De begrooting voor 1936.
lonqe
T3eschuilj&s
ffan/fade
VRIJDAG 10 JANUARI 1936
H A A R E E M'S D A G B E A D
S
Haarlemsche gemeenteraad.
Voortzetting van de eerste ronde.
(Vervolg van ons nummer van gisteren)
(Zitting van Donderdagmiddag).
De heer v a n D a m heeft in zijn rede, waar
van wij Donderdag reeds een deel hebben ge
publiceerd, o.m. nog gezegd:
Er is, volgens spreker, in ons land geen
krachtig herstel te verwachten als de koop
kracht van den gulden van 1920 op ongeveer
f 1,90 gehandhaafd wordt.
Er is voor de wethouders geen verbond ge
sloten tusschen 5 groepen in den raad (A. R„
C. H„ R. K., V. B. en V. D.) Alleen was er een
medewerking, die ten doel had het huidige
college van B. en W. te behouden. Het is niet
waar dat de V. D. nu gevangen zitten in de
ban van de rechterzijde.
Het is goed dat nu eindelijk zal worden
overgegaan tot afschaffing van de toonkamer
van het G. E. B.
De overheid heeft een taak om te waken voor
de openbare zedelijkheid. Als er te Haarlem
zoo iets vertoond is als de heer Visser hier
heeft geteekend. dan had het voorkomen moe
ten worden. Grove prikkelingen op zedelijk-
heidsgebied moeten vermeden worden. Het is
evenwel de vraag of hier zoo iets gebeurd is.
Het is natuuidijk, dat de heer Visser, die naai
de revue ging om te kijken of er iets onge
pasts vertoond werd, anders tegenover het ver
toonde stond dan iemand die er zonder eenige
bedoeling heen ging, alleen om zich te verma
ken.
B. en W. moeten spoed betrachten met de
ordening op het middenstandsterrein. Als de
enquête die B. en W. nu zijn begonnen te lang
duurt, zal spreker voorstellen te besluiten om
te bepalen, dat er voorloopig geen nieuwe win
kels meer gevestigd mogen worden.
De overgeplaatste ingenieurs bij twee ge
meentebedrijven zijn bij het Scheidsgerecht
in beroep gegaan. Het Scheidsgerecht heeft
zioh bij het standpunt van B. en W. neer
gelegd, dat dit een quaestie is van het beleid
van B. en W.
Als de quaestie het beleid van B. en W.
geldt, kan de zaak in den raad besproken
worden. Maar toen dit in de af deelingen is
gedaan, hebben B. en W. in de memorie van
antwoord gezegd, dat het niet gewenscht is
dit te doen nu het Scheidsgerecht eenmaal
een uitspraak gedaan heeft.
Spreker zou aan den nieuwen wethouder
van O. W nog eens willen vragen de quaes
tie te bekijken.
De heer v. d. Wall (C. H.) bracht hulde
aan het college van B. en W. Het zijn moei
lijke tijden, al wordt in enkele landen eenïg
herstel gezien, een algeheel economisch herstel
ls niet te wachten. De belastingen gaan steeds
achter uit. Het kohier te Haarlem is het laat
ste jaar weer met 3 millioen achteruitgegaan.
De salarissen van het gemeentepersoneel
steken gunstie af bij die van de onderwijzers.
Voor een g>-d beheer zullen alle posten van
uitgaaf nog •ens onder de loupe genomen
moeten worden. Op verhooging van inkom
sten is niet te rekenen.
Haarlem heft zooveel mogelijk belasting
naar draagkracht, hetgeen nu weer blijkt uit
de overbrenging van Haarlem van de 4de naar
de 3de klasse voor de Personeele Belasting. De
kleine inkomens worden daardoor zoo weinig
mogelijk getroffen.
De belastingen moeten zoo laag mogelijk ge
houden worden, ook in verband met de con
currentie der randgemeenten, die thans reeds
sterk is. In Bloemendaal en Heemstede zijn
de belastingen veel lager.
Spreker is tegen het voorstel-Westerveld c.s.
tot de vrijstelling van de betaling van huur
voor muntmeters voor gas, want dit zou ten
gevolge hebben dat de opcenten op de Per
soneele Belasting hooger moesten worden.
De klacht van den heer Van Engelen over
te hooge schatting van de woninghuren voor
de Personeele Belasting. Het geldt hier alleen
menschen die in een woning wonen van een
coöperatieve vereeniging en die. omdat zij
reeds een deel van de waarde van het huis
afbetaald hebben, minder huur betalen dan
de algemeene huurwaarde van zulke huizen is.
De heer W e s t e r v e 1 d (S. D. A. P.) begon
met te zeggen, dat ook de S. D. A. P. staat op
een sluitende begreoting. Onze partij is ook in
het algemeen tegen belastingverhooging,
tenzij die noodig is om zeer gewenschte din
gen te verkrijgen (tariefsverlaging van de be
drijven of te behouden het kindertehuis"). De
gemeenten verkeeren in financieele zorgen.
Dit is voor een groot deel te wijten aan de
manier, waarop de gemeenten door het Rijk
behandeld worden. De heer Bijvoet heeft ge
pleit voor het behoud van de autonomie der
gemeenten, maar zijn partijgenooten in de
Kamer en in de regeering zijn er steeds op uit
de autonomie te beperken.
De uitkeering door het rijk uit het ge
meentefonds van Haarlem vermindert elk
jaar met zestig duizend gulden. Om dit te dek
ken zou men elk jaar tien opcenten meer moe
ten leggen op de personeele belasting. De uit-
keeringen van het werkloosheidssubsidiefonds
voldoen ook aan de verwachting. Het voor
nemen van B. en W. is om overleg te plegen
met de andere groote gemeenten om bij het
rijk aan te dringen alle werkloozenuitgaven
voor rekening van het rijk te nemen
Dan toch komt te vervallen, dat vele ge
meenten door de werkloosheid zwaar getrof
fen worden en enkele gemeenten slechts zeer
licht.
Bovenstaande is reeds in een deel onzer
vorige oplage opgenomen.)
Wij weten nog niet eens op hoeveel de ge
meente in 1936 kan rekenen als uitkeering uit
het Werkloozensubsidiefonds. (De heer Roo-
d e n b u r g. wethouder, knikt bevestigend,
zeggend, het is zooals u het zegt).
De gemeente mag van den minister pas
meer dan 55 opcenten op de Gemeentefonds
belasting heffen als er eerst 200 opcenten op
de Personeele Belasting zijn gelegd. Dat is
jammer, want het zou redelijker zijn de op
centen die men meer moet heffen op de fonds
belasting te heffen.
Wij betalen in Haai'lem veel meer rijksbe
lasting dan gemeentebelasting. Het rijk vor
dert 43 op. En dan komen er nog vele in
directe belastingen voor rekening van het rijk,
o.a. door de crisisheffingen. Op elk brood van
8 ons dat 15 cent kost int het rijk 4 cent in
directe belasting.
De heer van Dam (V.D.)moeten de boe
ren dan maar verhongeren.
De heer Westerveld: Wat een vraag,
zij kunnen op een andere wijze geholpen
worden.
De heer Kuiper (R.K.): U gaat in tegen
het Plan van den Arbeid.
De heer Westerveld: Dat ben ik niet
met u eens. Als er zooveel rijksbelastingen
(direct en indirect) betaald moeten worden,
ls het goed er voor te zorgen, dat de Haarlein-
sche ingezetenen zoo weinig mogelijk behoeven
te betalen voor gas. electriciteit en water.
De gemeente haalt veel te groote winsten
uit de bedrijven. Wij moeten naar een andere
politiek, naar lagere tarieven. Het voorstel-
Kuiper blijkt niet uit te voeren. De vermin
derde ontvangsten zouden gedekt moeten wor
den door al te veel opcenten op de belasting.
Het is daarom veel beter f 36.000 te besteden
voor het afschaffen van de meterhuur voor
muntgasverbruikers. Daarvoor zal het noodig
zijn in plaats van 185 195 opcenten op de Per
soneele Belasting te heffen. De groote meer
derheid der arbeiders zal daarvan voordeel
hebben.
Bovendien moet alles gedaan worden om
de omzet van de gasfabriek weer op te voeren.
De menschen moeten weer van de petroleum
af. De meterhuur bedraagt wel is waar slechts
f 2.40 per jaar, maar besparing daarvan is ook
van beteekenis.
De cijfers van den heer van Engelen over
de gas-, water- en electriciteitsprijzen waren
niet te volgen. Zijn voorstel had van te voren
gepubliceerd moeten zijn.
De S.D.A.P. wil medewerken om het lot dei-
Stille Armen te verzachten.
De financieele politiek van het Grondbedrijf
is niet goed. Wij berekenen meer rente aan
het Grondbedrijf dan er werkelijk geleend
werd. Dit heeft zich gewroken bij de laatste
verplichte taxatie. Er bleek toen een tekort
te zijn van f 700.000, welk tekort alleen wegge
werkt. won worden door te beschikken over een
denkbeeldige reserve.
Rijk en gemeenten moeten in de toekomst
een nieuwe financieele politiek gaan voeren.
In goede tijden moet gespaard worden om
latere schokken te kunnen opvangen door de
gekweekte reserves. In goede tijden kunnen
hooge belastingen betaald worden, maar als
dat gedaan wordt is men bevrijd van het on
zinnige feit. dat wij in zorgvolle tijden zeer
hooge belastingen moeten opbrengen.
Waarom komen vele gemeenteverslagen zoo
laat. Nu, begin 1936, wachten wij nog op het
verslag van den Woningdienst over 1934.
De heer Kuiper (R.K.) constateerde, dat
de begrooting voor 1936 weer beheerscht wordt
door de crisis. De aanpassingspolitiek is tot
heden eenzijdig geweest, zij wordt daar toege
past waar de minste draagkracht gevonden
wordt. Bovendien wordt de aanpassingspoli
tiek doorkruist door tallooze steunmaatregelen.
Alles heeft teneevolge dat ons werkloozencijfer
steeds blijft stijgen.
Het Plan van den Arbeid is een knap stuk
werk Onderdeelen er van wilde spreker niet
bespreken, anders zou hij moeten wijzen op
verschillende speculatieve elementen. Maar
er zitten toch veel goede dingen in en die
moeten zooveel mogelijk omgezet worden in
daden. Menschen die er over zullen moeten
oordeelen moeten dit wel bedenken. Het
Plan is in feite een verloochening van het
klassebeginsel. Dat is het belangrijkste, want
daarmee heeft de S.D.A.P, aandacht gewijd
aan de belangen van de geheele bevolking.
Het Plan is een veelbeteekenende geestelijke
aanwinst.
Nu de positie der Katholieke Democrati
sche Partij, Deze is bij de verkiezingen ge
steund door de N.S.B. om daardoor de R.-K.
Staatspartij te kunnen treffen. Het is wel
eigenaardig dat wij weten, dat de eenige
K D P.'er die in onzen raad zit er gekomen
is met de hulp der hou zeeërs.
In elk nummer van ..Volk en Vaderland"
worden de leiders der R.-K. Staatspartij door
de N.S.B.'ers door het slijk gehaald. Dit zelf
de en op dezelfde wijze wordt door de K. D.
P.'ers gedaan. Elk nummer van „de Vaan"
getuigt daarvan.
De heer van Engelen (K.D.P.): bewij
zen
De heer Kuiper: in elk nummer staan
die aanvallen!
De heer van Engelen: noem éen feit
De heer Kuiper: neem elk nummer en
gij kunt het zelf lezen!
Het is een groot gevaar als de groote
staatskundige partijen versplinterd worden
door de kleine partijtjes.
De heer Schaafsma (Ghr. D.U.): de
kleine partijen worden geboren door de zon
den van de groote partijen,
De heer Kuiper: er gebeuren fouten,
maar dan moet men niet wegloopen.
Wij betalen niet te veel voor ons broodje
omdat aan der. boer steun wordt gegeven,
maar omdat de productiekosten sinds 1914
te veel zijn opgevoerd. De boer ontvangt
minder voor de tarwe dan voor 1914.
Wat sprekers voorstel betreft, eind 1934
ingediend, over de verstrekking van gas. elec
triciteit en water tegen den kostenden prijs
aan de minst-draaekrachtieen. vroeg spre
ker waar de rechtsgrond is om den werk-
looze, laag-betaalden arbeider, of kleinen
middenstander voor zijn gas, electriciteit of
water 50 pet. boven den kostenden prijs te
laten betalen. De grondgedachte van zijn
voorstel is, naar Mr. Bijvoet erkend heeft,
goed. Het is nu evenwel slechts de vraag in
hoever het kan worden toegepast zonder de
financiën in het gevaar te brengen. Het is
nu een indirecte belasting die veel te druk
kend is. Er moet evenwel iets op dit gebied
gedaan worden.
De heer Klein (r.-k.) zou niet over de
dreigende verlaging van de salarissen en loo-
nen van het gemeentepersoneel spreken, om
dat die quaestie binnenkort aan de orde zal
komen nadat B. en W. praeadvies hebben
uitgebracht.
Spreker verdedigde zijn voorstel om de
jaarwedden van eenige geneesheeren van
den Geneeskundigen Dienst te verhoogen.
Hier is een onbillijkheid goed te maken.
Het voorstel KuipeT kan spreker niet steu
nen omdat er financieele bezwaren aan ver
bonden zijn. Het voorstel van Engelen zou
spreker wel kunnen steunen, mits alleen de
mogelijkheid van de uitvoering door B. en
W, wordt; onderzocht. Dan kunnen B. en W.
er een of twee jaar op „broeien", zooals zij
ook gedaan hebben op het voorstel van den
heer Kuiper.
Misschien bereiken wij door al die bestu
deering nog eens. dat B. en W. het volgend
jaar met een voorstel komen over een billij
ker tarief voor de minsidraaakrachtigen.
Spreker critlseerde de houding van den
heer van Engelen en van de R.-K.P. Zelfs in
dit kleine partijtje is groote verdeeldheid.
Zij zitten elkaar geregeld dwars,
Daardoor bereiken zij geen snars (gelach).
De voornaamste doelstelling is bestrijding
van de R.K. Staatspartij.
Wat het voorstel Westerveld c.s. aangaat,
herinnerde spreker er aan, dat hij jaren ge
leden reeds een voorstel heeft ingediend oni
Hei hoort" eigenlijk
niei, maar zoo smaken
ze hei lekkerst
12 ci. per pakje
(Adv. lngez. Med.)
de huur voor de muntmeters af te schaffen.
Toen was de S.D.A.P. er tegen. Nu blijkt de
geheele fractie bekeerd. Gelukkig.
B. en W. zijn de Annexatiewet van 192'
niet in alle opzichten nagekomen, zij hebben
in veie gevallen getracht op de jaarwedde
van het geannexeerde personeel te bezuini
gen. Dat was niet billijk. In veel gevallen zijn
B. en W. dan ook door Ged. Staten in het
ongelijk gesteld.
Wat de oproep van den heer Noordhoff be
treft tot de R.K. democraten om een een
heidsfront te vormen, kan hij zeggen, dat er
te veel verschillen van hoogere orde zijn,
De heer Van Tetering (r.k.) zei, dat
toen hij het Plan van den Arbeid van de S
D.A.P, gelezen had, hij zich heeft afgevraagd:
staan er zeer veel dingen in die ik enkele
jaren geleden gelezen heb in een serie arti
kelen in 'n Haarlemsch blad. Er is wat de
grondgedachte aangaat zooveel overeenkomst
dat de samenstellers van het Plan van den
Arbeid die couranten voor zich moeten heb
ben gehad.
Het Plan van den Arbeid is meer uitge
werkt. maar wat de grondgedachte aangaat
is het bijna schablone-werk.
Bij uitvindingen kunnen gelijke gedachten
opkomen. Het is al 'gebleken bij de uitvin
ding van de boekdrukkunst. Maar in elk ge
val moet toch geconstateerd worden, dat toen
dit eerste Plan in den Haarlemschen raad
besproken werd, het juist de S. D. A. P, wa:
die alle denkbeelden daarin ontwikkeld, ver
worpen heeft. En nu worden die grondge
dachten door dezelfde partij aanvaard.
Er kan, zoo zei spreker verder,, veel ge
daan worden om de aantrekkelijkheid van
onze stad te bevorderen. Het vreemdelingen-
bezoek moet aanlokkelijk worden. De gemeen
te doet daarvoor veel te weinig.
Het bedrijfsleven te Haarlem wordt te
zwaar getroffen door de vaste lasten. Door
dat die lasten meer opgevoerd worden, komt
er steeds minder in het laadje.
In principe is spreker het eens met de
denkbeelden van de heeren van Dam en*van
Kessel over de ordening op het middenstands
gebied in dezen crisistijd. Maar het zou jam
mer zijn. als de middenstand als eenmaal
de tijd van het herstel komt, gebonden zou
zijn aan dit blok aan het been. Daarom
moet men voorzichtig zijn met het nemen van
maatregelen. Ordening mag niet lijden tot
verstarring van het bedrijfsleven.
De heer van der Veldt (r.k. drong aan
op een eerlijke vruchtbare samenwerking in
den raad. Ook in onze stad verkeeren vele
gezinnen in den uitersten nood. Daartoe be
hoor en werkloozen, maar ook vele niet-ge
steunden. Een onderzoek naar dien toestand
is zeker aan te bevelen.
Alles wat gedaan kan worden om de jeug
dige werkloozen aan het werk te zetten, moet
gedaan worden.
De heer Schaafsma (C.D.U.) verdedigde
enkele beginselen van zijn partij.
De toonkamer van het elctriciteitsbedrijf
moet gehandhaafd worden.
Spreker vindt het voorstel van den heer
Van Engelen over de prijzen van gas. electri
citeit en water beter dan dat van den heer
Kuiper. B .en W. moeten het voorstel van En
gelen ln studie nemen.
Het antwoord van B. en W.
De heer Roodenburg (C.H.), wethou
der van financiën, was erkentelijk voor de
hulde die verschillende sprekers aan het
college van B. en W. gebracht hebben.
De publicatie van bijzonderheden over de
afdeelingsvergaderingen van den raad in de
plaatselijke pers is ook door B. en W. betreurd.
Het college is overtuigd, dat daaraan geen
ambtenaren schuld hebben. Raadsleden moe
ten de inlichtingen aan de pers gegeven heb
ben. Dat dit gebeurd is vonden B. en W. te
betreuren.
De bespreking van Het Plan van den Ar
beid had bij de behandeling van de begroo
ting achterwege kunnen blijven. Haarlem zou
er pas wat mee te maken hebben als het dooi
de regeering aangenomen zou zijn.
Er zit in dit plan veel goeds, wij moeten
waardeering hebben voor de samenstellers.
Het zonder meer opzij zetten, gaat niet.
Als de overheid veel groote werken uit
voert vermindert natuurlijk de werkloosheid.
In enkele landen is het duidelijk gebleken.
Maar de omstandigheden zijn voor ons land
anders. Als wij groote werken uitvoeren, moe
ten wij een groot gedeelte van de materialen
importeeren. Dat heeft invloed op den finan-
cieelen toestand van ons land.
Het is nog iets anders of de gemeenten
groote werken uitvoeren of het rijk. Het rijk
kan er desnoods voor zorgen dat er geld voor
komt, desnoods door belas Ling verhooging of
een gedwongen leening. Dit kan de gemeente
niet, die is aan haar beperkte financiën ge
bonden. Als er door de gemeente geleend
wordt, moet er meteen gezorgd worden voor
rente en aflossing. Daardoor vermeerderen
dan nog de gemeentelijke zorgen. Als de ge
meente er dan niet komt met zijn inkomsten,
dan moet steun gevraagd worden van het
rijk. Wij hebben niet veel reserve meer in
onze belastingen. Als wij de opcenten op
de Personeele Belasting verhoogen tot 200.
dan krijgen wij f 87.000 meer. Dan kunnen
wij ook nog wat meer opcenten op de Fonds-
belasting heffen, maar veel is dat niet.
Die reserve van f 87.000 op Personeel
hebben wij een volgend jaar niet meer, om
dat de huren geregeld dalen. Misschien zou
den wij in 1937 met 200 opcenten niet meer
uit de Personeele Belasting halen dan nu met
185. De huren dalen en moeten ongetwijfeld
nog meer dalen. Er zijn te Haarlem volgens
de statistiek 2754 woningen van f 800 of meer
huurwaarde, terwijl er slechts 2694 inwoners
zijn die f 4000 of meer inkomen hebben. Ieder
kan dus uitrekenen, dat vele van die 2754 wo
ningen in huur verlaagd moeten worden.
De gemeente moet trachten haar financiën
zóó te besture,n, dat zij niet noodlijdend wor
den.
Daarom moeten de leeningen zooveel moge
lijk beperkt worden.
Het is voor B. en W. moeilijk in dezen tijd
een program samen te stellen. In dezen onze-
ke ren tijd zou zoo'n program immers geregeld
gewijzigd moeten worden. Alleen kan nu ge
zegd worden, dat Haarlem er voor moet zor
gen niet noodlijdend te worden. Dit kan al
leen als wij eenige reserve behouden op het
terrein der belastingheffing.
Het is moeilijk de tarieven voor de bedrij
ven zoo te stellen, dat de minst-draagkrachti-
gen ook het minst betalen. B. en W. zouden
aan die minstdraagkrachtigen ook graag
lage tarieven gunnen, maar dan zouden de
tarieven voor andere ingezetenen verhoogd
moeten worden.
Het rijk kan zijn belastingen progressief ma
ken. Diezelfde markt heeft de gemeente voor
de bedrijven niet. Belasting moet men beta
len. iemand dwingen om gas of electriciteit af
te nemen kan een gemeente immers niet.
De kostende prijzen voor gas en electrici
teit zijn zoo laag omdat onze bedrijven groot?
afnemers hebben: omliggende gemeenten,
groote industrieën, spoorwegen, tram, enz. Als
wij dat niet deden zou de kostende prijs zeer
belangrijk stijgen. Daarin ligt het argument
waarom de de gemeente ook van haar minst-
draagkrachtige burgers een prijs mag vragen
die belangrijk boven den kostenden prijs ligt.
De heer van Engelen heeft een poging ge
daan om een progressieve regeling te maken
voor de tarieven van gas, electriciteit en wa
ter. Als wij zijn cijfers nemen blijkt, dat hij
menschen met kleine inkomens nog meer voor
het water zou laten betalen dan de tegen
woordige tarieven. Daaruit blijkt wel hoe
moeilijk het is een progressieve regeling te
ontwerpen die billijk zou zijn.
Tarieven berekend naar het inkomen zou
heel veel administratie beteekenen. In 1936
zou men moeten betalen naar het inkomen
van 1934. Er zijn honderdtallen menschen die
er in 1936 veel slechter aan toe zijn dan in
1934. Hoeveel aanslagen zouden er gerectifi
ceerd moeten worden.
Dan de vraag: wie moet aangeslagen wor
den als ouders met kinderen samen wonen.
Men zou op tallooze moeilijkheden stuiten
Bovendien geeft de rijksadministratie geen
opgaaf van inkomens voor de bedrijven. Nu
krijgen wij ze zelfs al niet voor de school
gelden.
De. nu bestaande vastrechttarieven voor gas
loopen zeer goed in elkaar. Er is een vast
recht voor gebruikers van gemiddeld 30 en 50
M3. per maand.
De gemeente heeft voor gas en electriciteit
vastrechttarieven gemaakt om het verbruik
aan te moedigen. Met water is dat iets anders.
Water is geen luxe. Als er meer water ver
bruikt zou worden dan noodig is, dan zou e~
gevaar kunnen komen voor de waterreserve
in de duinen.
Haarlem heeft voor het water, in vergelij
king met andere gemeenten, lage tarieven voor
de kleine gebruikers.
B. en W. hebben berust in de uitspraak van
Ged. Staten, dat. de gemeente van het gean
nexeerde personeel geen 10 pet. premie voor
het pensioen mag heffen. Als de gemeente
evenwel in hooger beroep gekomen zou zijn
bij den Centralen Raad, dan zouden B, en W.
in hèt gelijk gesteld zijn. blijkens een uit
spraak van dien raad over geannexeerd per
soneel van Rijsenburg door Driebergen. De
heer Klein kan dus niet zeggen dat B. en W.
onbillijk tegenover het geannexeerde perso
neel zijn opgetreden. Het zou trouwens billijk
zijn als het geannexeerde personeel dezelfde
pensioenpremie zou betaald hebben als het
overige gemeentepersoneel.
B. en W. zijn er op tegen de havengelden
voor doorvarende schepen te verlagen. De
winkeliers hebben geen voordeel van de door
varende schepen. Het verkeer zou er evenwel
nadeel van ondervinden, want de bruggen zou
den immers veel meer geopend worden.
Mevrouw Scheltema is somber geweest in
haar financieele beschouwingen. Veel van
hetgeen zij gezegd heeft is evenwel juist.
Haarlem koir-t nog voor moeilijke tijden te
staan.
Spreker vindt het ook geen ideale toestand
dit in antwoord op den heer Westerveld
dat de gemeente aan het Grondbedrijf een
hoogere rente berekent, dan de gemeente zelf
moet betalen. Maar wij financieren het bedrijf
dikwijls uit kasgeld en dat moet soms tegen
hoogere rente worden opgenomen. In den loop
der jaren is de rente die het Grondbedrijf aan
de gemeente moet betalen al van 6 tot 5 pet,
verlaagd. Op 't oogenblik is niet verder te gaan.
B. en W. zullen trachten er voor te zorgen,
dat de verslagen der gemeente in het vervolg
vroeger zullen uitkomen.
De voorstellen die uit den raad zijn geko
men (er zijn er die de inkomsten zouden be
perken, andere die de uitgaven zouden ver
hoogen) kunnen door B. en W. niet overgeno
men worden. Voor elk voorstel dat f 5000 zou
kosten, moet 1 opcent op de Personeele Be
lasting geheven worden. Dat moet sterk ont
raden worden. Wij moeten ons zien te beper
ken tot de door B. en W. voorgestelde 185 op
centen.
1937 zal voor de gemeente nog slechter
worden. Er zal dan immers weer f 60.000 min
der uit de Fondsbelasting komen. De kans is
toch al groot dat wij voor 1937 toch tot 200
opcenten moeten gaan. Als wij nu de meter
huur voor de gasmeters gaan afschaffen,
zouden wij die in 1937 toch weer moeten in
voeren.
Als wij de meterhuur tijdelijk afschaffen
is het misschien mogelijk dat het gasbedrijf
iets zal stijgen en dat er minder afsnijdingen
komen, maar dit zal de vermindering van de
meterhuur toch bij lange na niet goed maken.
Als wij nu de opcenten op de Personeele Be
lasting op 200 brengen, schuilt daarin ook een
gevaar voor het gemeentepersoneel. Het rijk
heeft er zooals men weet op aangedrongen
weer 5 pet. op de loonen en salarissen te kor
ten. B. en W. zullen trachten, in den Haag te
bewerken, dat die korting niet behoeft te
worden toegepast, of slechts gedeeltelijk. B.
en W. staan daabij sterk als wij een sluitend?
begrooting hebben met niet meer dan 185 op
centen. Komen wij met 200 opcenten dan is het
gevaar, dat de minister blijft staan op ds
volle korting van 5 pet. En dat terwijl wij
weten dat het Haarlemsche personeel niet
meer verdient dan het personeel in ander#
gemeenten, in enkele gevallen zelfs minder.
De zitting werd hierop verdaagd tot Vrij
dagmiddag.
ESPERANTO.
ESPERANTO ALS CULTUREEL HULP
MIDDEL
De heer W. van Heugten deelt in „Heroldo
de Esperanto" het volgende mede:
Eenige weken geleden eindigde met groot
succes een vrij belangrijk werk door middel
van Esperanto, dat dit werk deed slagen en
daardoor de aandacht trok in cultureele
kringen in Tsjechoslowakije en Nederland.
„Reeds gedurende een jaar bestaat er een
zeer vruchtbare journalistieke samenwerking
tusschen de redacties van de bladen Prehled
te Praag en „De Morgen", een belangrijk dag
blad in Helmond, door middel van Esperanto.
Prof. Bor. Benetka, redacteur van de „Prehled"
werd de buitenlandsche medewerker van „De
Morgen" en ik zelf, als redacteur van „De
Morgen", buitenlandsch medewerker van de
„Prehled". Wij wisselden mededeelingen en
vooral ook in het Esperanto bewerkte artike
len voor onze couranten. Aldus werd de inter
nationale hulptaal „Esperanto" ons cultureele
hulpmiddel, waardoor wij elkander konden
begrijpen. Officièele Tsjechische instanties
stelden deze internationale journalistieke
medewerking zoozeer op prijs, dat zij mij in de
gelegenheid stelden, twee weken lang de
prachtige Tsjechoslowaaksche republiek te
bereizen, hetgeen ik kon doen met een vlieg
tuig van de K. L. M.
Een jaar van vruchtbaren arbeid wordt
thans bekroond door een vrij belangrijke cul
tureele daad en wel door het te Praag doen
verschijnen van een speciaal nummer over
Nederland door het dagblad „Prehled". Dit
speciale nummer is enkel en uitsluitend door
middel van Esperanto tot stand gekomen en
geredigeerd door mijzelf, hoewel ik noch de
Tsjechische noch de Slowaaksche taal mach
tig ben.
Daar men voor mens was een groot aantal
exemplaren van dit speciale nummer te zen
den aan de redacties van de Nederlandsche
bladen, aan ministers, letterkundigen, weten
schappelijke personen en andere autoriteiten
vdegde men aan het nummer een verklaring
toe van den inhoud in het Nederlandsch en in
het Esperanto, waarin de bedoeling van het
speciale nummer wordt uiteengezet.
De belangrijkheid hiervan wordt nog ver
hoogd door het feit dat ter gelegenheid van
deze uitgifte een radio-uitzending op 17 De
cember plaats had van lezingen in Esperanto
en van muziek".
DS. H. RAKELS P. Szn.
Ds. H. Bakels P.Szn., em. predikant der Doops
gezinde Sociëteit, thans wonende alhier, her
denkt a.s. Zondag den dag waarop hij voor
40 jaar het predikambt aanvaardde.
Herman Bakels werd 26 Juli 1871 te den
Hoorn op Texel, waar zijn vader predikant en
schoolopziener was, geboren. Hij bezocht het
gymnasium te Haarlem en studeerde aan het
Seminarium en de Stedelijke Universiteit,
beide 1 te Amsterdam. In 1895 proponent ge
worden. bevestigde zijn vader hem 12 Janu
ari 1896 te Warns (Fr.) in zijn eerste ge
meente, waar de jubilaris het predikambt
aanvaardde sprekende over Rom. 1:11 en 12.
In 1901 vertrok Ds. Bakels naar Enkhuizen,
waar hij in 1907 zijn bediening neerlegde. 5
Juli 1908 werd hij opnieuw predikant "en nü
te St: Anna-Parochie. 24 October 1908 legde
hij ten tweede male'zijn ambt neer. 14 Mei
1911 werd hij opnieuw predikant in zijn oude
gemeente St. Anna-Parochie, waar hij werk
zaam bleef totdat zijn gezondheidstoestand
hem in 1916 dwong emeritaat aan te vragen. -
Daarop vestigde Ds. Bakels zich te Haarlem.
Tal van geschriften liet Ds. Bakels het licht
zien, waarbij niet minder dan 3000 artikelen
en bijdragen in couranten en tijdschriften.
Ds. Bakels zal zijn gedenkdag niet publiek
vieren.
ARBEIDERS TOOXEELVEREENIGING
„VOORUITGANG".
„Vooruitgang" is reeds geruimen tijd aan
het instudeeren van een nieuw tooneelwerk.
Haar traditie getrouw komt zij weer met een
bijzonder stuk. In studie is genomen een
door Cor Zwart geschreven tooneelwerk
„Zoekende Jeugd", tooneelspel in 4 bedrijven.
De opvoering is vastgesteld op Woensdag
12 Februari in den Schouwburg aan den Jans-
weg.
ONZE
JAARLIJK36HE
OPRUI fVIING
wordt oehouden van 20
t e m. 31 JANUARI A S.
BARTEUORIS5TRAAT 13-17
(Adv. Ingez. Med.)
OPMERKINGEN VAN LEZERS
Een lezer van ons blad schrijft ons over het
onderwerp Veilig Verkeer het volgende:
Met groot genoegen las ik eenige dagen ge
leden in uw blad het verblijdende bericht dat
er spoedig een aanvang zou worden gemaakt
met de werkzaamheden voor de natriumver-
lichting op den Rijksweg Amsterdam-Haarlem.
Daar ik als dagelijksch weggebruiker dit
met blijdschap tegemoet zie, wil ik toch niet
nalaten hierover eenige opmerkingen te ma
ken.
Het is mij herhaalde malen opgevallen, dat
op andere wegen' n.l. op den Rijksweg van
Hillegom naar Ben nebroek en op den Heeren-
weg van de Van Merlenlaan tot Lanckhorst-
laan e. a., waar ook natriumverlichting is aan
gebracht, vele automobilisten met hun ver
blindende of dimlichten blijven rijden en zoo
doende de veiligheid van het verkeer in ge
vaar brengen, daar toch het zoogenaamde
stadslicht ruim voldoende is.
Indien alle automobilisten hieraan mede
zullen werken zullen de ongelukken, dikwijls
ontstaan door verblindende lichten, aanmer
kelijk verminderd worden.