Hoare verdedigt zich voor het Lagerhuis.
HOE THIJS IJS HET ZEEPALEIS VEROVERDE
VRIJDAG 20 DECEMBER 1935
HASREEM'S DA'GBEAD
4
BUITENLAND
De Minister verklaarde een ineenstorting van
den Volkenbond gevreesd te hebben.
«1
Parijsche voorstellen gingen
te ver, aldus Baldwin.
Lagerhuis spreekt zijn vertrouwen
in de regeering uit.
De met groote spanning tegemoet geziene
zitting van het Lagerhuis, waarin het lang
verwachte debat over het It aliaansch-Abes
synische conflict en de Parijsche vredesvoor
stellen aan de orde zal komen, is Donderdag
middag tegen 4 uur begonnen, aldus meldt het
A. N. P. uit Londen.
Samuel Hoare.
Door het sensationeele aftreden van Sir
Samuel Hoare, was de belangstelling voor
deze zitting nog grooter, dan toch reeds het
geval zou zijn geweest. Toen na de opening
van de zitting de Lagerhuisleden hun gebrui
kelijke vragen tot de regeering konden rich
ten was het Huis tot de laatste plaats bezet.
Men zag vele leden van het diplomatieke corps,
de vertegenwoordigers van de Dominions, en
talrijke Lords, op wier tribune ook de Prins
van Wales heeft plaatsgenomen.
Er heerscht in het Huis een zenuwachtige
spanning, die tot uiting kwam in de levendige
gesprekken tusschen de afgevaardigden on
derling. Toen Baldwin binnentrad bleven bij
valsbetuigingen uit, doch van verschillende
kanten hoorde men een onderdrukt. „Hear!
Hear!" De spanning bereikte haar hoogte
punt toen Sir Samuel Hoare de zaal betrad
en ontvangen werd met luide bijvalsbetui
gingen uit de ministerbanken, waarbij zich
het applaus van verscheidene conservatieve
leden aansloot. Plotseling was het in de groote
zittingzaal rustig en daardoor vestigde
ieders aandacht zich op de geste van Sir
Austen Chamberlain, door velen beschouwd
als de opvolger van den afgetreden minister
van buitenlanadsche zaken. Chamberlain
bood zijn hoekplaats op de Voorste bank der
regeeringspartijen aan en nam zelf plaats óp
een stoel, die daarnaast stond.
Sir Samuel Hoare opent het debat.
Het debat werd geopend door den afgetre
den minister van buitenlandsche zaken Sir
Samuel Hoare, die zeide, dat sedert hij zijn
functie had aanvaard, hij de urgentie erkend
had van de twee groote kwesties, ten eerste
alles te doen, wat in zijn macht was om een
grooten Europeeschen brand te voorkomen en
ten tweede niets onbeproefd te laten om een
oorlog tusschen Groot-Brittannië en Italië te
verhinderen.
Persoonlijk had hij alles, wat in zijn mach'
was gedaan, om iix de plenaire vergadering te
Genève de publieke opinie- der geheele wereld
wakker te roepen tegen den ooi'log tusschen
Italië en Abssynië. Elke nieuwe dag van dezen
oorlog had grootere en gevaarlijker kwesties
te voorschijn gebracht. Er ontstonden moei
lijkheden in het Verre Oosten en moeilijkhe
den in Egypte. Ook in meer dan één gedeelte
van Europa pakten zich dreigende wolken
samen.
Het moest voor iedereen duidelijk zijn, dat
de publieke opinie in breede kringen in
Frankrijk een breuk met Italië vreesde en dat
daar nervositeit heerschte bij de gedachte aan
de mogelijkheid van verzwakking der Fran-
sche defensie. Met het oog op deze feiten had
Hoare alles gedaan om een regeling mogelijk
te maken. Terwijl hij eenerzijds loyaal de
sanctiepolitiek had voortgezet, had hij aan
tien anderen kant geen dag laten voorbijgaan
om op een of andere wijze tot een vreedzame
regeling van het noodlottige conflict te ko
men. Engeland had de dubbele taak, in vollen
omvang aan de collectieve actie deel te ne
men en tegelijkertijd te pogen, een grondslag
voor den vrede te vinden.
In velerlei opzicht had men ongeveer 14 da
gen geleden een keerpunt bereikt, dat spoe
diger was gekomen dan menigeen had ver
wacht, Er was door de kwestie van het petro-
leum-embargo een nieuwe situatie ontstaan.
Op voorwaarde, dat het olie-embargo in wer
king had kunnen treden met medewerking
van de statèn, die geen lid van den Volken
bond zijn. had het kunnen leiden tot een ge
dwongen einde van den oorlog. 'Luid applaus'.
Doch juist daarom was de toestand
met het oog op eventueel Italiaansch verzet,
zoo gevaarlijk geworden. Van alle kanten wa
ren berichten ontvangen, die geen enkele ver
antwoordelijke regeering buiten beschouwing
had mogen laten. n.l. dat Italië 'n petroleum-
embargo als een militaire sanctie of als een
oorlogsdaad zou beschouwen.
„Ik wenschte", verklaarde Hoare
onder applaus, „den toestand vol
ledig op tc helderen. Als natie waren
wij geenszins bevreesd voor het Ita-
liaansche dreigement. Wat Italië ook
zou hebben gedaan, wij zouden, zooals
de geschiedenis leex't. eiken aanval
met succes hebben afgeslagen."
Er had Hoare echter iets geheel
anders voor oogen gestaan. Een der
gelijke geïsoleerde aanval op een en
kele mogendheid, zonder de zekerheid
van volledige ondersteuning door
andere mogendheden, zou naar zijn
meening bijna onvermijdelijk tot
ontbinding van den Volkenbond heb
ben geleid.
Onder deze omstandigheden had hij zich
tien dagen geleden naar Parijs begeven, waar
men van alle kanten op zoodanige wijze druk
op hem had uitgeoefend, dat een weigering
onmogelijk was. De besprekingen begonnen
in een ware oorlogsstemming. Men beweerde,
dat de groote meerderheid der Volkenbonds
staten tegen toepassing van militaire sanc
ties was. De tijd drong. Binnen vijf dagen zou
het petroleum-embargo in Genève behandeld
worden. Hoare had zich niet gerechtigd ge
acht. uitstel van het embargo voor te stellen
indien men den Volkenbond niet kon toonen,
dat de onderhandelingen practisch waren
begonnen.
Onder bijvalsbetuigingen wees Hoare erop,
dat met uitzondering van Engeland geen en
kele Volkenbondsstaat militaire voorzorgs
maatregelen had genomen, terwijl toch de
meeste .leden aan de economische sancties
meededen.
Integendeel stond er zeer veel in, dat noch
hem. noch Laval lief was. De voorstellen
leken echter beiden staatslieden de eenig
mogelijke basis voor toekomstige bespre
kingen. Het was noodzakelijk, een poging te
doen. en daarbij was het een dringend belang,
de Fransch-Britsche solidariteit te handha
ven. In dezen geest had men overeenstemming
over de voorstellen bereikt. Dat was de eeni-
ge verklaring en rechtvaardiging van de
voorstellen van Parijs.
Twee wegen naar
den vrede.
Er zijn volgens Hoare slechts twee wegen
tot beëindiging van het conflict: vrede door
overeenstemming of vrede door overgave.
Hoare geloofde aan de eerste mogelijkheid.
De bedoelde onderhandelingen waren mislukt
Het probleem echter, dat opgelost moest wor
den, bleef bestaan.
Men stond voor een nieuwe en veel ge
vaarlijker fase van den oorlog. Met uitzon
dering van Engeland, dat zijn vloot in de
Middellandsche Zee en versterkingen in Aden
en Gibraltar geconcentreerd had, had geen
staat een hand uitgestoken.
Hij had den minister-president zijn ont
slag aangeboden, omdat het hem duidelijk
was geworden, dat een groot deel van de
publieke opinie niet achter hem stond. Hoare
besloot zijn rede met het uitspreken van den
wensch, dat zijn opvolger bij de oplossing van
het moeilijke probleem meer succes en meer
geluk zou mogen hebben dan hij zelf.
Toen Hoare zijn plaats weer innam werd
hij minutenlang toegejuicht.
Hoare als zondenbok.
Na Samuel Hoare was het woord aan den
leider van de parlementaire Labour-fractis,
Majoor Attlee. Hij constateerde, dat zijn
partij met geen enkele verklaring van de re
geering genoegen koix nemen, waaruit niet
duidelijk bleek, dat het geheele kabinet de
vei-antwoordelijkheid droeg en dat Hoare
slechts als zondenbok gebruikt werd. Wan
neer Hoare terecht was afgetreden, dan dien-*
de daarop het aftreden der geheele .re
geering te volgen.
De motie van wantrouwen van de Labour-
fractie drukt de meening van het Engelsche
volk uit over de vredesvoorstellen, die men
den Keizer van Abessynië namens Engeland
als rechtvaardige voorwaarden had willen
opdringen.
Attlee wilde weten of de regeering het
Parijsche voorstel had goedgekeurd en, zoo
ja, waarom dan de minister van buitenland
sche zaken het eenige lid van het kabinet
was, dat aftrad.
Baldwin aan het woord.
Na Attlee was het de regeering die aan het
woord kwam, en ministerpresident Baldwin
sprak namens het kabinet.
Hij sprak zijn persoonlijk leedwezen
over het aftreden van Hoare uit en
constateerde vervolgens, dat de Pa
rijsche voorstellen dood en afgedaan
waren. De Britsche regeering zou
geen pogingen doen om de levens
geesten weer op te wekken.
Met Hoare had Baldwin binnen en buiten
de regeering bijna een kwart eeuw samen
gewerkt en zijn aftreden was zoowel uit zake
lijke als uit persoonlijke overwegingen voor
de regeering een zware slag.
Vervolgens keerde Baldwin zich tegen de
aanvallen der oppositie. Hij verklaarde, dat
hij den Volkenbond klaren wijn zou schen
ken. Op den Zondag, toen te Parijs de be
slissende bespreking werd gehouden, was er
geen verbinding tusschen Londen en Parijs
Maandagochtend vroeg, toen Baldwin een
brief uit Parijs van Hoare ontving, waarin
deze goedkeuring van het te Parijs gesloten
accoord door het kabinet vroeg, stond hij
voor een voldongen feit. Pas onmiddellijk
daarxxa doch nog voordat het kabinet gelegen
heid had, de documenten te onderzoeken, was
het tot de vei'trouwensbreuk gekomen, waar
omtrent Baldwin zich thans niet verder
wilde uitlaten. Dientengevolge was er niet
veel tijd voor verdere onderhandelingen. Het
kabinet zag de voorstellen niet graag omdat
zij te ver gingen. Het liefst had het er
wijzigingen in aangebracht. Er rees toen de
vraag, of men de Fransche regeering on
middellijk daarvan op de hoogte had moeten
brengen.
.Hoewel wij allen verantwoordelijk zijn",
verklaarde Baldwin, „rustte de hoofdverant
woordelijkheid op mij, en daarom besloot ik
dat ik een lid van het kabinet moest steunen,
dat persoonlijk niet aanwezig kon zijn om
zijn motieven uiteen te zetten. Of dat ver
standig was of niet is een andere vraag".
Balwin verklaarde, dat de gezondheidstoe
stand van Hoare hem reeds in den zomer met
zorg had vervuld.
Bij de kwestie van het Parijsche vredes
plan, werd algemeen een vergissing begaan,
en Baldwin hoopte, dat men uit deze vergis
sing een nuttige leer zou trekken. In het
onderhavige geval was gebleken, dat groote
spoed in het diplomatieke verkeer dikwijls
groote gevaren met zich kon meebrengen. De
Engelsche regeering kon er ten volle mee
accoord gaan, wanneer de voorstellen geheel
aan den Volkenbond werden overgelaten. Het
is echter duielijk, dat zij morsdood zijn en
dat het Britsche kabinet geen pogingen tot
herleving zal doen (Applaus).
De Volkenbond de hoeksteen
der buitenlandsche politiek.
Baldwin las vervolgens de passage uit den
verkiezingsoproep der regeering voor, die de
buitenlandsche politiek behandelt en die
luidt: ,,De Volkenbond zal, evenals tot dus
ver, de hoeksteen der Britsche buitenland
sche politiek blijven. De vermijding van oor
log en de versterking van den vrede in de>
geheele wereld moeten steeds een levensbe
lang van het Britsche volk zijn. De Volken
bond is het werktuig, dat hiervoor is ge
vormd".
Op dit standpunt stond Baldwin ook thans
nog. Engeland is bereid, bij collectieve sa
menwerking zijn plicht in elk. opzicht te
vervullen. Hij wilde echter den nadruk op'
het woord collectief leggen. Evenals andere
leden van het Lagerhuis ben ik. aldus
Baldwin, bereid den Volkenbond in stand te
houden om er in de toekomst een bruikbaar
instrument van te maken. 'Maar het Engel
sche volk zou zijn regeering voor de laatste
maal hebben toegestaan, aan een collectieve
actie mee te doen. indien het zou moeten
constateeren, dat Engeland zich alleen ge
plaatst zag tegenover een taak, waaraan al
len hadden moeten meedoen.
Sir Austen Chamberlain
contra de oppositie.
Namens de conservatieven legde, nadat
Baldwin gesproken had, Sir Austen Cham
berlain een korte verklaring af.
Hij constateerde, dat de minister-president
de volle verantwoordelijkheid voor de gebeur
tenissen op zich had genomen. Uit de ver
klaring van Baldwin was gebleken, dat de
Parijsche vredesvoorstellen, die ook onder
aanhangers der regeering verontwaardiging
hadden gewekt, dood waren.
De aanval van den Labour-leider Attlee op
den minister-president had, naar Chamber
lain verklaarde, verontwaardiging gewekt on
der de aanhangers der regeering en werd door
dezen afgewezen. „Welke meening wij ook
over de gebeurtenissen hebben, welke «me
ningsverschillen onder ons ook over de poli
tiek mogen heerschen, elk regeeringsaanhan-
ger zal zich verzetten tegen de uitdaging der
oppositie", riep hij uit. Hij verklaarde verder,
dat hij een overtuigd aanhanger van den
Volkenbond was geweest, doch de overdreven
eischen van eenigen aanhangers van den
Volkenbond hadden bezorgdheid bij hem ge
wekt. Op de schouders van de enkele ver-
tegenwoordigers van Engeland had eexi veel
zwaardere last gerust, dan met suceesvollen
arbeid voor de collectieve veiligheid in over
eenstemming was te brengen. Van alle
groote mogendheden had alleen Engeland
voorzorgsmaatregelen getroffen voor de mo
gelijkheid van het uitbreken van een oorlog.
Sir Samuel Hoare verliet onmiddellijk na
zijn rede het Lagerhuis, althans de zittingzaal.
Men kon hem de geestelijke en lichamelijke in
spanning van de laatste dagen duidelijk aan
zien. Wankelend en met het gezicht in beide
handen verliet hij de zaal.
Neville Chamberlain spreekt.
Het debat werd gesloten door den minister
van financiën Neville Chamberlain, die na
mens de regeering sprak. Hij zeide opnieuw,
dat de regeering het aftreden van Hoare be
treurde.
Vei-volgens zeide Chamberlain, dat het un
fair is, wanneer de oppositie beweert, dat de
regeering Hoare tot zondebok heeft gemaakt.
Baldwin heeft openlijk toegegeven, dat hij
een fout begaan heeft en hij heeft niets ge
daan om de collectieve verantwoordelijk-
heid van het kabinet te verbloemen.
Chamberlain ging ook in op de bewering
dat de regeering reeds lang voor de Parij
sche reis van Hoare op de hoogte was van de
voorstellen. Het is juist, aldus zeide hij, dat
de Engelsche regeering ei- van heeft geweten,
maar zij is niet dagelijks ingelicht over de
bijzonderheden. Veeleer was de regeering zich
bewust, dat de onderhandelaars op den dag
voor het vertrek van Hoare. nog ver van een
aigehèele overeenstemming waren. Feit is,
dat zij de details, der voorstellen niet heeft
gekend voor den Maandagmiddag, waarop zij
te Londen werden ontvangen.
Chamberlain hield zich nog bezig" met de
vraag der oppositie, of Engeland andere mo-
gendheden naast Frankrijk heeft gepolst om
trent haar houding bij een Italiaanschen aan
val tegen Engeland. Het Is duidelijk, zoo zeide
hij, dat een dergelijke aanval in d'e Middel
landsche Zee zou plaats hebben en derhalve
was het voor Engeland van het meeste be
lang, het standpunt te kennen der Middel
landsche Zee-mogendheden en in het bijzon
der dat van Fi-ankrijk.
Frankrijks steun aan Engeland bij een
aanval.
Engeland heeft- van de mogendhe
den, bij welke het informaties heeft
ingewonnen, en in het bijzonder van
Frankrijk, de meest volledige en
loyale verzekering gekregen, dat zij
Engeland te hulp zouden komen.
Hierbij moet echter op het volgende wor
den gelet:
In het Lagei-huis is gevraagd of Engeland i
zich verzekerd wist van on ver wijlden en di-
reelen steun'. Het antwoord luidt: Engeland
heeft van Frankrijk de verzekering gekregen,
dat men te hulp zal komen.
Daarop behandelde de minister de vraag. of
Engeland bei'eid is onmiddellijk een petro
leum-embargo tegen Italië te aanvaarden.
Mussolini, aldus zeide hij, heeft voor niet al
te langen tijd verklaard, dat hij de sanctie
maatregelen niet als een militaire daad zou
beschouwen, zoolang zij zich- beperkten tot
economisch gebied.
De regeering beschikt echter over
een reeks inlichtingen uit verschillen
de bron, volgens welke Mussolini een
ander standpunt zou innemen, Indien
men zou overgaan tot maatregelen
op petroleumgebied.
Dit zou niet noodzakelijkerwijs de opleg
ging van sactiemaatregelen op dit gebied
verhinderen. Indien de Volkenbond besluit
t-ot het toepassen van petroleumsancties, die
doelmatig zijn, en indien wij er van over
tuigd zijn. dat alle Volkenbondsleden, die in
aanmerking komen, niet slechts beloften af
leggen, maar ook metterdaad bereid zijn hun
rol te spelen bij de verdediging tegen een aan
val. die wellicht plotseling en onverwacht
komt, dan zijn ook wij bereid, onze rol te
spelen en toe te stemmen in de toepassing van
petroleumsancties.
Vervolgens dementeerde Chamberlain de
geruchten, volgens welke tusschen Rome,
Parijs en Londen onderhandelingen zouden
zijn aangeknoopt over een hervorming van
den Volkenbond en over het scheppen van
een viermogendheden-directorium. Deze ge
ruchten zijn volkomen uit de lucht gegrepen.
In het verdere verloop der debatten eischte
ook de leider der liberale oppositie. Sir Ar
chibald Sinclair, het aftreden van het ge
heele kabinet. Hij en andere afgevaardigden
deroppositie deden felle aanvallen op den
premier: zij zeiden dat het niet genoeg was.
dat hij zijn collega's voor de leeuwen wierp.
Hijzelf, aldus verklaarden zij, moet de ge
volgen vair de regeeringspolitiek ten aanzien
van de vredesvoorstellen dragen.
Sir Stafford Cripps van Labour zeide. dat
de roep van oprechtheid en eerlijkheid, dien
Baldwin had genoten, dooi; de kwestie van
deze voorstellen voor goed is verdwenen.
De conservatieve afgevaardigde Lord Win-
terton diende een amendement in op de La-
bcur-motie. waarin de Parijsche voorstellen
onaanvaardbaar worden verklaard.
Na de beëindiging der debatten
ging het Huis over tot stemming
over de Labour-motie, die geredi
geerd was als een veroordeeling der
vredesvoorstellen, doch die de regee
ring verklaarde te beschouwen als een
motie van wantrouwen. De motie werd
verworpen met 397 tegen 165 stem
men.
Vervolgens werd de motie-Winter-
ton aangenomen met 390 tegen 165
stemmen.
De motie luidde als volgt:
„Het Lagerhuis is van meening, dat alle
plannen tot regeling van het Italiaansch-
Abessynische conflict zóó opgesteld moeten,
zijn, dat zij door den Volkenbond kunnen
worden aangenomen, en zegt de regeering:
tevens zijn volledigen steun toe bij het na
streven van de beginselen der buitenlandsche
politiek, zooals die in het regeerings manifest
zijn uiteengezet en kort geleden bij de ver
kiezingen door het Britsche volk zijn aan
vaard."
Hoogerhuis wenscht intrekking der
voorstellen.
Gelijktijdig met de Lagerhuisdebatten be
gon in het Hoogerhuis.de behandeling van
c!e Fransch-Britsche voorstellen.
Namens de regeering voerde Lord Halifax
het woord.
Bij handopsteken nam het Hooger-
huis de door den tot de oppositioneele
liberalen behoorende Lord Davies
voorgestelde motie aan, waarin de
Parijsche vooi stellen onaanvaardbaar
woorden genoemd en in strijd met de
vei-plich tingen van Groot-Brittannië
jegens den.Volkenbond. De regeering
wordt opgewekt, terug te keeren tot
de politiek, die de Britsche minister
in September j.l. te Genève heeft uit
eengezet.
MIJN HARDT'S
laxeer- T W
tabletten
werken zacht en zekerlï jpffljfr
doos60ct vi» dffhbé
(Adv. Ingez. Med.)
Genèvej
Abessynië's antwoord op het
Parijsche „ontwerp".
De inhoud van de antwoord-nota op de
Parijsche voorstellen, die de Abessynische re
geering gisteren aan den Britschen en den
Franschen gezant heeft doen toekomen, is een
op vriendelijken toon gehouden besliste af
wijzing van den Fransch-Britsche voorstellen.
Er wordt op gewezen, dat Italië de verdragen
van 1908 en 1928 niet is nagekomen en thans
als beiooning voor een ongerechtvaardigde!!
aanval nog territoriale eischen stelt. Italië,
dat beweert, Abessynië beschaving te zullen
brengen, bombardeert hospitalen en ambu
lances en doodt vrouwen en kinderen. Het
schendt elke internationale overeenkomst. De
Abessynische regeering is van meening, dat
de Volkenbond, evenals zij zelf, de Italiaan-
sche eischen onrechtvaardig moet achten.
Ook het geven van economische concessies
aan Italië wordt afgewezen. De Abessynische
regeering zal ook „zonder oorlogmiddelen in
vertrouwen op God en op rechtvaardigheid"
het land tot het uiterste verdedigen. Ten
slotte spreekt de nota vertrouwen uit, zoowel
in den Volkenbond als in de Fransche en
de Britsche regeering.
Geen verdere behandeling van
het Parijsche plan?
Donderdagavond kwam de Volkenbondsraad
opnieuw in openbare vergadering bijeen, die
tevens de laatste was van de 89ste zitting.
Na de herdenking van den overleden presi
dent van Venezuela Vincente Gomez, deelde
de voorzitter mede, dat de des morgens ge
houden bespreking tusschen de 13 niet bij
het Italiaansch-Abessyinische conflict be
trokken raadsleden over de Fransch-Britsche
voorstellen de volgende ontwerp-ersolutie
tot resultaat had gehad:
„De Raad dankt de vertegenwoordigers van
Frankrijk en Engeland voor de gedane me-
dedeelingen over de voorstellen, die zij den
beiden partijen hebben voorgelegd om tot
overeenstemming te komen. Met het oog op
het voorbereidend karakter van deze voor
stellen, waarop de beide mogendheden zelf
hebben gewezen, gelooft de Raad, dat er
geen aanleiding bestaat om zich daar thans
reeds over uit te spreken. De Raad draagt
de Commissie van Dertien op, den geheelea
toestand, zooals deze uit nog te ontvangen
informaties zal blijken, in den geest van het
Volkenbondsstatuut te onderzoeken."
Deze resolutie werd zonder discussie goed
gekeurd, en de bijeenkomst, en tegelijker
tijd de zitting, werd gesloten.
ZATERDAG 21 DECEMBER 1935.
HILVERSUM I, 1875 M. KRO-uitzending.
8.00—9.15 en 10.00 Gram.pl. 11.30—12.00
Godsd. halfuur. 12.15 Gram.pl. en orkestcon
cert. 2.00 Voor de jeugd. 2.30 Sport. 3 00 Kin
deruurtje. 4.00 Gram.pl. en schlagermtteiek.
6.20 Lezingen en Gram.pl. 8.00 Berichten, re
portage. 8.20 Gram.pl. 8.30 Zangspel. 9.00
Voordracht. 9.15 Orkestconcert en voordracht.
10.30 Berichten. 10.35—12.00 Gram.pl.
HILVERSUM II, 301 M. VARA-uitzending.
8.00 Gevar. concert. 9.00 Grampl. 10.00
VPRO. Morgenwijding. 10.15 Gram.pl. en or
gelspel. 12.00 Gram.pl. 12.30 Orvitropia. 1.30—
I.45 Gram.pl. 2.00 Gram.pl. 2.15 De Fliereflui
ters. 2.45 Filmpraatje. 3.05 Gram.pl. 3.30
R'damsch Philh. Orkest. 4.30 Bariton en piano.
4.50 Vervolg orkestconcert. 5.40 Literaire le
zing. 6.00 Orgelspel. 6.30 Esperanto-uit
zending. 6.50 Betuwsche uitzending.
7,30 Garm.pl. 8.00 Berichten. 8.15 VARA-
Orkest. 9.15 Toespraak. 9.25 Berichten 9 30
Zang. 9.50 Radiotooneel. 11.00 Fantasia, en
solisten. 11.4512.00 Gram.pl.
DROITWICH. 1500 M.
11.20 BBC-Northern-orkest, m.m.v. solist.
12.35 Gram.pl. 1.20 Commodore Grand Orkest.
2.25 Sportreportage. 4.10 Gram.pl. 4.50 Zigeu
nerorkest, m.m.v. solist. 5.50 Relais uit Ame
rika. 6.20 Berichten. 6.50 Sportpraatje. 7.05
Welsh Intermezzo. 7.20 „The Saturda Maga
zine". 8.05 Zang. 8.20 Variété-programma.
9.50 Berichten. 10.35 BBC-Orkest. 11.20—12.20
Dansmuziek.
RADIO PARIS, 1648 M.
7.20 en 8.20 Gram.pl. 12.35 Orkestconcert.
4.20. Populair concert. 5.50 Gram pl. 9.05 Sel.
..Othello". Verdi. M.m.v. solisten, kooi en or
kest. 11.05 Dansmuziek. 11.3512.35 Goldy-
orkest.
KEULEN. 456 M.
5.50 Populair concert. 6.30 Militair concert.
II.20 Pforzheimer Symphonie-orkest. schram
meikwartet, orkest en solisten. 1.35 Gram.pl.
3.20 Vroolijk programma, m.m.v. solisten, het
Omroeporkest, en kleinorkest. 6.20 Omroep
orkest. -koor en solisten. 7.30 „La fiile du ré
giment", opera van Donizetti. 9.5011.20
Emdé-orkest en solisten.
BRUSSEL. 322 M.
12.20 Omroeporkest. 1.302.20 Gram.pl. 3.40
Salonorkest en radiotooneel. 5.20 Omroep
orkest. 6.20 Operamuziek. 7.20 Cellorecital.
8.20 Cabaret. 9.20 Salonorkest en zang. 10.30—
12.20 J. Rutten's orkest,
BRUSSEL, 484 M.
12.20 Grampl 1.30—2.20. 4.3b en 5 20
Gram.pl. £.35 Solistenconcert. 6.20. 6.50 en 7.20
Gram.pl. 8.20 Trioconcert. 8.35 Fransche lie
deren. 9.05 Trioconcert. 9.35 Fransche liederen.
10.05 Gram pl. 10.30 Dansmuziek. 11.2012.20
Gram.pl.
DUITSCHLAND SENDER, 1571 M.
7.30 Gevar. concert en voordracht. 9.20 Be
richten. 9.50 Pianoduetten. 10.05 Weerbericht.
10.20—12.15 Dansmuziek,
ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLINC.
De zeemeerman is echter niet iemand, die met zich laat spotten.
De toon, die Thijs aanslaat, is heelemaal niet naar zijn zin en om
z'n verontwaardiging goed te laten uitkomen, pakt hij Thijs ineens
bij z'n kraag en sleurt hem mee naar beneden.
„Denk er aan, jonge man, geen praatjes, hoor, anders dreigt er
wat voor je," bijt hij Thijs toe. „Je zult al mijn bevelen stipt
opvolgen."
De booze man voert Thijs mee naar een plek, waar een oud wrak
van een schip ligt.
„Hier zie je een schip, dat ik pas heb laten zinken, probeer daar
je duikerskrachten maar eens op," krijgt Thijs te hooren.