Voorstanders van het Defensiefonds aan het woord. Vertrek onzer Ambulance uit Addis-Abeba Haarlem's Kunstbezit. WOENSDAG 12 FEBRUARI 1936 HAARtEM'S DAGBLAD 3 TWEEDE KAMER Koning George V herdacht. Minister Oud heeft geen succes. Wijziging Comptabiliteitswet verworpen. DEN HAAG, Dinsdag. In de matig bezette vergadering was het na de lange Kerstvacantie een aangenaam wederzien, nu de griffier weer geheel her steld. naast den voorzitter zetelde, die hem hartelijk toesprak. Voor dit blijde presidiale woord had Mr. Ruys de Beerenbrouck eerst wijlen koning George V te herdenken. Mi nister de Graeff sloot zich namens de Re geering bij dit keurige toespraakje aan, me- dedeclende, dat hij aan het verzoek van den President gevolg zou geven om bij het Brit- sche Gouvernement tolk van de gevoelens der Kamer te zijn. De communisten bleken in het reces be paald interpellatie-lustig te zijn geworden. De heer de Visser zou gaarne over de maat regelen in verband met de steunverlaging en zi.in partijgenoot Schalker over het beleid der Regeering met betrekking tot de in een financieel weinig benijdenswaardige po sitie verkeerende gemeente Rotterdam interpelleeren. Morgen beslissing over deze verzoeken. De voorgestelde wijziging der comptabili teitswet lokte nog eenige discussie uit. Het wetsontwerp komt in hoofdzaak hierop neer. dat oractisch gesproken, wat de dagelijksche werkzaamheden betreft, de Rekenkamer tot één Reken-meester zal worden vervormd. Voor de afdoening van dagelijksche zaken zal. bij aanneming van dit voorstel, de voor zitter in zijn eentje zorg dragen. Als regel zal de President het werk doen en de leden zullen slechts zoo nu en dan eens een verga dering hebben bij te wonen. Zoo wordt het lidmaatschap een bijbaantje, wat uit 'n be- zuinigingsoogpunt voordeelen oplevert, zelfs al houdt, het wetsvoorstel meteen een ver- hoozing in van het salaris van den voorzitter omdat deze nu zooveel meer te doen zal krijgen. Zoowei de heer van Dijk (a.-r.) als Van d. Tempel (s.d.) acht ten een en ander niet zonder bedenking. De voorzitter krijgt een veel te grootë macht. Formeel moge dit ont werp in overeenstem ming met de Grond wet zijn, materieel niet. Aldus de s.-d. woordvoerder, die er op wees, dat nu toch bij de a.s. Grondwets herziening de positie der Rekenkamer ter sprake zal komen, aan houding of intrekking van het huidige wets voorstel de voorkeur zou verdienen. Minister Oud voerde hiertegen aan, dat het ontwerp juist ten doel heeft het finan cieels toezicht op de verschillende geld uit gevende departementen te helpen versterken en voorts meer nog dan tot dusverre het ge val is de door de Rekenkamer aan het par lement te verieenenen hulp t.a.v. de budge- taire controle tot haar recht te doen komen. Van verzwakking van het toezicht der Sta- ten-Generaal is geen sprake. Juist het te gendeel is 't geval. Wachten op de Grond wetsherziening vond de Minister minder ge- wenscht. Na re- en dupliek verwierp de Kamer het wetsontwerp met 43—31 (tegen waren de c.-h., de a.-r., de s.-d.. de communisten en Mr. Westerman). Na deze nederlaag kon Minister Oud zich Depart-ementwaarts be geven en kwam het Defensiefonds aan de orde. De bedoeling is f 53.4 millioen in vier jaar tijds te verwerken om den achterstand, die zich speciaal op het gebied der materieele uit rusting onzer defensie zou voordoen, in te halen. 1 In twintig jaar moet dan dit bedrag wor den afgelost, waarvoor jaarlijks op de defensie begrooting een annuïteit van 3 f2 millioen gulden zal voorkomen. De anti-revolutionnair Duymaer van Twist opende het debat. Na er eerst op gewezen te hebben, hoe men elders (o.m. in Frankrijk België en Duitschland) geweldig aan het be wapenen is. keerde hij zich tegen hen, die zi. een afkeurenswaardig defaitisme aan den dag leggen door te beweren, dat een klein land als het onze toch niets kan uitrichten als een groote militaire mogendheid tot den overval overgaat. De Abessynische les leert ons, da* men in de eerste plaats op eigen kracht aangewezen is. Over de inrichting van het fonds is deze afgevaardigde slechts matig te spreken, want een aflossing over 20 jaar uitgestrekt, is z.i. veel te lang. In 3 jaar moest men dat doen; anders ontstaat er weer al te spoedig ach terstand. Op deze wijze is het maar half werk Tenslotte moet er ook meer aandacht besteed aan het levend mate riaal Hier mag men zich niet achter finan- cieele bezwaren ver schuilen; de veiligheid van den staat is in het geding! Na dezen spreker be steeg Dr.Max v. Poll. (r.k.) het spreekge stoelte. Den finan- cieelen opzet acht deze afgevaardigde zeer uit zonderlijk en zonder- m ing. Een gewone leening "ockf "suiVpT voor het beoogde doel ware veel beter geweest. Ook als staaltje van wetstechniek liet het ontwerp te wenschen over. Want het fonds zal ook worden besteed voor eenige uitgaven voor Nederlandsch-Indië, terwijl de consi derans alleen spreekt van uitgaven tot ver- sterking van de weermacht van Nederland. Dr. v. Poll vraagt zich intusschen af, of er hier niet te weinig wordt aangevraagd, want de achterstand der materieele uitrusting is zeer groot. De nationale zelfstandigheid is een kostbaar goed. dat zeker de noodige uit gaven waard is. Men moet er eens op letten, wat elders aan militaire versterking wordt gedaan en hoe Duitschland zich versterkt Bovenal is in dit verband van belang het voorbeeld van andere kleine staten, zooals Zwitserland, België enz. Wanneer vlak bij ons in de buurt het volk in chauvinistischen geest wordt opgevoed, dan kan men niet zeker zijn, dat een aldus opgehitst volk zich steeds vredelievend zal gedragen. Daar openbaart zich 'n geestesge steldheid, waarvan alles, ook het voeren van 'n aanvalsoorlog te vreezen ware. En dan is voorbereiding op verweer volstrekt noodzake lijk. Het sanctie-apparaat van den Volken bond werkt zoo langzaam, dat een land vol slagen onder de voeten geloopen kan wor den als het alleen op het effect der sancties blijft zitten wachten. Jhr. mr. de Geer (C. H.) bepaalde zich tot enkele financieele opmerkingen over dit wets ontwerp, dat helaas, tot teleurstelling voor Regeering en Kamer, door de internationale omstandigheden noodzakelijk is geworden. Terwijl vroeger rood „duur" heette, doch slechts t. av. vreedzame nationale uitgaven, kan men thans zeggen: „bruin is duur", maar dan voor andere landen die op kosten wor den gejaagd, nu het Derde Rijk 'n militair ge vaar wordt en andere staten noopt zich be ter tot verweer uit te rusten. Wat den financieelen opzet van het ontwerp aangaat, acht Jhr. dr. de Geer het niet juist, dat men zich vastlegt aan het betalen van een annuiteit gedurende 20 jaar Deze fonds vorming vindt hij minder gelukkig. Tenslotte sprak de c. h. fractieleider gelukkige woorden t.a.v. de noodzakelijkheid om onversaagd door te blijven ijveren. De versterking van het Vol kenbondsorganisme, waarmee niet in strijd is dat men thans de grendels op de eigen deur wat versterkt. Mr. Westerman (Nationaal) is der Regee ring erkentelijk voor dit ontwerp. Hij is dank baar maar nog niet voldaan. De operatieve veiligheid van ons legér, die op voldoende luchtbeveiliging moet berusten, laat te wen schen over. Tot datgene wat ons verder ont breekt behooren o m. tanks. Kazematten zijn dringend noodzakelijk, terwijl verder uitbrei ding van de levende weermiddelen gewenscht is. Alleen moeten we gemotoriseerde colon nes hebben. Intusschen drukt Mr. Wester man de Regeering ernstig op het hart in plaats van de halve, de heele prijs ten behoeve onzer veiligheid te betalen; met minder dan 100 millioen komen we er niet. De heer v. d. Bilt (R.K.) vroeg allereerst vooral aandacht voor betere verdediging van Nederlandsch- Indië, punt door den hem voorafgaanden spreker nog aangeraakt in verband met het Japansche gevaar. Vervolgens kwam deze af gevaardigde o.m. op de maritieme zijde van het defensie-vraagstuk, waarvoor hij mede belangstelling vroeg. E. v. R. Engelsche mail per K. L. M. naar Singapore. Vergunning verleend door Engelsche posterijen. Rapporten van Dr. Winckel. Geen kampementen vlak bij steden. De Engelsche posterijen hadden tot nog toe geen vergunning gegeven voor het verzenden van Engelsche mail per K.L.M. naar Singapore Dezer dagen is echter de beschikking van den Engelschen Postmaster-General afgeko men, dat Engelsche post per K.L.M. naar Singapore verzonden mag worden. Op de poststukken moet „per K.L.M." vermeld wor den. Voor de K.L.M. is dit een erkenning van haar verdiensten voor het postvervoer naar het Verre Oosten, Het hoofdbestuur van het Nederlandsche Roode Kruis heeft aan het A.N.P. inzage verstrekt van eenige rapporten, welke de lei der der Nederlandsche Ambulance in Addis Abeba heeft ingezonden en welke betrekking hebben op de ambulance van Zaterdag 11 t. m. Donderdag 16 Januari. Het eerste rapport, dat van Zaterdag 11 Januari, beschrijft de zorgen, welke de leider der ambulance heeft gehad, alvorens de reis van Addis-Abeba naar Dessié te kunnen aan vaarden. Op dien ochtend was de benzine uit Djiboeti aangekomen, zoodat de ambulance nu alles had. Het Roode Kruis bezorgde aan de ambulance 250 muildieren en de nagadi's zouden den volgenden dag komen om de ba gage voor transport klaar te maken. De ver pakking der medische uitrusting tot 3 onaf hankelijke eenheden waren dien dag afge- loopen. Het was den geheelen dag vrijwel droog; wellicht verbeterden de weersomstan digheden. aldus het rapport. Dien middag heeft dr. Winckel met eenige leden der am bulance afscheid genomen van den Fran- schen gezant. De gezant en mevrouw Bodard waren zeer hartelijk en beloofden aan hun gasten ver schillende faciliteiten voor de verzending en de ontvangst van de post. Zondag 12 Januari werd geheel in beslag genomen door het in orde maken van de bagage, welke bestemd was voor het vervoer met het eerste transport muildieren. Ook Maandag 13 Januari ging de geheele dag daarmede heen. Des morgens vertegen woordigde dr. Winckel de ambulance bij den rouwdienst in de Zweedsche zendingskerk. Vervolgens deelt dr. Winckel mede. dat hij dien dag met de 3 chirurgen der ambulance een belangwekkend onderhoud heeft gehad met dr. Junod, over het werk dat het basis hospitaal en de mobiele eenheden te wachten staat. Dr. Junod vertelde o.a. dat de Zweden 600 zieken (vnl. malaria en dysenterie) en 120 gekwetsten verpleegd hadden in de S dagen hunner werkzaamheid, vóór het bom bardement. Verder gaf hij aanwijzingen, hoe wij ons te gedragen hadden bij het verschij nen van vliegtuigen. Sinds Zaterdagochtend had het niet meer geregend, dit gaf de am bulance moed voor den tocht per vracht auto. Dinsdag 14 Januari wachtte men den ge heelen dag op de muildieren, welke vast en stellig in den loop van den morgen geleverd zouden worden. Omstreeks half vier ver scheen het eerste honderdtal en precies om vijf uur kon de eerste ploeg vertrekken. De administrateur, de heer De Vries reed hen achterna per vrachtauto en regelde het kam pement voor den eersten nacht. De ploeg heeft dien nacht vlak bij Addis-Abeba door gebracht. Den volgenden dag zou de tocht voortgezet worden. Het rapport van Woensdag 15 Januari vermeldt, dat den vorigen avond om 9 uur de heer De Vries weer thuis was gekomen, na de eerste groep van de karavaan met het kamp op weg geholpen Te hebben. Dien dag verschenen de muildieren veel eerder, zoodat het opladen spoedig afliep en de karavaan om 1 uur kon vertrekken. Men trek niet ver der dan Sjoa, even voorbij de Engelsche le gatie, waar ook de eerste ploeg kampeerde. De bedoeling was. dat allen den volgenden ochtend vroeg zouden verder trekken in *wee convooien. welke evenwel met elkaar voeling zouden moeten houden. Des middags bracht de leider der ambulance per Ford een bezoek aan het kamp. Allen verkeerden in de beste stemming en waren blij op weg te zijn, zij het Voorkomt verkoudheid en keelpijn. Ivorol-gebruikers zijn zelden verkouden en hebben zelden keelpijn, omdat deze tandpasta den mond dagelijks grondig desinfecteert. (Adv. Ingez. Med.) dan ook per langzame muildierkaravaan. Dr. Winckel besprak met allen de maatregelen, welke genomen moeten worden om het go- vaar van luchtaanvallen tot een minimum te beperken; uitrekken der colonne en bij het naderen van Dessié één dag tusschenruimte te nemen. Vervolgens moest bij het bespeu ren van vliegtuigen de ambulance zich zoo veel mogelijk onmiddellijk naar alle kanten verspreiden en de Nederlandsche on Roode Kruis-vlaggen vertoonen. De overtollige bagage der ambulanceleden werd aan de Fransche legatie bezorgd, welke zich met de zorg daarvoor zou belasten. Vroeg in den morgen van Donderdag 16 Januari moest de heer De Vries weer naar het kamp te Sjoa, waar kleine moeilijkheden moesten overwonnen worden. Tegen negen uur was de colonne echter op marsch. Dr. Winckel nam afscheid van zijn vrien den in Addis-Abeba en ging toen met dr. Belmonte eveneens op weg. Hij vernam van den luchtaanval op Woldia, waarbij de Roode Kruistent van majoor Bourgogne getroffen werd. Wij zullen niet. aldus schrijft hij in zijn rapport, in de fout van vele anderen vervallen en onze kampen op te slaan in of vlak bij steden, omdat de Italianen daar troepenconcentraties mogen verwachten. Wij hebben dit ook afgesproken met de karavaan commandanten. Dr. Winckel had eerst gedacht dien dag met de Fordauto's te kunnen vertrekken, doch dit bleek ten eenen male onmogelijk. De Britsche ambulance was toen nog al tijd in Dessié en kon niet door naar Woldia. in verband met den toestand van de wegen. Dr. Winckel besluit dit rapport met mede te deelen. dat er verteld werd. dat de Negus reeds noordwaarts is vertrokken: er bestond dus kans. dat dr. Wii-l-el "er karavaan den Negus moest gaan opzoeken. Ook daarom was het goed. dat hij zoo spoedig mogelijk Dessié zou kunnen ':2reiken. Het weer is de laatste dagen prachtig en naar verluidt is de weg. welken wij nemen moeten, aldus dr. Winckel. weer bruikbaar. Korting op de salarissen van rechters. In verband met ingediend wetsontwerp. Zoo noodig zal het niet uitbetaalde nog worden uitgekeerd. Op schriftelijke vragen van den heer Gose- ling in verband met een toegepaste korting op de salarissen van de leden der rechterlijke macht over de maand Januari zonder vooraf gaande daartoe strekkende wettelijke maat regelen, heeft de minister van justitie geant woord: Een korting op de bezoldiging van de rech terlijke macht, waartoe slechts de wetgever bevoegd is, is uiteraard niet toegepast; wel is 5 pet van hetgeen pleegt te worden uitbetaald voorloopig niet uitgekeerd. Een voorafgaande mededeeling aan de leden van de rechterlijke macht heeft niet plaats gehad, omdat in ver band met het te verwachten wetsontwerp kon worden aangenomen, dat de bedoeling er van zonder meer aan belanghebbenden duidelijk zou zijn. Bij Koninklijke boodschap van 31 Januari is ingediend een ontwerp van wet, waarbij onder meer op de geldende salarissen 5 pet. wordt gekort. - De bovenaangegeven handelwijze is gevolgd, omdat daarbij, wanneer het wetsontwerp 'tot wet mocht worden verheven, op de meest een voudige wijze uitvoering zal kunnen worden gegeven aan die in het ontwerp voorziene terugwerking tot 1 Januari 1936, vermits als dan een terugvordering van bereids uitbetaalde bedragen wordt voorkomen, hetgeen zoowel voor de administratie als voor de rechterlijke ambtenaren zelf het meest geschikt is te achten. Het is met letter noch geest van het tweede lid van artikel 63 der Grondwet in strijd, voor bereid te zijn op de mogelijkheid, dat een op dit artikel steunend wetsontwerp wet wordt. Mocht het wetsontwerp niet worden aan vaard, dan zal, eveneens overeenkomstig letter en geest der Grondwet, het voorloopig niet uit betaalde alsnog worden uitgekeerd, Ter gelegenheid van de salarisverlaging van 10 pet., welke op 1 Januari 1934 is ingegaan, heeft bij de uitbetaling hetzelfde plaats"gehad. Een riviergezicht van Waldorp in Teyler's Collectie. Als wij straks naar Amsterdam gaan om daar in het Stedelijk Museum de tentoonstel ling der drie Marissen, die nu uit Den Haag naar de hoofdstad is overgebracht, te bezoe ken, zullen wij er misschien nut van hebben ons te herinneren, wat er door voorgangers van dit wondere drietal in hun onmiddellijke omgeving gewrocht is. Als wij dan misschien bewonderend voor één van Jacobs Dordtsche stadsgezichten met de rivier en de kerk ko men te staan, zal het ons opvallen, hoe groot de afstand geweest is die den meester van zijn dertig jaar oudere tijdgenooten scheidde, maar tevens hoe, bij alle wijziging, de quintes- sens van het Hollandsch landschapsschilderij dezelfde bleef. Om dat gemakkelijk in te doen zien reproduceeren wij deze week een schilde rij van Antoine Waldorp, die, dertig jaal ouder dan Jaap Maris, een grooten naam had toen de laatste begon de aandacht te trekken, en die thans „démodé", uit de mode en de algemeene belangstelling geraakt is. Maar zelfs op ons kleine plaatje is te zien hoe ook deze voor ons gevoel thans ouderwet- sche schilder in de lichtwerking van een hooge lucht, in de reflexen daarvan op het watervlak, een zuiver meester was, die het spel van licht cn schaduw op levendige en toch harmonieusc wijze weergaf en wiens teekentrant in ieder geval van een zeer solide onderlegdheid ge tuigt. Nu waren dergelijke riviergezichten wel is waar Waldorp's specialiteit; hij had aan vankelijk van alles geschilderd, doch zich na zijn 35e jaar op die onderwerpen bij voorkeur toegelegd. Wanneer hem later zijn soms wat „gelikte" manier van schilderen verweten werd, mag men niet vergeten dat men dat, zoo omstreeks het jaar '50, wenschte en bewonder de en juist voor een bewijs van kundige ge routineerdheid hield, wat ten deele ook juist is. Kundig zijn hij en zijn Haagsche vrienden genoeg en meer dan dat; De jongere groep der Marissen heeft hare kundigheden bij die oude re generatie opgedaan. En het is daarover, dat wij vandaag wel eens iets wilden vertellen, omdat het niet juist zou zijn te meenen dat die genialiteit der Marissen en hun groep zoo maar eens uit de lucht was komen vallen. Als wij dan nagaan waar al die heeren hun vak kennis hebben opgestoken, blijken er een paar lijnen door die ontwikkelingshistorie te loo- pen, waardoor de geheele bent van schilders bijna tot ééne groote familie samensmelt. Een merkwaardig beginpunt van één dier lijnen iseen tooneeldecorateur van den Haagschen schouwburg, uit het eerste kwar taal der negentiende eeuw. De man heet Breckenheimer en zal, als alle goede tooneel- decorateurs het teekenen, de perspectiefleer, de kennis der historische bouwstijlen, enz. wel terdege beheerscht hebben. Bij hem komt ook onze Antoine Waldorp die in 1803 op het Huis ten Bosch in Den Haag geboren werd in de leer. Hij vindt, daar als medeleerlingen Andreas Schelfhout en Bart. J. van Hove, wat wel bewijst dat het atelier van Breckenheimer voorbestemd scheen, beroemde artisten af te leveren. De relaties worden ook op ander dan artistiek gebied vernauwd als Waldorp met Van Hove's zuster Anna trouwt, die op haar beurt een nicht van Schelfhout is, zoodat het onder de aanstaande beroemdheden echt ge zellig begint te worden. De jong gestorven Nuyen behoort ook tot dien vriendenkring: met hem maakt Waldorp een studiereis door België en Duitschland. in het jaar '33, een paar jaar derhalve vóór Waldorp zich geheel tot het schilderen der Holl. riviergezichten zal gaan bepalen. Nu trekken wij de lijn verder. Die Brecken- heimer-leerling B. J. van Hove wordt op zijn beurt een een gezocht leermeester. Onder zijn leerlingen vinden wij in de eerste plaats zijn zoon Huib van Hove, verder Bosboom en Jan Weïssenbruch. Geen kwade namen in de kunsthistorie, naar men ziet. (Van dien Huib I van Hove bezit Teyler het mooie Breistertje, van vader Bartholomeus een interessant Stadsgezicht). En weer gaat de lijn verder. Ook bij Huib van Hove komen jongere schilders gaarne stu- deeren, waaronder Stroebei, die hem in on derwerp navolgt, en van de jongens Maris vooral Jacob, die voor zijn eerste vorming veel aan hem te danken heeft. Wij zien dus wel uit dit verkorte overzicht reeds, hoe de roemrijke Haagsche School op een traditie berust van serieuse kundigheid in de eerste plaats, waar aan dfior de mannen van '70 met élan een ver nieuwing is toegevoegd die het zou kunnen doen voorkomen alsof er met de grondslagen gebroken werd. Wie echter nu het werk der Marissen gaat bekijken, en het schijnt ons een gelukkig teeken dat de aandacht voor hun werk weer schijnt te herleven, zal, aandach tig toeziend, spoedig ontdekken dat hun mon daine roem van een dertig jaar geleden niet gestolen was, doch op normaal gegroeide, uit stekende fundamenteele capaciteit berustte, waaraan hun genialiteit alleen nog maar het uitzonderlijke hunner verschijning kon toe voegen. Een Waldorp als aanleiding tot dit in zicht nemend, zal men straks de Marissen allicht nog met beter begrip en echter ver eering kunnen gaan genieten. J. H. DE BOIS Een halve eeuw geleden Uit Haarlem's Dagblad van 1886. 12 Februari: SPOORWEGEN. Als zuinigheidsmaatregel wordt het station Bolwerk van de Haarlem-Zand- voort-Spoorwegmaatschappij eerstdaags opgeheven. Naar men verneemt, bestaat het voor nemen om binnenkort, voorloopig op één baanvak, ook de rijtuigen derde klasse van de Hollandsche IJzeren Spoorwegmaatschappij te verdeelen in compartimenten, waarin wèl en waarin niet gerookt mag worden. Dingen die ons in Amsterdam bezig houden. Een verschrikkelijke brand en angstige gedachten. De opleving van het circus. De afschuwelijke brand, die geheel Neder land ten diepste getroffen heeft, omdat zij aan acht menschen het leven gekost heeft, heeft ons. Amsterdammers, natuurlijk het meest ontroerd. Want voor ons doen zich vragen voor die ons persoonlijk en onze wondermooie stad aangaan, vragen die ons bezig houden na en met. de diepe deern is. die wij gevoelen jegens hen. die op zoo verschrik kelijke wijze het leven gelaten hebben en jegens hunne nabestaanden. Want wij we ten. dat het eigenlijk een wonderlijk geluk mag heeten. dat zulke verschrikkelijke din gen niet veelvuldiger voorkomen, vrij weten, dat er hier in Amsterdam duizenden en dui zenden woningen staan, die uiterst brand baar zijn met hun oude houten trappen huizen en portalen, welke wanneer zij eenmaal hebben vlam gevat de vele bewo ners als ratten in de vuurval gevangen hou den. Het gaat natuurlijk niet aan. na de verzuchting geslaakt te hebben dat. wanneer er een ijzeren brandtrap was geweest, deze ramp voorkomen zou zijn, nu ook maar on middellijk te eischen dat al de daarvoor in aanmerking komende huizen van zulk ren brandtrap voorzien zullen worden. Dat zou, om allerlei begrijpelijke redenen onmogelijk zijn Maar. zoo vragen wij in Amsterdam ons af. is de brandveiligheid van de nieuw-ge- bouwde woonkazernes wel goed genoeg? Kan in die huizencomplexen niet hetzelfde ge schieden. dat nu in de binnenstad heeft plaats gehad? Want ook onze reusachtige flat-woningcomplexen verdienen den naam „woonkazerne" ten volle en daarvan treft men er tallooze aan in de nieuwe wijken der stad, waar honderden en duizenden men schen de wanden der lange straten bevolken, in woningen die soms vier en meer verdie pingen tellen. Ik weet wel. dat daarin meer steen en ijzer verwerkt is. dan in de oude huizen, dat zij dus minder brandbaar zijn, doch een zelfde ramp zou er niet denkbeel dig zijn en.... ik ken vele van die huizen, waarvan bij zulk een onverhoopte gebeur tenis den bewoners evenmin een andere uitweg geboden wordt, dan de .trappenhui zen. Wij weten dat voor groote lokaliteiten bioscopen, theaters en dergelijke de eischen van de brandweer en bouw- en woningtoe zicht niet gering zijn. En wij hebben daar geen enkel bezwaar tegen. Integendeel! Doch menige flatbewoner is, na den verschrikke- 1 ij ken brand van vorige week, met een be klemd hart de vele treden naar zijn woning opgeklommen en heeft zich. met angstig ge moed, afgevraagd, wat er zou gebeuren als zijn huis eens in brand zou staan. Het is merkwaardig hoe het circus, het ver schijnsel: paardenspel, plotseling weer in Am sterdam is opgedoken, in Amsterdam, dat nog altijd zijn gebouw Carré heeft als gedenk- teeken van een roemrucht circus-verleden en een even roemruchte circus-dynastie. Eenige liefhebbers van het circus hebben zooals ge weet in de Vondelstraat aan hun liefde vorm gegeven, door daar een etablissement te openen waar de hippische „sport" hoogtij viert in zijn meest sierlijke en ouderwetsche, doch eeuwig-jonge, vormen en gedaanten. Hier wordt een circus geëxploiteerd door amateurs, zonder winstbejag. Eensdeels wor den beroepsartisten te werk gesteld, anders- deels komen de baten ten goede aan het. crisis comité en andere instellingen van algemeenen nutte. En. wat het plezierigste is, die baten zijn er. Het heeren-circus geniet veel belang stelling. Zoowel Jan-met-de-pet en Coba-met- de-spuuglok als de deftige oer-Amsterdam- sche burgerij komen het schouwspel van glan zende paardelijven, sierlijke paardebeenen, hooggehoede hoogeschoolrijdsters. schalksche acrobaten en grappige clowns genieten. En het is allemaal écht. De prikkelende geur, die her inneringen aan de jeugd wekt. het echte hoempa-muziekje, de keurig-gelivreide en wit gehandschoende stalknechts, het knallen van de zweep, het buitelen van de Augusten met hun wijde broeken en zeepsop-orgieënhet zet onze harten weer in vuur en vlam. We vinden het mooi en romantisch en gezellig en we zijn nog niet te oud om stilletjes weer dat oude verlangen te koesteren, van zélf circus artiest te zijn en de wijde wereld door te trek ken in de romantische sfeer van het paarde- spul. Al weten wij dat die romantiek er niet meer iswij willen het niet weten en genieten van al het kinderlijk-opgetogen-heer lijks wat het circus ons biedt in gulle, licht- overschenen overdaad. Hier in de Vondelstraat en ginds aan de Arnstel, waar bij Carré het vaderlandsche circus Amanda Roberti klein maar dapper mede het oud vermaak in eere houdt. Wij Amsterdammers zijn tóch nog steeds echte circus-liefhebbers. Dat is ons erfdeel, dat wij eenige jaren hebben vergeten en verwaarloosd, maar dat wij nu weer terug gewonnen hebben uit den chaos van het mo derne. door de wangunst van den tijd ont wrichte. leven van de groote stad. F. A. KAMPERS. DE PALEISZAAK IN MAART A.S. VOOR HET HOF. Naar wij vernemen, zal de bekende Paleis zaak in Maart a.s. voor het Gerechtshof te Amsterdam worden behandeld. Zooals men zich herinnert heeft de Recht bank deze strafzaak tegen den ex-directeur en een ex-commissaris van het Paleis voor Volksvlijt zeer uitvoerig behandeld, en beide personen wegens malversaties tot gevangenis straffen veroordeeld, (A.N.P,),'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 5