Blijft Fit!
BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD
Het nieuwe A.V.R.O.-huis in wording.
ZATERDAG 8 FEBRUARI 1936
HAAELE M'S DAGBLAD
Een wonder op elk gebied.
Techniek, schoonheid en nieuwe zakelijkheid.
Na het verblijf in het oude studio-huis van
de A.VR..O., waarover ik in een vorig artikel
het een en ander heb verhaald, heb ik op een
middag een bezoek gebracht aan het nieuwe
A.V.R.O.-paleis, waaraan nog hard gewerkt
wordt, maar dat toch reeds in zooverre gereed
is, dat men nu al een uitstekenden indruk
krijgt van wat de nieuwe studio-gebouwen aan
schoonheid, technische volmaaktheid en prac-
tische inrichting te zien zullen geven, indien
de bouw in Juni a.s. gereed is gekomen en dit
radio-paleis in gebruik zal kunnen worden ge
nomen. Er wordt nog hard geploeterd, vooral
de groote zaal is nog op verre na niet klaar,
de „finishing touch" ontbreekt overal nog.
doch niettemin is er, zeker voor den journa
list. aan den 's-Gravenlandscheweg bij de twee
eeuwenoude beuken een macht van interes
sante kennis op te doen.
De contrast-werking tusschen het oude
landhuis aan den Ouden Enghweg en dit ra-
d'c-kasteel in wording is zoo frappant, dat het
fc „"na komisch aandoet. Het oude en nieuwe
zijn hier wel in schrille tegenstelling met el
kaar. Eén ding is echter zeker: met het ver
laten van de oude studio zal er in het AVRO-
huishouden een brok gezelligheid en gemoede
lijkheid verloren gegaan, welke vooral de oude
ren onder 't A.V.R.O.-omroep-personeel in den
ibeginne noode zullen miSsen. Want in het
nieuwe gebouw is slechts plaats voor strenge
zakelijkheid, ijzeren discipline en nuchter
plichtsbesef. De jaren der omroep-romantiek
zijn voor de A.V.R.O. dan voorbij. Alle leden
van het studiopersoneel krijgen in Juni een
nummer en worden, indien zij ergens noodig
zijn, per lichtsignalen bij hun nummer opge
roepenDit voorbeeld spreekt reeds vol-
doende.
Onder de prettige en bij uitstek deskundige
leiding van den heer Guus Weitzel heb ik dan
een rondwandeling door het nieuwe gebouw
gemaakt en het bekeken van de uitgestrekte
catacomben tot de hoogste „zoldervertrekken",
die ook alle een functie in het bedrijf te ver
vuilen krijgen.
Zooals men waarschijnlijk weet, is de nieuwe
studio ontworpen door de Amsterdamsche 'ar
chitecten Merkelbach en Karsten, terwijl de
iDeiftsche professoren Fokker en Zwikker het-
accoustisch gedeelte hebben verzórgd.
Het gebouw is opgetrokken in gewone/gele
Friesche baksteen, zoogenaamde beste, gele
mop, waarnevens voor d'e verdere afwer
king, zooals het in dezen tijd past, overal een
kwistig gebruik is gemaakt van staal, beton
en verschillende soorten cement. Het bouwwerk
toestaat feitelijk uit twee gedeelten, het zooge
naamde zaalgebouw, waarin de groote too-
neelzaal, met tooneel, orkestbak, orgel, bal
kons, enz. is ondergebracht, en het eigenlijke
studio-gebouw. Plet zaalgebouw en de studio-
vertrekken, de zoogenaamde „gevoelige" ge
deelten van het gebouw zijn fundamenteel ge
scheiden door een breede richel van de hulp-
vertrekken van het gebouw, die „ongevoelig"
zijn. Trillingen van eiken aard, waaraan o.a.
het zaalgebouw, dat ook voor gewone tooneel-
en concertdoeleinden zal worden verhuurd,
bloot staat, kunnen zich derhalve niet mede-
deelen aan het studio-gebouw.
Het nieuwe A.V.R.O.-huis heeft dan ook fei
telijk twee ingangen, twee halls etc. De menu-
mentale hoofdingang, annex hall, met daar
naast gelegen, den ingang van het zaalgebouw,
een aparte hall met vestiaires, opgang naar de
(balkons, enz.
De groote zaal, accoustisch een geluids-
prisma, waar in de eerste plaats het A. V.R.O.
orkest zal musiceeren, opera-uitvoeringen zul
len worden gegeven en dergelijke, kan onge
veer 500 personen bevatten.
Het tooneel wordt modern geoutilleerd, is
hoog, maar niet diep, omdat op den achter
grond het kerk- en concertorgel zal worden
opgesteld. De orkestbak is diep, maar kan
zoo noodig met een estrade worden overbrugd.
De orgeltafel, die eveneens in den orkest
bak wordt opgesteld, kan, zoo noodig, door
middel van een lift, omhoog gebracht worden
naar podium of zaal en wordt anders opge
borgen in een onder het tooneel gebouwden
kelder.
Links, van het tooneel af gezien, boven
den orkestbak is een g-lazen omroepcel ge
bouw, waar Guus Weitzel of zijn collega-om-
roeper Frits Thors tijdens uitvoeringen zullen
heersohen en het geheel gemakkelijk over
zien.
Rechts het tooneel afgaande vindt men
drie series boven elkaar gelegen, zeer" com
fortabel ingerichte kleedkamers met douche
cellen en een speciaal salonnetje voor de
groote sterren, die voor de AVRO-microfoon
zullen optreden, en die zich in dezen salon
rustig zullen kunnen verpoozen of concen-
treeren voor hun aanstaande kunst-pres
tatie.
In de catacomben onder het tooneel komen
wij dan nog de machine-kamer voor de orgel
bediening tegen, de relais-ruimte en een ruime
rijwielbergplaats.
Iets volkomen nieuws op geluid-technisch
gebied zijn de onder de zaalruimte gelegen
dusgenaamde „sus-kamers", cellen met
luchtschotten en luchtkanalen, welke de ge
luidstrillingen zullen moeten reguleeren eu
dempen of sussen.
Het is inderdaad hoogst belangwekkend
in deze catacomben rond te dwalen en deze
hyper-moderne snufjes, waarvan het practi-
sche resultaat dient te worden afgewacht-,
van nabij te bezichtigen.
Op onze verdere rondwandeling komen we
dan "nog voorbij het schakelbord voor de ver
warming, licht- en krachtbronnen, etc. en
de eigen put, speciaal door de AVRO geslagen,
welke voor het noodige koelwater zal moeten
zorgen. Deze bron. eveneens in de catacomben
te vinden, is 62 M. diep. met een schacht van
8 M. We passeeren dan nog de pompkamer, den
ventilatorenkelder, de drie verwarmingskachels
goor de centrale verwarming van het ge-
Door Jan van Zijst.
heele gebouw, de luchtgangen en --kanalen
voor de luchtvoorziening van het studioge
bouw, waar geen ramen zijn aangebracht,
en komen dan tenslotte in den speciaal van
de hardste materialen gebouwden echo-kelder.
Deze heeft een echo-nagalm van 6 seconden.
Hier worden alleen een luidspreker en een
microfoon opgesteld
Tot dusverre bevonden wij ons nog steeds
hoofdzakelijk in en onder het zaalgebouvv. We
passeeren nu de smalle, diepe „spouv/", reeds
eerder genoemd, welke het gevoelige en on
gevoelige gedeelte scheidt, en komen nu in
de hall van het eigenlijke studio-gebouw.
Zooals men bij een bezichtiging ervaren zal,
bestaat het geheele complex uit een aantal
kubussen. In de hall valt onmiddellijk de
nis op, die naast de deur naar het dienst-
trappenhuis is aangebracht, en waarin
straks de beroemde AVRO-klok met den
Westminsler-slag zal worden geplaatst. Na
de sombere duisternis van de catacomben
is het weldadig licht in deze hall. waar de
in staal gevatte ramen nergens zijn gespaard.
Hier zijn overal dubbele deuren.
Bij het binnenkomen door den hoofdin
gang ontwaart men links in de hall de be
stuurskamer, die aan de hall-zijde een ge
heel glazen wand bezit. Van hieruit komt
men in de kamer van den Chef dei-
Huishouding waarnaast de directie-woning
gelegen is. Op de hall komen ver dei-
uit een groote ontvangkamer, die eventueel
ook als een soort klein-auditorium dienst zal
kunnen doen, d.w.z. dat groepen bezoekers,
alvorens hun tocht door het gebouw te aan
vaarden, daar van te voren veel -wetenswaar
digs zullen vernemen van den geleider, waar
door zij des te beter zullen kunnen begrij
pen, hetgeen zij op hun a.s. rondwandeling
te aanschouwen en te verwerken zullen 'krij
gen.
In de hall bevindt zich bovendien de por
tiersloge met telefooncentrale.
We gaan nu een trap op en belanden in
de cantine, die tevens als restaurant en
foyer van de groote zaal dienst zal doen.
Van het zaalgebouw uit is deze foyer-cantine-
restaurant gemakkelijk te bereiken,
In dit vertrek vindt men de bar en daar-
achter de ruime, hygiënisch en modern in
gerichte keukens. Het restaurant bezit een
balcon, dat op -het Zuiden uitziet. Er voor
rijist een der -beide gespaarde oude beuken
op, flink gesnoeid, om niet in den weg te
staan.
.Het gebouw is wél een groote goederenlift
een keukenlift en een kleinere goederen-
dito (voor gramofoon-platen, enz.) rijk, doch
geen personenlift.
Op onzen verderen tocht komen we nu,
een trap beklimmend (ook het trappenhuis
baadt in het licht) op de tusschen-verdieping
terecht, waar de groote en talrijke accumu
latoren worden opgesteld voor den noodzake-
lijken gelijkstroom.
De versterkers behoeven o.a. gelijkstroom.
Ook voor vele andere doeleinden is deze
noodig. Naast deze accumulatoren-ruimte is
een experimenteer-kamer voor den chef van
den opname-dienst (radio-journaal, enz.) in
gericht.
We hebben thans de eveneens op de tus
schen-verdieping gelegen luchtkanalen "uim-
te bereikt. Hier kan men zien, hoe de ver
schillende luchtkanalen aan de op de eerste
verdieping gelegen studio's feitelijk trilling-
vrij, veerend zijn „opgehangen". De studio's
zelf steunen op vier betonnen steunpunten
(de band-studio op zes). We staan er nu on
der en kunnen deze allernieuwste wijze van
het trillingvrij en geïsoleerd bouwen van
studio-ruimten op ons gemak bekijken. De
groote buizen der luchtkanalen hangen tril
lingvrij in rubber-houders, om het voortplan
ten van trillingen in deze kanalen te voor
komen. Zooals wij reeds eerder schreven, be
zit het studiogebouw geen ramen. Altijd
brandt hier kunstlicht, terwijl de versche
lucht in de ventilatorenkamer wordt inge
zogen en via de luchtkanalen door dit ge
heele gedeelte van het gebouw gedistribueerd.
De wanden van enkele der kleinere studio-
vertrekken zijn geïsoleerd met kurk, en an
dere isoleeringsmaterialen. Voordat we door
gaan naar de eigenlijke studio-kamers, be
zoeken we nog even de eigen foyer-cantine
voor de orkest-leden, die als een balkon boven
de eerder genoemde foyer-restaurant gebouwd
is. De dirigenten, zooals Nico Treep, Louis
Schmidt, Albert van Raalte. Eddy Meenk.
hebben bovendien de beschikking over een
dirigenten-kamer.
Hiernaast is een vertrek gereserveerd als
stem- en instrumenten-kamer.
Alvorens een concert begint, kunnen de or
kestleden hier hun instrumenten stemmen
en na afloop van de uitvoering weer opber
gen. Men ziet: hier is werkelijk aan alles ge
dacht. We passeeren thans de gramotheek.
waar ruimte is voor 25.000 gramofoonplaten
tegen 3000 in het oude huis.
Thans zijn we eindelijk het hart van het
bedrijf genaderd: de beide controle- en ver
sterkerskamer, waarbij het zgn. electrische ver
grendelingssysteem is toegepast, dat het
onmogelijk maakt, dat wanneer tijdens de
uitzending de eene controlekamer in gebruik
is, door een fout van uit de andere controle
kamer de uitzending tevens zou kunnen wor
den beïnvloed. De tweede controle-kamer is
noodig om ook op uitzenddagen te kunnen
repeteeren en de repetities aldus te kunnen
.uitprobeeren". In ieder controle-vertrek zijn
5 electrische, gekoppelde gramofoons opge
steld, daaraan is dus ook geen gebrek, en het
is allemaal Nederlandsch fabrikaat! Aangren
zend vindt men de apparatenkamer met ver
sterkers, bediend met behulp van kleine re-
lais-motoren.
We passeeren nu de opname-kamers., het-
domein van den chef van den opnamedienek
waar straks de apparaten zullen worden op
gesteld voor het „snijden" en afdraaien der
Avro-opnamen, platen van glas met een
laagje gelatine.
Aan den kant van het trappenhuis betre
den we nu twee kleine wachtkamers voor
de uitvoerenden en de gewone muziek-studio
voor kamer-muziek en dergelijke.
Voor de band-studio voor Kovac's Lajos
en de Avro-decibels, een zaaltje met een bal
kon voor eventueele bezoekers en een hoog
gewelf, de hoorspel-studio, waarin speciale
banen worden aangebracht (bijv, één met
grint, voor het geval het in een hoorspel voor
komt, dat'er op grint geloopen wordt, enz.)
de spreek-studio voor lezingen, lessen, voor
drachten, e.d., en tenslotte als een glazen
kooi, waarin Guus Weitzel straks zal zitten,
gelijk een spin in haar web, de omroepcel, die
in niets gelijkt op den dito-cel in het oude
gebouw. De omroeper zit hier rondom in een
dubbele glazen wand, met kurk ertusschen
en overziet het geheel doordat hij tevens een
speciaal raam heeft naar de controle-kamers.
Alle studio-vertrekken bezitten bovendien
zoogenaamde bespiedingsramen van dubbel
glas, waardoor de omroeper zoo noodig
teekens kan geven aan de uitvoerenden, zon
der deze verder te storen.
Het spreekt welhaast vanzelf, dat ook hier
alle kamers dubbele deuren hebben. Er is
verder nog een reserve-hoorspel-studio, welke
bij hoorspelen met groote bezetting naast de
gewone studio in gebruik kan worden geno
men.
Tenslotte mag ik niet vergeten in dit ver
band te vermelden de geluiden-kamer, het
domein van den „geluiden-producent", een
zeer gewichtig personage bij hoorspelen, den
man, die in den loop van het spel op het
juiste moment paardenhoeven moet laten klet
teren met behulp van halve cocosnoot-
doppen. de zee laat klotsen door het water
van een badkuip in beroering te brengen, kin
deren doet huilen, honden blaffen, treinen
vertrekken en aankomen, kortom de man, die
een gewichtige en lang niet geluidlooze rol
vervult bij de hoorspelen.
Het behoeft wel niet nader te worden toe
gelicht, dat er in de studio-vertrekken geen
sprake meer is van gordijnen en draperiën
voor geluidsisoleeringsdoeleinden. De gordij
nen zijn in de ban gedaan. De wanden zijn,
zcoals reeds eerder in dit artikel vermeld zelf
geïsoleerd met kurk, en verder, waar noodig
bestreken met een zoogenaamd accoustisch
cement.
Van buiten naar binnen, noch omgekeerd
van binnen naar buiten kan één enkel geluid
en één enkele ongewenschte trilling door
dringen.
Dat is met de moderne techniek, door de
professoren Fokker en Zwikker voor de eerste
maal in een Nederlandsche studio toegepast,
mogelijk geworden.
Voorzoover het van de studio's afhangt
kunnen we in de toekomst dus van de A.V.R.O.
de meest volmaakte uitzendingen tegemoet-
zien.
Voor schrijver dezer regelen is deze evolutie
in den bouw van radio-studio dubbel in
teressant- Levendig staat het mij voor den
geest, hoe nog in 1927 de „studio" van de Ba-
t-aviaasche Radio-vereeniging was onderge
bracht in hetzelfde vertrek alsde zender,
en dat dit vertrek bestond in een kamer van
Hotel des Indes, daartoe welwillend door de
Directie afgestaan
In een hoekje van deze nauwe ruimte, welke
natuurlijk voor het allergrootste deel was in
genomen door de zender-apparatuur met haar
enorme, gloeiend-heete zencllampen en waar
het onophoudelijk vonkte en knetterde, stond
een ouderwetsche marmerblok-microfoon op
een hoektafeltje en het was in deze microfoon,
dat ik lederen Zondagavond in het zweet mijns
aanschijns (de temperatuur bedroeg er altijd
minstens 115 gr. F.), voor mijn blad .,De Java-
Bode" de persberichten moest omroepen. Het
was er meestentijds zoo'n ontzettend kabaal,
dat ik mijn eigen woorden ternauwernood kon
verstaan, laat staan, dat de luisteraars er over
het algemeen iets van snapten. Toen ik een
keer een causerie voor deze zelfde microfoon
hield, moest ik telkens onderbreken, om den
monteur gelegenheid te geven, den zender wat
tot bedaren te brengen
Wanneer we een opera op gramofoon-pla
ten afdraaiden, soms bij ongeluk van achteren
naar voren, had het meestal meer van een
soort permanente donderbui in de luidsprekers
dan van Tosca of Rigoletto.
Intusschen is er ook in Indië op dit gebied
wel iets verbeterdDe oude AVRO-studio
aan den Enghweg was, bij dat Indische geval
vergeleken, een wonder van techniek en com
fort
Maai' nu de A.V R.O. in Juni a.s. de modern
ste en volmaaktst ingerichte studio van Euro
pa gaat betrekken ja, nu zien we ineens eigen
lijk eerst goed. hoe enorm de vorderingen zijn,
welke de techniek in tien jaar tijds weer heeft
gemaakt. Wanneer dit op denzelfden voet zoo
doorgaat, bestaat de mogelijkheid, dat over
tien jaar deze nieuwe studio ook weer ver
ouderd zal zijn, vooral wanneer intusschen de
televisie practisch bruikbaar geworden mocht
zijn
Laten we echter niet zoo ver in de toekomst,
vooruitzien en voorloopig de AVRO good luck
wenschen met haar nieuwe radio-juweel aan
den 's-Gravelandschen Weg te Hilversum, dat
de meeste menschen, van buiten gezien, waar
schijnlijk heelemaal niet mooi zullen vinden,
wijl groote gedeelten heelemaal geen ramen
bezitten en dus doode muren laten zien, ter
wijl daarentegen andere vleugels een teveel
aan ramen hebben. Dat lijkt onevenwichtig,
maar het is een eisch van de praktijk, waar
voor de zuivere aesthetica moest zwichten.
Het gaat er tenslotte om, of de klanken, die
hier geproduceerd worden, schooner, zuiver
der, volmaakter zullen zijn dan voorheen,
d.w.z. schooner en zuiverder naar den zender
zullen worden gevoerd.
En op dat punt. kunnen we nu gerust zijn.
Niets is onbeproefd gelaten, om de allerhoog
ste prestaties te bereiken.
Wanneer het gebouw in Juni geheel gereed
zal zijn gekomen, zullen wij opnieuw een be
zoek aan Hilversum brengen en er nog een
artikel aan wijden, in het bijzonder aan het
electro-technisch en radio-technisch gedeelte,
wat dan eerst met alle nieuwe wonderen ge
heel tot haar recht zal komen
JAN VAN ZIJST.
LANGS DE STRAAT.
Weensche Wals.
Ik loop op straat met iemand, die een on
geneeslijk parti-pris heeft voor Oostenrijk,
Oostenrijk, het land, en de Oostenrijkers,
het volk. Weenen. Salzburg. Als hij daar
eenmaal over begint te praten, praat hij
drie dagen lang over niets anders meer. An
dere landen bestaan doodeenvoudig niet
voor hem. De Fransche meisjes bijvoorbeeld,
met al hun charme, zijn voor hem geen
Fransche meisjes, maar alleen materiaal om
te vergelijken met ae Oostenrijksche Madels
en dan valt, die vergelijking natuurlijk
altijd in het voordeel van de Oostenrijksche
uit. Het grootste compliment, dat hij iets of
iemand maken kan. is: ..Zoo iets of zoo
iemand zou je nu in Oostenrijk ook tegen
kunnen komen".
Zoo iets kar. aardig zijn, mits het binnen
de perken blijft. Bij hem blijft het aller
minst binnen de perken, het treedt er ver
buiten. Tegenspreken helpt niet. Argumen
teeren evenmin. Doodzwijgen is ten eenen
male onmogelijk, want dan kabbelt hij ein
deloos door.
Maar soms is men lui en een beetje moe,
en de ware zin om tegen te spreken of te
argumenteeren ontbreekt. En ik liep met
een tikje verbazing om zooveel volharding te
luisteren haar dien overigens toch ongeveer
normalen mensch, die naast mij liep door
dien wonderbaarlijk voorjaarsachtigen och
tend en maar praatte, praatte. Over den
Hofburg en het Prater. Over den Heurigen
en het zus of zoo Museum. Over de Festspiele
enEn dat alles terwijl het om ons heen
de eerste voorjaarsmorgen in Januari was,
de musschen in de boomen een geweldig
kabaal maakten en de lucht zich heel fijn
en blauw koepelde boven de wereld, die een
air van stille tevredenheid en prettige ver
wachting had. Ik heb eens een Engelsch fu
turistisch gedicht gelezen, dat tot titel had:
„Why must .it always be tomatosoup?" „Waar
om moet het nu altijd Oostenrijk zijn?"
dacht ik een beetje geïrriteerd bij mij zelf.
Waarom kun je het niet dichter bij huis zoe
ken? Ik vind het niet aardig van je om me
op dezen kosteliiken morgen door te zagen
over Weenen en Salzburg aan het andere eind
van de wereld je probeert me weg te ha
len uit dezen prettigen Hollandschen voor
jaarsdag, en ik wil niet weggehaald worden.
Ik vind het bovendien nog erger, omdat ik
noch in Weenen, noch in Salzburg ooit ge
weest ben. En ik wil er lekker niets eens naar
toe ook. ik heb er al meer dan genoeg van
door jouw eeuwige lofzangen
En ik liet hem praten en luisterde niet
eens meer en zweeg verstoord. Tot om den
hoek van de straat opeens de jolige klanken
van de hoempa's me tegemoet buitelden in
een allerkostelijkst opgewekt melodietje. Ze
stonden midden op het trottoir, onder een
boom. waarin een lijster met een schuin ge
houden kop aoodelijk geïnteresseerd naar
beneden zat te kijken; de zon vonkte in hun
koperen instrumenten, en er stonden wel
dertig kinderen om hen heen, allemaal klei
ne kinderen, getweeën of gedrieën gearmd of
tegen elkaar opgeleund. die met geheven
hoofden en luisterende ronde oogen opkeken
naar de groote mannen, die met bolle wan
gen en tuitende lipnen de tetteretèklanken
uit hun trompetten bliezen.
Ze speelden „Wien, Wien, nur Du allein.
Oef <t*
Oef '?<f
Een heerlijke zwaaioefening om mee te be
ginnen. deze oefening 176!. "Het lichaamsge
wicht steunt m hoofdzaak op het linkerbeen;
het rechter is ver achteruit gezet. Het
lichaam wordt schuin omhoog gehouden izie
stippellijn), neus in den wind. armen flink
gestrekt. En nu begint het! De romp valt
passief en de armen slingeren ongedwongen
door. Daarna den romp weer opheffen en de
armen langs denzelfden weg terug. Tien maal
links en tienmaal rechter been voor in een
rustig tempo kan voor niemand een bezwaar
zijn!
Oefening 177 is nu niet bepaald geschikt
voor menschen met x-beenen! We beginnen
op de knieën met de onderbeenen wel parallel
maar toch ver uit elkaar. Nu langzaam door
zakken, tot u zit tusschen de voeten. Weer te
rug omhoog, zonder de beenen te verschuiven.
Oefening 178 is al heel gemakkelijk te be
schrijven. De beginstand is: één been ver naar
voren, ander ver naar achteren. De armen
worden zoo gehouden, dat ze ons helpen "net
evenwicht te bewaren. Nu doorzakken op het
achterste been tot de knie den grond raakt.
Dit doen we nu nog een paar maal, maar
steeds probeeren we de voeten verder uit el
kaar te zetten. De teekening is lang niet ge
flatteerd: U kunt het nog véél verder!
En nu nog even oefening J79, een oefening
om met z'n tweeën te doen. Eén van beiden
gaat zitten met gespreide beenen, armen
hoog; deze probeert met de handen een zoo
groot mogelijken cirkel te beschrijven. U zult
eens zien wat een gemak u hierbij van uw
helper hebt; vooral als deze uw hielen goed
stevig tegen den grond drukt. Vijf maal links
om. vijf maal rechts om; daarna omwisselen.
Tenslotte nog een opmerking. Ook deze
week ontvingen we eenige brieven. Er wordt
aan herinnerd, dat we gaarne bereid zijn, al
lerlei vragen van abonné's op het gebied van
de lichamelijke opvoeding uitvoerig te beant
woorden.
JULES KAMMETJER.
Leeraar Lich. Opv. M. O.
De nieuwe A. V. R. O.-studio's aan den 's-Gravenic.ndschen weg te
Hilversum in wording»
Plet. kwam er uit, zoo smachtend-blij, dat de
lijster even instemmend met zijn vleugels
klapte. „Soil stets die Stadt meiner Traüme
sein Mijn metgezel knipperde even met
zijn oogen en ging tegen een hek staan leu
nen. Ik leunde naast hem ik kon niet an
ders. De kindertjes wiegelden hun lijfjes, en
de ernstige, toegewijd luisterende aandacht
op hun snoetjes was ontroerend om aan te
zien. De Weensche wals danste verder de
trompetten haalden de sieepende melodie
met zooveel welbehagen uit. dat het leek of
zelfs de boomen en de hulzen meezwenkten.
Alles walste een slagersjongen, die voor
bijging. walste op zijn fiets; de oogen van
een oud dametje aan den overkant op het
trottoir walsten; en opeens grepen twee van
de kleine hummels elkaar bij de armen en
walsten. Een. twee drie! één. twee, drie!
zeiden hun beentjes, keurig in de maat. En
de melodie steeg, werd hooger. trlomfanter,
en in het gewals van de twee kleine hummels
kwam werkelijk meer Schwung, meer gratie
en statie. Men hoefde zijn oogen maar half
te sluiten om de Hollandsche straat en de
kleine kindertjes te vergeten. ..Wien, Wien,
nur du allein!" jubelden de trompetten, en
men zag het gracieuze omzwaaien van groo
te sleepen. waarachter de zwarte correctie
van de danseurs in rok bijna verscholen ging.
Kunstig gekapte vrouwen hoofdjes zwenkten
op de maat mee naar links en naar rechts,
alles lachte, alles had pret. en bij het eindi
gen van de laatste strofe vielen opeens alle
sleepen, boms op den grond, en lachend en
hijgend leunden de danseuses terug in de
armen van hun partnersOf wel: de twee
huppelende kinders keken plotseling ver
baasd op naar de stilte, die nu uit ae trom
petten kwam. botsten tegen elkaar en kwa
men op den grond te zitten. Wég was de
Weensche wals. al bleef er een vleugje van
achter in de lichaampjes van de naluiste-
rende kinderen, in de beenen van den in den
verte fietsenden slagersjongen, in de oogen
van het oude dametje. En in mijn hart
„Wien, Wien nur du allein
..Ik geloof toch vast. dat ik van den zomer
eens den kant van Salzburg en Weenen uit
ga", zei ik tegen mijn metgezel.
Hij zei. wonder boven wonder, niets, lach
te, en sloeg met zün vinger de maat. ..Soil
stets die Stadt meiner Traüme sein
En in den boom zong de lijster een melo
dietje Het had bedriegeliik veel van de wiis,
die zoo even uit de trompetten den eersten
Hollandschen voorjaarsmorgen was in ge
zongen....
WILLY VAN DER TAK.