Liefde in de wildernis Minister De Wifce (met hooge hoed) en zijn echtgenoote ver aten na de Nieuwjaars -ecep ie bij den mirvster van Bu.tenlandsche Zaken, jhr. mr. A. C D de Graefr te den Ha.-g, de woning van hun aaslheer De eerste partij om het wereldkampioenschap dammen, tusschen den titelhouder Raichenbach en onzen landgenoot Vos is Woensdag te Amsterdam gespeeld, waarbij dr Max Euwe, de nieuwe we eidkampicen schaken, de openingszet verrichtte De heer J. W. A C. van Loenen, die on'slag heeft aangevraagd als secre taris der gemeente Beve wijk De eerste officieele ove. tocht c'ror au toritei en en ge- noodigcen over de in aanoouw ztinde Waalbrug te Nij megen hadWcens- dag plaats In navolging van Engeland en Italië ontvingen de Rotter- asmsche ve-kee sagenten in de laatste dagen van het a geloopen jaar van passee ende au*omobihsten verschil lende ge.chenken; er was veel belangstelling voor dit typisch gebruik Moeder en kinderen op weg naar droger plaatsen te Walton aan de Theems, waar de rivier een groote uit gestrektheid overstroomd heeft Het enkeisch oef motorschip .Macoma" is Dinsdag van de helling der NV. Nede-1. Scheepsbouw Maatschappij te Amsterdam te water gelaten voor de .Koninklijke Shell- groep Kolonel Lindbergh is Dinsdag met het s.s. „American Importer" te Liverpool aangekomen De beroemde vlieger verlaat met zijn echtgenoo'e en zoontje het schip FEUILLETON 14V Uit het Engelsch van OTTWELL BINNS. (Nadruk verboden.) Het was een heele poos later toen ze weer bijkwam en het eerste, dat tot haar besef door drong, was, dat ze door en door koud was. Ze bewoog zich even en voelde iets hards. Ze trachtte zich op te richten en van de struik, waartegen ze lag, kwam een ware douche om laag. Het water was koud en deed haar hui veren. Maar het was wonderlijk verfrisschend Ze richtte zich op en keek verwonderd om zich heen. Ze kon niet veel onderscheiden. *^ant de maan was ondergegaan. Haar hoofd bonsde pijnlijk maar plotseling herinnerde ze ^ich alles weer: den woest en dans van de inboorlingen, de witte gestalte van Legrand, die uit haar kamer kwam, haar wilde vlucht. Ze wankelde overeind, zich vasthoudend aan het harde voorwerp, dat haar een paar uur geleden het bewustzijn had doen verliezen. Weer overviel haar de ontzettende angst van den afgeloopen nacht, maar ze klemde haar vingers ki-ampachtig om den harden steen en trachtte die vrees van zich af te zetten. Ze wist, dat vluchten een onmogelijkheid was, dat de dood uit duizenden schuilplaatsen loerde op dengeen, die eenzaam en hulpeloos de wildernis van Afrika inliep. Ze moest overleggen wat haar te doen stond. En dan was er George Mannering. Een nieuwe angst overviel haar. angst om hem. Hoelang ze daar gelegen had wist ze niet, maar het moest vrii lang geweest zijn en wat kon er in dien tijd niet gebeurd zijn met iemand die zoo ziek was als hij. Ze moest da delijk naar hem toe. Maar Legrand als hij daar ook eens was, wachtend op haar. Ze twijfelde niet langer aan zijn slechte bedoe lingen en hij was zonder twijfel teruggeko men met het doel zijn booze plannen uit te voeren. Honor! Honor! Een luid geroep onderbrak den loop van haar gedachten. Haar hart klopte van vreug de, toen ze George's stem herkende. Hij had haar noodig, riep om haar. Honor! Er klonk ongerustheid in zijn roep, on gerustheid om haar, die haar den angst voor Jules Legrand deed vergeten en zij riep haas tig terug: Ik kom! Ik kom! En zoo vlug ze kon liep ze terug naar het fort. vn. Toen Honor door een opening in de omhei ning kroop, zag ze Mannering op de waranda staan, een vage gestalte in de duisternis, en voor ze bij hem was riep hij haar toe: Honor waar bij je geweest? Ik werd wak ker en kon je nergens vinden. Ik wist me ge woon geen raad van angst. Ze gaf geen antwoord tot ze de plaats be reikt had, waar hij stond en zich vastklemde aan het houtwerk. Zijn gezicht was doodsbleek en hij trilde van koorts. Zijn we alleen? fluisterde ze. Alleen? herhaalde hij. Wat bedoel je in Godsnaam Honor? Ik bedoel of Legrand binnen is? Legrand? Je weet toch dat hij wegge gaan is Maar hij is vannacht teruggekomen, ik heb hem gezien. Hij Honor viel hij haar in de rede, je moet gedroomd hebben ofde koorts heeft joh ook te pakken. Legrand is voor drie dager- weggegaan. Hij is vannacht teruggekomen en ik ge loof zeker, dat hij nu nog niet ver weg is. Laten we naar binnen gaan, ging ze na een korte pauze voort, het is hier veel te koud en bovendien kunnen ze ons hooren. Zonder verdere tegenwerpingen draaide hij zich om en ging naar binnen, terwijl Honor hem volgde. Ze gingen naar de woonkamer, waar de brandende stormlamp op tafel stond. Heb jij die aangestoken, vroeg het meisje snel. Ja, vijf minuten geleden. Ik werd wak ker uit een akeligen koortsdroom en miste jou. Ik heb aan je deur geklopt, maar kreeg geen antwoord. Toen heb ik de lamp aange stoken en ben op zoek naar jou gegaan. George, we kunnen hier niet blijven, zei het, meisje heesch. We moeten weg, zoodra het dag is, in alle gevallen moeten we zoo gauw mogelijk weg zien te komen. Legrand is vannacht teruggekomen. Ik kon niet slapen en was naar de waranda gegaan. Drie van de dragers waren daarbuiten in het maanlicht als krankzinnigen aan het dansen en Legrand was hier in het fort. Ik zag hem uit mijn kamer komen. Begrijp je me? Maar Honor, het is gewoon onmogelijk, vsant-Mannering keek haar onderzoekend aan. Ze begreep, dat hij dacht dat het in beelding van haar was en in het verlangen om hem te overtuigen, viel ze hem scherp in de rede: Ik zeg je, dat het zoo is, George. En de hoofdman is weggegaan om hem bij den rand van het bosch te ontmoeten, tenminste hij ging iemand tegemoet, die een signaal had gegeven drie geweerschoten en wie an ders dan Legrand zou het kunnen geweest zijn? Ik ben naar de dragers gegaan, om hun te vragen waar de hoofdman was. Ze zeiden, dat hij was gaan jagen, doch ik zag hem terugkomen zonder geweer. En later zag ik Legrand. Je dacht, dat je hem zag, kindje viel Manering haar in de rede. Ik denk, dat de koorts je te pakken had. Die doet de meest fantastische dingen echt lijken. Je moest maar wat kinine nemen en dan Ik zeg je, dat ik Legrand gezien heb, ant woordde ze heftig. Hij heeft mij niet gezien, en ik was zoo angstig, dat ik ben weggehold, buiten de muren tot in een andere, kleinere omheining. Ik wilde me verbergen, maar on der aan de helling struikelde ik over iets hards, dat in het groen verborgen was en Wat was het? Er klonk angst in Mannering's stem, toen hij deze vraag deed, maar Honor dacht, dat het ongerustheid over haar was. Ik moet het bewustzijn verloren hebben. Mijn hoofd doet mij nog pijn; ik moet daar een heele poos gelegen hebben en toen ik bij kwam hoorde ik jou roepen. En geloof je heusch, dat dit allemaal zoo gebeurd is? Je moet een koortsaanval hebben gehad. Zie ik eruit als iemand, die de koorts ge had heeft? vroeg ze ongeduldig. Ik zeg je. dat het zoo is: de twee man nen, die ik daarginds bij het bosch zag, de dansende negers en Legrand, die uit mijn kamer kwam, en de steen, waarover ik viel Maar hoe weet je dat het een steen was? vroeg hij met een stem, die haar verbaasd deed opkijken, om de onrust en de angst die er in klonken. Omdat ik me, toen ik bijkwam, er aan vastgehouden heb. Ik herhaal: we moeten hier vandaan, zoo gauw het dag is. Legrand is een slecht mensch. Hij isniet te vertrou wen en hij ls te vertrouwelijk tegen mij en gisteravond, toen ik hem zag..., voelde ik, datdat.... George, we moeten hier van daan. Het kan niet. Honor, zelfs als het waar is wat je zegt kunnen wij niet weg. Ik ben niet in staat om te reizen. Hij kwam naar haar toe en legde zijn hand op haar arm. Zij voelde zijn brandende aanraking door haar mouw heen. Ik zou weer een aanval krijgen en wat zou jij dan moeten beginnen alleen in de wil dernis? Je zou volkomen hulpeloos zijn. Ik zou geen mijl kunnen loopen, zelfs niet indien de koorts wegbleef. We moeten hier nog een paar dagen blijven, totdat deze aanval voorbij zal zijn. Je hoeft niet bang te zijn. Ik geloof zeker, dat je je vergist ln Legrand. Hij drijft handel. Ik zal hem goed betalen en hij zal dit heusch niet willen verspelen. Hij nam haar hand jn de zijne en zei op geheel anderen toon: Je zult alles wel anders beschouwen bij het daglicht liefste, en dan zul je zelf lachen om ie angst. Je moet gaan slapen anders wordt je ook nog ziek. Die slag tegen je hoofd zou je anders ook nog kwaad kunnen doen. Kom meiske, ga naar je kamer en neem wat kinine. Ik zal de wacht houden tot het licht is en je hoeft niet bang te zijn. Zijn woorden klonken overredend en Honor besefte plotseling hoe doodmoe ze was. Ze wist, dat ze hem niet overtuigd had. maar ze miste op het oogenblik de kracht om zich langer te verzetten. Zonder verder iets te zeggen, nam ze de lantaarn op. Mag ik die meenemen? Natuurlijk, liefste! (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 9