Becky Sharp, Culbertson bridget Radiomuziek der week David Copperfield De Vogelhandelaar, Z A T E R D G 11' JANUARI 1936 HAAREEM'S DS'GBEAD 3 ¥©®iNnr KLEURENFILMS MAKEN MOET GELEERD WORDEN ZWART-WIT VERDWIJNT Het publiek, is meer op kleur gesteld dan vroeger. Aanplakbiljetten, magazines, inte rieur-decoraties, ze bevatten alle meer kleur dan een paar jaar geleden. J'a, soms schijnt het zelfs of in de heerenkleed'ing een vroo- lijker noot zal gaan domineeren. Eax de fotografie, zoowel van de beroepsfotografen als van de amateurs, ontwikkelt zich snel in de richting van de kleur. Onlangs introduceerde Eastman Kodak zijn nieuwe Kodachroom procédé voor smal film. Dit procédé is speciaal bestemd voor amateurs en als men de camera bekijkt, kan men den indruk krijgen dat de massa, in een zeer nabije toekomst met het zwart-wit procédé zeker geen genoegen meer zal nemen Nu is het element van de kleur in de film een groote aanwinst, die de uitingsmogelijk heden van de film vergroot mitsdit ele ment met smaak en vaardigheid wordt toege past. De filmcamera is een dood mechanisch ding, dat alles tracht te reprodueeeren wat voor de lens komt. Maar de emulsie op het negatief is heel wat minder gevoelig dan het menschelijk oog en regisseurs, teekenaars en de mannen van de camera hebben na jaren van ervaring geleerd op welke wijze (o.a. door verschil in belichting) aan deze mindere ge voeligheid van het technische oog (de came ralens) kan worden tegemoet gekomen. Nu meent men vaak ten onrechte, dat de kleuren-camera principieel iets anders is dan gewone zwart-wit camera, dat de eerste zonder ingrijpen van den camera-man zelf wel zal elimineeren of accentueeren wat noodig is. Dat is natuurlijk verkeerd. Het nieuwe kleuren-procedé is een vernuftige technische vinding, die we nog moeten leeren hasteeren. Het is het best te vergelijken met een prachtigen vleugel, die wacht op den grooten artist, die de eigenschappen eerst ten volle recht zal doen wedeiwaren. Vroegere kleureniilms sukkelden alleen met het „focus" (brandpunt) -probleem. In 1926 maakte Douglas Fairbanks „The Black Pi rate", een geheel gekleurde hoofdfilm. In dien tijd was het additieve systeem al volkomen verlaten. Het systeem, dat door Douglas Fairbanks werd toegepast was een twee-kleuren procédé, waarbij aan elke zijde der copie van de filmcopie een der beide kleuren was aangebracht. Elke film krult om dat het celluloid en de daarop aangebrachte gelatine een verschillende uitzettingscoef- ficient hebben. Voor een film met één laag gelatine is dat ïxatuurlijk niet zoo erg, omdat de film in één richting krult en dit over de geheele lengte van de film hetzelfde blijft. Met de aan beide kanten bedrukte copie van „The Black Piiute" kwam het voor, dat de filmband over een bepaalde lengte naar den eenen kant en voor een volgend stuk naar de andere zijde omkrulde exx op de plaats waar die richting veranderde sprong het beeld uit het brandpunt. Het was een heel werk om aan die gebreken althans zoo ver tegemoet te komen, dat de vertooning zonder haperen kon plaatsvinden maar ondanks al die moeite was het x-esultaat onvoldoende. De film bleef wazig en onscherp. De moderne kleurenfilm is vrij van deze fouten. De copie is maar aan één zijde bedrpkt en het materiaal, dat voor de kleurenfilm gebruikt wox-dt is gelijk aan het celluloid dat voor gewone films wordt gebezigd. kleurenfilm in Palace De film Becky Sharp, die onder den Neder landsehen titel „Kermis der IJdelheid" in ons land wordt vertooixd, doet ons enkele eigen aardige gewaarwordingen ondergaan, die het gevolg zijn van de kleuren, die deze film on getwijfeld beheerschen. Deze kleui'en trekken zoo de aandacht, dat men vooral in hei begin moeite heeft op het gewone spel te letten, zooals men bij gewone zwart-witte films toch gewend is te doen. Zoo ging het eenige jaren geleden (het is nog niet zoo heel erg lang dat de geluidsfilm be staatook met het geluid. Men ging spe ciaal naar de bioscoop om te h o o r e n. Er werden speciale films voor het geluid gemaakt, opera-aria's, schlagers, en zoo voorts. En pas langzamerhand werd het geluid het aanvullen de element, dat juist als zoodanig een zeer be langrijke plaats kan innemen. Met de kleurenfilms zal het net zoo gaan. zegt men. Men zal Becky Sharp gaan zien ter wille van de kleuren en wij zouden bijna zeg gen dat Becky Sharp gemaakt is voor de kleu ren vooral. Want een film als deze, waarin veel costuums in een entourage van feestzalen, leent zich uitermate goed voor kleuren. Voox-loopig zijn het speciaal de tegenstellin gen waarmee zeer sterk wordt gewerkt. Zwart tegexx wit, rood tegen blauw, groen tegen geel en dergelijke en waar het maar eenigszins kon, zijn scènes uitgekozen opdat het kleurenpro- cedé goed tot zijn recht kon komen. Er zijn menschen die de gekleurde filins ver schrikkelijk vinden. Er waren eenige jaren ge leden ook menschen die de geluidsfilms ellen dig vonden en wie herinnert zich niet de uit spieken der ster-ren, die voorspelden dat de stomme film zeker zou winnen? Zij, die dit zeiden, zijn nu zelf vergeten en de idee een stomme film te moeten aanschouwen, is be lachelijk geworden. Zeer zeker zijn er ook in Becky Sharp wel dingen te vinden die niet bepaald bewonde renswaardig zijn, al was het slechts de wijze waarop de gezichten zijn gekleurd; toch wel een belangrijk onderdeel. Doch het zou dwaas heid zijn te verwachten dat de eerste groote, volgens het nieuwe procédé gekleurde film, meteen alle moeilijkheden had overwonnen. Door den inhoud onderscheidt Becky Sharp zich weinig van andere goede historische amu sementsfilms. Miriam Hopkins beeldt op voor treffelijke wijze de eeuwig-verliefde, eeuwig- bedriegelijke, eeuwig-bekorende Becky Sharp uit. Ondanks het feit dat de geschiedenis met de onverbeterlijke Becky Sharp zich steeds herhaalt, is er toch veel afwisseling in de film. De andere spelers, als Frances Dee, Cedric Hardwicke, Alan Mewbray, G. P. Huntley Jr. geven goed tegenspel te zien; doch in deze film draait per slot van i-ekening alles om xMiriam Hopkins ende kleuren, die het werk zijn van Rouben Mamoulian. Men gaat Becky Sharp zien om te ervaren hoe wij allengs in het gebied der kleurenfilms komen en om een genoegelijken tijd van ont spanning door te maken. Het voorprogramma van Cinema Palace is deze week eveneens van bijzondere beteekenis. Buiten het laatste nieuws uit binixen- en buitenland wordt een muzikale film vertoond, die buiten het gewone kader valt en zeer zeker de moeite waard is. Een Silly Symphonie, een teekenfilm van goeden naam, zorgt voor het komische ele ment; daarvoor is het een teekenfilm, Ook hierin zijn de kleuren weer treffend, zij het op andere wijze dan in de hoofdfilm. Eenige acrobaten laten op het tooneel zien dat bijzondei-e lenigheid eimstige oefening vereischt en het applaus komt hun dan ook ten volle toe. in Rembrandt Zondagmorgen Dat het bridge-spel ook eens een filmonder werp zou worden was te voorzien. Het was alleen de vraag: wat zal de film met bridge doen? Maakt men een problemen-film dan is er een groot percentage toeschouwers dat weg loopt, want bridge moge dan wel een alom in geburgerd en soms verafgood spel zijn gewor den, er blijven nu eenmaal mensehen bestaan die niet willen of kunnen bi'idgen of trouw gezworen hebben aan klaver-jassen. Maar de film, die Zondagmorgen in Rem- braxxdt theater te zien is, heeft een aardige op lossing gevonden van het probleem: hoe ma ken we een voor iedereen aantrekkelijke bridge-film? Eigenlijk zijn het drie twee- acters, die morgen voor de lens zullen rollen, elk een probleem behandelend. Ely Culbertson zelf zorgt voor de toelichtin gen en toont tevens een rustig en fijn-geestig fimacteur te wezen. Elke film is een klein ver haal: valsche spelers op een boot, ontmaskerd door Culbertson en door hem down gespeeld; de rechtvaardiging van een echtpaar dat door zijn goede spel van geheime teekens wordt verdacht en als derde de psychologische zijde van het bridge-spel. Deze laatste is van zoo veel beteekenis dat zij een betrouwbare waar demeter kan zijxx voor huwelijks-gegadigden. Gelukkig dat Culbertson er ten slotte zelf de spot mee drijft, want andei's zou het wel wat te ver gaand zijn. De drie Culbertson-films, onder den gezamen- ijken titel van „Mijn ervaringen op bridge- gebied" toonen op spannende wijze hoe het genie als 't ware uit een poploos-dertien groot slam weet te maken Voor bridgers die van gepeperde kost houden, een aardige verpoo- zhxg, die leerzaam is bovendien. Voor niet- bridgers zijn Culbertson's ervaringen span nend als film, inaar het hoeft natuurlijk niet nog eens gezegd te worden dat Culbertson hoofdzakelijk tot heix spreekt en voor hen speelt, die meer dan gewone belangstelling- hebben voor het edele spel van de brug. Voor dezen zal de kennismaking met het echtpaar Culbertson ongetwijfeld zeer aange naam zijn. Rembrand) draait „Variété", i indrukwekkend gespeelde circustragedie. Het circus is in de geschiedenis van de rol prent steeds een vruchtbaar terrein voor de regisseurs geweest en dat is niet verwonder lijk, want deze wereld van schijn en werke lijkheid, bravour en bombast, van hartstoch ten en naijver, deze bonte wereld biedt den kunstenaar inspiratie in overvloed. Ook „Variété" speelt zich temidden van het circusleven af, deels vóór, deels achter de coulissen. Het is het beruchte conflict van den driehoek, dat de regisseur Nikolas Fai'kas tot thema van zijn stuk koos. De aangrijpen de, heftig gepassioneerde roman van drie tra pezewerkers, die gezamenlijk den grondslag van hun carrière legden, gezamenlijk den strijd om vooruit te koxnen voerden, gezamen lijk den weg naar de roem vondengeza menlijk getriomfeerd zouden hebben, indien de liefde niet haar wig tusschen het drieman schap had gedreven. Farka.s heeft uit dit ge geven een boeiend filmwerk opgebouwd. Hij voert ons midden van de „struggle for life" van deze drie menschen, zooals ze daar eerst Hans Albers, Annabella en Attila Hörbiger (rechts) in „Variété". in hun priinitief tentje met primitieve midde len voortploeteren, totdat eindelijk hun groote kans gekomen is en „de drie Maxims" als hoofdnummer op een wereldstadprogi-amma prijkexi, en hij heeft het langzaam uitgroeien de conflict van den driehoek, dat zijn climax David Copperfield (Frank Lawton), Uriah Heep (Ro land Young) en Micawber (W. C. Fields) in David Copperfield. vindt in 'n opwindende trapezescène, meester lijk uitgebeeld. „Variété" wordt gedragen door het drieman schap Hans Albers Attila Hörbiger Anxxa- bella, drie kunstenaars, die volkomen op elkaar ingespeeld zijn. Van Hans Albers is dit zeer zeker een der beste rollen, dié wij ooit van hem zagen. 1-Iier is nu eens geen lachende charmeur of gevreesde la-achtpatser, dien hij moet uitbeelden, maar een zuiver mensche- lijke sterveling in al zijn wel en wee. Hans Albers is daar voortreffelijk in geslaagd en van zijn spel, dat een wisseling van humor en tragiek is, gaat dan ook een sterke bekoring uit. Naast hem levert Attila Hörbiger een knappe creatie van den man, die aan zijn wanhopige liefde voor het meisje te gronde gaat en zijn eens onafscheidelijken vriend op verraderlijke wijze uit den weg poogt te rui men. Hij speelt dezen ongelukkigén mensch met een dreigende en onheilspellende stil zwijgendheid, die van beklemmende realiteit is. En dan is daar als „Dritte im Runde" Anna- bella, de kleine Fransche actrice met het frêle figuurtje en het fijn besneden gelaat. In een ontroerende, fijn doorvoelde rol verschijnt zij voor ons als het meisje, dat door een meedoo- genloos lot gedreven, het middenpunt wordt van een fel-bewogen liefdesaffaire. „Variété" is een film, waar een bijzonder fascineerende werking van uitgaat en die zeer zeker elkeen van het begin tot het eind zal boeien. Zoowel wat spel en regie als muzikale begeleiding betreft, staat zij op hoog peil. Het eenige bezwaar is wellicht, dat op enkele plaatsen de dialoog wat lang is, wat overigens niet verhindert, dat juist in deze dialoog vele rake passages voorkomen. Wie een waarlijk kunstzinnig filmwerk weet te apprecieeren, verzuime niet „Variété" te gaan zien. Het programma vóór het hoofdnummer be staat uit het wekelijksche nieuws uit biixxxen- en buitenland en 'n teekenfilmpje, dat vol is van geest en humor. De 6 Sarattos vormen op het tooneel mensche- lijke pyramiden, waarbij heel wat vaardig heid en kracht te pas komt. Miriam Hopkins en Fx-ancis Dee, de vertolksters der vrouwelijke hoofdrollen in „Becky Sharp". Maria Andergast en Wolf Albach-Retty in „De Vogelhandelaar". EEN VOORBESPREKING DOOR KAREL DE JONG Nevens de haast elke week waar te nemen, maar vaak moeilijk verklaarbare meervoudige uitzendingen ditmaal' b.v. van Schubert's d min.-Stx-ijkkwartet Zondag uit Hilversum I en uit Stuttgart, van Beethoven's Strijk kwartet op. 18 no. 5 Dinsdag uit Praag en Woensdag uit Beromünster, van, Mozart's Sonate voor 2 piano's Maandag uit Berlijn en Woensdag uit Frankfort, van Schumann's Eerste Symphonie Vrijdag uit Hilversum I en uit Zeesen, komen telkens uitzendixxgen voor van werken die men, althans in ons land, zelden op de programma's der concertinstellin- geix ziet. Wat de komende week betreft, mogen we tot die laatste categorie van werken rekenen het 4de Pianoconcert van Serge Rachmaninoff, dat Maandagavond door Scottish reg. uitge zonden zal worden, Benno Moisciwitsch, die verleden Maandag het 2de Concert van den zelfden Russischen coixiponist voor een Neder- landsche microfooxx speelde, zal de solopartij vertolken. Ik heb van dezen eminenten vir tuoos ook het 3de gehoord; hij schijnt dus voor Rachmaninoff's concerten wel een bijzondere voorliefde te koesteren. Naar men weet wordt het 2de Concert verreweg het meeste gespeeld. Het 3de stelt zulke buitengewoon hooge tech nische eischen, dat slechts weinig pianisten er zich in 't openbaar aan wagen. Onder deze weinige is behalve de componist zelf Wladimir Horowitz die xxu te Milaan ziek ligt wel de voortreffelijkste, omdat hij, in tegenstel ling met Moisciwitsch, door zijn explosief tem perament het werk van begin tot eind boeiend weet te maken, wat het uit zich zelf minder is dan het thematisch en melodisch sterker tot den'hoorder sprekende 2de. Het éde schijnt lang niet zuike exorbitante technische eischen te stellen als het 3de, maar aangezien ik het werk tot dusver nooit heb kunnen hooren of inzien moet ik er mee volstaan, de attentie vair de velen, die het 2de Concert kennen en gaarne hooren, er op te vestigen. Een ander hier onbekend werk is de 3de Symphonie van Dvorak. Van Dvorak's Sym- phonieën hoort men gewoonlijk alleen de 5de, op. 95, die onder den naam „Aus der neuen Welt" niet alleen de xxieuwe. maar ook de oude wereld veroverd heeft. Zulke vreedzame veroveringen, die aan niemand leed of schade berokkenen integendeel: de wereld wordt er rijker door! kan men meer unaniem met instemming begroeten dan de imperialistische neigingen van pan-ditofdat-ismen, die alleen van in-de-panhakkerij heil voor hun streven naar vermeerdering van hun „beschavings"- export verwachten. Maar, om op Dvorak's 3de Synxphonie terug te komen: dit werk is, naar men zegt, tot op zekere hoogte als een stuk autobiografie van den compoxiist te beschou wen, en wel als een stuk van zijn leven in zijn jonge jaren, die misschien even rijk aaxx stx-ijd als aan idealen waren. In muzikaal opzicht wordt zij verwaxit met werken van Beethovexi, Schubert en Schumann genoemd. Vaxx Beet hoven wordt in 't bijzonder de Pastorale Sym phonie in het verband betrokken. Met deze heeft Dvorak's werk ook de toonsoort gemeen. Zij bestaat uit vier hoofddeelen; 1. Allegro ma non troppo, 2/4, F gr. t.; 2. Andante con moto, 3/8, a kl. t.; 3. Allegro scherzaxxdo, 3/8 Bes gr. t.; 4. Allegro molto 4/4 F gr. t.; aan het derde hoofddeel gaat een inleiding vooraf. De finale begint eigenlijk in a kl. t. exx pas na eenigen tijd komt het hoofdthema in F gr. t. voor dexx dag. In deze finale komen thema's uit het Andante en later ook uit het eerste Allegro terug; het begin vormt ook de afsluiting, zoo dat het werk een cyclischen bouw vertoont. Plet wordt Dinsdagavond door Praag uitge- zoxxden. Vrijdagavond zendt North regional Dvorak's éde Symphonie uit. Ook deze hoort men zei den, ten deeje misschien doordat zij in Enge land uitgegeven is. Zij is losser en nxeer rhap- sodisch van structuur dan de 3de en kxxoopt bij de Tchechisch-nationale volksmuziek aan. De vier hoofddeelexx. waaruit zij bestaat, zijn: 1. Allegro con brio, 4/4 G gr. t.; 2. Adagio, 2/4, c kl. t.; 3. Allegretto grazioso, 3/8. g kl. t.; 4. Allegro ma non troppo, 2/4, G gr. t.; ook hier keert eexx fragment uit het eerste hoofddeel in de finale terug. Van de pianoconcerten, die tot uitzending zullen komen wil ik nog noemen, dat van den Noor Christian Sinding (geb. 1856) en het 2de van den Hongaar Bela Bartok (geb. 1881). Binding's muziek heeft minder uitgesproken Noorse he kenmerken dan die van Grieg; zij is coorgaans mannelijk en stoer van karak ter, maar veelal dik en overladen, en zij is op eer. paar werkjes na in de verste verte niet zoo algemeen verbreid en geliefd gewor- dn als die van zijn' ouderen landgenoot. Sin- ding heeft vei-schillende grootere werkexx w.o. een drietal symphonieën en 2 vioolconcerten geschreven. Bartok ls vooral bekend gewor- deix door zijn oixivattende studie der Hon- gaarsche folklore. In harmonisch opzicht be hoort hij tot de zeer modernen. Het Concert van Sinding wordt Doxxderdag door Stuttgart, dat van Bartok Zaterdag door Midland regio nal- uitgezonden. Het lijkt mij de moeite waard, met beide kennis te maken. Op het gebied der kamermuziek vex'diexxen in ds eerste plaats de aaxidacht de uitzen dingen van Brussel Fr. op Woensdag exi van Brussel VI. op Vrijdag, die de laatste kwar tetten van Beethoven, te spelen door het uit muntende Pro Arte-kwartet bevatten. Die diepzinnige werken kan de echte muzieklief hebber eigenlijk nooit te vaak hooren: elke keer ontdekt men er weer nieuwe schoonhe den in. De tijd waarin ze als onverstaanbaar en onbespeelbaar golden, ligt gelukkig al lang achter ons. Ter oriënteering van den hoorder wil ik de indeeling- vex'melden: No. 13, Bes gr. t„ op. 130: a. Adagio ma non troppo; Allegro; b. Presto; c. Andante con moto, ma non trop po; d. Allegro assai („Alla danza tedesca". d.i. als een Duitsche wals) e. Cavatina: Ada gio molto espressivo; f. Finale: Allegro. No. 14, cis kl. t„ op. 131: a. Adagio ma non troppo en molto espressivo; b. Allegro molto vivace: c. Allegi-o moderato; d. Andante, ma non troppo e molto cantabile (Variaties)e. Pres to; f. Adagio quasi un poco andante; g. Alle gro. No. 15, a. kl. t., op. 132: a. Assai sostenu- to: Allegro; b. Allegro ma ïxon tantü; c. Molto Adagio; Andante; d. Alla Marcia, assai vivace; Piü Allegro; e. Allegro appassioixato. No. 16. F. gr. t., op. 135: a. Allegretto, b. Vivace; c. Len to assai, caxxtante e tranquillod. Grave, ma non tx'oppo tratto; Allegro. No. 17, Bes gr. t„ is de „Groote Fuga, nu eens vrij, dan weer streng, die oorspronkelijk de Finale van op. 130 voi-nxde, maar op aandrixxgen van anderen door eexx vrije en miixder moeilijk te begrij pen Finale vervangen werd, waaima de Fuga afzondex'lijk als op. 133 verscheen. Het strijk- kwax-tet in Es gr. t., op. 109 van Reger bevat als Finale eexx zeer geestige en dooi'zichtig gehouden fuga, waarnaar ook de leek xxxe1" groot genoegen luist-ei-en kaxx, Weexxexx zendt dit Doxxderdag uit Snxetaxxa's „Aus nxeinem Leben", waarmee de oude Bohemers bij hun eerste komst in ons land furore maakten (Os kar Nedbal speelde toexx altviool er in), gaat Woensdag uit Hamburg. Een strijkkwartet in D„ op. 8 van Debussy, xls Hilversum I voor Wierrdav aankondigt is mij niet bekend. Ik meende dat- D. slechts één kwax-tet, nl. dat in g. kl. t„ op. 10, geschx-e- ven had. We zullen dus moeten afwaclxtexx. blijft nog een week in Luxor. Davld Copperfield blijft xxog eexx week in Haarlem, Dit was te voorzien, want zelden is een zoo waardevolle film vertooixd als deze. Vorige week schreven wij reeds uitvoerig over dit meesterwei-k, waarin wij lietexx uitkomen, dat het eerste deel van David Copperfield in nagenoeg alle opzichten volmaakt te noemen is, vooral door de eenheid en de toeixemende spaxxnïng, terwijl lxet tweede gedeelte in het kort verschillende treffende mom-enten ver tolkt uit Dickeixs' onsterfelijk werk. Vooral Freddie Bartholomew, als de kleine David Copperfield, ontroert door zijn eenvou dig, natuurlijk exx beheerscht optreden. Doch alle spelers in David Copperfield hebben den juisten tooxx getroffen en doen de histoiïsche figurexx leven, als waren het ineixschen uit oxxzen tijd. Natuurlijk is "in lxet voorprogramma het wereldxxieuws vervangen door dat van de laat ste week. de jubileumsfilm van Frans Hals. Frans Halstheater bestaat een jaar en ter gelegeixhedd daarvan wordt als jubileums- film gedraaid De Vogellxandelaar, een vlotte historische amusementsfilm, die alleraar- diiste oogeniblikken van spanning geeft te zien. Vooral Wolf Albach-Retty als de vogel- haixdelaar geeft buitengewooix aardig, na- tuuriijk spel te aanschouwen en maakt van deze film iets bijzonders. 'Ook zijn tegen speelster Marie Andergast, OChr-istl van de post) weet door haar charme te boeien. Trouwens de geheele opzet van deze film geregistreerd dioor E. W. Emo is vol c-lxarme en aardige verwikkelingexx. Het aantal mis verstanden eix vergissingen waaraan deze film zoo rijk is, is legio en natuurlijk komt alles in het reine, zooa-ls ibij een goede amusements film als de-ze is, ook behoort. De aardige Tiroolscbe taal draagt trouwens ook veel bij. De Vogelhandelaar een speciaal cachet te geven, eexx zwierigheid, die men ixx deze film „uit dexx. pruikentijd" dus niet vergeefs zal zoekexx. Een zeer goede figuur is ook Georg Alexan der, als graaf Stanislaus en vooral Max Gül- storff, de opper-hofjachtmeester Baron Webs, die voor tamme varkens even bang is alis voor echte wilde zwijnen. Fotografisch ie De Vogelhandelaar zelfs zeer goed. Van begin tot eind treft men vele pittoresque beelden uit het landelijke Tirol, waarbij de goede vixxdingen vaxx montage en geluid het ixoodige nog bijdragen. De Vogellxandelaar is een oixschuldige, ver makelijke film, die zich onderscheidt vaxx het gewone genre door zijn waarlijk spannenden •afhoud. en groote charme. Het vo o r pro gra man a van Frans Hals heeft een teekenfilm van Poppeye, een bekende die geen aanbeveling meer behoeft. Zijn spinazie- voor-kracht is bijna spreekwoordelijk gewor den, evenals zijn scheepsfluitje reeds nxeixig muziekstuk lxeeft geïnspireerd. Een gekleurde teekenfilm laat ons nog maals zien de onbegrensde mogelijkheden voor fantasie exx kleurenspel in dit gexxxe film. Menigmaal looixt een bioscoopbezoek reeds alleen door een goede gekleunde teeken film. Behalve lxet wereldnieuws wordt nog een film uit drie d-eelen bestaaxxde vertpond, die op origin eele wijze de oefenixxg van de Amerikaansche brandweer laat zien, evenals de laatste mode der haardrachten, die van kort haar lang haar maakt en de vervaardi ging van electrische stroomlijn-locomotieven. Zooals men zietzeer gevarieerd... HAARLEM S SALON ORKEST. Op Maandag 20 Januari geeft Haarlem's Saloxx Orkest zijxx twaalfden Amusements avond voor leden en donateurs. Het program ma vermeldt o.a. optreden van het salonor kest, Duo Busch (dat een revue-schets „Hoe bestaat het?" zal opvoeren) exx Max Alexan der, die tevexxs de conferexxce eix het bal zal leiden. VRIJW. BURGERWACHT HAARLEM. De Vrijiw. Bui-gei'wac'ht Haaxdem zal Maan dag 13 Januari a.s. eexx avondo-efening 'houden xxabij dexx Watertorexx aaxx den Zee weg. Te rekenen vaxx 6 Jaxxuari af zijn -bevor derd tot korporaal bij lxet Transportwezen de dames C. vaix Glxert exx G. M. vaxx Emmerik exx tot korpoi-aal bij de Iixtexxdaxxce ïxx-ej. J. A. J. M. van dexx Bergh JEUGDIG INBREKER AANGEHOUDEN. De Arxxhemsche recherche heeft gear resteerd dexx 20-jarigexx Arnhemmer R. J,, die zich schuldig had gemaakt aan niet minder dan ongeveer vijftig inbraken. J. maakte er gedurende de laatste vijf wekexx een gewoonte vaxx, om voornamelijk in de buitenwijken vaxx Arnhem exx ook in Oosterbeek exx' Wagenixxgen, overdag aan de achterzijde der huizen binnen te dringen en uit de keuken grootere en kleinere gelds bedragen weg te nemen. Hedenmoi-geix gelukte h-et eexx rechercheur J., na een korte achtervolging, aan te houdeix J. legde een volledige bekentenis af eix zal aaix de justitie worden overgeleverd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 14