Opcenten op diverse belastingen verhoogd.
Studenten-studiën.
Weer een Ossche dag
Den Bosch.
in
Mr. Terpstra steekt een reddingsplank toe.
VRIJDAG 20 DECEMBER 1933
H A A" R E E M'S DA'GBHAD
3
EERSTE KAMER.
Bezwaren tegen verhooging opcenten
successie-belasting.
Mr. Blomjous (R.K.
Staatspartij)
Ontwerp toch aangenomen.
DEN HAAG, Donderdag.
De heer Blomjous opende het vuur tegen
de opcenten op diverse belastingen. Hij zal
niet voor eenige belastingverhooging stem
men, zoolang opvoering van het tarief van
Invoerrechten uitblijft. Dooh dit wetsontwerp
is voor hem ten eenenmale onaanvaardoaar,
bovenal door de voorgestelde opcenten op de
successiebelasting. Daarin ziet hij een hoogst
onbillijk ingrijpen
in de rechten
van de indavidu-
eelee burgers door
den Staat; hij acht
dien maatregel ook
uiterst bedenkelijk
voor de kapitaal
vorming.
Dit ontwerp, dat
alleen voor 1936
geldt, bezit ook het
karakter van een
hoogst onbilljk
door de overheid
aan de burgers op
gelegd offer, voort
vloeiende uit kans
spel: wie in 1936 erft zal de opcenten wel
moeten betalen, maar wie een jaar later erft,
behoeft alleen maar het normale successie
tarief, zonder de opcenten, op te brengen.
Mr. v. d. Hoeven <c.h.) betoogde, dat men
liever dan deze belastingverhooging, zijn
heil moest zoeken in achterwege laten van
allerlei uitgaven voor nieuwe werken, omdat
die schaduwen niet slechts van morgen, maar
ook nog van overmorgen en langer zijn.
Gelijk de voorafgaande spr. zag Mr. v. d.
Hoeven, die eigenlijk elke successiebelasting
schadelijk acht als kapitaalsvernietigend.
Niet slechts uit economisch maar ook zede
lijk oogpunt ziet spr. in de opvoering der be
lastingen groote bezwaren.
Als derde oppositioneele spr. verklaarde zich
Mr. v. Rappard (lib.) die in het bijzonder de
verhooging der successiebelasting bedenkelijk
vond. Het is een tijdelijke maatregel, die ove
rigens zoo licht een blijvend karakter kan
krijgen.
De heer d' Ansembourg verklaart tegen te
zullen stemmen. Al bevat het R. v. O. geen
bepaling, die verbiedt in het openbaar bezwa
ren te uiten, welke in de afdeelingen niet
zijn geopperd, zal deze senator zich bij het in
dit opzicht gevolgde gebruik neerleggen en
dus niet de bezwaren zijner fractie (welke
aan 't afdeelingsonderzoek nog niet had kun
nen deelnemen.) uiteenzetten.
Mi'. Pollema (c.h.l
zou, aangezien bij
de schriftelijke voor
bereiding het alge
meen economisch
Regeeringsibeleid_
niet was aangeroer
conform het z.i.
juiste gebruik, over
dien kant der zaak
niet spreken. De
Regeering staat met
haar belastingpoli-
tiek vrijwel tegen
den muur. Wij heb
ben steeds meer te
maken met de dom
me kracht der fei
ten.
Intusschen acht spr. verkeerd dit wetsont
werp, dat onderdeel van de kabinetspoiitiek
uitmaakt, te verwerpen, want daaruit vloeit
meer voor dan slechts afwijzing van eenige
belastingverhogingen; het resultaat zou zijn
toeneming der onrust in den lande. Bovendien
door de feiten zal men kwalijk een andere
belastingpolitiek kunnen gaan voeren.
Naar aanleiding van 's heeren Blomjous'
bezwaren tegen de tijdelijkheid merkte Mr.
Pollema op, dat hierin bijkans 'n aanmoedi
ging kan schuilen voor den Minister om de
verhooging blijvend te maken.
Alles bij elkaar wenscht spr. voor dit ont
werp te stemmen, ook o.m. om nog meer on
rust te vermijden. Ware het land kalm ge
bleven dan zou de financiering der vlottende
schuld makkelijk geweest zijn. Gansch het
vaderland is hiermede gebaat dat wij op dit
oogenblik deze Regeering zooveel mogelijk
steunen.
Jhr. Mr. v. Citters (a.r.) vindt het wel moei
lijk. dat de Kamer dit ontwerp te behandelen
krijgt, omdat het algemeen financieel en eco
nomisch beleid, dat pas bij het algemeen be-
grootingsdebat aan de orde komt, besproken
kan worden.
Spr. zal voorstemmen, doch wil alleen nog
uiting geven aan de zwakke hoop den duur
van de heffing der opcenten op de successie
belasting tot den korst mogelijken tijd te
beperken.
Na de koffie merkte Minister Oud op, dat
het inderdaad ook ditmaal door een al eer
der in deze Kamer zich voorgedaan hebenden
loop der omstandigheden niet mogelijk was
deze nieuwe belastingregelingen op 1 Januari
e.k. te laten aanvangen zonder dat het alge
meen financieel debat er aan vooraf was ge
gaan.
De noodzaak van zooveel mogelijk verso
bering op de staatsuitgaven onderschrijft Mi
nister Oud, evenzeer echter Mr. Pollema's
stelling, dat ook daaraan een grens is. terwijl
inderdaad de wachtgelders dure resultaten
van de bezuiniging zijn en wel moeten zijn.
Belastingverhooging heb ik tot dusverre
alleen toelaatbaar geacht als ik langs an
deren weg (door verlaging van uitgaven in
de eerste plaats) niet tot 'n sluitende begroo
ting kan komen Doch dit is mij tengevolge van
de enorme daling der inkomsten uit de hand
gevallen. Als voorbeeld haalde de Minister
aan hoe een der senatoren destijds zijn
schatting van 80 millioen als opbrengst der
omzetbelasting veel te laag had geacht en
had gemeend, dat 't ver over de 1^)0 millioen
zou zijn. Ja, dat geachte lid was bereid den
Minister te garandeeren dat het 100 millioen
zou zijn, indien hij het surplus zou krijgen;
thans zou die senator geruineerd zijn.
Uit de opbrengst der invoerrechten hoopt
de Minister te kunnen concludeeren dat we
nu wel het laagste peil hebben bereikt.
Met loodzware schoenen kom ik aldus
Mr. Pollema (Chr.
Hist. Unie.
Mr. Oud bij 't Parlement met dit voor
stel. dat inderdaad menig bezwaar in zich
heeft.
Om louter fiscale redenen tot verhooging
van 't tarief van invoerrechten over te
gaan. acht de Minister ongewenscht. Maar
bij den heer Blomjous stond het element
van meerdere inkomsten voor de schatkist
niet op den voorgrond, want hij die het
wenscht terwille van bescherming der eigen
industrie, moet eigenlijk wenschen. dat het
tarief zoo min mogelijk opbrengt,
Wanneer we echter voor bepaalde goede
ren de tarieven gaan verhoogen zal dat ge
schieden om gansch andere n.l. bescher
mende redenen. Algemeene tariefsverhoo-
ging zou, nog 'n nadeel, bedenkelijke stijging
der kosten van 't levensonderhoud veroor
zaken
En nu het ontwerp zelf. De Minister heeft
gezocht naar maatregelen, die het minst erg
zijn. In hoofdzaak bleek men bezwaar te
hebben tegen de verhooging der successiebe
lasting. Daar lag het zwaartepunt van 't
debat.
De moeilijkheid van 't betalen geldt niet
alleen voor de successie-belasting, maar ook
voor alle andere belastingen. De zomersche
kapitaalvlucht had niets met den belas
tingdruk te maken doch met vrees voor den
gulden. Overigens meent de Minister, dm
men misschien tegen de kapitaalvlucht uit
belastingvrees wat kan doen. door de in het
buitenland openvallende erfenissen onder de
successiebelasting te doen vallen. Dit punt is
in onderzoek.
Tenslotte de kwestie van de tijdelijkheid.
Oorsprong van deze bepaling was dat aan
vankelijk doel van 't ontwerp weer een ver
sterking van 't werkloosheidssubsidiefonds,
zelf 'n tijdelijke instelling nog maar loopend
tot 1 Februari 1937. Maar helaas is die be
stemmingsband door de Tweede Kamer ver
broken. Overigens is de kans, dat deze hef
fing nog wel wat verlengd zal moeten worden,
geenszins uitgesloten. In deze zeer buitenge
wone tijdsomstandigheden treft ons allen 't
noodlot dat we veel zwaars moeten doorma
ken, zooals mij bv. 't noodlot treft dat ik
thans juist Minister van Financiën moet zijn.
Mr. Sasse v. IJsselt verklaart wegens de on
vermijdelijkheid voor 't ontwerp te zullen
stemmen. Hetzelfde deed Jhr. Mr. de Gijselaar
waarna het wetsontwerp er met 33 tegen 5
doorging. Met de Katholieken Blomjous en
de Jong, den eenigen aanwezigen liberaal Mr.
v. Rappard stemden alleen nog de beide na-
tionaal-socialisten tegen. E. v. R.
Prenten en foto's van Haarlem
en Omstreken.
Het in 1931 overleden bestuurslid der ver-
eeniging „Haerlem", de heer J. H. Kersten was
in het bezit van een door hem verzorgde uit
gebreide collectie Haarlemsche bijzonderheden
in woord en afbeelding, waaruit het bestuur,
dank zij de zeer gewaardeerde bereidwilligheid
van mevr. A. KerstenTadema, dezer dagen
eenige specimina, die niet zoo algemeen be
kend zijn, kan laten zien in het vereni
gingsgebouw. Bij deze gelegenheid maakt het
bestuur van het denkbeeld van den Gemeente
archivaris gaarne gebruik om tegelijkertijd
een andere verzameling Haarlemsche gezich
ten (foto's uit omstreeks 1890) te vertoonen.
Deze laatste vormt het album, dat in 1891 aan
Burgemeester Iordens bij zijn 25-jarige ambts
vervulling door de burgerij is aangeboden,
en dat onlangs aan het Gemeente-archief ten
geschenke is gegeven. Het bestuur zal het op
prijs stellen als velen op een der middagen
tusschen 2 en 4 uur, waarop de uitgestalde
stukken te bezichtigen zijn van Zaterdag 21
tot en met Zondag 29 December (ook de beide
Kerstdagen) ons vereenigingsgebouw de
Hoofdwacht komen binnenloopen. Op den
openingsmiddag is de toegang uitsluitend voor
de leden. De toegang is kosteloos.
Ervaringen van
een Eerstejaars in Amsterdam.
Sinderklaas op de Kroeg is mosterd na den
maaltijd.
Als in alle huisgezinnen de cadeautjes al
weer kapot, de chocoladeletters op en de
kinderen stout zijn, komt de goede Heilige
zijn opwachting maken aan het Amster-
damsch Studenten Corps.
Tegen een uur 's nachts stroomt de Socië
teit vol. Op alle tafeltjes in de groote zaal
liggen lange goudsche pijpen en prukken
tabak van inferieure kwaliteit. De drank voor
den avond is uit de aard der zaak Bisschop;
als spijs worden krentenbollen verstrekt.
Wie den goeden Heilige zal remplaceeren
is alleen aan ingewijden bekend. Zelfs de
bedienden wisten dit jaar niets en die zijn
anders voortreffelijk van zulke intieme aan
gelegenheden op de hoogte. Maar verleden
jaar is er stagnatie in het bedrijf geweest.
Toen hadden de Hooge Heeren een Sinter
klaas uitgekozen, die in het dagelijksche
Corpsleven „obscuur" was. En dat is het
ergste wat een student zijn kan. Het gevolg
was dat, toen de ongewenschte Bisschop de
zaal binnen trad, hij moest bespeuren dat
hij er elf elmaal was. Aan de lange tafel zat
een kerncollectie Goedheiligmannen in alle
kwaliteiten, die hem op weinig collegiale
wijze ontvingen.
Hoe dat afgeloopen is, kan ik niet vertel
len. want ik was er toen nog niet, maar ik
vermoed dat het op handtastelijkheden is
uitgedraaid. Sinterklazen op de Kroeg zijn
altijd min of meer bijzonder.
Een vraagpunt van gewicht is altijd" hoe
zal hij komen? Er zijn Bisschoppen geweest
die per tram verschenen, andere kwamen
fietsend; eens zelf bewoog zich de grijsaard
langs 's Heeren straten op een autoped.
Onze Sinterklaas bleef in den stijl van
den ouden dag. Er reed een ziekenauto voor
en daaruit werd Zijne Eminentie op een
brancard naar binnen gedragen op de tonen
van Zie de maan schijnt, maar met eenlgs-
zins andere woorden
Voor allen treedt Herman, de Kroegportier,
in groot gala binnen. Hij heft zijn staf op en
spreekt op indrukwekkenden toon de woor
den uit; De Senaat van het Amsterdamsch
Studenten Corps met zijn gasten.
De Bisschop nijgt vriendelijk en wuift met
een slap handje. Na het welkomstwoord van
den N.I.A.-praeses houdt hij een rede, waar
van de terminologie iets gepeperder is dan
men van een Kerkvorst zou verwachten. Ook
is het hier niet zoo plezierig een geschenk te
krijgen als in den huiselijken kring. Als het
Dispuutgezelschap Nausicaa. dat den naam
heeft te betaan uit een kliek uitgelezen oude
dames een ganzenbord cadeau krijgt, lacht
het ietwat pijnlijk. Als de grootste schreeuw-
leelijk in zijn pakje een muilkorf vindt, is
zelfs hij even stil en een abonnement op de
Blauwe Vaan is een treffend geschenk voor
een tweedejaars die door de bedienden altijd
met bijzondere onderscheiding wordt behan
deld. wegens het groote aantal bonnen dat
hij schrijft.
Dan draait het Rad van Avontuur en we
koopen lootjes om banketletters, flesschen
jenever en aschbakken te winnen. Het gaat
volkomen eerlijk toe. maar de hoofdprijzen
verdwijnen toch achter de lange tafel, waar
Sinterklaas een sigaar tusschen snor en
baard heeft gewrongen en behaaglijk zijn
lijfdrank slorpt. Als iedereen zijn aanwezig
heid volkomen is vergeten, rijst hij op; nog
eens weerklinken de woorden van het Sin
terklaaslied en de milde Heilige gaat zich
transformeeren in een gewoon aardsch
wezen.
Intusschen gaat de Kroegnacht zijn gang.
Er hangt een dichte rook, waardoor nu en
dan een krentenbol scheert, er is lawaai en
geschreeuw, er wordt gedronken, oude ruzies
worden bijgelegd en nieuwe gemaakt en dan
wordt N.I.A. gesloten.
Het eerste semester is achter den rug. De
vacantie gaat beginnen.
A A. MATRIS.
„HET VADERLAND GETROUW"
De Nederl. Vereeniging van Oudstrijders
voor Zee- en Landmacht uit Ned Indië
„Het Vaderland Getrouw" zal in de Kerstweek
week weer haar jaarlijksche uitkeering aan
hun weduwen en weezen doen, die niet onder
het Rijkspensioen vallen.
Vrouwelijk hoofdpersoon
staat terecht.
Zes jaar legen haar geëischt.
Donderdag is door de rechtbank in Den
Bosch wederom een aantal strafzaken uit
Oss behandeld Begonnen wordt met de be
rechting van een roofoverval gepleegd te Oss
in 1927 J. C. van G. had zich ter zake hiervan
te verantwoorden.
In de woning van Huismans hebben ver
dachte en zijn mededader, na zich toegang
te hebben verschaft door een deur open te
breken, een bedrag aan geld van ongeveer
acht gulden benevens een geweer weggeno
men. Tegen den bewoner hebben zij geweld
gepleegd, terwijl zij hem hebben bedreigd
door het geweer op hem te richten, «eggende
dat zij hem zouden neerschieten als hij zijn
geld niet gaf. De verdachte ontkende.
Daar een getuige zijn verklaringen, voor
den rechter-commissaris afgelegd, introk, en
zeide zich niets meer te kunnen herinneren,
werd de zaak teruggewezen naar den rechter
commissaris
De zaak tegen J. A. van S.. 30 jaar en ar
beider van beroep, een der mededaders van
voormeld misdrijf, werd om dezelfde redenen
voor nader onderzoek uitgesteld.
De 36-jarige J. J van G. stond terecht ter
zake van de in den nacht van 23 op 24 No
vember 1928 te Heesch gepleegde inbraak in
de woning van wijlen G. Pijnappel, welke
inbraak een buit heeft opgeleverd van onge
veer f 700 en eenige geldswaardige papieren,
alles toebehoorend aan de Coöperatieve Boe
renleenbank te Heesch.
Volgens de dagvaarding hebben de ver
dachte en zijn mededaders zich tot die wo
ning toegang verschaft door een raam met
een omlijsting uit de muur te breken, waarna
zij, eenmaal binnen, een binnendeur open
braken en de brandkast geforceerd hebben.
Verdachte legde een volledige bekente
nis af.
De officier van Justitie achtte het feit van
ernstigen aard. De verdachte is reeds 14
maal veroordeeld en komt 30 maal in het
Ossche register voor. Op 18 November is hij
tot zes jaar gevangenisstraf veroordeeld en
voor dit feit eischte spreker nog drie jaar ge
vangenisstraf.
De 33-jarige Ossche arbeider J. J. de B. te
Heesch had zich voorts mede te verantwoor
den voor de vermelde inbraak bij wijlen C«.
Pijnappel. De verdachte zeide. niets met deze
zaak te maken te hebben.
De roofoverval te Dinther.
Overgegaan werd hierna tot de behandeling
van den roofoverval te Dinther. De tweede
tenlastelegging tegen J. de B. betreft een in
den nacht van 28 op 29 Januari 1929 te
Dinther gepleegden diefstal met geweld
pleging in de woning van P. G. van Sleeu-
wen. Hier werd ontvreemd een geldsbedrag
van ongeveer f 500 alsmede eenige gouden
sieraden.
Ook dit feit wordt door verdachte ontkend.
De officier van Justitie achtte beide mis
drijven van verdachte bekend. Hij is zeker als
een misdadiger te kwalificeeren. Hij komt in
de Ossche zaken tienmaal voor en is vroeger
reeds veroordeeld. Beide misdrijven zijn zeer
ernstig. Van Slee uwen is later gestorven aan
een hartkwaal die hij bij deze roofoverval
kreeg.
Spr. eischte voor beide feiten tien jaren
gevangenisstraf met aftrek van voorarrest.
Uitlokking en heling.
In verband met de te Dinther gepleegde
diefstal met geweldpleging stonden voorts,
mede. afzonderlijk terecht, de 45-jarige. te
Heesch woonachtige, landbouwer A. J. van H..
wien in de eerste plaats de uitlokking van
dit misdrijf ten laste is gelegd. In de tweede
TWEEDE KAMER
Bij het debat over de Onderwijsbezuinigingen.
Regeering merkt het nog
niet op.
Den Haag. Donderdag.
Een vrij kalme middag ging vooraf aan den
avond, waarop de veelomstreden paragraaf
12 van het ontwerp tot bezuiniging op de
onderwijs-uitgaven aan de orde kwam.
De voorschriften, die betrekking hadden
op stopzetting tot 1 Januari 1941 van het
stichten van nieuwe bijzondere gymnasia,
lycea en H.B.S.en bevielen Dr. Moller (r.-k.)
niet. Hij wilde dan ook eenzelfde regeling
voor de openbare onderwijsinrichtingen in
kwestie. Waarop de heer Ketelaar het denk
beeld aan de hand deed alles te laten zooals
het momenteel is, zoodat in bijzondere ge
vallen wel tot nieuwe stichtingen kan wor
den overgegaan. Minister Slotemaker de
Bruine trok. ook al om den vrede tusschen
links en rechts, de door hem ontworpen be
palingen in. Even later stonden echter de
oude schoolstrijd-kampioenen tegenover
elkaar. Met 50 tegen 36 stemmen verwierp de
Kamer nl. de artikelen, die aan de overheid
de beschikking wilden geven over de bijzon
dere inkomsten (veelal giften) der bijzon
dere scholen door te bepalen, dat die inkom
sten in mindering van het subsidie zouden
komen. De Minister was wel voor behoud
dezer artikelen geporteerd, doch maakte van
de verwerping geen halszaak.
Wat er verder 's middags gebeurde had
betrekkelijk weinig om het lijf.
Daarentegen beleefden we een zeer be
langwekkende avondvergadering. De heele
rechterzijde moest, naar men al wist. niets
hebben van paragraaf 12, die aan bestaande
bijzondere scholen met een leerlingen-aantal
beneden een bepaald' minimum de subsidie
1 W. Albirda (SJ5.AOO
zou doen onthouden Bedoeling hiervan was
aldus de bijzondere
scholen tot concentra
tie dwingen. Dat nu
mocht volgens den
heer De Geer (c.-h.)
en andere rechtsche
sprekers wel niet in
strijd met de grond
wettelijk gewaarborg
de vrijheid van on
derwijs zijn. aan
vaardbaar vonden de
heeren de regeling
niet. Er zou geen be-
ziniging van eenige
beteekenis door be
reikt worden en bovendien zou door de ge
kozen regeling, die tenslotte den Minister de
bevoegdheid geeft dispensatie van de stop
zetting der subsidie te verleenen, wanneer
hij dat billijk zou achten, in de praktijk niet
een objectief criterium beslissen over al of
niet voortbestaan eener bijzondere school,
maar het subjectief inzicht van den Minister
van Onderwijs. Daarom ware vrijwillige ocn-
centratie de juiste weg. Die moge tot dus
verre vrijwel achterwege zijn gebleven, doch
dit is 'n gevolg van het feit. dat men tot nu
toe verzuimd had bepalingen te maken,
waardoor zij die een waarborgsom, noodig
voor de stichting eener bijzondere school
hebben opgebracht, deze bij opheffing weer
terug zouden krijgen. Eerst nu zal de wet. nl.
in paragraaf 13 van 't aanhangige ontwerp,
hierin voorzien.
Mr. Coops (lib.), de heer Ketelaar (v-d.)
en Ir. Albarda (s.-d.) waren over de hou
ding van de rechterzijde zeer slecht te spre
ken. Na de op groote schaal toegepaste
concentratie van openbare scholen was nu
ingrijpen van dezen aard, als pleister op
de wonde, om een uitdrukking van den heer
De Geer te bezigen r— op zijn -plaats geweest.
tChr.fi
De linksche sprekers, van wie de heer Al
barda een zeer knappe rede uitsprak en die
er aan herinnerden, dat zij oprechte voor
standers der pacificatie waren, wezen er op,
hoe niet zij, maar de rechtsche opposanten
tegen het door het
geheele Kabinet ge
dane voorstel bezig
waren den school
strijd te doen herle
ven. Zooals o.m. ook
reeds de heer Suring
(r.-k.) had betoogd,
merkte Mr. Terpstra
(a.-r op, dat de uit
zonderingen. waarin
men tenslotte van
subsidie-stopzetting
zal afzien den regel
verre zullen overtref
fen. Wat zegt men
van zoo'n regel, riep deze afgevaardigde uit.
die aan het slot van zijn betoog aandrong op
terugneming van paragraaf 12 en er toen
nog iets van beteekenis aan toevoegde, ech
ter in zulk een vorm. dat. als we ons niet
vergissen, ook de Ministers niet in de gaten
hadden, dat hier een soort reddingsplank
werd uitgestoken. Spr. erkende, dat het
vraagstuk van opheffing van kleine scholen
een belangrijk en veelomvattend vraagstuk
is, dat met tal van problemen verband
houdt. De Regeering. zoo ging hij voort,
brengt dit vraagstuk niet tot oplossing door
nu eens openbare, dan bijzondere, dan weer
openbare scholen op te heffen. Daarom
drong hij er met ernst bij den Minister op
aan dit heele vraagstuk opnieuw in overwe
ging te nemen.
Naar ons ter oore komt. was hiermee be
doeld het denkbeeld van een nader commis
soriaal onderzoek te suggereeren. Maar het
scheen, dat de Ministers er geen erg in had
den. In elk geval vie; zekere ontstemming
aan de Regeeringstafel waar te nemen.
Vooral Minister Oud ging er steeds som
berder uitzien en do Premier kwam telkens
weer bij hem om hem te bepraten. Onder
wijl verdedigde Minister Slotemaker para
graaf 12 op rustige kalme wijze. Daarop liet
de President tot aller verbazing repliceeren.
Gelukkig mocht Minister Slotemaker in
tweede instantie z'n antwoord afbreken om
dat morgen voort te zetten De nacht en de
morgen kunnen dan misschien nog raad ver
schaffen. wat geenszins overbodig schijnt te
zijn.
E. v. R.
iTüü/l
he. fid zoo.mui!
Een snelwerkend
en succesvol micf»
del bij aandoe»
ningen der adem»
halingsorganen^
verkoudheden, ca
tarrh. kinkhoesr,
bronchitis en griep.
Onmiddellijk merk!
U verlichting f
(Adv. Ingez. Med.)
plaats stond hij wegens heling terecht.
J. de B. werd ook in deze zaak gehoord.
Er ontstond een verward en onduidelijk ge
sprek aan de groene tafel waarna de Officier
van Justitie acte van de verklaringen van de
B. vroeg om tegen hem een vervolging wegens
meineed in te stellen.
De officier eischte wegens medeplichtig
heid en heling negen maanden gevangenis
straf met aftrek van het voorarrest.
De verdediger vond het bewijs onvoldoen
de.
Een verzoek tot onmiddellijke invrijheid
stelling werd ingewilligd.
Vrouwelijk hoofdpersoon staat terecht.
De 46-jarige J. H. van B. bijgenaamd Han-
neke Hertekus is ten laste gelegd, dat zij om
streeks het jaar 1933 te Oss een gewoonte
heeft gemaakt van het opzettelijk koopen. in
ruilen en verbergen van door diefstal verkre
gen voorwerpen.
De dagvaarding vermeldt in dit verband een
hoeveelheid meel. een aantal kippen en twee
flesschen jenever.
President: ,.Is het waar. wat u ten laste is
gelegd?"
Verdachte: ..Daar is niets van waar".
President: „U hebt daar de Ossche jeugd
misdadig opgevoed. U hebt een groote ver
antwoordelijkheid te dragen en het is uw
schuld, dat de menschen in Oss het pad der
misdaad zijn ppgegaan".
Verdachte: ..Het is niet waar. Zij doen al
les om mij erin te helpen".
Getuige Chr. de Gier had het onderzoek te
gen deze vrouw geleid. Zij stond moreel zeer
ongunstig bekend. Bij haar thuis werden de
jongelui binnengelokt. Zij hield daar een
ware leerschool in de misdaad. Dat duurde
jarenlang tot September toe, toen de stille
kroeg is opgedoekt.
President: ..De zaak verliep zeker, toen de
heeren naar het Huis van Bewaring waren
verhuisd?"
Getuige inspecteur Van Kempen kende de
verdachte al 27 jaar lang. Bij haar kwam alle
.rommel" bij elkaar. Zij ls steeds verdacht
geweest. Als deze vrouw er niet was geweest,
zou menigeen niet tot de misdaad zijn geko
men.
De officier achtte verd. schuldiger dan ve
len. wien hier zware straffen zijn opgelegd.
Zulk een straf kan spr. niet eischen. maar hij
vorderde toch het maximum voor de tenlaste
gelegde feiten, nl. zes jaar gevangenisstraf.
Uitspraak in alle zaken 2 Januari a.s.
Olietank ontploft.
Jongeman bij Iaschwerkzaamheden gedood.
Op de kweekerij van den heer L van Staal
duinen te Naaldwijk is een ernstig ongeluk
gebeurd. De 19-jarige A. de Zeeuw was bezig
met het lasschen van een tank voor een olie
stookinrichting. Toen hij met dit werk gereed
was. werd de tank met olie gevuld, doch nu
bleek dat zich daarin nog een lek bevond,
zoodat het reservoir weer werd geledigd. Er
bleef hierbij echter een laagje olie achter. Toen
nu de Zeeuw de tank weer ging verwarmen,
sprong deze met een geweldigen knal uiteen.
De jongeman werd zoodanig getroffen door de
wegvliegende stukken, dat hij op slag werd ge
dood.
Amsterdam doet afstand van
Paleis op den Dam.
Nieuw Stadhuis komt op het
Frederiksplein.
Succes voor Burgemeester De Vlugt.
In een historische zitting, onder leiding
van burgemeester dr. W. de Vlugt, die juist
zijn 63sten verjaardag herdacht, heeft de
Amsterdamsche gemeenteraad Donderdag
avond. na een in het algemeen interessant
en op hoog peil staand debat, met algemeene
stemmen aangenomen de voordracht van B.
en W„ om met den Staat der Nederlanden
een overeenkomst aan te gaan, waarbij de
gemeente den eigendom van het voormalige
Raadhuis aan den Dam afstaat en het Rijk
voor den bouw van een nieuw Raadhuis een
bedrag van tien millioen gulden verstrekt.
Het nieuwe Raadhuis zal verrijzen op het
terrein van het voormalige Paleis voor Volks
vlijt aan het Frederiksplein.
De regeering zal thans onverwijld het noo-
dige verrichten voor het verkrijgen van de
goedkeuring door den wetgever van haar ter
zake gedaan voorstel, zoodat aangenomen
mag worden dat de hoofdstad over enkele
jaren een modern, aan alle eischen des tijds
beantwoordend stadhuis zal bezitten, waar
van de bouw ais een hoogst welkome verrui
ming van de werkgelegenheid in de grootste
gemeente van het Rijk gelden kan en dat
bovendien voorzien zal in de dringende be
hoefte aan behoorlijke hulsvesting van ver
schillende gemeentelijke diensten.
De thans eindelijk Bevallen beslissing in
een vele jaren getraineerd hebbend vraag
stuk is mede een groot succes voor den bur
gemeester, die in de voorbereiding van de-ze
voordracht een belangrijk aandeel heeft ge
had. Namens alle wethouders werd hem
daarvoor hulde gebracht door den heer S.
R de Miranda; de heer J. ter Haar Jr. sloot
zich als nestor van de raadsleden bij deze
hulde aan.