HET VERSCHE KADETJE Het Snelle Ding Moeilijkheden voor onze onderhandelaars. ZATERDAG 28 DECEMBER 193S HAARLEM'S DAGBLAD 3 c^\ ie*i AutaycaQic. Kilometers. Ik rij als regel negentig! zegt iemand. Het heeft geen zin hem verschrikt aan te staren bij deze ontstellende mededeeling, want het is niet waar. Hij uit slechts auto latijn, evenveel voorkomend als jagers- en visscherslatijn. Wie in het Westen van Nederland woont rijdt „als regel" zoowat zestig a zeventig. Dat wil dan zeggen: tusschen de steden en dor pen in, want in de „kommen" moet hij zich wel tot dertig a veertig bepalen als hij niet eiken dag eenige bekeuringen wil oploopen. Negentig haalt hij bij uitzondering wel eens op enkele stukjes weg. Maar het gemiddelde bij een langen rit door Noord- en Zuidhol land ligt bij flink doorrijden zoowat tusschen de veertig en vijftig. De helft dus van negentig. De auto-latinist hoeft overigens niet te gengesproken te worden. Dat heeft geen nut. Het overtuigt hem toch niet, en als het hem overtuigde zou het jammer voor hem wezen, want het kan best zijn dat hij zichzelf die negentig heeft wijsgemaakt, en er gelukkig mee is. En de werkelijkheid des levens is zon der vermenging met wat sprookjes-sfeer niet genietbaar. Snelheid is bekoorlijk en zelfs lichtelijk- bedwelmend. Verlaat het Westen des lands, over den afsluitdijk bijvoorbeeld maar nog be ter via Amersfoort, en ge krijgt de kans ervan te genieten zonder ongelukken te maken. Daar in die provincies hebben ze de ruimte. En daar is het fijn eens flink diep in te trappen en hem van katoen te geven! Wie zich in snelle stemming voelt doet dat dan ook. Des motors zoemtoon stijgt, maar het hindert u niet. Vel den en beemden suist ge voorbij en de snel heid bevangt u plezierig. De scherpe concen tratie op den weg, het ver-vooruit-moe ten-kij ken om lang te voren te kunnen minderen als er een hindernis mocht opdagendat is alles plezierige inspanning. Heeft de auto er ook zin in de eene dag is bij hem niet de andere, evenmin als bij zijn baas dan lijkt hij er steeds meer plezier in te krijgen en „als vanzelf" op te trekken. Hij bromt tevreden, hij is in zijn element. Ik ken een zuinig man die dit genoegen nimmer tenvolle kan smaken, sinds hij ont dekt heeft dat zijn auto boven de 80 net anderhalf maal zooveel benzine opslokt als hij op 60 doet. Hard rijden is duur, en hij kan niet nalaten het uit te rekenen. Nog veertig K.M. naar de volgende stadsjonge, denkt hijkost me bijna acht liter. Als ik nou niet zoo gek was, en tot zestig zakte, zou het met ruim vijf bekeken zijn. Dat scheelt twee ënhalf, da's dertig cent en daar win ik nou precies tien minuten mee! Wat heb ik aan tien minuten? Niets! Ik ben toch al te vroeg voor mijn zakenbezoek, het eenige resultaat zal zijn dat ik eerst nog een kop koffie drinken.... kost mij weer een kwartje, da's 55 cent weggesmeten. Wat heb ik er aan? Het is pure dwaasheid! En hij vertraagt zijn gang, maar krijgt nu een gevoel of hij kruipt. Merkwaardig hoe iemand dat gevoel krijgt of-ie kruipt als hij van negentig tot zestig zakt! Dus wordt het hem te machtig, en vol zelfverwijt trapt hij toch maar weer in Colijn zegt: aanpassen, en hij heeft ge lijk, verklaart deze zuinige. Maar het is niet zijn bedoeling dat de auto's het doen, zeg ik. Als ons heele auto verkeer beoosten Amersfoort naar zestig gaat zakken, zakt zijn benzinebelasting toch mee? Dit moet hij beamen. Een werkelijk zuinig-aangelegd mensch doet misschien beter er geen auto op na te houden. Een statistisch-aangelegd mensch kan er daarentegen veel studie aan beleven. Hoe is het mogelijk, twintigduizend kilometers in een jaar op den teller te krijgen als men alleen voor zijn genoegen en in zijn vrijen tijd rijdt? Raadsel! Het is zoowat dertig per dag. Vele dagen brengt de auto in zijn stal door, het aantal rij-dagen is dus veel minder dan 365, het gemiddelde op de rij-dagen dus veel hoo- ger dan 30. Hoe kan dat nou? Hoeveel groote tochten maak ik nou? Er zijn veel meer statistische raadselen. De grillen van benzinemeters leveren ze telkens op. Wie die dingen niet wantrouwt, staat op een kwaden dag ergens midden op den af sluitdijk zonder een drup. Het koelwater is ook gaarne bereid, den statisticus een kool te stoven stoven is het woord, als het een maal op is en het uithoudingsvermogen van banden blijkt nog onberekenbaarder. Maar het raarste blijft het benzineverbruik. De fabriek geeft 1 op 8 op. Nou ja, zegt de leverancier, ze vergissen zich daar wel 'es. Rekent u maar op 1 op 7. Na een maand loopt-ie 1 op 5, na drie maanden 1 op 6V2, na een jaar 1 op 5!2 en dan komt er ineens een dag waarop het ding 1 op 8 presteert. De he mel weet waarom, maar het stoort zich niet aan statistiek en slikt den volgenden morgen weer 1 op 5 Dit soort zorgen kwelt mij niet, maar er zijn automobilisten die er zich aandachtig mee bezig houden, die de verschillende meters op hun dashboard blijven beloeren, precies we ten wanneer de accu bijlaadt en wanneer niet en een ma andelij ksche statistische stu die maken van de garage-rekening. Maar zoo zijn er ook die bij voorkeur, in- plaats van in den wagen te rijden, eronder liggen te knutselen. Zij zouden de veiligheids kampioenen van den weg wezen als zij vaklui waren. Nu zijn zij noch het een, noch het ander. Wel zit er iets prettig-jongensachtigs in. Noodlottige twist tusschen man en vrouw. Man door messteek gedood. In den nacht van Donderdag op Vrijdag ontstond twist tusschen het echtpaar D. te Overdinkel (gem. Losser). De man schijnt hierbij de vrouw met een mes te hebben be dreigd, waarna de vrouw hem het mes afhan dig maakte. Hierbij liep D. een vrij diepe mes steek in de hartstreek op. Vrijdagmorgen te elf uur is het slachtoffer aan bloedverlies overleden. De vrouw werd door de politie naar het gemeentehuis te Losser overgebracht. Zij Is zoo onder den indruk van het gebeurde, dat men haar nog geen verhoor heeft kunnen afnemen. De verslagene stond niet gunstig bekend. Baconcontract wordt tijdelijk verlengd. Zij het met enkele wijzigingen. De onderhandelingen over een nieuwe ba- conregeling ter vervanging van de thans vigeerende. dat gelijk men weet met ingang van 1 Januari a s. door minister Deckers is op gezegd, zijn nog niet ten einde gebracht. In verband daarmede heeft de minister be sloten het bestaande baconcontract nog eeni- gen tijd te verlengen tot het nieuwe contract tot stand is gekomen. Echter zullen in het con tract enkele wijzigingen worden aangebracht, waarvan de noodzakelijkheid in de practijk is gebleken. Drie voetgangers onder een auto. Eén van hen gedood. Vrijdagavond liepen drie menschen, o.w. de 25 jarige heer M. v. d. Linde uit Kortgene, aan de rechterzijde van den provincialen weg KortgeneGeersdijk, toen plotseling in volle vaart een auto achter hen aan kwam. die hen alle drie tegen den grond smakte. De heer v d. Linde werd daarbij zoo ernstig aan het hoofd gewond, dat hij vrijwel onmiddellijk overleed: van de twee anderen, de heeren J. Koets en P Roodzand. brak eerstgenoemde een been, ter wijl de laatste wonden aan het gelaa+ opliep De wagen, die bestuurd werd door den heer Visser uit Wissenkerke, stopte onmiddellijk na het ongeval: tegen den chauffeür werd proces verbaal opgemaakt. Wat precies de oorzaak is geweest van dit ongeval, valt nog niet te zeggen. De politie stelt een nauwkeurig onderzoek in. Richtprijs voor tarwe verlaagd Tot negen gulden. Ten einde den steun, welke uit het land bouwcrisisfonds op de verschillende land bouwcrisisproducten wordt gegeven, meer naar evenredigheid te verdeelen heeft de minister van Landbouw en Visscherij be sloten. den richtprijs voor de tarwe, welke voor den oogst van dit jaar f 10 bedroeg, voor den as. oogst tot f 9 te verlagen. Rijksopcenten op belastingen. De wet tot heffing van opcenten op en kele belastingen ter versterking van de mid delen tot dekking an de uitgaven des rijks heeft het Staatsblad bereikt en treedt met ingang van heden in werking. TREIN WAGEN IN MIJNGANG OMGESLAGEN. Mijnwerker gedood. In de Domaniale Mijn te Kerkrade, ont spoorde Vrijdagmiddag ongeveer te half drie een trein, die mijnwerkers vexwoerde van hun werkpost naar de schacht. Een der wagens sloeg om en de gehuwde mijnwerker J. van Laarhoven werd bekneld tusschen den wagen en de steenwand. Hij was op slag dood. Duitsch Handelsverdrag. Bereikte niet ongunstig te noemen. Toen 84 jaar geleden, op den 31sten De cember 1851 het tractaat van handel er scheepvaart tusschen Duitschland en Ne derland tot stand kwam, dat nog steeds van kracht is en waarvan vooral van beteekenis mag heeten de bepaling waardoor men over en weer de meest begunstiging op tariefs- gebied geniet, zal vermoedelijk wel niemand gedroomd hebben van de ontzaggelijke eco nomische'moeilijkheden, waarin de wereld thans verkeert. Moeilijkheden, die regelingen op handels-terrein uiterst lastig en gecom pliceerd doen zijn Evenmin zal men toen gedacht hebben aan verhoudingen zooals we ze nu beleven, die e!k oogenblik dusdanige wijzigingen in het economisch en financieel bestel van een land kunnen doen intreden, dat het maar het veiligste is slechts voor zeer korten duur handelsaccoorden aan te gaan Vandaar dan ook, dat wij sinds in 1932 de in 1925 met Berlijn gesloten over eenkomst i.z. "net goederenverkeer enz. tus schen het Duitsche Rijk en Nederland ten einde liep. wij dergelijke regelingen alleen nog maar van jaar tot jaar zijn aangegaan. Wanneer men de jongste vrucht van het Nederlandsch-Dultsch overleg in oogen- schouw neemt, dient daarbij vooral bedacht te worden, dat er tusschen clearingverdrag. DOOR PIET VAN DER HEM MEM VERZUIME DIT MIET VELEM ZULLEH ZICH HAAR MOG HERINNEREN! transferverdrag 'dat loopt over het overma ken van renten voor obligaties enz. van Duitschland naar Nederland in verband met de op lange termijn aan Duitschland ver strekte leeningen» en het accoord aangaan de het goederenverkeer een zeer nauw ver band bestaat. In beide laatstgenoemde over eenkomsten is eigenlijk de grens bepaald van wat onze Oostelijke buren aan Nederland kunnen betalen. Het treffen van een accoord met Duitsch land is dank zij de daar te lande stijgende prijs-tendens verre van eenvoudig. Daar komt nog allerlei bij. De economische politiek door beide landen gevoerd is totaal ver schillend. want in Duitschland bestaat een kunstmatig monetair regime. Hier tegenover wordt de Nederlandsche economische politiek in sterke mate be- heerscht door het streven om den gouden standaard te handhaven, en om zooveel mo gelijk tot aanpassing te komen. Nog steeds is ongeveer 80 pet. van den invoer naar onze markt niet aan contingenteeringsmaatrege- len onderworpen, zoodat er hier dus wel de gelijk zeer vrije concurrentie bestaat wat ook voor Duitschland geldt, waarvandaan ongeveer 69 pet. van z'n export naar Neder land niet onder de contingenteering valt. Het resultaat van een en ander zou allicht kun nen zijn dat Duitschland op de Nederland sche markt heelemaal achteraan zou komen te sukkelen. Daarom zouden echter voor on zen export naar Duitschland dit speciaal ook weer te bezien in het licht der beta- lings-problemen! - ernstige nadeelen kun nen verbonden worden. Ziet daar eenige van de vele lastige punten, die onze onder handelaars in acht hebben te nemen. Dat onze Regeering gemeend heeft behalve met Nederlandsche tevens met Nederlandsch- Indische belangen t a v. het betalingsverkeer rekening te moeten houden ligt o.i. voor de hand. De export van Nederlandsen-Indische producten naar Duitschland wordt voor minstens 90 pet door in Nederland gevestigde handelshuizen behandeld. De begrensde Duitsche betaling-capaciteit maakt het noodzakelijk voor wie een accoord met Duitschland moeten sluiten, na te gaan hoe er een zoo billijk mogelijke verdeeling over de verschillende groepen in Nederland kan plaats hebben, waar dan nog bij komt. dat het zaak is ook Nederlandsch-Indie in het beta lingsverkeer te betrekken. Ziet daar eenige belangrijke kwesties van algemeenen aard, die t.o.v. elke met Duitsch land te treffen regeling niet geringe aandacht verdienen, wat o.a. ook nog geldt voor de zg.n. „onzichtbare posten op den betalings balans (de betaling van verschillende „diens ten", zooals zee- en Rijn-vrachtverkeer, rei zigersverkeer, veelal van minstens even groo te beteekenis als de betalingen voor en in het goederenverkeer Als men nu het op 23 December j.l. gesloten accoord omtrent het goederenverkeer beziet, blijkt allereerst, dat daarin een aantal nieuwe consolidaties van het in Duitschland te beta len invoer-tarief en ook zelfs een aantal ver lagingen verkregen is. een en ander v.n.l. be trekking hebbende op verschillende soorten van zaden, groentenzaden in 't bijzonder. Voorts is het invoerrecht op druiven van 15 M. tot 7 M. teruggebracht, komt llthopaan niet meer in de tarieflijst voor (dus daarvoor geldt dan het z.g.n. autonome tarief), is het invoerrecht van oesters tot 65 M per 100 Kilo gedaald, en is er een tariefcontingent voor gloeilampen vastgesteld, hetgeen wil zeggen, dat voor een bepaalde hoeveelheid door Ne derland in te voeren gloeilampen een lager invoerrecht dan het normale zal gelden. En nu de Nederlandsche landbouwproducten, die we naar Duitschland trachten te expor- teeern. De hoeveelheid boter, kaas, eieren en melkproducten, die wij in 1936 kunnen invoe ren zal grooter zijn, doch de totaal opbrengst daarvan zal gelijk moeten zijn aan wat in 1935 kon worden geexporteerd, toen Nederland van deze producten slechts een kleiner quantum naar Duitschland vermocht te zenden. Wat groenten. boomkweekerijartlkelen, bloembollen aangaat dit zij hier meteen aan toegevoegd is er in de regeling voor 1936, vergeleken bij die welke voor 1935 gold niets reranderd. hetgeen o m. ook geldt voor visch. Tevens kan ik hier nog aan toevoegen, dat uit de mededeelingen door Dr Hirschfeld. leider der onderhandelaars te Berlijn, zoo pas aan de pers verstrekt, blijkt, dat er van een centrale inkoopsorganisatie voor land- en tuinbouw producten, waarvoor tengevolge van zekere geruchten, in sommige kringen eenige vree3 heeft bestaan,, niets zal komen. Voor de wijziging van prijzen eenerzijds, hoeveelheid van wat door ons van eerst genoemde artikelen Ingevoerd kan worden anderzijds, pleiten verschillende overwegin gen, die ook wel degelijk van zuiver Neder- landsch belang zijn. Ik ga hierop thans niet verder in, aange zien ik nu nog vermelden moet, dat met be trekking tot den invoer van Duitsche artike len in Nederland, onzerzijds feitelijk niet ge praat is over invoerrechten. Vrijwel voor al de goederen, die Duitschland hier Invoert zij a nieuwe contingenten vastgesteld, die in het algemeen lager zijn dan die voor 1935 golden. Aldus is er rekening gehouden met latere aanpassing aan de Nederlandsche marktver houdingen. Wat verder het Duitsche stelsel der ultvoer- premies aangaat, waarvan de Nederlandsche industrie in sommige opzichten helaas in na- deeligen invloed onderging, dit systeem heeft men voor 1936 moeten handhaven. Doch door dat tegelijkertijd de contingenten geredu ceerd zijn, zal onze industrie er nu iets minder last van ondervinden. Voor een aantal producten liggen de con tingenten zelfs beneden datgene wat in 1935 inderdaad is ingevoerd, hetgeen dus een extra- steun aan de Nederlandsche nijverheid be- teekent. Intusschen, dit kon slechts t.a.v, slechts vrij weinig artikelen gebeuren. Spe ciaal voor den textiel is dit bereikt. De administratie der contingenteenngen is ook thans weer in Nederlandsche handen ge bleven, al heeft de Duitsche Regeering ge lijk ook in 1935 't geval was het recht even tueel voorstellen te doen over de wijze van uitputting der contingenten, wanneer deze n.l. niet uitgeput worden. Allerlei factoren leiden er toe, dat heel deze regeling zeker niet als nadeellg voor ons land te beschouwen valt. Tot besluit zij nog vermeld, dat bepalingen i.z. de steenkoleninvoer en -uitvoer gelijk zijn gebleven aan die van 1935 en dat er een aantal kleinere onderhandelingen van indu- strieelen aard «zoo betreffende de zout- en glasindustrieën 1 nog in den loop van 1936 zul len plaats vinden G. v. R.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1935 | | pagina 5