ENCELAND—DUITSCHLAND.
m
m
m
m
m
SA!
Al
il
i
IS
H
IC
ff:
i
A
i
tü
A
i
ff
§F
LITTERAIRE
KANTTEEKENINCEN
POND ERDAG 5 DECEMBER 1935
HAAREEM'S DAGBEAD
6
VOETBAL.
Een verdiende 3O overwinning voor Engeland.
Uit Londen: Ruim 50.000 toeschouwers heb
ben Woensdagmiddag op het terrein van de
Tottenham Hotspurs den landenwedstrijd En
gelandDuitschland bijgewoond, welke ont
moeting volkomen verdiend door het Engel-
sche eftal met 30 is gewonnen.
Scheidsrechter Ohlsson.
Na den stortregen van den morgen was het
weer wat opgeklaard en in de middaguren
kwam nu en dan de zon door de wolken. Het
veld was uitstekend bespeelbaar, doch zwaar,
hetgeen vanzelfsprekend een niet te onder
schatten voordeel opleverde voor de Engel-
schen.
Onder leiding van den Zweedschen scheids
rechter. den ook in ons land bekenden Ohls
son, werd na het spelen der volksliederen, be
gonnen. Hapgood had den toss gewonnen. De
opstelling van beide elftallen was als volgt:
Engeland
Doel: Hibbs (Birmingham).
Achter: Male (Arsenal) en Hapgood (Arse
nal).
Midden: Crayston (Arsenal), Barker (Derby
County) en Bray (Manchester City).
Voor: Matthews (Stoke City). Carter (Sun
derland), Camsell (Middlesborough), West-
wood (Bolton Wanderers) en Bastin (Arsenal).
Duitschland
Doel: Jakob (Jahn Regensburg).
Achter: Haringer (Wacker München) en
Münzenberg (Alemannia Aken).
Midden: Janes (Fortuna Dusseldorf), Gold-
brunner Bayer n München) en Gramlich
(Eintracht Frankfurt).
Voor: Lehner (Schwaben Augsburg), Szepan
(Schalke '04), Hohmann (Benrath), Rasseln-
berg (Benrath) en Fath (Wormatia Worms).
Aanvankelijk was het spel verdeeld. De
Duitsche voorhoede was snel, doch de Engel-
sche verdediging gaf weinig kans aan de te
genstanders om gevaarlijk te worden. Aan den
anderen kant vlogen schoten van Camsell en
Barker over de lat.
Langzaam maar zeker viel een Engelsch
overwicht te constateeren, waarbij de Duitsche
doelman Jakob al zijn talenten moest toonen
om zijn doel schoon te houden.
Na tien minuten nam Engeland den eersten
hoekschop, direct gevolgd door een tweeden.
Het Duitsche elftal was intusschen nog niet
ingespeeld; waarschijnlijk speelden de zenu
wen nog een belangrijke rol. Intusschen ble
ken doelman Jakob en de back Haringer wei
nig last van zenuwen te hgbben. Goed gesteund
door de middenlinie slaagde het Duitsche
achtertrio er in, in het eerste half uur doel
punten te voorkomen.
De Duitsche midvoor leidde de overigens
weinig voorkomende Duitsche aanvallen, doch
elke poging werd in de kiem gesmoord door
het prachtige spel van Male en Hapgood.
Vooral het snelle starten der beide Engelsche
backs viel op, waardoor ze steeds iets eerder
bij den bal waren.
SINT NICOLAAS OP HET RC.H.-TERREIN.
A.s. Zaterdagmiddag twee uur wordt aan
de 190 R.C.H.-adspirantjes een prettige ver
rassing bereid. Sint Nicolaas zal namelijk te
paard het veld op rijden en voor het restau
rant uitstappen, waar de Kroms- en Haze-
voets-in-spé wel reden zullen krijgen om
dankbaar jegens den goeden Sint te zijn.
De Schaakmatch Euwe-Aljechin
Eerste partij wint Aljechin (met wit) na 30
zetten.
Tweede partij wint Euwe (met wit) na 45
zetten.
Derde partij wint Aljechin (met wit) na 40
zetten.
Vierde partij wint Aljechin (met zwart) na
44 zetten.
Vijfde partij wordt remise na 34 zetten.
Zesde partij wordt remise na 73 zetten.
Zevende partij wint Aljechin (met wit) na
40 zetten.
Achtste partij wint Euwe (met wit) na 69
zetten.
Negende partij wint Aljechin (met wit) na
40 zetten.
Tiende partij wint Euwe (met wit) na 41
zetten.
Elfde partij wordt remise na 30 zetten.
Twaalfde partij wint Euwe (met wit) na 36
zetten.
Dertiende partij wordt remise na 59 zetten.
Veertiende partij wint Euwe (met wit) na 41
zetten.
Vijftiende partij wordt remise na 61 zetten.
Zestiende partij wint Aljechin (met zwart)
na 65 zetten.
Zeventiende partij wordt remise na 23 zetten.
Achttiende partij wordt remise na 16 zetten.
Negentiende partij wint Aljechin (met wit)
na 57 zetten.
Twintigste partij wint Euwe (met wit) na 40
zetten.
Een en twintigste partij wint Euwe (met wit)
na 40 zetten.
Twee en twintigste partij wordt remise na
17 zetten.
De drie en twintigste partij is na 58 zetten
remise gegeven.
De 24ste partij is na 33 zetten remise ge
geven.
De 25ste partij wint Euwe (Zwart) na 45
zetten.
De zes en twintigste partij is door Euwe
gewonnen (met wit) na 47 zetten.
De twee eerste hoekschoppen werden na 25
minuten door twee andei'e gevolgd, doch Jakob
redde op betrouwbare wijze. Een onverwacht
schot van Bray keerde de Duitsche doelwach
ter eveneens op meesterlijke wijze. Met groote
moeite hield hij direct daarna een laag schot
van Carter eruit; een vijfde corner voor En
geland was het resultaat.
r.Nog meer corners volg-
den; het was eigenlijk
onbegrijpelijk, dat het
overwicht van Engeland
§P nog niet in een of meer
doelpunten was uitgedrukt
Twee minuten voor de
rust gelukte het eindelijk
aan Camsell, die het leder
van Barker had gekregen,
te scoren. De Engelsche
midvoor zag kans met
drie tegenstanders op zijn
hielen den bal van dicht
bij onhoudbaar in te
Camsell. schieten (10).
De laatste aanval voor de rust was een Duit
sche, waarbij Fath scherp voor doel plaatste,
doch Lehner kwam juist even te iaat om in te
schieten.
Tweede helft.
In de tweede helft strandde een Duitsche
aanval op de verdediging van Engeland; direct
daarna scoot Camsell naast. Even later kreeg
Hohmann een fraaie kans. doch zijn schot in
den hoek werd uitstekend door keeper Hibbs
gekeerd. Het initiatief was wederom bij de En-
gelschen; doelman Jakob kreeg druk werk. Een
schot van Camsell hield hij goed. een schot
van Barker ging juist uit. Door uitloopen wist
Jakob een zeker doelpunt te voorkomen toen
de Engelsche voorhoede weer op zijn doel
kwam aanstormen. De Duitsche voorhoede
speelde nu beter samen, dan vóór de rust. Een
buitenspel doelpunt van Lehner werd door den
scheidsrechter Ohlsson geannuleerd. Ook de
grensrechter had het geval van buitenspel
ontdekt en zwaaide met zijn vlag. Het over
wicht van het, Engelsche elftal was nu niet
meer zoo groot als in de eerste drie kwartier.
Na 20 minuten vergrootte Camsell den voor
sprong van Engeland. Bastin had den bal goed
vrijgemaakt, zette hoog voor en de Engelsche
midvoor wist met het hoofd den bal langs den
uitgeloopen Duitschen doelman in het net te
plaatsen (20).
Drie minuten later wa
ren de duizenden getuige
van een prachtigen aan
val van den Engelschen
linkervleugel. Van Bastin
ging het naar Camsell.
Deze passeerde handig
naar den buitenspeler te
rug, die met een geweldig
hard schot in den uiter
sten hoek onhoudbaar
voor Jakob inschoot (3-0
De Duitsche verdediging-
kon het tempo niet meer
geheel volgen. Bijna had
Gramlich in eigen doel
geschoten, doch hij wist
den bal op het laatste oogenblik nog tot hoek
schop te verwerken.
Het scherpe tempo der Engelsche spelers
konden in het laatste gedeelte van den wed
strijd de Duitsche spelers niet meer volhouden.
In de laatste minuten kreeg Duitschland nog
een kans om de eer te redden, doch dit lukte
niet, daar doelman Hibbs door snel uitloopen
het gevaar wist te bezweren. Nog één corner
werd door Engeland genomen. Het fluitje van
den scheidsrechter klonk voor de laatste maal,
toen de duisternis snel inviel.
Nabeschouwing.
In de eerste helft hadden de Engelschen het
initiatief; zij gaven het tempo aan, waren
technisch en tactisch beter en zoo behoefde
het geen verwondering te wekken, dat in 60
van de 90 minuten Engeland een zeer groot
overwicht had. Dit werd tenslotte in drie goede
doelpunten uitgedrukt, doch het aantal kan
sen, dat de Engelsche voorhoede heeft gehad
om tot scoren te kunnen komen, is zeer groot
geweest.
Opmerkelijk was wel het feit, dat het spel
der Duitschers te langzaam was om tegen deze
Engelsche profs succes te kunnen bereiken.
Male en Hapgood b.v. waren gewoonlijk door
hun bliksemsnel ingrijpen de Duitsche voor
hoedespelers verre de baas. De beide kant-
halves steunden de voorhoede prachtig en
gaven afgemeten passes aan het binnentrio.
Camsell heeft zich op de midvoorplaats bij
zonder geweerd; hij was de ziel van den aan
val.
In het Duitsche elf
tal was keeper Jakob
wel de beste speler, aan
hem heeft Duitschland
het te danken, dat de
nederlaag niet grooter
is geworden. Ook de
beide backs Haringer
en Münzenberg hebben
zeer veel werk verricht,
doch tenslotte zijn zij
moeten zwichten voor
de overmacht. Voor de
rust was de midden
linie uitstekend, doch
daarna kon het drietal
Bastin.
Jakob.
De stand luidt thans
Aljechin
Euwe
12
14
het tempo niet meer volhouden. In de voor
hoede moest het van het binnentrio komen.
De meening van de aanvoerders.
De Engelsche captain Hapgood verklaarde
na afloop, dat het een mooie wedstrijd was
geweest. „Onze tegenstanders waren faire
voetballers, doch over hun prestaties ben ik
wat teleurgesteld. Eigenlijk had ik meer van
hen verwacht. Het tempo was niet snel genoeg,
zoodat het Engelsche elftal steeds voldoende
tijd had om zich op de juiste wijze op te stel
len".
De Duitsche aanvoerde Szepan zei, dat zijn
spelers gespeeld hebben zoo goed ze kunnen,
„maar ik wensch. dat zij zoo goed spelen kun
nen als de Engelschen".
Commentaar der bladen.
Uit Londen; Nauwelijks was de groote lan
denwedstrijd EngelandDuitschland geëin
digd en hadden zich de duizenden toeschou
wers door de stad verspreid of de kranten
kwamen reeds met de avondedities uit. waarin
ellenlange verslagen over den wedstrijd afge
drukt stonden.
De „Evening Standard" had als aardige at
tentie een volledig verslag in het Duitsch op
genomen, terwijl de editie ook in de Duitsche
taal was aangekondigd.
In het algemeen haalden de bladen het als
een verheugend feit aan, dat de wedstrijd
zonder noemenswaardige incidenten was af-
geloopen.
Te 8 uur vertrokken de eerste extra-treinen
weer uit Londen en dank zij de uitstekende
organisatie vond de uittocht van de vele toe
schouwers zonder moeilijkheden plaats.
EUWE—ALJECHIN.
Euwe leidt met twee punten.
Zijn tegenstander gaf na
47 zetten op.
Wat zullen de laatste vier partijen
brengen?
Zooals verwacht mocht worden heeft
Euwe de 26ste partij, die Dinsdag te
Zand voort afgebroken werd, bij de
voortzetting Woensdagavond in de
Militiezaal te Amsterdam gewonnen.
Na 47 zetten gaf Aljechin de partij
op.
Van groot belang was welke de afgegeven
zet van Euwe zou zijn, doch toen onze land
genoot om half zeven met Pd8c6 de klok
liet loopen, wist men. dat er voor Aljechin
geen redding meer mogelijk was. Een fijne
manoeuvre met het paard dwong Aljechin
zijn Toren af te staan en toen gaf de we
reldkampioen op. De groote activiteit van
het witte paard, zoowel in de opening van
de partij als in het middengedeelte en eind
spel, was een zeer opmerkelijk feit. Deze
26ste partij is een der fraaiste en beste duels
van de geheel match geweest.
De stand is nu 1412 voor Euwe gewor
den. Onze landgenoot heeft prachtige kan
sen voor den titel, maar zelf weet hij wel,
dat hij er nog niet is. Met twee punten ach
terstand heeft de wereldkampioen niets meer
te verliezen en een Aljechin in nood is een
gevaarlijk speler!
De volgende opmerkingen teekende S
Landau nog aan over het verloop der voort
gezette partij:
Afgebroken stand van Zandvoort:
Wit: Dr. Euwe: Khl; Tel; Pd8; pionnen op
a2, b2, c4, d5, e6, h2.
Zwart: Dr. Aljechin: Kh8; Td2 en e7;
pionnen op a7, b6, c5, h6.
De afgegeven zet van Wit was:
41. Pd8c6
De winnende zet.
41. Te7e8
Op andere Torenzetten wint e6e7
42. e6e7 b6—b5
Een laatste poging, welke echter gemakke
lijk te weerleggen is. Het is meer wanhoop.
43. Pc6d8
Hier zou ook gemakkelijk tot winst hebben
geleid: b3, bxc.4; bxc4, a6; Te6, Kg7; Pe5 ge
volgd door d6d7 enz. Met den tekstzet
dreigt Pf7 en ook Pb7 en Pd6.
43. Kh8g7
44. Pd8b7 Kg7—f6
45. Tel—e6 4- Kf6—g5
Op Kf7 volgt ook Pd6 maar dan met
schaak.
46. Pb7d6 Te8xe7
47. Pd6e4 Opgegeven.
De slotstand was:
m
A
Euwe heeft 9 partijen gewonnen, Aljechin
7. terwijl de overige 10 partijen in remise ein
digden.
De 27ste partij vangt Vrijdagavond half
7 in Hotel „De Witte Brug" te Den Haag aan.
WATERPOLO.
WINTERCOMPETITIE K. N. Z. B.
H. Z. en P. C.—L. z. C. 13—4
LANGS DE STRAAT.
„Zenuwe om niks".
't Gebeurde bij een van de vele spoorweg
overgangen in den omtrek van onze ge
meente. De boomen waren neergelaten en er
vóór wachtte aan weerskanten het gewone
publiek, van een gewonen weekdag. Vooraan
een slagersjongen, met schelfluitende tuitlip-
pen, een been over het zadel bengelend, daar
naast een bezadigd oud heertje met wandel
stok en slobkousen, dan een man van de
dienstverrichting met handkar en één bol-
staande wang. Een oud vrouwtje leunde be
haaglijk in het zonnetje tegen het hek. Zoo
wachtten allen gelaten op het passeeren van
den trein. Niemand sprak, de slagersjongen
floot
Plotseling kwam er leven in het oude
vrouwtje en zenuwachtig wijzend met een
bevende hand. klonk het: „Gutnogantoe, dat
beest!" Allen keken en inderdaad, op eeni-
gen afstand van den overweg stond tusschen
de rails een kleine straathond met onver
deelde aandacht snuffelend aan een groote
prop papier.
Hoe kwam dat beest en hoe kwam die prop
daar?
Dat was voor iedereen een raadsel. Ze
waren er en daarmede de aandachtig toe
kijkende menschen!
„Dat beesie wordt overrejen azzeme d'r
niks an doen", weeklaagde het vrouwtje. De
oude heer zwaaide met zijn stok en riep:
„Koest, ksssj. ga je!"
De slagersjongen floot, zooals alleen een
slagersjongen een hond kan fluiten.
Alleen de man met de handkar verschoof,
rustig op de kruk zittend, de dikte van zijn
eene wang naar de andere en zei: „Hij komt
er wel bijtijds af, wat ik je zeg!"
In de verte naderde de trein, en dit feit
verhoogde de spanning. Er werd gefloten, ge
schreeuwd en gehitst, maar de hond hoorde
van dit alles niets, trok met één poot op het
pak staande het papier stuk. om den fel-
begeerden inhoud te bereiken. Hij scheen
daarin werkelijk te slagen, want met zijn
snuit diep in het vies-vette papier, zagen
wij allen hem vroolijk met zijn staart kwis
pelen.
Dan, plotseling stormde de trein voorbij en
ik zag een paniekstemming op de verschrikt
afgewende gezichten. Toen de trein op het
punt. was, waar zooeven nog het hondje
stond, dwarrelde een groot stuk vet papier
in de sloot en toen de laatste wagen ge
passeerd was, zagen wij nog juist hoe het
hondje aan de overzijde onder het hek door
kroop, in zijn bek triomphantelijk een grooten
gerookte-makreelkop
Een zucht van verlichting ging op uit het
wachtend troepje, alleen de man van de
handkar zei: „Siejewel, zenuwe om niks!"
De slagersjongen floot hoog en schel, de
boomen gingen op. En in de verte genoot
het hondje van zijn met levensgevaar ver
overden buit.
P. K.
HOCKEY.
NEDERLAND—BELG Ië
De hockeywedstrijd Nederland-België is
vastgesteld op Zaterdag 14 Maart a.s, te Am
sterdam
HANDBAL
HET PROGRAMMA VOOR ZONDAG
Voor Zondag a.s. zijn vastgesteld:
DAMES:
S.S.S.Rapiditas II (10 uur terrein V.V. Half
weg aan den IJweg)
HEEREN
Rapiditas—Concordia (Z.) (10.15 uur van Oos
ten de Bruynstraat)
Concordia (H.)Olympia 10.15 uur Klever
laan).
Wanneer het Rapiditas gelukt te winnen,
komt zij boven aan de ranglijst. Thans staan
de Zaandammers nog bovenaan met evenveel
verliespunten als Rapiditas, doch met twee
wedstrijden meer gespeeld.
DAMMEN.
DAMCLUB HAARLEM.
De uitslagen der onderlinge wedstrijden op
4 December luiden als volgt:
le afdeeling:
F. A. BerkemeierC. v. d. Werf 20
G. J. Heck—W. van Daalen 11
2e afdeeling.
H. KroonF. Mollema 02
J. HartelP. Mollema Jr. 11
J. W. BurghoutJ. Munnink 02
H. J. RozijnA. Burghout 20
J. P. Exel Sr.J. H. Burghout 20
KORFBAL.
KORFBALCLUB „WATERVLIET".
Het wedstrijdprogramma voor Zondag 8
December is:
Sport Vereent 1Watervliet 1. 2 uur.
D. S. V. 1Watervliet 2 2 uur.
Watervliet 4Alw. Ready 3 10 uur
Spelmoment uit den voetbalwedstrijd Engeland —Duitschland. die Woensdag op het terrein
van Tottenham Hotspur te Londen werd gespeeld.
e dagbladreferent over letterkundige
kunstwerken heeft in de weken die de
Decembermaand voorafgaan geen ge
makkelijke taak en zeker n:et eene
die hem zelf volkomen bevredigt. De uitgevers
bewaren eezamenlijk al hun moois voor deze
dagen. Zij houden zich tien maanden van het
jaar betrekkelijk rustig, komen in de elfde ia
gesloten gelederen, met hun modernste ge
schut uitgerust, oprukken en vragen de be
langstelling, die dit zij terstond erkend.
hun productie veelal volkomen verdient. Het
is voor een land als het onze, met zijn be
trekkelijk klein taalgebied, inderdaad bewon-
derenswaard wat er, zoowel in hoeveelheid als
hoedanigheid, gepresteerd wordt. Ziet men
ook dit jaar al weer zijn lijst van ontvangen
boeken door, dan mist men, van de schrijvers
en schrijfsters van eenigszins erkende betee-
kenis, haast niemand. Dat is een overvloed,
die funest kan zijn zooals een lawine funest
is, die de heerlijkheid van een sneeuwland
schap in discrediet brengt. Breideling en or
dening zijn hier niet te verwachten: een
ieder wenscht zijn schaap het eerst over den
dam te zien gaan, het eerst het onafgegraasd
bergweitje te zien bereiken. Soit. Dat blïjve
de zaak der jagende herders. Maar de keu
rende toeschouwer, de referent ziet dat ge
jacht met leede oogen. Moet hij, wien uit
den aard der zaak een beperkte plaatsruim
te ten dienste staat, dien ganschen stoet nu
maar in breeden greep taxeeren, ordenen,
rangschikken, of zal hij, zonder acht te slaan
op het feest van morgen, rustig zijn gang blij
ven gaan en ieder werk geven wat het toe
komt: aandacht, tijd en belangstelling?
Ik voel voor het laatste, heb te veel eerbied
voor een boek, dat soms werk van maanden
en maanden is, om er iets over te zeggen, vóór
ik het inderdaad „gelezen" heb. Laten we wél
wezen: ik geloof dat ook de lezers daar beter
mee gediend zijn. Een boekenlijst kan iedere
boekhandelaar ze desgevraagd voorleggen, la
ten wij ons verheugen in het vooruitzicht dat
we ons zeker wel voor een jaar van belang
rijke stof voorzien hebben, waaruit de belang
stelling in onze litteratuur duurzaam kan
worden aangestookt.
Sextet in 't Hemelrijk. Een oud-Frankische
roman van Franz Herwig, door Antoon Coo-
len bewerkt. Uitgaaf van het Nederl. Boek
huis te Tilburg.
Coolen vertelt in de inleiding dat Herwig
dit boek „tot goeden troost" aan Duitschland
schreef in 1921 en dat het „mag gelden als een
typische reactie op den tijd van het na-oor-
logsche Duitschland". Het is een boek vol
zoete, doch bekoorlijke romantiek, waarvan de
hoofdfiguren Hans Damiaan en meester Gül-
denklang heeten. Reeds de namen scheppen
sfeer. Het sextet bestaat uit brave burgers in
een klein nest, ten tijde van Frederik den
Groote, en de liefde heeft er haar draden ge
sponnen tusschen Lisette en Damiaan en de
vriendschap verbindt er den cantor met den
pater Bonaventura en den burgemeester met
den bisschop.
Een idylle uit vervlogen tijden, waarin zelfs
de conflicten op zoet-gevooisde wijze ontwik
keld en beslecht worden.
Een kunstenaar die zulk een stof kan be
handelen zonder zoetelijk of melig te worden,
vond in Coolen een hem waardig bewerker. En
zelfs de nuchtere mensch van vandaag vindt
er zijn behagen in, in dit verhaal de verruk
king, die Herwig's pen bestuurde bij het beel
den van zooveel liefelijks, te deelen. Een mooi
boek voor vrouwen en meisjes die voor de
idylle den smaak nog niet zijn kwijt geraakt,
en dat niet alleen voor die van Roomschen
huize, waaruit deze schrijver afkomstig is.
Wat trouwens nergens op den voorgrond
treedt.
Sprokkelingen door Reinier van Genderen
Stort. Leiden, A. W. Sijthoff.
Korte notities, meer uitgewerkte ideeën,
scherp geformuleerde inzichten, ziedaar waar
uit deze sprokkelingen, in een honderdtal
stukjes keurig proza gegeven, bestaan. Wie
den uiterst verzorgden stijl van dezen auteur
kent en waardeert en zijn romans* psycholo
gisch en artistiek tot het beste onzer heden-
daagsche letteren rekent, zal als schrijver dezes,
met dit bundeltje hoogelijk ingenomen zijn.
Al zal hij het voor anderen bestemmen dan
voor wie hij het boek van Herwig aanbeval.
Een werk van Stort te genieten vereischt een
zekere litteraire cultuur die voor het zich over
geven aan Herwig's haast kinderlijke gene
genheden onnoodig is. Te meer is ze ge-
wenscht bij deze uiterst persoonlijke uitlatin
gen van een subtielen geest als Van Genderen
Stort, die echter voor den ernstigen vriend
onzer letteren, zoo saamgebundeld, een werkje
van blijvend belang vormen.
„Odysseus" door Oharivarius, Haarlem.
Tjeenk Willink.
Zooals Willem Mengelberg zijn Negende,
heeft onze beroemde stadgenoot zijn Socrates
zich op het hart gebonden. Thans heeft hij
hetzelve ook met zijn Odysseus belast. Is het
nog noodig voor het zeer verdienstelijke werk
van Charivarius waarmee hij de wel beroem
de, doch weinig gekende meesterwerken der
oudheid tot de menigte brengt, de aandacht
te vragen? Neen immers. En zeker zou dit
hem slecht afgaan, die als schrijver dezes het
voorrecht geniet, op geregelde tijden van den
omgang met den Mengelberg der Homerische
Symphonieën zijn baten te innen in den vorm
der vruchten eener steeds geestrijke conver
satie. Het heeft hem daarom voor ditmaal
oirbaar geschenen zijn taak uit handen te
geven. Wien zoude hij daartoe meer „be
voegd" hebben kunnen vinden dan Odysseus
zelf dien hij, na lang zoeken op den Olympus,
bereikte en bereid vond zijn oordeel uit te
spreken met verlof ter publicatie. En Odys
seus, zijn mond geopend hebbende sprak de
volgende woorden:
Zeg aan den Nolst Trenité die daar huist
aan de oevers van 't Spaarne
Dat ik hem huldig, en dank breng
voor zijn vermetele poging
Die aan de jeugd van vandaag
het verhaal van mijn wonderlijk leven
Voorlegt als boeiend verslag
van een excursie met Cook.
Eeuwen is met mij gesold als een dreiging
voor examinandi
Geestigheid werd mij ontzegd
waar 'k boordevol geestigheid zat
Dank zij den leider der jeugd en dan
schrandersten der Lotophagen
waar men door bloemen zich voedt
ben ik in eere hersteld.
Dank breng ik hem tegelijk ook uit naam
van mijn vader Homeros.
Die allen Damsté's ten spijt
zich in de volksgunst verblijdt
Waar Charivarius' arbeid zoo prachtig
de paden vereffent
Blijve hem, naast ons biljart, een troon
op d' Olympus gewijd.
J. H. DE BOIS,