf der phan- tasie veranderd werden in tweesnijdende zwaarden; met een daarvan bewapende hij mij. het andere zwaaide hij boven zijn hoofd. „Voorwaarts, dappere ridders!" riep hij. „Voorwaartsl St. George van Engeland!" En met die woorden klom hij op den muur en verdween hij aan den anderen kant. Een oogenblik aarzelde ik. maar dan. ge ïnspireerd door de muziek en de gedachte aan Lisbeth. volgde ik zijn voorbeeld. Het was natuurlijk krankzinnig, maar wie gaf op zulk een avond iets om gezond verstand ik zeker niet. „Voorzichtig nou, Imp!" waarschuwde ik. „Als iemand ons ziet, zullen zij ons voor die ven of krankzinnigen aanzien, daar behoef je niet aan te twijfelen". We bevonden ons in een omheinden tuin met een laan, die tusschen vruchtboomen liep. Wij volgden die en kwamen op een uit gestrekt grasveld met hier en daar een groo ten boom en aan gene zijde daarvan de ver lichte ramen van het huis. Vervuld met den geest van avontuur kwamen we nader, waar bij wij zorgden zooveel mogelijk in de scha duw te blijven totdat we gedaanten op het terras op en neer loopen of op de paden daar onder wandelen zagen. De opwinding om ons tusschen zoovele menschen een weg te bannen was intens, tel kens weer werden wij van ontdekking gered door 't feit, dat de paartjes al hun aandacht aan zichzelf wijdden. Zoo schermutselden we bijvoorbeeld om een boschje laurierboomen. toen we bijna in de armen van een paartje liepen; maar zij zagen ons piet en wel om de zeer goede reden, dat zij naar de maan staar de en hij naar haar. „Stil!" zeide ik. „Geen woord meer daar is Tantie Lisbeth!" Zij stond daar inderdaad, op nog geen yard afstand van onze schuil plaats. op het terras en naast haar stond Mr. Selwyn. „Oom Dick", fluisterde de niet tot zwijgen te brengen Imp, „geloof je, dat, als we lang genoeg blijven kijken, Mr. Selwyn zijn arm om „Houd je mond!" fluisterde ik woest. Lisbeth had een lange sleepjapon van kleurige zijde aan een van die nauwslui tende japonnen, waarvan oningewijden, zoo als ik zelf ben. zich dan afvragen, hoe zij er ooit in komen. Mr. Selwyn stond naast haar met een schaaltje roomijs in zijn hand. Hij gaf het haar, waarna zij gingen zitten. Terwijl ik naar haar keek en haar moe en verveeld ge zicht zag en hoe zi.1 droevig staarde naar de zilveren maan, kreeg ik een gevoel van be sliste voldoening. „Ja", zeide Lisbeth. terwijl zij verstrooid met het ijs speelde, „hli heeft Dorothy's ge zicht met roode en groene streepen beschil derd en de hemel mag weten hoe we die er weer af moeten krijgen". Mr. Selwyn was erg gechoqueerd en pre velde iets over de „goede uitwerking van ter pentijn" in dergelijke gevallen „Natuurlijk heb ik hem moeten straffen", ging Lisbeth voort. „Ik heb hem dan ook on middellijk na de thee naar bed gestuurd en ben hem niet goeden nacht gaan zeggen en hem lekker gaan instoppen, zooals ik ge woonlijk doe, en dat hindert me nu al den heelen avond". Mr. Selwyn wist zeker, dat hij niets man keerde, en positief zeker, dat hij op dat oogenblik lekker lag te droomen. Ondanks mijn waarschuwenden greep, gichelde de Imp, maar wij werden gered door het orkest, dat weer begon te spelen. Mr. Selwyn stond op, bood Lisbeth zijn arm aan en ging dan weer met haar in de balzaal. Een voor een volgden de andere paartje tot het lange ter ras weer verlaten was. En daar stond, prachtig rose lijkend in den zachten glans der lampions op Lisbeth's stoel het roomijs. „Oom Dick", zeide de Imp op zijn peinzen de manier, „ik geloof, dat ik eventjes 'n ban diet worden zal". „Ga je gang", antwoordde ik. „maar niet zoo lang. dat we niet meer weg kunnen". „In orde", fluisterde hij, „ik blijf geen mi nuut weg". En voor ik hem tegenhouden kon, was hij de treden opeeklommen en od het roomijs aangevahen. De wonderbaarlijke snelheid waarmede de Imp dat roomijs naar binnen werkte, was inderdaad ontzagwekkend. In minder dan geen tijd was het schaaltje leeg. Maar toch had hij nauwelijks den laatsten mond-vol verzwolgen of hij hoorde Mr. Selwyn's stem vlak bij zich. Ir, haast liet de Imp zijn net, een pet van wit en fel rood, vallen, en - óór hij het ding oprapen kon. kwam Lisbeth. ge volgd door Mr. Selwyn, weer naar buiten. I, (Wordt vervolgd'X. .1]

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 2