ft Fit!
Bangkok, de hoofdstad van Siam.
Toen Oulianov nog Parijsch burger was.
ZATERDAG 14 DECEMBER 1935
HAARLE M'S DAGBLAD
Muang Thaï: het vrije volk!
Siam. Muang Thaï. Het vrije volk! In
de 14e eeuw zijn de voorouders dei-
tegenwoordige Siameezen uit het
Noorden komen afzakken, vooral langs
de groote rivieren. Zij vonden in het tegen
woordige Indochina het machtige rijk van de
Khmers en slaagden er in de koningin van
Cambodja uit hun hoofdstad, Angkor Thorn,
te verdrijven, waarop deze hun dynastie ves
tigden in Pnom Penh.
De wisselende krijgskans bracht Indochina
onder Fransche, Burma en de Malay States
onder Engeische heerschappij. De Siameezen
bleven de Muang Thaï- Het vrije volk. En
ge ziet het hun aan. Ze wéten zich vrij. Ze
slaan den blik niet voor ons neer. Ze gaan
als volkomen gelijken met ons om, zooals wij
't toch ook van vele Chineezen en Japanneezen
gewend zijn. En het is een merkwaardig volk.
Kort maar stevig en krachtig gebouwd, van
goed geproportionn eerde lichaamsafmetin-
gen. En, wat ons nog meer dan de kleeding
opvalt, zeer vele vrouwen dragen het haar
kort. Niet als modegril, waar ze later spijt
van hebben, zooals bij ons, maar uit eeuwen
oude gewoonte. Met een scheiding, en brosse
of te wel steil overeind, wat vooral oude grijze
vrouwen aardig staat, en ook wel de polka
kopjes, die wij van Chineezen gewend zijn.
Verder wordt een soort sarong, een om de
heupen geslagen doek gedragen, die echter
tusschen de beenen doorgehaald en in den
gordel vastgestoken wordt, zoodat het ge
heel op een broek gaat lijken en een blousje-
overhangertje, meest zonder mouwen, zwart
of wit. of van een alleraantrekkelijkste kleu
righeid.
De mannenkleeding is vrijwel hetzelfde
zoodat je, niettegenstaande de meiskes goed
gevormd zijn, vaak nog goed moet uitkijken
om man en vrouw te onderscheiden.
En zoo staan we dadelijk weer voor belang
rijke vraagstukken als de trein ons langs een
half dozijn stations van het vliegveld naai
de stad brengt. De trein, want Siam heeft
geen wegen. De meeste stations zijn eigen
lijk aanlegsteigers, alleen te water te bereiken
Wie ergens heen moet gaat per boot of gaat
op een karbouw zitten, die toevallig dien kant
uit moet. Want Ilpendam is nog veel droger
dan Siam. Tot den horizon strekken zich
de rijstvelden vrijwel onafgebroken uit. Bijna
alle huizen staan op palen boven het water
Is er een droog hoekje, dan verrijst er een
tempel met mooie omhooggebogen dakpun
ten. En dat gaat zoo door tot vrijwel in de
stad. Vergis u niet. Bangkok heeft 600.000
inwoners en is zeer ruim gebouwd. Er liggen
heele golfvelden midden in de stad. Forsch
station, geasphalteerde straten. Bangkok wil
vooruit, steeds sneller. De rikshakoelie, de
dravende Chinees voor het hooge twee
wielige karretje is vervangen dooreen
fiets en het wagentje zelf is ook op fiets
wielen gezet. Buitengewoon prettig en mak
kelijk vervoermiddel en goedkoop is het na
tuurlijk ook. De uitvinder van het vehikel
kan het in deze tijden nog verder brengen
dan Ford.
Er zijn natuurlijk nog gewone looprikshas
ook en verder alle vervoermiddelen van de
groote stad. flinke hotels, gouvernements
gebouwen en zoo komen we vanzelf tot het
Koninklijk paleis met zijn audiëntiehallen
troonzalen, tempels enz. enz. Een kleuren
pracht en een goudschittering! Neen hoor,
daar haalt ons Indië niet bij.
De daken groen met roode banden, de transen
goud, de wanden -en deuren rood met goud,
marmeren vloeren, gouden altaren en zetels
voor den Koning, den Rajadeva, den verte
genwoordiger van God op aarde en voor den
Boeddha zelf. In Zuid-Amerika was in de
groote kerken het verguldsel zoo kwistig toe
gepast, dat het mij geel voor de oogen werd.
Hier is alles onderbroken door rood of spie-
gelmetaal of emailof porcelein. Tusschen
de gouden tempeltorens en transen staan
porceleinen reuzen en porceleinen tempels en
torens, een en al met porceleinen bloemen in
de mooiste kleuren bedekt, haast nóg mooier
dan het goud met rood. Wat een geld moet
dat gekost hebben, maar kun je dat geld
eigenlijk niet beter gebruiken ter verheer
lijking der godsgedachte dan voor kanonnen
en vliegmachines? Helaas schijnt Siam echter
ook al meer en meer dien verkeerden kant uit
te gaan. Maar de paleizen en tempels zijn
werkelijk buitengewoon mooi en sierlijk en
bij de meeste laat het onderhoud niets te
wenschen over. en de groote diamant fon
kelt nog in het voorhoofd van den Smarag
den Boeddha in Bangkok's rijksten tempel,
al staat schuin er achter tegen den rijk met
goud versierden wand het ijzeren koffertje
van een bonze, een monnik, met wat etens
resten in pisangblad er op- In de grootste
gouden pagode wordt een reliquie van den
Boeddha bewaard. Een stukje been uit de
asch van den grooten doode. Geen tand,
vraag ik? Gelukkig niet antwoordt de inten
dant van het paleis. Er zijn 362 echte tanden
van den Boeddha bekend!
Wij beklimmen nog een andere pagode, ge
heel met porcelein versierd. Half weg maar
hoor, want het ding is tachtig meter hoog.
Rijen Garoeda's, de giervogels van Bali dra
gen de transen, gouden Ardjoena's de stam
vader van de sultans van Djocja. sieren de
hoeken; Indra de regengod op zijn driehoof
dige olifant is hier juist zoo geheel uitge
beeld als Suryavarnam het in de 11e eeuw bij
de poorten van Angkor Thorn liet doen. Maar
waar komt de leeuw vandaan, die hier als
tempelwachter staat, de bronzen leeuw, die
gij zonder aarzeling Chineesch zult noemen.
Want leeuwen komen in heel Azië niet voor.
Maar er is hier meer dat aan het oude Egyp
te herinnert en het kan best zijn dat j
Egyptische beeldhouwers en bouwmeesters i
hun kunst met het verre Oosten hebben uit-
gewisseld. Daar weten wij allemaal nog veel
te weinig van. Maar hier, van den hoogen to-
De reus Jhansi als bewaker van den tempel.
rentrans blijkt weer heel duidelijk hoe
druk het leven op en langs de rivier is. Bij
na nergens voert een straat langs den oever.
Die plaats is veel te kostbaar voor winkels en
kantoren en tempels en pagoden. En niet al
leen langs de hoofdrivier is dat zoo. Alle we
gen eindigen bij het laatste huis van de
stad maar er zijn talloozen zijrivieren en zij
kanalen en daar is een voortdurend komen en
gaan van allerlei vaartuigen. Dus de auto
verwisseld voor een motorboot en nu krijgen
wij het echte Bangkok te pakken. Daar is Pa-
lembang, de stad aan de rivier in Indië, niks
bij! Het midden van het riviertje wordt in
genomen door groote lompe schuiten van een
meter of twaalf lang en minstens vier breed,
voortbewogen door twee staande roeiers met
heel lange riemen voor en achter. Ze zijn
bijna alle volgeladen met rijst. Het product
van Siam en de meeste groote huizen aan het
begm der zijrivieren zijn rijstpellerijen. Lan
ge planken liggen van den wal op de schuit
en daarover gaat een onafgebroken dubbele
rij van Chineesche koelies, die met aan den
draagstok hangende schepmanden. de lading
lossen, precies op dezelfde manier als hun col
lega's in het hart van Sumatra de klei voor
een nieuwen weg omhoog brengen.
Onze aarde is maar klein! Groote winkels
liggen er ook aan den overkant, natuurlijk
tempels en de achterkant van vele woonhuizen.
En daar komt de groentevrouw, in een bootje,
de melkboer, in een bootje, de postbode in
keurig uniform, in een bootje, lustig pagaaien
de. Hij stopt, stroopt zijn keurige broekspij
pen op en stapt uit om aan een achteraf ge
legen huis een brief te bezorgen. Daar is de
marskramer met glazenkastjes vol pronk in
zijn bootje, de thee- en koffiekoopman, met
een gloeiend houtskoolvuurtjein zijn
bootje. Die leuren zoo rustig den wallekant af
of voorzien voorbijgangers. Watertaxis zijn
er blijkbaar ook. Voorzichtig instappen hoor,
het is geen vouwboot! En dan de omnibus,
flinke motorbooten met vaste trajecten en
tusschen dat alles door de gewone menschen.
die naar de markt gaan om te verkoopen of
te koopenin een bootje. De markt! Die is
natuurlijk ook op het water, maar blijkbaar
verder op. Wij volgen den stroom. De huizen
staan iets verder uiteen op open erven. Daar
cocospalmen, dan ook andere vruchtboomen
en dan weer een paar winkels, maar het ge
heel wordt steeds landelijker. Overal wordt
met groote schepnetten gevischt door mannen,
vrouwen en kinderen. Wie een garnaal vangt
voelt zich rijk. Het moet ook een rijk land zijn.
waar je tijdens je morgenbad je vleesch of
wel eiwitvoedsel vangt. Het riviertje is nu nog
maar een meter of acht breed. Telkens moeten
we inhouden voor een jeugdig visscherinnetje,
dat niet gauw genoeg uit den weg kan komen
door het troebele water. Aardig klein goed.
Trouwens ook bij de grooteren. die hun bootje
naar de markt peddelen is menige kleine, die
je zou willen toezingen: Fischerin, du kleine,
Fahre nicht alleine, alsze niet zoo bruin
waren en bijna allemaal een betelpruim in
hun toet hadden, die niet alleen de lippen vies
rood maakt, maar ook de tanden zoo bruin als
een gesmolten kwatta reep. Gelukkig voor die
kinders, dat ze zichzelf niet door onze oogen
kunnen zien. En ik vermoed dat de jongens
daar het maar mooi moeten vinden. Een vrouw
doet als het er op aankomt toch dat we ze
zelf wil. Wat allemaal niet wegneemt, dat het
een knap, gezellig stel is, dat rondom onze
motorboot heenwriemelt, die aardige, oude
moekes niet te vergeten. En niettegenstaande
natuurlijk iedereen weet. dat wij uit nieuws
gierigheid komen, er eigenlijk niets te maken
hebben, helpen ze ons allemaal met echt In-
landsche gemoedelijkheid door het geweldige
gedrang heen. Geen uitroep van ongeduid,
geen scheldwoord, altijd dat kalme, rustige,
bedaarde, beheerschte van een vrij man;
Muang Thaï!
Een kwinkslag af en toe. En praat gerust
mee, ze verstaan allemaal Siameesch en een
beetje Chineesch misschien. En ze zullen op
alle talen met hetzelfde vroolijke. vertrouwe
lijke gezicht antwoorden. Voor ons is er ove
rigens niet veel te koop .betelbladeren, betel-
noot, suikerriet, pisang, visch. garnalen, rijst,
maar ook veelwaterleliebloemen, zoo in
bosjes van een half kilo bij elkaar gebonden.
Dat noemen ze hier groente. Volgenden keer
toch eens proeven. Veel andere bloemen zijn
er ook, meest sterk geurend; die zijn voor den
tempel en voor cadeautjes. En als ik zoo'n
meiske even help om uit den weg te komen
met haar bootje, krijg ik tot dank een paar
geurende takjes en een zilveren lachmet
betelpruim.
Wij puffen en tuffen terug; het wordt te
warm in de nauwe kanalen, öp de groote ri
vier is het beteren in de wijde tempelhal
len, waar velen op het heerlijk koele marmer
een zalig middagdutje doen. Veel practischer
dan op onze warme matrassen met een storm -
verwekkenden electrischen waaier boven je
aan die afkoeling niet gewende body, ,,'s Lands
wijs 's lands eer. maar ik draai die dingen uit.
In den namiddag dwalen we wat door de
Chineesche stad. Wat een stapels goederen!
Hier gaat nog veel om. Vroeger meest Duitsch
en Hollandsch fabrikaat, de Engelschen wo
nen te dicht bij. vlak over de grens. Thans
komt Japan hier als overal in de in geld ver
armde landen als de redder in den nood en
verdubbelt daardoor den ernst van de crisis
in Europa. En vergeet als ge in Siam bent, ook
de zilversmeden niet. Die prachtige Goden- en
Konings- en danseressen-figuurtjes in zilver
uitgesneden op zwarten achtergrond zijn al
tijd even mooi. En niet alleen in zilver. Des
avonds is er Siameesche comedie. Voor 12' A
cent krijg ik een armstoel vóór de voorste rij.
Maar nóg neemt geen der operettediva's noti
tie van me. Een historisch drama wordt opge
voerd. Ik snap er niets van. Maar de vorst
en zijn vrouw en broer zijn zóó levend gewor
den en weggestapt van een der basreliëfs in
het paleis, de prima ballerina krijscht even
vreeselijk als onze gewoonste danseressen op
Java en de vette zware kerel, gekleed in een
bel om zijn hals en een lendendoekje en een
kartonnen paardekop op zijn ruïgen haardos,
die het paard van den prins voorstelt, is even
kostelijk als menige wajangfiguur. En de mu
ziek' Twee xylophoons met heerlijk zuiveren
klank en meesterlijk gespeeld, begeleid door
trommels en bekkens. Een heel eigenaardige,
maar prettig aandoende combinatie, die in
zijn intonatie meer aan het vroolijke Bali dan
aan het melancholische spel van de Javaan-
sche gamelan doet denken. Er is best wat te
zien en te genieten in Bangkok endingen
waar ge rijker en beter door wordt. En er
zijn danslokalen ook, maar daar moet u m ij
niet naar vragen.
Dr. W. G. N. VAN DER SLEEN
GEMENGD NIEUWS.
Een electrisch dorp.
Het dorpje Franke, in Duitschland, nabij de
Bückeberg, is uitgekozen om gedurende een
vol jaar experimenten te nemen met electri-
sche apparaten, zoowel voor den landbouw ais
voor huishoudelijk gebruik. Een aantal inge
nieurs leert thans de boeren, hoe zij met de
divex-se machines, apparaten etc. moeten om
gaan.
Levend bevroren. Men bouwt thans in
Engeland schepen voor de vischvangst, die
voorzien worden van een vriesinrichting. waar
in de gevangen visch levend bevroren wordt,
waardoor ze lang bewaai'd kan worden en men
geen groote hoeveelheden ijs behoeft mee te
nemen
Herinneringen aan Lenin.
Op weg naar de markt in de „klomp" van Bangkok.
(Van onzen Parijschen correspondent).
Vijf en twintig jaar geleden zag het er bij
de Porte d'Orleans héél anders uit dan tegen
woordig. De Porte d' Orléans was toen nog een
echte „porte" zooals men in het tweede bedrijf
van „La Vie de Bohème" ziet. Houten barak
ken. brakke stukjes grond, nauwe kronkelen
de straatjes van armzalige, schunnige huur
huizen, vieze hotelletjes en kroegjes, een ru
moerige jeugd, die ploetert in modderpoelen,
een mengelmoes van klein-burgertjes en werk
lieden. Er is van dat alles nog maar weinig
overgebleven: de hygiënische 20ste eeuw heeft
veel ervan verloren doen gaan. Slechts enkele
van die nauwe straatjes bleven behouden. De
namen klinken zoo vriendelijk en zonnig: La
Voie Verte of de Rue Marie-Rose, maar een
kille huivering komt over den enkelen voor
bijganger, die. aangelokt door de vroolijke
namen zich waagt in dit sinistere doolhof van
misère. Men doet 't best om t midden van 't
slecht geplaveide straatje te nemen om niet
een stuk kalk van een afgebx-okkelden muur,
een natte handdoek die over een lijntje hing
of een afgekloven kluif op het hoofd te
krijgen.
Ons doel is de Rue Marie Rose no. 4. Het is
een huurkazerne van vijf verdiepingen met
niets dan héél kleine appartementjes, van
twee kamertjes en een keukentje. Een verve-
looze deur, een morsig portaal, overal buizen
en latten langs het plafond welke er op wij
zen dat men nog niet lang de luxe van elec
trisch licht kent. De concierge, leunend op een
bezem, snauwt:
C'est pourquoi?
Woonde hier niet vroeger de heer
Oulianov?
Ja, op de tweede verdieping links, maal
ais u inlichtingen wilt hebben, dan moet u
aan monsieur Presedy vragen, die woont hier
't langst en hij heeft Oulianov goed gekend.
Een smalle trap. imitatie-marmeren muren
vol scheuren en barsten en de oudste bewoner,
bereidwillig, ontvangt ons en geeft inlichtingen.
Het appartementje van Oulianov staat op 't
oogenblik leeg en ik heb den sleutel, als u 't
wilt zien?Inderdaad, die twee kleine ver
trekjes met hun verschoten bloemen-behang-
seltje onderscheiden zich door niets van
tientallen duizenden werkmans-interieui-s.
hier of elders. En toch, toch is er iets. dat ons
met aandacht doet rond zien, dat ons naar de
groezelige vensters drijft om te zien welk een
uitzicht men van daar heeft over een kloos
tertuin. De Herinnering! Want vijf en twintig
jaar geleden woonde hier Oulianov, beter be
kend onder den naam van Lenin en nagenoe;
eiken avond vergaderde hij hier met toen
ook nog onbekende, duistere figuren: Zino-
rojef, Tsjïtsjerin en Trotzky. Het is hier, dat
de Russische i-evolutie werd voorbereid.
Lenin, die ik als naasten buur héél goed
heb gekend, woonde hier met zijn vrouw
Nadedja Constantinova en met zijn schoon
moeder. een stok-oude vrouw. Daar, bij het
venster, had ze haar leunstoel. Het was verre
van luxueus bij hen. Hier. midden in de kamer,
onder de lamp. een glazen bol, stond een ta
fel met een zeiltje er op gespijkerd. Hoe ze
hun maaitijden gebruikten weet ik niet, want
de tafel was altijd bedekt met hooge stapels
boeken. Hier, in den hoek, een divan, maar je
kon er nooit op zitten, want ook daar niets
dan boeken en tijdschriften en couranten. Die
muur-kast hier diende oók voor de lectuur.
We hebben ons dikwijls afgevi-aagd hoe de fa
milie Oulianov leefde Eiken avond was er ver
gadering bij hen en dat duurde tot zes uur
's morgens en om acht uur waren ze al weer
op. Lenin begon dan dadelijk zijn artikel te
schrijven voor de eenige socialistische cou-
rant die in Rusland bestond, of hij schreef
brochures, 's Middags ging hij naar de druk
kerij in de Avenue d' Orléans om zijn druk
proeven te comgeeren.
En hoe was hij in den omgang?
Ik mag niet anders zeggen dan héél vrien
delijk en beleefd en niemand kan ook zeggen
dat ze geen rustige bewoners waren, ondanks
de nachtelijke vergaderingen. Een héél enkel
keertje, als hij 't eens iets minder druk had,
ging hij naar 't café hiernaast. Café de Lyon,
om daar een partij sohaak te spelen met den
boekverkooper van den hoek.
Zijn vtouw was zijn secretaresse, rangschikte
zijn papieren en ging zijn enorme correspon
dentie na. Want Lenin ontving honderden
bi-ieven per dag. u;t alle landen ter wereld
De buren noemden hem dan ook „de minister"
Maar wist toen iemand, wie Lenin was of lie
ver: zou worden? Alle brieven werden ver
brand en daarmede belastte zich de oude
vrouw. In vijf minuten verorberden ze hun
maaltijd en Lenin hielp dan zelf de vaten te
wasschen. Vlak daarop, terwijl ze liters thee
dronken, begon de vergadering. Op 'n goeden
dag was 't iets rumoeriger dan gewoonlijk.
Oulianov want men kende hem hier slechts
onder dien naam klopte bij ons aan en
kwam afscheid nemenwe hebben toen
niet naar de redenen van dat plotselinge ver
trek gevraagd, maar later vernamen we, dat hij
hals-over-kop naar Rusland trok om daa'-
daadwerkelijk de leiding op zich te nemen: de
Revolutie was „rijp". Midden in den nacht be
gon de verhuizing van de armoedige meubel
tjes en van de boeken. Oulianov di-oeg zélf
alles op zijn smalle schouders naar beneden.
Onder het gewicht van een kist viel hij van
de trap en drie treden werden beschadigd
Maar komt u met me mee naar de concierge,
dan zal ik u laten zien
We stommelden naar beneden en mijn vrien
delijke geleider streek een lucifer af om me
aan te toonen dat de drie treden nog altijrl
niet zijn gerepareerd. En te denken "dat de
Russische revolutie hier voor goed had kunnen
struikeien
Nietwaar, madame, do familie Oulianov
was héél rustig en ordelijkkalme men
schen?
Ja, hoor, keurige beleefde menschen, die
geregeld hun huur betaalden, zoo beaamde de
concierge. Ziet u die glazen stolp daar, waarin
ik een palm heb geplant? Dat was de lamp,
de glazen bol, in het appartementje van
Oulianov. Toen hij wegging zei hij: ik geef
u mijn hanglamp cadeau, want ik ben bang
'm te breken bij de verhuizing. Maar ik had
al een lamp; ik heb 't koper, dat er om zat aan
een uitdrager verkocht, maar de glazen bol
doet best dienst als bloempot, vindt u niet?.
't Staat wèl netjes.
En te denken dat onder dien glazen bol, ter
wijl de koppen van Lenin, Tsjitsjerin. Z1
nowjew en Trotzky bijeenstaken om fluister
gesprekken te voeren, de Russische revolutie
is uitgebroed....
HENRY A. TH. LESTURGEON.
Zelf-verdiend schoolgeld. In Bulgarije
woont een 15-jarige jongen die bijzonder groot
en sterk is. Hij is meer dan 2 meter lang en
tilt met gemak 200 tot 220 kilogram.
Hij heeft een gezonde eetlust; hij eet dage
lijks niet alleen reusachtige hoeveelheden
groenten en vruchten, maar ook drie bx-ooden.
Het is een wees en hij voorziet zelf in zijn
levensonderhoud. Hij treedt n.l. in een circus
op en stelt alle volwassen athleten in de
schaduw.
Van zijn loon betaalt hij zijn schoolgeld en
hij is de vlijtigste leerling van de klas. Tot
nu toe heeft hij alle aanbiedingen om boks-v
of worstelaar te worden van de hand gewezen;
want het is zijn ideaal aan een universiteit te
gaan studeeren.
De grootste kerk. Dat is de Sint-Pieter
te Rome, die plaats heeft voor 54000 bezoe
kers.
Zou 't waar zijn? Men zegt, dat er mot-
tensoorten zijn, die 6000 oogen hebben.
Een goedgevulde maag. Onlangs heeft men in
Ierland iemand geopereerd, bij wien men 100
di'aadnagels uit de maag haalde, die de pa
tient zoo af en toe uit liefhebberij had door
geslikt.
Oefening 149,
Waarmee v/e
deze week be-
airmen, is een
/</a itstekende
f enigma kende
oefening,
waarbij ook
de kracht van
de armen een
rol speelt. Een
oefening, die
dus zéér aan
te raden is,
vooral ook
voor nieuwe
lingen. want
moeilijk is het
niet. We be
ginnen. zooals
de stippellijn
aangeeft, op
de knieën.
Probeert u
zich nu eens
zóó ver op te
krullen, dat
de kin de
knieën raakt.
Als een kat.
die een sprong
neemt, als een
veer, die plot
seling ont-
spannen
wordt, schiet
het lichaam
naar vox-en, zoodat U languit op den grond
ligt. De handen zijn hierbij naast de schou
ders. Nu een krachtige duw van de armen en
U zit weer terug in de uitgangshouding. Een
voudig. nietwaar0 Maar 't kan ook wel wat
moeilijker' Per slot van rekening oefenen we
nu al zóó trouw iederen ochtend ons gym-
nastiekprogi-amma, dat U het ook wel zóó kan
probeerexx: In piaats van langs den grond te
schieten, doet U het schuin omhoog, om dan
veerend op de armen neer te komen, en zacht
gaan liggen. Ook de terjjj-duw zóó krachtig,
dat het lichaam langs epo hoogen boog weer
in de gebogen houding kwrnt. Nog één wenk:
Of U nu de eerste of de tweede manier van
uitvoering doet, de voeten en de knieën wor
den niet verplaatst. £n nu aan den slag! Is
twintig keer herhalen te veel gevergd?
Oefening 150 is weer eens een extratje voor
de meest getrainden Herinnert U zich nog
van verleden jaar, hoe we in dien noogen rug-
waartschen boog kwamen? Het kan van rug-
ligging uit op den grond, waarbij U zichzelf
opduwt, door de handen bij de schouders te
plaatsen en de knieën iets te buigen; U kunt
zich ook door een gedienstigen geest laten op
sjorren; tenslotte kan het ook door langs den
muur, achterover, de handen steeds lager te
plaatsen, is één van deze methodes gelukt,
dan beurtelings een been strekken.
Na dit zware nummertje weer een lichter,
bestemd voor twee personen. Het is oefening
151, waarbij een van de twee languit gaat
liggen (gezicht naar den grond) en de armen
naar voren strekt. De ander gaat met ge
spreide beenen er overheen staan, bukt diep
voorover en pakt de polsen, om daarna num
mer één op te trekken in de houding, die de
teekening aangeeft. Het goede van deze oefe
ning is, dat U er allebei wat aan hebt: toch
is het na vijfmaal herhalen gewenscht van
functie te verwisselen.
We eindigen deze week met een spring
oefening. Bij deze oefening (nummer 152) be
ginnen we weer op handen en knieën. We
springen dan op, en komen zoo neer, dat de
knieën tusschen de handen komen. T. -.a
langs denzelfden weg weer terug. Dez^ c-
ning kan ook heel hoog uitgevoerd worden.
Het is dan lang niet gemakkelijk en het zal
wel noodig zijn, een paar kussens neer te
leggen.
JULES KAMMELJER
Leeraar Lich. Opv. M.O.