ENCELAND—DUITSCHLAND. m m m m m SA! Al il i IS H IC ff: i A i tü A i ff §F LITTERAIRE KANTTEEKENINCEN POND ERDAG 5 DECEMBER 1935 HAAREEM'S DAGBEAD 6 VOETBAL. Een verdiende 3O overwinning voor Engeland. Uit Londen: Ruim 50.000 toeschouwers heb ben Woensdagmiddag op het terrein van de Tottenham Hotspurs den landenwedstrijd En gelandDuitschland bijgewoond, welke ont moeting volkomen verdiend door het Engel- sche eftal met 30 is gewonnen. Scheidsrechter Ohlsson. Na den stortregen van den morgen was het weer wat opgeklaard en in de middaguren kwam nu en dan de zon door de wolken. Het veld was uitstekend bespeelbaar, doch zwaar, hetgeen vanzelfsprekend een niet te onder schatten voordeel opleverde voor de Engel- schen. Onder leiding van den Zweedschen scheids rechter. den ook in ons land bekenden Ohls son, werd na het spelen der volksliederen, be gonnen. Hapgood had den toss gewonnen. De opstelling van beide elftallen was als volgt: Engeland Doel: Hibbs (Birmingham). Achter: Male (Arsenal) en Hapgood (Arse nal). Midden: Crayston (Arsenal), Barker (Derby County) en Bray (Manchester City). Voor: Matthews (Stoke City). Carter (Sun derland), Camsell (Middlesborough), West- wood (Bolton Wanderers) en Bastin (Arsenal). Duitschland Doel: Jakob (Jahn Regensburg). Achter: Haringer (Wacker München) en Münzenberg (Alemannia Aken). Midden: Janes (Fortuna Dusseldorf), Gold- brunner Bayer n München) en Gramlich (Eintracht Frankfurt). Voor: Lehner (Schwaben Augsburg), Szepan (Schalke '04), Hohmann (Benrath), Rasseln- berg (Benrath) en Fath (Wormatia Worms). Aanvankelijk was het spel verdeeld. De Duitsche voorhoede was snel, doch de Engel- sche verdediging gaf weinig kans aan de te genstanders om gevaarlijk te worden. Aan den anderen kant vlogen schoten van Camsell en Barker over de lat. Langzaam maar zeker viel een Engelsch overwicht te constateeren, waarbij de Duitsche doelman Jakob al zijn talenten moest toonen om zijn doel schoon te houden. Na tien minuten nam Engeland den eersten hoekschop, direct gevolgd door een tweeden. Het Duitsche elftal was intusschen nog niet ingespeeld; waarschijnlijk speelden de zenu wen nog een belangrijke rol. Intusschen ble ken doelman Jakob en de back Haringer wei nig last van zenuwen te hgbben. Goed gesteund door de middenlinie slaagde het Duitsche achtertrio er in, in het eerste half uur doel punten te voorkomen. De Duitsche midvoor leidde de overigens weinig voorkomende Duitsche aanvallen, doch elke poging werd in de kiem gesmoord door het prachtige spel van Male en Hapgood. Vooral het snelle starten der beide Engelsche backs viel op, waardoor ze steeds iets eerder bij den bal waren. SINT NICOLAAS OP HET RC.H.-TERREIN. A.s. Zaterdagmiddag twee uur wordt aan de 190 R.C.H.-adspirantjes een prettige ver rassing bereid. Sint Nicolaas zal namelijk te paard het veld op rijden en voor het restau rant uitstappen, waar de Kroms- en Haze- voets-in-spé wel reden zullen krijgen om dankbaar jegens den goeden Sint te zijn. De Schaakmatch Euwe-Aljechin Eerste partij wint Aljechin (met wit) na 30 zetten. Tweede partij wint Euwe (met wit) na 45 zetten. Derde partij wint Aljechin (met wit) na 40 zetten. Vierde partij wint Aljechin (met zwart) na 44 zetten. Vijfde partij wordt remise na 34 zetten. Zesde partij wordt remise na 73 zetten. Zevende partij wint Aljechin (met wit) na 40 zetten. Achtste partij wint Euwe (met wit) na 69 zetten. Negende partij wint Aljechin (met wit) na 40 zetten. Tiende partij wint Euwe (met wit) na 41 zetten. Elfde partij wordt remise na 30 zetten. Twaalfde partij wint Euwe (met wit) na 36 zetten. Dertiende partij wordt remise na 59 zetten. Veertiende partij wint Euwe (met wit) na 41 zetten. Vijftiende partij wordt remise na 61 zetten. Zestiende partij wint Aljechin (met zwart) na 65 zetten. Zeventiende partij wordt remise na 23 zetten. Achttiende partij wordt remise na 16 zetten. Negentiende partij wint Aljechin (met wit) na 57 zetten. Twintigste partij wint Euwe (met wit) na 40 zetten. Een en twintigste partij wint Euwe (met wit) na 40 zetten. Twee en twintigste partij wordt remise na 17 zetten. De drie en twintigste partij is na 58 zetten remise gegeven. De 24ste partij is na 33 zetten remise ge geven. De 25ste partij wint Euwe (Zwart) na 45 zetten. De zes en twintigste partij is door Euwe gewonnen (met wit) na 47 zetten. De twee eerste hoekschoppen werden na 25 minuten door twee andei'e gevolgd, doch Jakob redde op betrouwbare wijze. Een onverwacht schot van Bray keerde de Duitsche doelwach ter eveneens op meesterlijke wijze. Met groote moeite hield hij direct daarna een laag schot van Carter eruit; een vijfde corner voor En geland was het resultaat. r.Nog meer corners volg- den; het was eigenlijk onbegrijpelijk, dat het overwicht van Engeland §P nog niet in een of meer doelpunten was uitgedrukt Twee minuten voor de rust gelukte het eindelijk aan Camsell, die het leder van Barker had gekregen, te scoren. De Engelsche midvoor zag kans met drie tegenstanders op zijn hielen den bal van dicht bij onhoudbaar in te Camsell. schieten (10). De laatste aanval voor de rust was een Duit sche, waarbij Fath scherp voor doel plaatste, doch Lehner kwam juist even te iaat om in te schieten. Tweede helft. In de tweede helft strandde een Duitsche aanval op de verdediging van Engeland; direct daarna scoot Camsell naast. Even later kreeg Hohmann een fraaie kans. doch zijn schot in den hoek werd uitstekend door keeper Hibbs gekeerd. Het initiatief was wederom bij de En- gelschen; doelman Jakob kreeg druk werk. Een schot van Camsell hield hij goed. een schot van Barker ging juist uit. Door uitloopen wist Jakob een zeker doelpunt te voorkomen toen de Engelsche voorhoede weer op zijn doel kwam aanstormen. De Duitsche voorhoede speelde nu beter samen, dan vóór de rust. Een buitenspel doelpunt van Lehner werd door den scheidsrechter Ohlsson geannuleerd. Ook de grensrechter had het geval van buitenspel ontdekt en zwaaide met zijn vlag. Het over wicht van het, Engelsche elftal was nu niet meer zoo groot als in de eerste drie kwartier. Na 20 minuten vergrootte Camsell den voor sprong van Engeland. Bastin had den bal goed vrijgemaakt, zette hoog voor en de Engelsche midvoor wist met het hoofd den bal langs den uitgeloopen Duitschen doelman in het net te plaatsen (20). Drie minuten later wa ren de duizenden getuige van een prachtigen aan val van den Engelschen linkervleugel. Van Bastin ging het naar Camsell. Deze passeerde handig naar den buitenspeler te rug, die met een geweldig hard schot in den uiter sten hoek onhoudbaar voor Jakob inschoot (3-0 De Duitsche verdediging- kon het tempo niet meer geheel volgen. Bijna had Gramlich in eigen doel geschoten, doch hij wist den bal op het laatste oogenblik nog tot hoek schop te verwerken. Het scherpe tempo der Engelsche spelers konden in het laatste gedeelte van den wed strijd de Duitsche spelers niet meer volhouden. In de laatste minuten kreeg Duitschland nog een kans om de eer te redden, doch dit lukte niet, daar doelman Hibbs door snel uitloopen het gevaar wist te bezweren. Nog één corner werd door Engeland genomen. Het fluitje van den scheidsrechter klonk voor de laatste maal, toen de duisternis snel inviel. Nabeschouwing. In de eerste helft hadden de Engelschen het initiatief; zij gaven het tempo aan, waren technisch en tactisch beter en zoo behoefde het geen verwondering te wekken, dat in 60 van de 90 minuten Engeland een zeer groot overwicht had. Dit werd tenslotte in drie goede doelpunten uitgedrukt, doch het aantal kan sen, dat de Engelsche voorhoede heeft gehad om tot scoren te kunnen komen, is zeer groot geweest. Opmerkelijk was wel het feit, dat het spel der Duitschers te langzaam was om tegen deze Engelsche profs succes te kunnen bereiken. Male en Hapgood b.v. waren gewoonlijk door hun bliksemsnel ingrijpen de Duitsche voor hoedespelers verre de baas. De beide kant- halves steunden de voorhoede prachtig en gaven afgemeten passes aan het binnentrio. Camsell heeft zich op de midvoorplaats bij zonder geweerd; hij was de ziel van den aan val. In het Duitsche elf tal was keeper Jakob wel de beste speler, aan hem heeft Duitschland het te danken, dat de nederlaag niet grooter is geworden. Ook de beide backs Haringer en Münzenberg hebben zeer veel werk verricht, doch tenslotte zijn zij moeten zwichten voor de overmacht. Voor de rust was de midden linie uitstekend, doch daarna kon het drietal Bastin. Jakob. De stand luidt thans Aljechin Euwe 12 14 het tempo niet meer volhouden. In de voor hoede moest het van het binnentrio komen. De meening van de aanvoerders. De Engelsche captain Hapgood verklaarde na afloop, dat het een mooie wedstrijd was geweest. „Onze tegenstanders waren faire voetballers, doch over hun prestaties ben ik wat teleurgesteld. Eigenlijk had ik meer van hen verwacht. Het tempo was niet snel genoeg, zoodat het Engelsche elftal steeds voldoende tijd had om zich op de juiste wijze op te stel len". De Duitsche aanvoerde Szepan zei, dat zijn spelers gespeeld hebben zoo goed ze kunnen, „maar ik wensch. dat zij zoo goed spelen kun nen als de Engelschen". Commentaar der bladen. Uit Londen; Nauwelijks was de groote lan denwedstrijd EngelandDuitschland geëin digd en hadden zich de duizenden toeschou wers door de stad verspreid of de kranten kwamen reeds met de avondedities uit. waarin ellenlange verslagen over den wedstrijd afge drukt stonden. De „Evening Standard" had als aardige at tentie een volledig verslag in het Duitsch op genomen, terwijl de editie ook in de Duitsche taal was aangekondigd. In het algemeen haalden de bladen het als een verheugend feit aan, dat de wedstrijd zonder noemenswaardige incidenten was af- geloopen. Te 8 uur vertrokken de eerste extra-treinen weer uit Londen en dank zij de uitstekende organisatie vond de uittocht van de vele toe schouwers zonder moeilijkheden plaats. EUWE—ALJECHIN. Euwe leidt met twee punten. Zijn tegenstander gaf na 47 zetten op. Wat zullen de laatste vier partijen brengen? Zooals verwacht mocht worden heeft Euwe de 26ste partij, die Dinsdag te Zand voort afgebroken werd, bij de voortzetting Woensdagavond in de Militiezaal te Amsterdam gewonnen. Na 47 zetten gaf Aljechin de partij op. Van groot belang was welke de afgegeven zet van Euwe zou zijn, doch toen onze land genoot om half zeven met Pd8c6 de klok liet loopen, wist men. dat er voor Aljechin geen redding meer mogelijk was. Een fijne manoeuvre met het paard dwong Aljechin zijn Toren af te staan en toen gaf de we reldkampioen op. De groote activiteit van het witte paard, zoowel in de opening van de partij als in het middengedeelte en eind spel, was een zeer opmerkelijk feit. Deze 26ste partij is een der fraaiste en beste duels van de geheel match geweest. De stand is nu 1412 voor Euwe gewor den. Onze landgenoot heeft prachtige kan sen voor den titel, maar zelf weet hij wel, dat hij er nog niet is. Met twee punten ach terstand heeft de wereldkampioen niets meer te verliezen en een Aljechin in nood is een gevaarlijk speler! De volgende opmerkingen teekende S Landau nog aan over het verloop der voort gezette partij: Afgebroken stand van Zandvoort: Wit: Dr. Euwe: Khl; Tel; Pd8; pionnen op a2, b2, c4, d5, e6, h2. Zwart: Dr. Aljechin: Kh8; Td2 en e7; pionnen op a7, b6, c5, h6. De afgegeven zet van Wit was: 41. Pd8c6 De winnende zet. 41. Te7e8 Op andere Torenzetten wint e6e7 42. e6e7 b6—b5 Een laatste poging, welke echter gemakke lijk te weerleggen is. Het is meer wanhoop. 43. Pc6d8 Hier zou ook gemakkelijk tot winst hebben geleid: b3, bxc.4; bxc4, a6; Te6, Kg7; Pe5 ge volgd door d6d7 enz. Met den tekstzet dreigt Pf7 en ook Pb7 en Pd6. 43. Kh8g7 44. Pd8b7 Kg7—f6 45. Tel—e6 4- Kf6—g5 Op Kf7 volgt ook Pd6 maar dan met schaak. 46. Pb7d6 Te8xe7 47. Pd6e4 Opgegeven. De slotstand was: m A Euwe heeft 9 partijen gewonnen, Aljechin 7. terwijl de overige 10 partijen in remise ein digden. De 27ste partij vangt Vrijdagavond half 7 in Hotel „De Witte Brug" te Den Haag aan. WATERPOLO. WINTERCOMPETITIE K. N. Z. B. H. Z. en P. C.—L. z. C. 13—4 LANGS DE STRAAT. „Zenuwe om niks". 't Gebeurde bij een van de vele spoorweg overgangen in den omtrek van onze ge meente. De boomen waren neergelaten en er vóór wachtte aan weerskanten het gewone publiek, van een gewonen weekdag. Vooraan een slagersjongen, met schelfluitende tuitlip- pen, een been over het zadel bengelend, daar naast een bezadigd oud heertje met wandel stok en slobkousen, dan een man van de dienstverrichting met handkar en één bol- staande wang. Een oud vrouwtje leunde be haaglijk in het zonnetje tegen het hek. Zoo wachtten allen gelaten op het passeeren van den trein. Niemand sprak, de slagersjongen floot Plotseling kwam er leven in het oude vrouwtje en zenuwachtig wijzend met een bevende hand. klonk het: „Gutnogantoe, dat beest!" Allen keken en inderdaad, op eeni- gen afstand van den overweg stond tusschen de rails een kleine straathond met onver deelde aandacht snuffelend aan een groote prop papier. Hoe kwam dat beest en hoe kwam die prop daar? Dat was voor iedereen een raadsel. Ze waren er en daarmede de aandachtig toe kijkende menschen! „Dat beesie wordt overrejen azzeme d'r niks an doen", weeklaagde het vrouwtje. De oude heer zwaaide met zijn stok en riep: „Koest, ksssj. ga je!" De slagersjongen floot, zooals alleen een slagersjongen een hond kan fluiten. Alleen de man met de handkar verschoof, rustig op de kruk zittend, de dikte van zijn eene wang naar de andere en zei: „Hij komt er wel bijtijds af, wat ik je zeg!" In de verte naderde de trein, en dit feit verhoogde de spanning. Er werd gefloten, ge schreeuwd en gehitst, maar de hond hoorde van dit alles niets, trok met één poot op het pak staande het papier stuk. om den fel- begeerden inhoud te bereiken. Hij scheen daarin werkelijk te slagen, want met zijn snuit diep in het vies-vette papier, zagen wij allen hem vroolijk met zijn staart kwis pelen. Dan, plotseling stormde de trein voorbij en ik zag een paniekstemming op de verschrikt afgewende gezichten. Toen de trein op het punt. was, waar zooeven nog het hondje stond, dwarrelde een groot stuk vet papier in de sloot en toen de laatste wagen ge passeerd was, zagen wij nog juist hoe het hondje aan de overzijde onder het hek door kroop, in zijn bek triomphantelijk een grooten gerookte-makreelkop Een zucht van verlichting ging op uit het wachtend troepje, alleen de man van de handkar zei: „Siejewel, zenuwe om niks!" De slagersjongen floot hoog en schel, de boomen gingen op. En in de verte genoot het hondje van zijn met levensgevaar ver overden buit. P. K. HOCKEY. NEDERLAND—BELG Ië De hockeywedstrijd Nederland-België is vastgesteld op Zaterdag 14 Maart a.s, te Am sterdam HANDBAL HET PROGRAMMA VOOR ZONDAG Voor Zondag a.s. zijn vastgesteld: DAMES: S.S.S.Rapiditas II (10 uur terrein V.V. Half weg aan den IJweg) HEEREN Rapiditas—Concordia (Z.) (10.15 uur van Oos ten de Bruynstraat) Concordia (H.)Olympia 10.15 uur Klever laan). Wanneer het Rapiditas gelukt te winnen, komt zij boven aan de ranglijst. Thans staan de Zaandammers nog bovenaan met evenveel verliespunten als Rapiditas, doch met twee wedstrijden meer gespeeld. DAMMEN. DAMCLUB HAARLEM. De uitslagen der onderlinge wedstrijden op 4 December luiden als volgt: le afdeeling: F. A. BerkemeierC. v. d. Werf 20 G. J. Heck—W. van Daalen 11 2e afdeeling. H. KroonF. Mollema 02 J. HartelP. Mollema Jr. 11 J. W. BurghoutJ. Munnink 02 H. J. RozijnA. Burghout 20 J. P. Exel Sr.J. H. Burghout 20 KORFBAL. KORFBALCLUB „WATERVLIET". Het wedstrijdprogramma voor Zondag 8 December is: Sport Vereent 1Watervliet 1. 2 uur. D. S. V. 1Watervliet 2 2 uur. Watervliet 4Alw. Ready 3 10 uur Spelmoment uit den voetbalwedstrijd Engeland —Duitschland. die Woensdag op het terrein van Tottenham Hotspur te Londen werd gespeeld. e dagbladreferent over letterkundige kunstwerken heeft in de weken die de Decembermaand voorafgaan geen ge makkelijke taak en zeker n:et eene die hem zelf volkomen bevredigt. De uitgevers bewaren eezamenlijk al hun moois voor deze dagen. Zij houden zich tien maanden van het jaar betrekkelijk rustig, komen in de elfde ia gesloten gelederen, met hun modernste ge schut uitgerust, oprukken en vragen de be langstelling, die dit zij terstond erkend. hun productie veelal volkomen verdient. Het is voor een land als het onze, met zijn be trekkelijk klein taalgebied, inderdaad bewon- derenswaard wat er, zoowel in hoeveelheid als hoedanigheid, gepresteerd wordt. Ziet men ook dit jaar al weer zijn lijst van ontvangen boeken door, dan mist men, van de schrijvers en schrijfsters van eenigszins erkende betee- kenis, haast niemand. Dat is een overvloed, die funest kan zijn zooals een lawine funest is, die de heerlijkheid van een sneeuwland schap in discrediet brengt. Breideling en or dening zijn hier niet te verwachten: een ieder wenscht zijn schaap het eerst over den dam te zien gaan, het eerst het onafgegraasd bergweitje te zien bereiken. Soit. Dat blïjve de zaak der jagende herders. Maar de keu rende toeschouwer, de referent ziet dat ge jacht met leede oogen. Moet hij, wien uit den aard der zaak een beperkte plaatsruim te ten dienste staat, dien ganschen stoet nu maar in breeden greep taxeeren, ordenen, rangschikken, of zal hij, zonder acht te slaan op het feest van morgen, rustig zijn gang blij ven gaan en ieder werk geven wat het toe komt: aandacht, tijd en belangstelling? Ik voel voor het laatste, heb te veel eerbied voor een boek, dat soms werk van maanden en maanden is, om er iets over te zeggen, vóór ik het inderdaad „gelezen" heb. Laten we wél wezen: ik geloof dat ook de lezers daar beter mee gediend zijn. Een boekenlijst kan iedere boekhandelaar ze desgevraagd voorleggen, la ten wij ons verheugen in het vooruitzicht dat we ons zeker wel voor een jaar van belang rijke stof voorzien hebben, waaruit de belang stelling in onze litteratuur duurzaam kan worden aangestookt. Sextet in 't Hemelrijk. Een oud-Frankische roman van Franz Herwig, door Antoon Coo- len bewerkt. Uitgaaf van het Nederl. Boek huis te Tilburg. Coolen vertelt in de inleiding dat Herwig dit boek „tot goeden troost" aan Duitschland schreef in 1921 en dat het „mag gelden als een typische reactie op den tijd van het na-oor- logsche Duitschland". Het is een boek vol zoete, doch bekoorlijke romantiek, waarvan de hoofdfiguren Hans Damiaan en meester Gül- denklang heeten. Reeds de namen scheppen sfeer. Het sextet bestaat uit brave burgers in een klein nest, ten tijde van Frederik den Groote, en de liefde heeft er haar draden ge sponnen tusschen Lisette en Damiaan en de vriendschap verbindt er den cantor met den pater Bonaventura en den burgemeester met den bisschop. Een idylle uit vervlogen tijden, waarin zelfs de conflicten op zoet-gevooisde wijze ontwik keld en beslecht worden. Een kunstenaar die zulk een stof kan be handelen zonder zoetelijk of melig te worden, vond in Coolen een hem waardig bewerker. En zelfs de nuchtere mensch van vandaag vindt er zijn behagen in, in dit verhaal de verruk king, die Herwig's pen bestuurde bij het beel den van zooveel liefelijks, te deelen. Een mooi boek voor vrouwen en meisjes die voor de idylle den smaak nog niet zijn kwijt geraakt, en dat niet alleen voor die van Roomschen huize, waaruit deze schrijver afkomstig is. Wat trouwens nergens op den voorgrond treedt. Sprokkelingen door Reinier van Genderen Stort. Leiden, A. W. Sijthoff. Korte notities, meer uitgewerkte ideeën, scherp geformuleerde inzichten, ziedaar waar uit deze sprokkelingen, in een honderdtal stukjes keurig proza gegeven, bestaan. Wie den uiterst verzorgden stijl van dezen auteur kent en waardeert en zijn romans* psycholo gisch en artistiek tot het beste onzer heden- daagsche letteren rekent, zal als schrijver dezes, met dit bundeltje hoogelijk ingenomen zijn. Al zal hij het voor anderen bestemmen dan voor wie hij het boek van Herwig aanbeval. Een werk van Stort te genieten vereischt een zekere litteraire cultuur die voor het zich over geven aan Herwig's haast kinderlijke gene genheden onnoodig is. Te meer is ze ge- wenscht bij deze uiterst persoonlijke uitlatin gen van een subtielen geest als Van Genderen Stort, die echter voor den ernstigen vriend onzer letteren, zoo saamgebundeld, een werkje van blijvend belang vormen. „Odysseus" door Oharivarius, Haarlem. Tjeenk Willink. Zooals Willem Mengelberg zijn Negende, heeft onze beroemde stadgenoot zijn Socrates zich op het hart gebonden. Thans heeft hij hetzelve ook met zijn Odysseus belast. Is het nog noodig voor het zeer verdienstelijke werk van Charivarius waarmee hij de wel beroem de, doch weinig gekende meesterwerken der oudheid tot de menigte brengt, de aandacht te vragen? Neen immers. En zeker zou dit hem slecht afgaan, die als schrijver dezes het voorrecht geniet, op geregelde tijden van den omgang met den Mengelberg der Homerische Symphonieën zijn baten te innen in den vorm der vruchten eener steeds geestrijke conver satie. Het heeft hem daarom voor ditmaal oirbaar geschenen zijn taak uit handen te geven. Wien zoude hij daartoe meer „be voegd" hebben kunnen vinden dan Odysseus zelf dien hij, na lang zoeken op den Olympus, bereikte en bereid vond zijn oordeel uit te spreken met verlof ter publicatie. En Odys seus, zijn mond geopend hebbende sprak de volgende woorden: Zeg aan den Nolst Trenité die daar huist aan de oevers van 't Spaarne Dat ik hem huldig, en dank breng voor zijn vermetele poging Die aan de jeugd van vandaag het verhaal van mijn wonderlijk leven Voorlegt als boeiend verslag van een excursie met Cook. Eeuwen is met mij gesold als een dreiging voor examinandi Geestigheid werd mij ontzegd waar 'k boordevol geestigheid zat Dank zij den leider der jeugd en dan schrandersten der Lotophagen waar men door bloemen zich voedt ben ik in eere hersteld. Dank breng ik hem tegelijk ook uit naam van mijn vader Homeros. Die allen Damsté's ten spijt zich in de volksgunst verblijdt Waar Charivarius' arbeid zoo prachtig de paden vereffent Blijve hem, naast ons biljart, een troon op d' Olympus gewijd. J. H. DE BOIS,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 8