De strijd tegen de Franschen. Vos heeft tegen het einde een gering voordeel STOFZUIGERS SITTERSi DAMRUBRIEK 9 9 m m m 9 9. 9. 9 9 9 ff ff ff 9 9. ff ff ff ff g§ t§ n S s ff ff ff ff ff ff V R IJ DAG 10 JANUARI 1936 HAASLE M'S DAGBEAD 7 Techniek en Fransche routine tegen geestdrift. Hef gouden feesf van v. Heel. Van Heel. Er is een tijd geweest, dat onze wedstrijden tegen Frankrijk wedstrijden waren zonder eenige historie, wedstrijden, die men een week later reeds was vergeten. Men speelde toen tegen de Franschen, nu ja, omdat men toch ook eens tegen Frankrijk moest spelen. Maar eigenlijk vond men het Fransche voetbal in dien tijd geen partij voor ons vertegenwoor digend elftal. Deze wedstrijden gaven aan de elftalcommissie gelegenheid eens wat te experimenteeren; het waren goede oefen- partijtjes voor de heel wat zwaardere wed strijden, die toen reeds op ons internationaal programma stonden. De Franschen namen hun internationaal voetbal in die dagen niet al te ernstig op. Ze kwamen bijv. in 1923 met een zóó onvolledige ploeg, dat het zwakke Nederlandsche elftal, dat toen in net veld kwam. gemakkelijk met 81 won. Onze nationale ploeg, die kort daarna tegen België speelde, zag er heel wat anders uit. Het bondsbestuur vond de ver tooning blijkbaar zóó eenzijdig, dat men be sloot voorloopig maar geen wedstrijden tegen Frankrijk meer te spelen. Geleidelijk is er echter in het Fransche voetbal verbetering gekomen. De spelers be schouwden het spel niet langer meer als een aardig tijdverdrijf, doch als een ernstige sport, die waard was, er zich eenige opoffe ringen voor te getroosten. De tijd van de 15—0, 12—0 110 en 10—1 nederlagen tegen de Engelsche amateurs was voorbij. In Mei 1921 werd zelfs de eerste Fransche overwinning op de Engelsche ama teurs behaald, waarvan het gevolg was. dat de Engelschen voortaan met een elftal be roepsspelers tegen de Franschen uitkwamen. Ook de Engelsche profs hadden hun handen vol aan het Fransche elftal, dat er in 1931 zelfs in slaagde 'n 52 overwinning op ons aller leermeesters te behalen. Geestdrift was niet langer het eenige wapen van den Franschen voetballer. Wel bleef die bestaan, maar daarbij kwam groote verbetering in de techniek en juist daardoor werden langzamerhand de Franschen lastige tegenstanders. In het seizoen, volgende op dat, waarin Frankrijk te Parijs de Engelsche profs had geslagen, werd door den K.N.V.B. het contact met het Fransche voetbal hervat. Op 29 No vember 1931 kwam het Nederlandsch elftal eindelijk te Parijs weer eens tegen de Fran schen in het veld; die eerste wedstrijd van de nieuw periode was reeds een van die kampen, uie men niet licht vergeet. We had den toen de kern van een goede ploeg. Lagendaal was in zijn beste dagen. Hij had Nederland in datzelfde jaar een 20 overwinning op de Denen te Kopenhagen doen behalen. In Adam, Wels en Van Nellen hadden we voorts nog 3 voortreffelijke voor- waartsen; het zoeken was eigenlijk nog naar een goeden linksbinnen. Van der Meulen was toen op het toppunt van zijn roem. Hij werd als een der allerbeste -Europeesche doelver- ded'igers beschouwd; met Weber.en Van Run vórmde hij een achterhoede, die als bij zonder sterk beschouwd kon worden. Jaap Paauwe, Anderiesen en Van Heel, vormden de middenlinie. Na 8 minuten nam Frank rijk de leiding. Kort daarna maakte Lagen daal gelijk. Dat gaf natuurlijk onder de vele landgenooten op de tribune groote vreugde. Doch er zou nog meer komen. Toen er 19 minuten gespeeld was gaf Mol onze ploeg de leiding. De Fransche journalisten holden onmiddellijk naar hun telefooncellen om dit aan hun bladen te vertellen. Toen ze drie minuten later boven kwamen, stond het tot hun groote verbazing.... L4! Dat gaf me een verwarring onder de Fransche col lega's, die naar alle kanten informeerden wie die twee doelpunten gemaakt hadden. Bij de pauze waren ze er nog niet achter ge komen, hoe de zaak eigenlijk in zijn werk was gegaan en hoe mogelijk geweest was, dat in drie minuten tijd de stand van 11 in 14 was veranderd. Zóó groot was de ver warring, dat er Fransche bladen verschenen met een ruststand van 13 anderen met een van 14. Lagendaal was de maker van het derde en het vierde doelpunt geweest. Het merkwaar dige was echter, dat hierna de Franschen eigenlijk eerst hun allerbeste spel lieten zien. Maar nu kwam ook de groote kracht van onze achterhoede aan het licht. Van der Meulen en Van Run waren wel de groote figuren in onze verdediging. Op uiterst tactische wijze, had de Fransche linksbuiten Weber voortdurend zóó laten draven, dat deze vrijwel geheel uitgespeeld was, zoodat ten slotte vrijwel alles neerkwam op Van Run. De Franschen slaagden er in twee punten te maken, doch onze achterhoede wist zich verder te handhaven. Kort voor het einde redde Van Run nog op schitterende wijze, toen hij, op den grond liggend, nog juist een allergevaarlijksten aanval kón onderbreken, door den bal over de grenslijn te duwen. Zelden heeft een overwinning zooveel vol doening geschonken, als dit Parijsch succes. De Franschen hebben in dien wedstrijd duide lijk bewezen, dat ze ook voor het allersterkste elftal een waardige tegenpartij zijn. Hun tech niek stond reeds op een vrij hoog peil, doch hun vaak overweldigende geestdrift maakte het geheel tot een buitengewoon sterke ploeg. Het duurde tot Hemelvaartsdag 1934 vóór- da de Franschen naar Amsterdam kwamen. Dat is een eigenaardige wedstrijd geworden. Men zal zich wel herinneren, dat het een 54 nederlaag is geworden, nadat onze ploeg in het eerste kwartier een 30 voorsprong had veroverd. Deze Fransche overwinning was Jjovendien volkomen verdiend, ze zou zelfs grooter geweest zijn, indien de scheidsrechter in de laatste minuten wat scherper had toe gezien op overtredingen in ons strafschopge bied. De invoering van het beroepsspel in Frankrijk, wat met zich had gebracht een geregelde levenswijze en een systematische training, had wonderen verricht. In het eerste kwartie werd de Fransche verdediging door het handige spel van het viertal Wels—Vente Bakhuys—Smit overspeeld. Dit viertal heeft ten slotte voor 4 doelpunten gezorgd, wat in normale omstandigheden toch wel voldoende moet zijn voor een overwinning. Er zouden waarschijnlijk ook nog wel meer doelpunten gekomen zijn, indien men voor den ter elfder ure verhinderden Mijnders als linksbuiten, niet de keus had laten vallen op Mol, die nooit als linksbuiten had gespeeld en er dan ook maar heel weinig van terecht bracht. De fout zat in de verdediging, waarin Keizer niet al te zeker ons doel verdedigde en Oprinsen slechts een matig plaatsvervanger van Ande- riessen was. Hier was weer zoo'n geval, dat men de beteekenis van een speler eigenlijk eerst gaat begrijpen en waardeeren. als hij niet speelt! Heel wat voetballiefhebbers, die regelmatig de verrichtingen van ons elftal hadden gevolgd, begrepen eerst thans, welk een prachtig werk Anderiessen tot dusver op de spilplaats had ten beste gegeven. Er waren overigens nog wel eenige veront schuldigingen voor deze nederlaag aan te voeren. Men had een langen en vermoeienden strijd moeten voeren om een plaats in de eind- wedstrijden om het wereldkampioenschap in Italië te veroveren; de voorbereiding voor Italië had alle krachten gevergd. Dat onze spelers zich in dezen wedstrijd, slechts veer tien dagen voor den wedstrijd tegen Zwitser land te Milaan, wat zouden sparen, lag immers wel voor de hand. Alles bij elkaar gerekend, heeft Nederland tot dusver 5 wedstrijden tegen Frankrijk ge speeld, waarvan Nederland er 4 wen en alleen den laatsten wedstrijd verloor. Het doelge- middelde staat met 25 tegen 10 in ons voordeel. En nu den wedstrijd van a s. Zondag. Naar men weet. komen we met dezelfde ploeg in het veld, die op zoo fraaie wijze op dien som beren Decembermiddag een maand geleden te Dublin van den Ierschen Vrijstaat heeft gewonnen. De ploeg heeft toen zóó voortref felijk gespeeld, dat men zonder meer onmid dellijk geneigd zou zijn, ook voor den wedstrijd te Parijs een overwinning te voorspellen. En toch zou het wel eens geheel anders kunnen afloopen. Hoe dikwijls toch ziet men het niet gebeuren, dat op de fraaiste overwinningen de zwaarste nederlagen volgen doordat de spelers in het veld trekken met de overtuiging, dat ze ook dezen wedstrijd wel zullen winnen. Maar wat dit betreft, hebben we vertrouwen in ons elftal. Het zijn allemaal spelers met de noo- dige internationale ervaring, die dus heel goed weten, dat elke wedstrijd op zich zelf ge wonnen moet worden en dat fraaie successen in voorafgaande wedstrijden niet het minste gewicht in de schaal leggen. Van Heel b.v. zal stellig zijn vijftigsten in ternationalen wedstrijd niet gemakkelijker op vatten dan de 49 voorafgaande. Alle spelers zijn er ongetwijfeld volkomen van doordron gen, dat ze een zwaren strijd voor zich hebben en dat ze slechts met inspanning van alie krachten kans hebben het ook ditmaal tot een succes te brengen. De kracht van onze ploeg is. dat ze een goed sluitend geheel vormt, het is een elftal met een prachtig verband, met spelers, die eikaars spel door en door kennen en die stuk voor stuk technisch voortreffelijk werk kunnen leveren. Die prachtige techniek was een der voornaamste factoren in het succes te Dublin en de techniek zal ook Zondag te Parijs wel een rol van beteekenis spelen. We hebben een binnentrio, dat doelpunten kan maken en twee prachtige vleugelspelers, die zelf óók wel doel punten kunnen maken maar die toch ook tal van kansen voor de andere spelers weten te scheppen. Aan routine ontbreekt het niet. Het volgend lijstje zegt zeker wel wat: Wels speelde 22 officieele landenwedstrijden. van Nellen 19, Bakhuys 15 en Smit 12. Drok is dus met 2 heele en twee halve wedstrijden een maal viel hij in de tweede helft van een wed strijd uit en eenmaal viel hij in de tweede helft in! feitelijk nog maar een broekje tusschen al die geroutineerde schutters, doch hij voelt zich in dit groote gezelschap reeds best thuis. Laten we volledigheidshalve hieraan nog toevoegen, dat Anderiesen 28, Bas Paauwe 7, Weber 17, Halle 8 en Caldenhove 5 officieele landenwedstrijden heeft gespeeld. Men mag ten slotte wel aannemen, dat deze geroutineerde ploeg er in zal slagen haar ge wone spel en mogelijk iets meer te geven. Het is nu maar de vraag, wat de Franschen hiertegenover zullen doen. Over de kracht van het Fransche elftal kan men zich hier moeilijk een oordeel vormen, immers zelfs bij de Fran sche critici loopen de meeningen uiteen. De achterhoede vindt men vrij algemeen zeer sterk, doch de voorhoede vindt men hier en daar een vraagteeken. We weten dat Frankrijk in het veld zal brengen snelle, geestdriftige en stevige spelers,die over voldoende uithou dingsvermogen beschikken om het anderhalf uur in een flink tempo vol te houden en die voldoende ervaring hebben om zich niet door een achterstand in het begin te laten ont moedigen. Frankrijk heeft ook in den laatsten tijd zich op eigen terrein steeds een uiterst gevaarlijk tegenstander getoond. Hierbij komt nog, dat men in Frankrijk heel goed weet, dat wij ons als een der allersterkste ploegen van het vaste land beschouwen en dat men juist daarom er alles zal opzetten om onze ploeg te kloppen. Wij zijn er van overtuigd, dat het een zeer sterke ploeg moet zijn, die er in zal slagen ons elftal te slaan, of Frankrijk zoo sterk zal zijn, zal afgewacht moeten worden. C. J. GROOTHOFF. Bilthoven, 8 Januari 1936. OM DEN WERELDTITEL DAMMEN. Doch niet genoeg om tot winst te voeren. Zevende partij weer remise. Om zes uur is in het Victoria Hotel te Am sterdam Donderdagavond de zevende partij van de match Raichenbach-Vos om het we reldkampioenschap dammen aangevangen. Op dit voor een werkdag voor het publiek lastige aaxxvangsuur was de belangstelling, toen cle eerste zetten werden gedaan, matig. Raichenöach verzekerde ons persoonlijk zeer onder den indruk te zijn van de geweldige belangstelling in Den Haag, waar het aantal bezoekers op 1000 a 1200 werd geschat! Raichenbach's indruk omtrent Vos' neder laag laat zich in het kort zoo samenvatten, dat de wereldkampioen zijn beste kansen ziet in het spelen eer klassieke partij. Vandaar dan ook, dat Raichenbach Donderdagavond dit genre inleidde met de 3328 opening. Wit: Maurice Raichenbach. Zwart: J. H. Vos. 1. 33—28 18—22 2. 38—33 12—18 3. 31—26 7—12 4. 37—31 1—7 5. 43—38 19—23 6. 28x19 14x23 Vos heeft zich weer eens op het centrum genesteld en Raichenbach stelt daar zijn ge wone tactiek tegenover. 7. 31—27 22x31 8. 26x37 10—14 9. 36—31 5—10 10. 33—28 14—19 11. 41—36 10—14 12. 31—27 20—24 13. 39—33 17—22 14. 28x17 11x31 15. 36x27 23—28 16. 33x22 24—29 17. 34x23 19x17 18. 46—41 7—11 Vos' verdeeling der stukken over het cen trum. den linker- en den rechtervleugel mag waarlijk volmaakt worden genoemd. Hier heeft Raichenbach een gering nadeel, doch dit lost de wereldkampioen in het middenspel toch weer op. 19. 44—39 17—21 20. 39—33 21—26 21. 50—44 11—17 22. 44—39 14—19 23. 41—36 9—14 24. 35—30 17—22 Vos valt schijf 27 aan om wit te dwingen vroeg of laat op het centrum te gaan. Door al deze ruilen gaan natuurlijk veel stukken van het bord, zonder dat de winstkansen voor Vos er grooter op zijn geworden. Onze kam pioen kan o.i. beter een tactiek volgen, waar bij de stukken meer „op elkaar" staan, anders vervalt hij in dezelfde tactiek, die Keller met zijn achterstand den nederlaag bx-acht vorig jaar. 25. 30—25 22x11 26. 36x27 6—11 27. 33—28 4—9 28. 49—44 19—24 29. 47—41 11—17 30. 28—23 19x29 31. 27—22 17x28 32. 32x34 12—18 33. 41—36 8—12 34. 34—29 24x33 35. 39 x 28 Wit: (Raichenbach) 10 stukken op; 25, 28, 36, 37, 38, 40, 42, 44, 45, 48 Zwart: (Vos) 10 stukken op: 2, 3, 9, 12, 13, 14, 15, 16, 18. 26. 35. 1419 36. 40—35 16—21 37. 45—40 12—17 Raichenbach dacht hier over zijn ant woord geruimen tijd na. en speelde: 38. 35—30 17—22 39. 28x 17 21 x 12 40. 30—24 19 x 30 41. 25x34 9—14 42. 44—39 14—19 43. 39—33 15—20 Wanneer er nu geen bijzondere dingen ge beuren is een puntenverdeeling spoedig in zicht. 44. 40—35 20—25 45. 33—28 2—7 46. 38—33 3—8 47. 36—31 19—24 48. 37—32 26 x 37 49. 42x31 13—19 50. 31—27 8—13 Beiden zijn precies met hun tijd uitgeko men! Raichenbach's 50ste zet komt ons uit- esproken zwak voor; veel sterker ware hier onmiddellijk 3429. Nu bevindt de we reldkampioen zich in moeilijkheden. De stand na 50. 813 was: ZWART Hf Hf s #t m p JU jus fff if IS Ét if fü w iü Ét 11 n f§ 11 18 9 Él Ui 8 ym- m iH WIT Zwart: (Vos) 7 stukken op: 7, 12, 13, 18, 19, 24, 25. Wit: (Raiohenbach) 7 stukken op: 27, 28, 32, 33, 34, 35, 48. 51. 27—21 18—23 52. 35—30 24 x 35 53. 28—22 25—30 54. 34 X 25 35—40 Materieel staan beiden nu gelijk, doch Vos is eerder op dam en hij tracht nu achter wit's schijven te loopen. die zeer los staan. Het blijft een lastige stelling. 55. 25—20 40—44 56. 20—15 44—49 Thans is het remise; er is geen winst meer mogelijk. 57. 22—18 49 x 16 58. 18 x 9 remise gegeven. Nabeschouwing. Deze zevende partij werd pas emotioneel aan het einde. Ons commentaar kan kort zijn: in de opening legden beiden elkaar geen moeilijkheden in den weg, althans het verloop was saai en het streven naar ver eenvoudiging door beiden kenmerkte ook het middenspel. Dit was solide, zonder meer. Doch in het vergevorderd middenspel, tegen het eindspel, raakten beide spelei-s in tijd nood en Raichenbaöh's 50e zet bleek zwak te zijn. Vos ti-achtte nu de stelling te forceeren. speelde het afspel op zijn sterkst, docj) door een juist berekend cijfer voorkwam Rai chenbach verdere moeilijkheden en hij for ceerde gemakkelijk de remise. Dit is dus de 5e remisepartij en ook deze strijd heeft on zen nationalen kampioen bij mindering der stukken in het voordeel gebracht, zonder dat dit een positief i-esultaat opleverde. De stand is nu: Raichenbach: 7 gespeeld. 2 gewonnen, 5 remise, 0 verloren, 9 punten. Vos: 7 gespeeld, 0 gewonnen, 5 remise, 2 verloren, 5 punten. De achtste partij wordt hedenavond in Hilvei-sum gespeeld in Hotel „Jans"; de aan vang is bepaald op half zes. De partij en te Amsterdam te spelen vangen om 7 uur aan, in plaats van om 6 uur, te beginnen met de ontmoeting van a.s. Zaterdag in het Victoria- hotel. ZONDER VOORUITBETALING 10 jaar alle reparaties gratis SCHOTERWEG 1 TELEFOON 16659 (Adv. ingez. Med.) Damredacteur: J. W VAN DARTELEN. Koediefslaan 42 Heemstede. Alle correspondentie, deze rubriek betreffende gelieve men te zenden naar bovengenoemd adres. JAARWISSELING. Voor de hartelijke gelukwenschen. die wij ter gelegenheid van de jaarwisseling vairuit onzen lezerskxung mochten ontvangen, be tuigen wij langs dezen weg onzen welgemeen- den dank! Wederkeerig bieden wij onzen damspelen den lezers onze welgemeende gelukwenschen aan en hopen oprecht dat 1936 zoowel voor onze lezers als voor de Nederlandsche darn- beweging een alleszins voorspoedig en succes vol jaar moge zijn. De Damredacteur. EEN AANWINST VOOR DE DAMLITERATUUR In de bekende „Libellen-Serie" van de uit gevers Bosch Keuning te Baarn zal binnen kort vei'schijnen een nieuw damwerkje van den bekenden Haagschen hoofdklassespeler W. Hoekstra (de „Damflitsen"-redacteur van het weekblad „Het Damspel") onder den titel „De nieuwste damproblemen". Wij ontvingen een exempl. van dit werkje ter bespreking en daar wij deze nieirwe damuitgave een belangrijke aanwinst voor de damliteratuur kunn ennoemen, zullen wij in deze rubriek hierover het een en ander mede- deelen. Allereerst moeten wij onze bewondering uit spieken voor de bijzonder fraaie uiterlijke ver zorging van dit werkje, waardoor het een sieraad in elke boekenkast is, Typografisch is het uitmuntend verzorgd en de in dit werkje voorkomende 136 diagram men zijn zeer duidelijk. Hoekstra heeft kans gezien in dit boekje een verzameling van 136 problemen en combina ties van de meest bekende problemisten en spelers bijeen te brengen, waarvan wij er hieronder een drietal 1; en volgen. B. Springer. Wereldkampioen 19281934. Partij fragment no. 2253. ZWART P s Wr/ Ét P m if Éi Ét S 8 US ÉS m ÉI a n WIT Stand hx cijfers: Zwart 18 schijven op: 1-4, 6 8-13 15 16 19 23-26. Wit 18 schijven op: 27, 30 32-40 42 45-50. Uit een partij. Wit: Th. Rutten. Zwart: B. Springer. Damzet voor Zwart. Zwart won op de volgende geniale wijze: Zwart 24—29, 13—18, 23—29, 25:43, 26—31, 12—18, 8:48. Een partijstand van den pionier J. B. de Haas. Partijstand No. 2254. Wi '9 m 9 9 m WIT Stand ln cijfers: Zwart 11 schijven op: 6 8 13 15 16 18 19 21 24 25 en 29. Wit 11 schijven op: 27 28 32 33 35 37-39 42 43 en 48. Wit's laatste zet is 44—39, waarop Zwart antwoordt met 2934? Nu wint Wit als volgt: (Zwart 29—34?) 39:30; 28—23: 38—33; 32:3; 42—37; 43—38: 48:8. Hoe nauw de naam De Haas verbonden Is aan het damspel, zal de lezer duidelijk worden door deze uitdrukking: „Het mechaniek van Jack de Haas", voor sommige spelers een be naming voor het damspel! M. Fabre als problemist. Probleem No. 2255. Auteur: M. FABRE, Parijs. ZWART iü ff HP fff If ff JU Ét pst m Wr ig§ Éf 9 m IS m m m W' m 'ffty Ww Of /MP' WA fff m Stand in cijfers: Zwart 9 schijven op: 7 8 9 19 24 33 36 37 38. Wit 9 schijven op: 22 28 39 40 44 45 46 47 en 48. Wit speelt en wint. Dit probleem wordt beschouwd als een der moeilijkste ooit gemaakt. Oplossing. Wit: 46—41, 39—34. 22—18. 47—41, 44—39, 48—42. 42:33, 45:1 en wint. Zwart: Steeds gedwongen. De 136 in dit werkje voorkomende partij- studies, problemen, eindspelen enz. vormen met elkander een bloemlezing van de schoon heid van ons spel. De inhoud is zóó gekozen, dat beoefenaars, van welke sterkte ook, er de geweldige veel zijdigheid van het damspel in zullen ont dekken. Daar vele zeer bekende spelers en problemis ten werk afstonden, is een schitterend geheel ontstaan. De prijs van dit interessante werkje be draagt slechts 0.45 en is dus binnen ieders bereik. Het zal dan ook zijn weg onder de dam spelers zeker wel vinden! BILJARTEN. KAMPIOENSCHAP VAN NEDERLAND 1ste KL. GROOT-BILJART CADRE 45 2. Voor bovengenoemd tournooi. dat op 31 Januari. 1 en 2 Februari e.k. door de Utrecht- sche biljartclub ..Noord-Bi-abant" zal georgani seerd worden, hebben de volgende 6 spelers in geschreven: J- H. Sweering ilnsulinde'. P. de Leeuw en L. Gehi-e!s (H.E.T.E.Y.), alle drie te Amsterdam: J. Dommering (Bristolclubte Arnhem; J. Wiemers (Friesche B.C.) te Dok- kum en C. van Vliet ('s-Gravenhaagsche B.C.) te Den Haag. Er behoeven dus geen voorwed strijden gespeeld te worden. KAMPIOENSCHAP VAN NEDERLAND le KL. DRIEBANDEN. Daar C. B. Koopman verhindei-d is uit te komen, zullen heden, Zaterdag en Zondag slechts 6 spelers in de finale van bovenge noemd kampioenschap te Rotterdam spelen; n.l.: J. Drukker, J. H. Sweering en P. Geest- man, alle drie te Amsterdam; A. Sengers te Rotterdam: G. Petersen te Den Haag en D. A. de Foei jaeger te Haarlem. HONKBAL Jubileum Honkbalclub „Haarlem". Op 6 December was het 12 Va jaar geleden dat de Honkbalclub Haarlem werd opgericht. Op Zaterdag 11 Januari zal in de Tuinzaal van liet Concertgebouw dï leesUvond worden gehouden. Daar Haarlem de oudste en zelfs gedurende een vijftal jaren de eenige honk balclub in onze stad was, en deze zomersport hoe langer hoe meer de aandacht van het publiek trekt,, lijkt het ons wel van belang even de aandacht voor dit jubileum te vragen. Op 6 Juni 1923 werd de vereeniging op een vergadering van zeven man opgericht! Onder de aanwezigen was ook de heer Bleesing. toen en nu nog voorzitter van den Ned. Honkbal- bond. Hier vergenoegde hij zich echter met het gewone lidmaatschap. Wel nam hij op zich, aan de spelers de eerste spelregelkennis bij te brengen. In de verwachting dat er nog wel twee leden bij zouden komen schreef de nieuwe vereeniging vast in voor de tweede klasM' eormeiTic In dnc nv. -nden ";'d weid het negental kampioen .zoodat het reeds het volgende jaar in de eei'ste klasse uitkwam. Toch ontstond de ware liefhebberij in Haax-lem nog niet. Een paar jaar heeft het de gi'ootste moeite gekost, een negental bijeen te houden. Meermalen scheen het dat honkbal in Haar lem niet zou gedijen. Toch heeft Haarlem nooit moeite gehad om zich in de eerste klasse te haxxdhaven. Met spelers als Parson, Vrugt, Schieffelers ea. viel het behalen van succes niet moeilijk. Het doet wel wat grappig aan, dat, veertien dagen na de oprichting, besloten werd. op ver zoek, een demonsti'atie van het spel in Hilver sum te geven. Ter viering van het eenjarig be staan loofde Haarlem den Zilveren Bal uit, de prijs die onder de tweede-klassers zoo'n gx-oote reputatie heeft gekregen. Na de propaganda vijf jaar alleen te heb ben gevoerd, kreeg Haarlem hulp door de op richting der H.H.C. Hierna ging de groei van de sport wat harder. Daartoe heeft de instelling der Haarlemsche competitie mede op initia tief van „Haarlenx"mers, zeer veel biig°dragen. De jubileerende vereeniging nam al eenige malen met drie negentallen aan de com petitie deel. Het laatste seizoen bedroeg dit aantal zelfs vier. Ook bezit de vereeniging een afdeeling honkbal voor dames. Twee jaar geleden werd het besluit ge nomen, ook des winters een sport te beoefe nen. Meermalen werd zoowel door het eerste, als door het tweede en derde negental een kam pioenschap behaald. Ook waren nog ieder jaar „Haarlem" spelers zeer gezocht voor vertegenwoordigende negentallen. Reeds is van verschillende vereënSglngen bericht ingekomen dat afgeva- - '--i h.C. Haarlem wenschen te complimenteeren en het zal de jubilaresse dan ook Zaterdagavond wel niet aan woorden van hulde ontbreken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 13