ft Fit! Bangkok, de hoofdstad van Siam. Toen Oulianov nog Parijsch burger was. ZATERDAG 14 DECEMBER 1935 HAARLE M'S DAGBLAD Muang Thaï: het vrije volk! Siam. Muang Thaï. Het vrije volk! In de 14e eeuw zijn de voorouders dei- tegenwoordige Siameezen uit het Noorden komen afzakken, vooral langs de groote rivieren. Zij vonden in het tegen woordige Indochina het machtige rijk van de Khmers en slaagden er in de koningin van Cambodja uit hun hoofdstad, Angkor Thorn, te verdrijven, waarop deze hun dynastie ves tigden in Pnom Penh. De wisselende krijgskans bracht Indochina onder Fransche, Burma en de Malay States onder Engeische heerschappij. De Siameezen bleven de Muang Thaï- Het vrije volk. En ge ziet het hun aan. Ze wéten zich vrij. Ze slaan den blik niet voor ons neer. Ze gaan als volkomen gelijken met ons om, zooals wij 't toch ook van vele Chineezen en Japanneezen gewend zijn. En het is een merkwaardig volk. Kort maar stevig en krachtig gebouwd, van goed geproportionn eerde lichaamsafmetin- gen. En, wat ons nog meer dan de kleeding opvalt, zeer vele vrouwen dragen het haar kort. Niet als modegril, waar ze later spijt van hebben, zooals bij ons, maar uit eeuwen oude gewoonte. Met een scheiding, en brosse of te wel steil overeind, wat vooral oude grijze vrouwen aardig staat, en ook wel de polka kopjes, die wij van Chineezen gewend zijn. Verder wordt een soort sarong, een om de heupen geslagen doek gedragen, die echter tusschen de beenen doorgehaald en in den gordel vastgestoken wordt, zoodat het ge heel op een broek gaat lijken en een blousje- overhangertje, meest zonder mouwen, zwart of wit. of van een alleraantrekkelijkste kleu righeid. De mannenkleeding is vrijwel hetzelfde zoodat je, niettegenstaande de meiskes goed gevormd zijn, vaak nog goed moet uitkijken om man en vrouw te onderscheiden. En zoo staan we dadelijk weer voor belang rijke vraagstukken als de trein ons langs een half dozijn stations van het vliegveld naai de stad brengt. De trein, want Siam heeft geen wegen. De meeste stations zijn eigen lijk aanlegsteigers, alleen te water te bereiken Wie ergens heen moet gaat per boot of gaat op een karbouw zitten, die toevallig dien kant uit moet. Want Ilpendam is nog veel droger dan Siam. Tot den horizon strekken zich de rijstvelden vrijwel onafgebroken uit. Bijna alle huizen staan op palen boven het water Is er een droog hoekje, dan verrijst er een tempel met mooie omhooggebogen dakpun ten. En dat gaat zoo door tot vrijwel in de stad. Vergis u niet. Bangkok heeft 600.000 inwoners en is zeer ruim gebouwd. Er liggen heele golfvelden midden in de stad. Forsch station, geasphalteerde straten. Bangkok wil vooruit, steeds sneller. De rikshakoelie, de dravende Chinees voor het hooge twee wielige karretje is vervangen dooreen fiets en het wagentje zelf is ook op fiets wielen gezet. Buitengewoon prettig en mak kelijk vervoermiddel en goedkoop is het na tuurlijk ook. De uitvinder van het vehikel kan het in deze tijden nog verder brengen dan Ford. Er zijn natuurlijk nog gewone looprikshas ook en verder alle vervoermiddelen van de groote stad. flinke hotels, gouvernements gebouwen en zoo komen we vanzelf tot het Koninklijk paleis met zijn audiëntiehallen troonzalen, tempels enz. enz. Een kleuren pracht en een goudschittering! Neen hoor, daar haalt ons Indië niet bij. De daken groen met roode banden, de transen goud, de wanden -en deuren rood met goud, marmeren vloeren, gouden altaren en zetels voor den Koning, den Rajadeva, den verte genwoordiger van God op aarde en voor den Boeddha zelf. In Zuid-Amerika was in de groote kerken het verguldsel zoo kwistig toe gepast, dat het mij geel voor de oogen werd. Hier is alles onderbroken door rood of spie- gelmetaal of emailof porcelein. Tusschen de gouden tempeltorens en transen staan porceleinen reuzen en porceleinen tempels en torens, een en al met porceleinen bloemen in de mooiste kleuren bedekt, haast nóg mooier dan het goud met rood. Wat een geld moet dat gekost hebben, maar kun je dat geld eigenlijk niet beter gebruiken ter verheer lijking der godsgedachte dan voor kanonnen en vliegmachines? Helaas schijnt Siam echter ook al meer en meer dien verkeerden kant uit te gaan. Maar de paleizen en tempels zijn werkelijk buitengewoon mooi en sierlijk en bij de meeste laat het onderhoud niets te wenschen over. en de groote diamant fon kelt nog in het voorhoofd van den Smarag den Boeddha in Bangkok's rijksten tempel, al staat schuin er achter tegen den rijk met goud versierden wand het ijzeren koffertje van een bonze, een monnik, met wat etens resten in pisangblad er op- In de grootste gouden pagode wordt een reliquie van den Boeddha bewaard. Een stukje been uit de asch van den grooten doode. Geen tand, vraag ik? Gelukkig niet antwoordt de inten dant van het paleis. Er zijn 362 echte tanden van den Boeddha bekend! Wij beklimmen nog een andere pagode, ge heel met porcelein versierd. Half weg maar hoor, want het ding is tachtig meter hoog. Rijen Garoeda's, de giervogels van Bali dra gen de transen, gouden Ardjoena's de stam vader van de sultans van Djocja. sieren de hoeken; Indra de regengod op zijn driehoof dige olifant is hier juist zoo geheel uitge beeld als Suryavarnam het in de 11e eeuw bij de poorten van Angkor Thorn liet doen. Maar waar komt de leeuw vandaan, die hier als tempelwachter staat, de bronzen leeuw, die gij zonder aarzeling Chineesch zult noemen. Want leeuwen komen in heel Azië niet voor. Maar er is hier meer dat aan het oude Egyp te herinnert en het kan best zijn dat j Egyptische beeldhouwers en bouwmeesters i hun kunst met het verre Oosten hebben uit- gewisseld. Daar weten wij allemaal nog veel te weinig van. Maar hier, van den hoogen to- De reus Jhansi als bewaker van den tempel. rentrans blijkt weer heel duidelijk hoe druk het leven op en langs de rivier is. Bij na nergens voert een straat langs den oever. Die plaats is veel te kostbaar voor winkels en kantoren en tempels en pagoden. En niet al leen langs de hoofdrivier is dat zoo. Alle we gen eindigen bij het laatste huis van de stad maar er zijn talloozen zijrivieren en zij kanalen en daar is een voortdurend komen en gaan van allerlei vaartuigen. Dus de auto verwisseld voor een motorboot en nu krijgen wij het echte Bangkok te pakken. Daar is Pa- lembang, de stad aan de rivier in Indië, niks bij! Het midden van het riviertje wordt in genomen door groote lompe schuiten van een meter of twaalf lang en minstens vier breed, voortbewogen door twee staande roeiers met heel lange riemen voor en achter. Ze zijn bijna alle volgeladen met rijst. Het product van Siam en de meeste groote huizen aan het begm der zijrivieren zijn rijstpellerijen. Lan ge planken liggen van den wal op de schuit en daarover gaat een onafgebroken dubbele rij van Chineesche koelies, die met aan den draagstok hangende schepmanden. de lading lossen, precies op dezelfde manier als hun col lega's in het hart van Sumatra de klei voor een nieuwen weg omhoog brengen. Onze aarde is maar klein! Groote winkels liggen er ook aan den overkant, natuurlijk tempels en de achterkant van vele woonhuizen. En daar komt de groentevrouw, in een bootje, de melkboer, in een bootje, de postbode in keurig uniform, in een bootje, lustig pagaaien de. Hij stopt, stroopt zijn keurige broekspij pen op en stapt uit om aan een achteraf ge legen huis een brief te bezorgen. Daar is de marskramer met glazenkastjes vol pronk in zijn bootje, de thee- en koffiekoopman, met een gloeiend houtskoolvuurtjein zijn bootje. Die leuren zoo rustig den wallekant af of voorzien voorbijgangers. Watertaxis zijn er blijkbaar ook. Voorzichtig instappen hoor, het is geen vouwboot! En dan de omnibus, flinke motorbooten met vaste trajecten en tusschen dat alles door de gewone menschen. die naar de markt gaan om te verkoopen of te koopenin een bootje. De markt! Die is natuurlijk ook op het water, maar blijkbaar verder op. Wij volgen den stroom. De huizen staan iets verder uiteen op open erven. Daar cocospalmen, dan ook andere vruchtboomen en dan weer een paar winkels, maar het ge heel wordt steeds landelijker. Overal wordt met groote schepnetten gevischt door mannen, vrouwen en kinderen. Wie een garnaal vangt voelt zich rijk. Het moet ook een rijk land zijn. waar je tijdens je morgenbad je vleesch of wel eiwitvoedsel vangt. Het riviertje is nu nog maar een meter of acht breed. Telkens moeten we inhouden voor een jeugdig visscherinnetje, dat niet gauw genoeg uit den weg kan komen door het troebele water. Aardig klein goed. Trouwens ook bij de grooteren. die hun bootje naar de markt peddelen is menige kleine, die je zou willen toezingen: Fischerin, du kleine, Fahre nicht alleine, alsze niet zoo bruin waren en bijna allemaal een betelpruim in hun toet hadden, die niet alleen de lippen vies rood maakt, maar ook de tanden zoo bruin als een gesmolten kwatta reep. Gelukkig voor die kinders, dat ze zichzelf niet door onze oogen kunnen zien. En ik vermoed dat de jongens daar het maar mooi moeten vinden. Een vrouw doet als het er op aankomt toch dat we ze zelf wil. Wat allemaal niet wegneemt, dat het een knap, gezellig stel is, dat rondom onze motorboot heenwriemelt, die aardige, oude moekes niet te vergeten. En niettegenstaande natuurlijk iedereen weet. dat wij uit nieuws gierigheid komen, er eigenlijk niets te maken hebben, helpen ze ons allemaal met echt In- landsche gemoedelijkheid door het geweldige gedrang heen. Geen uitroep van ongeduid, geen scheldwoord, altijd dat kalme, rustige, bedaarde, beheerschte van een vrij man; Muang Thaï! Een kwinkslag af en toe. En praat gerust mee, ze verstaan allemaal Siameesch en een beetje Chineesch misschien. En ze zullen op alle talen met hetzelfde vroolijke. vertrouwe lijke gezicht antwoorden. Voor ons is er ove rigens niet veel te koop .betelbladeren, betel- noot, suikerriet, pisang, visch. garnalen, rijst, maar ook veelwaterleliebloemen, zoo in bosjes van een half kilo bij elkaar gebonden. Dat noemen ze hier groente. Volgenden keer toch eens proeven. Veel andere bloemen zijn er ook, meest sterk geurend; die zijn voor den tempel en voor cadeautjes. En als ik zoo'n meiske even help om uit den weg te komen met haar bootje, krijg ik tot dank een paar geurende takjes en een zilveren lachmet betelpruim. Wij puffen en tuffen terug; het wordt te warm in de nauwe kanalen, öp de groote ri vier is het beteren in de wijde tempelhal len, waar velen op het heerlijk koele marmer een zalig middagdutje doen. Veel practischer dan op onze warme matrassen met een storm - verwekkenden electrischen waaier boven je aan die afkoeling niet gewende body, ,,'s Lands wijs 's lands eer. maar ik draai die dingen uit. In den namiddag dwalen we wat door de Chineesche stad. Wat een stapels goederen! Hier gaat nog veel om. Vroeger meest Duitsch en Hollandsch fabrikaat, de Engelschen wo nen te dicht bij. vlak over de grens. Thans komt Japan hier als overal in de in geld ver armde landen als de redder in den nood en verdubbelt daardoor den ernst van de crisis in Europa. En vergeet als ge in Siam bent, ook de zilversmeden niet. Die prachtige Goden- en Konings- en danseressen-figuurtjes in zilver uitgesneden op zwarten achtergrond zijn al tijd even mooi. En niet alleen in zilver. Des avonds is er Siameesche comedie. Voor 12' A cent krijg ik een armstoel vóór de voorste rij. Maar nóg neemt geen der operettediva's noti tie van me. Een historisch drama wordt opge voerd. Ik snap er niets van. Maar de vorst en zijn vrouw en broer zijn zóó levend gewor den en weggestapt van een der basreliëfs in het paleis, de prima ballerina krijscht even vreeselijk als onze gewoonste danseressen op Java en de vette zware kerel, gekleed in een bel om zijn hals en een lendendoekje en een kartonnen paardekop op zijn ruïgen haardos, die het paard van den prins voorstelt, is even kostelijk als menige wajangfiguur. En de mu ziek' Twee xylophoons met heerlijk zuiveren klank en meesterlijk gespeeld, begeleid door trommels en bekkens. Een heel eigenaardige, maar prettig aandoende combinatie, die in zijn intonatie meer aan het vroolijke Bali dan aan het melancholische spel van de Javaan- sche gamelan doet denken. Er is best wat te zien en te genieten in Bangkok endingen waar ge rijker en beter door wordt. En er zijn danslokalen ook, maar daar moet u m ij niet naar vragen. Dr. W. G. N. VAN DER SLEEN GEMENGD NIEUWS. Een electrisch dorp. Het dorpje Franke, in Duitschland, nabij de Bückeberg, is uitgekozen om gedurende een vol jaar experimenten te nemen met electri- sche apparaten, zoowel voor den landbouw ais voor huishoudelijk gebruik. Een aantal inge nieurs leert thans de boeren, hoe zij met de divex-se machines, apparaten etc. moeten om gaan. Levend bevroren. Men bouwt thans in Engeland schepen voor de vischvangst, die voorzien worden van een vriesinrichting. waar in de gevangen visch levend bevroren wordt, waardoor ze lang bewaai'd kan worden en men geen groote hoeveelheden ijs behoeft mee te nemen Herinneringen aan Lenin. Op weg naar de markt in de „klomp" van Bangkok. (Van onzen Parijschen correspondent). Vijf en twintig jaar geleden zag het er bij de Porte d'Orleans héél anders uit dan tegen woordig. De Porte d' Orléans was toen nog een echte „porte" zooals men in het tweede bedrijf van „La Vie de Bohème" ziet. Houten barak ken. brakke stukjes grond, nauwe kronkelen de straatjes van armzalige, schunnige huur huizen, vieze hotelletjes en kroegjes, een ru moerige jeugd, die ploetert in modderpoelen, een mengelmoes van klein-burgertjes en werk lieden. Er is van dat alles nog maar weinig overgebleven: de hygiënische 20ste eeuw heeft veel ervan verloren doen gaan. Slechts enkele van die nauwe straatjes bleven behouden. De namen klinken zoo vriendelijk en zonnig: La Voie Verte of de Rue Marie-Rose, maar een kille huivering komt over den enkelen voor bijganger, die. aangelokt door de vroolijke namen zich waagt in dit sinistere doolhof van misère. Men doet 't best om t midden van 't slecht geplaveide straatje te nemen om niet een stuk kalk van een afgebx-okkelden muur, een natte handdoek die over een lijntje hing of een afgekloven kluif op het hoofd te krijgen. Ons doel is de Rue Marie Rose no. 4. Het is een huurkazerne van vijf verdiepingen met niets dan héél kleine appartementjes, van twee kamertjes en een keukentje. Een verve- looze deur, een morsig portaal, overal buizen en latten langs het plafond welke er op wij zen dat men nog niet lang de luxe van elec trisch licht kent. De concierge, leunend op een bezem, snauwt: C'est pourquoi? Woonde hier niet vroeger de heer Oulianov? Ja, op de tweede verdieping links, maal ais u inlichtingen wilt hebben, dan moet u aan monsieur Presedy vragen, die woont hier 't langst en hij heeft Oulianov goed gekend. Een smalle trap. imitatie-marmeren muren vol scheuren en barsten en de oudste bewoner, bereidwillig, ontvangt ons en geeft inlichtingen. Het appartementje van Oulianov staat op 't oogenblik leeg en ik heb den sleutel, als u 't wilt zien?Inderdaad, die twee kleine ver trekjes met hun verschoten bloemen-behang- seltje onderscheiden zich door niets van tientallen duizenden werkmans-interieui-s. hier of elders. En toch, toch is er iets. dat ons met aandacht doet rond zien, dat ons naar de groezelige vensters drijft om te zien welk een uitzicht men van daar heeft over een kloos tertuin. De Herinnering! Want vijf en twintig jaar geleden woonde hier Oulianov, beter be kend onder den naam van Lenin en nagenoe; eiken avond vergaderde hij hier met toen ook nog onbekende, duistere figuren: Zino- rojef, Tsjïtsjerin en Trotzky. Het is hier, dat de Russische i-evolutie werd voorbereid. Lenin, die ik als naasten buur héél goed heb gekend, woonde hier met zijn vrouw Nadedja Constantinova en met zijn schoon moeder. een stok-oude vrouw. Daar, bij het venster, had ze haar leunstoel. Het was verre van luxueus bij hen. Hier. midden in de kamer, onder de lamp. een glazen bol, stond een ta fel met een zeiltje er op gespijkerd. Hoe ze hun maaitijden gebruikten weet ik niet, want de tafel was altijd bedekt met hooge stapels boeken. Hier, in den hoek, een divan, maar je kon er nooit op zitten, want ook daar niets dan boeken en tijdschriften en couranten. Die muur-kast hier diende oók voor de lectuur. We hebben ons dikwijls afgevi-aagd hoe de fa milie Oulianov leefde Eiken avond was er ver gadering bij hen en dat duurde tot zes uur 's morgens en om acht uur waren ze al weer op. Lenin begon dan dadelijk zijn artikel te schrijven voor de eenige socialistische cou- rant die in Rusland bestond, of hij schreef brochures, 's Middags ging hij naar de druk kerij in de Avenue d' Orléans om zijn druk proeven te comgeeren. En hoe was hij in den omgang? Ik mag niet anders zeggen dan héél vrien delijk en beleefd en niemand kan ook zeggen dat ze geen rustige bewoners waren, ondanks de nachtelijke vergaderingen. Een héél enkel keertje, als hij 't eens iets minder druk had, ging hij naar 't café hiernaast. Café de Lyon, om daar een partij sohaak te spelen met den boekverkooper van den hoek. Zijn vtouw was zijn secretaresse, rangschikte zijn papieren en ging zijn enorme correspon dentie na. Want Lenin ontving honderden bi-ieven per dag. u;t alle landen ter wereld De buren noemden hem dan ook „de minister" Maar wist toen iemand, wie Lenin was of lie ver: zou worden? Alle brieven werden ver brand en daarmede belastte zich de oude vrouw. In vijf minuten verorberden ze hun maaltijd en Lenin hielp dan zelf de vaten te wasschen. Vlak daarop, terwijl ze liters thee dronken, begon de vergadering. Op 'n goeden dag was 't iets rumoeriger dan gewoonlijk. Oulianov want men kende hem hier slechts onder dien naam klopte bij ons aan en kwam afscheid nemenwe hebben toen niet naar de redenen van dat plotselinge ver trek gevraagd, maar later vernamen we, dat hij hals-over-kop naar Rusland trok om daa'- daadwerkelijk de leiding op zich te nemen: de Revolutie was „rijp". Midden in den nacht be gon de verhuizing van de armoedige meubel tjes en van de boeken. Oulianov di-oeg zélf alles op zijn smalle schouders naar beneden. Onder het gewicht van een kist viel hij van de trap en drie treden werden beschadigd Maar komt u met me mee naar de concierge, dan zal ik u laten zien We stommelden naar beneden en mijn vrien delijke geleider streek een lucifer af om me aan te toonen dat de drie treden nog altijrl niet zijn gerepareerd. En te denken "dat de Russische revolutie hier voor goed had kunnen struikeien Nietwaar, madame, do familie Oulianov was héél rustig en ordelijkkalme men schen? Ja, hoor, keurige beleefde menschen, die geregeld hun huur betaalden, zoo beaamde de concierge. Ziet u die glazen stolp daar, waarin ik een palm heb geplant? Dat was de lamp, de glazen bol, in het appartementje van Oulianov. Toen hij wegging zei hij: ik geef u mijn hanglamp cadeau, want ik ben bang 'm te breken bij de verhuizing. Maar ik had al een lamp; ik heb 't koper, dat er om zat aan een uitdrager verkocht, maar de glazen bol doet best dienst als bloempot, vindt u niet?. 't Staat wèl netjes. En te denken dat onder dien glazen bol, ter wijl de koppen van Lenin, Tsjitsjerin. Z1 nowjew en Trotzky bijeenstaken om fluister gesprekken te voeren, de Russische revolutie is uitgebroed.... HENRY A. TH. LESTURGEON. Zelf-verdiend schoolgeld. In Bulgarije woont een 15-jarige jongen die bijzonder groot en sterk is. Hij is meer dan 2 meter lang en tilt met gemak 200 tot 220 kilogram. Hij heeft een gezonde eetlust; hij eet dage lijks niet alleen reusachtige hoeveelheden groenten en vruchten, maar ook drie bx-ooden. Het is een wees en hij voorziet zelf in zijn levensonderhoud. Hij treedt n.l. in een circus op en stelt alle volwassen athleten in de schaduw. Van zijn loon betaalt hij zijn schoolgeld en hij is de vlijtigste leerling van de klas. Tot nu toe heeft hij alle aanbiedingen om boks-v of worstelaar te worden van de hand gewezen; want het is zijn ideaal aan een universiteit te gaan studeeren. De grootste kerk. Dat is de Sint-Pieter te Rome, die plaats heeft voor 54000 bezoe kers. Zou 't waar zijn? Men zegt, dat er mot- tensoorten zijn, die 6000 oogen hebben. Een goedgevulde maag. Onlangs heeft men in Ierland iemand geopereerd, bij wien men 100 di'aadnagels uit de maag haalde, die de pa tient zoo af en toe uit liefhebberij had door geslikt. Oefening 149, Waarmee v/e deze week be- airmen, is een /</a itstekende f enigma kende oefening, waarbij ook de kracht van de armen een rol speelt. Een oefening, die dus zéér aan te raden is, vooral ook voor nieuwe lingen. want moeilijk is het niet. We be ginnen. zooals de stippellijn aangeeft, op de knieën. Probeert u zich nu eens zóó ver op te krullen, dat de kin de knieën raakt. Als een kat. die een sprong neemt, als een veer, die plot seling ont- spannen wordt, schiet het lichaam naar vox-en, zoodat U languit op den grond ligt. De handen zijn hierbij naast de schou ders. Nu een krachtige duw van de armen en U zit weer terug in de uitgangshouding. Een voudig. nietwaar0 Maar 't kan ook wel wat moeilijker' Per slot van rekening oefenen we nu al zóó trouw iederen ochtend ons gym- nastiekprogi-amma, dat U het ook wel zóó kan probeerexx: In piaats van langs den grond te schieten, doet U het schuin omhoog, om dan veerend op de armen neer te komen, en zacht gaan liggen. Ook de terjjj-duw zóó krachtig, dat het lichaam langs epo hoogen boog weer in de gebogen houding kwrnt. Nog één wenk: Of U nu de eerste of de tweede manier van uitvoering doet, de voeten en de knieën wor den niet verplaatst. £n nu aan den slag! Is twintig keer herhalen te veel gevergd? Oefening 150 is weer eens een extratje voor de meest getrainden Herinnert U zich nog van verleden jaar, hoe we in dien noogen rug- waartschen boog kwamen? Het kan van rug- ligging uit op den grond, waarbij U zichzelf opduwt, door de handen bij de schouders te plaatsen en de knieën iets te buigen; U kunt zich ook door een gedienstigen geest laten op sjorren; tenslotte kan het ook door langs den muur, achterover, de handen steeds lager te plaatsen, is één van deze methodes gelukt, dan beurtelings een been strekken. Na dit zware nummertje weer een lichter, bestemd voor twee personen. Het is oefening 151, waarbij een van de twee languit gaat liggen (gezicht naar den grond) en de armen naar voren strekt. De ander gaat met ge spreide beenen er overheen staan, bukt diep voorover en pakt de polsen, om daarna num mer één op te trekken in de houding, die de teekening aangeeft. Het goede van deze oefe ning is, dat U er allebei wat aan hebt: toch is het na vijfmaal herhalen gewenscht van functie te verwisselen. We eindigen deze week met een spring oefening. Bij deze oefening (nummer 152) be ginnen we weer op handen en knieën. We springen dan op, en komen zoo neer, dat de knieën tusschen de handen komen. T. -.a langs denzelfden weg weer terug. Dez^ c- ning kan ook heel hoog uitgevoerd worden. Het is dan lang niet gemakkelijk en het zal wel noodig zijn, een paar kussens neer te leggen. JULES KAMMELJER Leeraar Lich. Opv. M.O.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 13