Regeering verdedigt het Defensiefonds. Als Uw kind hoest ABDIJSIROOP SANEEREN: Sportbeoefening niet zonder gevaren. y RIJ D A G '14 F E B R ÜA R T 1936 HAARLE M'S DAGBL'AD 3 TWEEDE KAMER Wij moeten den eersten stoot kunnen opvangen". DEN HAAG Donderdag. De heer Amelink (a.r.) bakkeleide een beetje met de sociaal-democraten wegens het feit. dat zij hier z.i. slechts half bekeerd blijken te zijn t.a.v. het defensie-vraagstuk, terwijl hun geestverwanten elders, waar ze in de Regeering zitten, wel den bewapenings-achterstand in halen. De re vol. socialist Sneevliet meent, dat de aanhangige voor stellen tenslotte slechts de belangen der bezittende klasse behartigen, zoodat de kapitalisten door mid del eener extra-be lasting op de hooge inkomsten de kosten zelf maar moeten be talen. Nadat Ds. Lingbeek (Herv. Ger.) herin nerd heeft aan den 80-jarigen oorlog, toen men zelf de han- H. Amelink (A.R.> Vlr. J. E. W. Dur» den uit de mouwen stak, valt Mr. Duys (partij loos) zijn ex-partij- en fractiegenooten aan. wier woordvoerder Ir. Albarda nog geenszins klaren wijn heeft geschonken t.a.v. het vraag stuk van nationale ontwapening. Maar bo vendien, is er tenslotte een uitspraak van de partij noodig. En nu bestaat er wel een resolu tie van het Paaschcongres van 1934 i.z. het militaire probleem, doch deze is rijk aan in consequenties. Spr. merkt terloops even op, dat voor hem zoowel het socialisme als de demo cratie levensidealen blijven en gaat dan weer voort met de S.D.A.P. wegens haar onduide lijke houding onder vuur te nemen. Een partij bestuurder als Ds. Banning sprak zelf van de dubbelzinnigheid waaraan de partij zich met betrekking tot deze aangelegenheid schuldig maakte. Aanvaardt nu de S.D.A.P. het stand punt van de landsverdediging, ja of neen? Tot besluit van de 19 afgevaardigden, die aan het debat hadden deelgenomen beriep Ds. Zandt (Herv. Ger.) zich op een der Abessynische Rassen, die betoogd had, dat men niet op bui- tenlandsche hulp, doch op eigen defensie moet rekenen. Lange jaren aldus begon de Premier ben ik in Nederland over den tong gegaan als de grootste militairist. En als ik nu goed ge luisterd heb. zal ik mij ook moeten verdedi gen tegen voorstan ders en niet alleen tegen tegenstanders van verbetering van onze weermacht. Het standpunt van hen, die niets willen, zooals de heeren de Visser, Sneevliet, v. Houten en Mr. Arts wijkt zoozeer af van de zienswijze van de Regeering, dat met deze afgevaardigden elke gedachten wisseling verder totaal on vruchtbaar ware. Opgemerkt zij echter, dat geweld geduld kan worden als het in dienst staat van het recht. Met grooten nadruk stelt Minister Colijn op den voorgrond dat de in dit ontwerp beoogde maatregelen tegen niemand in 't bijzonder zijn gericht, maar uitsluitend ten doel hebben Ne- derland's veiligheid te behartigen. Onze ver houding met al onze naburen is goed en wij verdenken geen hunner van plannen om op zettelijk onze onafhankelijkheid aan te randen. Ook zijn deze maatregelen niet ontworpen onder invloed van sommige den laatsten tijd in een deel der pers ontwikkelde beschouwin gen, die hier en daar in 't buitenland een ver keerden indruk kunnen doen post vatten. De Minister onderstreept, dat de grond voor deze voorstellen gelegen is in de gevaren die kunnen voortvloeien uit den ge wijzigden inter nationalen toestand in het algemeen. Hoe was de toestaand kort na den wereld oorlog? De centrale mogendheden waren ont wapend als inleiding tot algemeene internatio nale ontwapening. De daartoe ondernomen wel wat laat begonnen pogingen zijn echter volslagen mislukt. Met het gevolg, dat het eene land na het andere zich is gaan werpen op ver sterking der nationale defensie. Na de mislukking der ontwapeningsconfe rentie heeft Duitschland zijn vrijheid tot be wapening hernomen en volgden de overige landen met herbewapening. Die algemeene herbewapening is ongetwijfeld een veront rustend verschijnsel. De politieke spanningen die er zijn worden door den bewapeningswed loop versterkt en daarmee stijgt het gevaar voor losbarsten der spanningen. Waar dan nog bij komt de ervaring met de sancties. Deze zijn, in zeer gematigden vorm, naar aanlei ding van Italië's optreden tegenover Abessy- nië toegepast. Echter is die hulp veel minder doeltreffend gebleken dan men destijds, in de eerste jaren van den Volkenbond heeft ge hoopt. De vijandelijkheden heeft men niet kunnen voorkomen en evenmin bleken de sancties tot onmiddellijke beëindiging van het gewapend conflict te kunnen leiden. Nu wil ik wel aannemen, zoo ging Minister Colijn voort, dat in een derg'tojk geschil in Europa sneller zou worden opgetreden. Doch gezien de bodemgesteldheid hier en de ligging van ons land, zou toch alleen door een ver sterking onzer weermacht te voorkomen zijn, dat wij onder de voet werden geloopen. Alles tezamen genomen is dus thans verster king onzer bewapening noodzakelijk, wat men moet zien in het licht van den algeheelen in ternationalen toestand. Nederland ligt uitermate bloot gesteld ook tengevolge van maatregelen, die naburige lan den voor hun verdediging hebben meenen te moeten nemen. Hier doelde spr. bepaaldelijk op Duitschland, gelijk uit zijn verdere betoog bleek, ook al behoeft men dan nog geenszins te denken aan rechtstreeksche aanvalsplannen van die zijde op ons land. Maar men moet re kenen op de gevolgen, die bij uitbreken van een conflict in West-Europa, de militaire operaties elders kunnen hebben. Alleen indien de weermacht van ons land ook onder de nu gewijzigde omstandigheden een factor van zoodanige beteekenis zou zijn, dat het voor deel van schending onzer neutraliteit geringer zou zijn dan het nadeel, dat uit ons verzet zou voortvloeien, zal de kans op eerbiediging van ons grondgebied toenemen. Met het oog hierop nu is versterking van de weermacht noodig. de toestand van ons lucht- wapen, speciaal wat het afweergeschut betreft, is in hooge mate onbevredigend. Het lands- en volksbelang eischt hier versterking. De Minister zette in dit verband nog uiteen, dat bommenwerpers niet moesten dienen om zon der meer 'n aanval te ondernemen, al kan 'n j tegenoffensief in het defensieve plan even tueel noodig zijn! Ook t.a.v. een zoo belangrijk punt der moderne oorlogvoering als de snel- I heid van verplaatsing geldt, dat er dringend behoefte aan verbetering bestaat. Verbetering der motoriseering van het leger is noodig en evenzoo het bouwen van kazematten aan alle grenzen van ons land om te waarborgen, dat onze mobilisatie een geregeld verloop zal heb ben. Naast de materieele uitrusting dient ook de personeelsvoorziening in het oog te worden gevat. De bouw van kazematten maakt bezet ting, de aanschaffing van afweergeschut be diening noodig. Ook de Indische defensie eischt verbetering, wat eveneens geld kost. De bevre diging der defensie-eischen moet intusschen in harmonie gebracht met datgene wat we tenslotte kunnen betalen. Hier kwam de Minister aan den financieelen opzet der plannen, waarbij hij er op wees, dat fondsvorming noodig is, wil men niet het tekort op de begrooting door hooge uitgaven ineens vergrooten. Een termijn van 20 jaar is z.i. niet te lang, want zij is nog korter dan de gebruikswaarde van het materiaal, dat men aanschaft. Tegenover Mr. Joekes' grief, dat hij door het fonds gebonden was, voerde Minister Colijn aan, dat er hier niets anders gebeurt als wan neer men telken jare op de begrooting bedra gen voor aanschaffing in termijnen aanvraagt. Het fonds is eenvoudig een kwestie van boek houdkundige rekening. Aangezien het artillerie-instructieschip en nog eenige andere vaartuigen, waarvan de aanbouw met behulp van het defensiefonds behartigd zal worden, ook voor de kustver dediging dienst zullen doen acht de Minister de bezwaren door de heeren Tilanus en Mr. Joekes aangevoerd tegen deze aanvrage nu, niet gegrond. Wat de Regeering vraagt mag men in we zen. louter defensief kunnen noemen, want het dient alleen om ons te weer te stellen, in dien men onze neutraliteit zou aanranden Al dus 's Ministers conclusie, waaraan hij nog vastknoopte, dat we hier een plicht hebben te vervullen als deelnemers aan de collectieve veiligheid. Als het Parlement zich met de aanhangige ontwerpen vereenigd heeft, zijn we er dan? Neen, dan blijft noodig versterking der mo- reele factoren, die de materieele defensie be- hooren te schragen. Nederland moet zelf zijn plicht doen. En daarnaast blijft het Neder lands taak alles te doen om de gedachte van de collectieve veiligheid in internationaal rechtsverband te helpen versterken, want juist kleine landen hebben daaraan bovenal behoefte. Bij de replieken wees Ir. Albarda er op, dat zijn uitspraak, dat verweer tegen buiten- landsch geweld plicht is, niets nieuws inhoudt en past in het kader, van de Volkenbondsver plichtingen: wie collectieve veiligheid voor staat en zelf daarvan wenscht mee te genie ten, moet op zijn beurt het noodige doen in het belang dier collectieve veiligheid. Tegenover de verwijten door den heer Amelink tot de S. D. A. P. gericht merkte de s. d fractie-leider o.m. op, dat als in Zweden verhooging der militaire uitgaven plaats vindt, tevens te bedenken viel, dat daar de belasting verlaagd is en er behoorlijk veel op sociaal gebied wordt gedaan. Tenslotte ging Ir. Albarda tegen Mr. Duys in, die zich ten onrechte voordoet en al eerder heeft voor gedaan als een man van stabiele onverander de opvattingen. In 1914 had de heer Duys het standpunt van Mi*. Troelstra aangevallen, die toen vóór landsverdediging was opgekomen. Zoo kregen we o.m. als voorbeeld van de wijze waarop dit Kamerlid zich vroeger gansch an ders dan nu had uitgelaten, te hooren hoe deze afgevaardigde nog in 1918 tijdens den wereld oorlog, toen ernstig gevaar voor ons land dreigde, het standpunt had ingenomen: „beter een levende Duitscher dan een doode Neder lander," Mr. Wen delaar (lib.) en Jhr. Mr. de Geer (c. h.) debatteeren nog wat over het stelsel van fondsvorming, waarna Mr. Duys zijn ex-leider nog diens vroegere woorden om- geeft het dan dadelijk het béste, verlies dan géén kostbaren tijd met nuttelooze huismiddeltjes, maar grijp krachtig in en help Uw kind direct van zijn hoest af met de vanouds bekende, beproefde Abdijsiroop. Akker's Abdijsiroop helpt nu nog veel sneller dan vroeger. Vanouds Is Abdijsiroop een natuurlijk kruiden-middel, dat zacht doch goed en grondig aandoeningen der ademhalings-organen verdrijft. Thans heeft Apotheker Dumont de werking van Abdijsiroop op verrassende wijze verhoogd door toevoeging van de hoest-bedwingende stof codeïne, die snel en afdoend de hoest en de slijm verdrijft. Ge zult verbaasd staan en binnen weinige dagen zult GO, evenals zoovelen voor U, uit eigen onder vinding zeggen..'s Werelds béste Hoest-siroop" is: AKKER's versfèrkle Verlaagde prijzenf 0.75, f 1.25. f 2.-. f 3.50 p. flacon (Adv. Ingez. Med.J trent „dappere gehoorzaamheid" voorhield en betoogde, dat het hoofdzaak is niet of men in zijn leven verandert, maar verbetert, ter wijl hij verder heel wat oude politieke plunje van zijn vroegere politieke vrienden voor den dag haalde. Mr. Joekes (v. d.) betoogt, dat door het stelsel van fondsvorming de Kamer al te zeer gebonden wordt. Met het denkbeeld de defen sieve kracht te vergrooten en tevens alles voor de collectieve veiligheid te doen kan deze afgevaardigde accoord gaan. Deze afgevaardigde acht voor onze veilig heid zekere beperking van de luchtmacht deze heeft agressieve beteekenis gewenscht en vooral, dat onze Regeering het noodige zal doen ter bevordering van de collectieve veiligheid. De verdere replieken leverden niets van be lang meer op en zoo kwam men dan zoover, dat Dinsdag a.s. de niet twijfelachtige stem ming over de voorstellen zal plaats vinden. EERSTE KAMER Korting Spoorwegpensioenen aangenomen. Aan de orde was het voorstel tot korting op de pensioenen van het spoorwegpersoneel, dat de heer Moitmaker onbillijk achtte. Het pensioenfonds bevindt zich niet in al te gunstige omstandigheden. Dit gaf spr. toe. Maar dit is toch niet de schuld van het per soneel. Ook de pensionneering op 55-jarigen leef tijd keurt deze senator af. De Regeering mag haar verantwoordelijk heid niet afwentelen op de schouders van de gepensionneerden en nog te pensionneeren spoorwegmannen. Spr. vroeg de Regeering alsnog het amen- dement-Amelink waardoor degenen, die pen sioenen van f 500 of minder genieten, bui ten de korting zouden vallen, bij aanvul lend voorstel in de wet op te nemen. Door een ongelukkiger! samenloop van om standigheden was dit amendement op het allerlaatst weer uitgevallen. Na de mededeeling, dat de sociaal-demo craten tegen zullen stemmen, kwam ook de heer Mvard (R.-K.) op het tenslotte niet in dit ontwerp verwerkte amen-de ment-Ame- link; billijk ware het toch zeker de huidige regeling nog nader in overeenstemming te brengen met wat tenslotte de groote meer derheid der Kamer had gewild. Intusschen had deze senator nog meer op z'n hart. Bij het anti-cumulatie-ontwerp stond de Regeering het beginsel voor. ver kregen rechten niet aan te tasten, en toen ging het nota bene niet om één pensioen, maar om meer pensioenen en (of) samen loop van tractement met pensioen. Destijds heeft men bij verhooging van het salaris van het spoorwegpersoneel de pensioenen met 40 pet. verhoogd. Doch daarmee was niet voor komen een vergrooting van de normale ver houding tusschen salaris en pensioen. De nu voorgestelde verlaging der pensioenen berust niet op eenige overweging van billijkheid maar eenvoudig op het feit, dat de pensioen fondsen zulk een groot tekort vertoonen. Spr. zal tegenstemmen. Mr. Mendels (s.-d.) stelde de vraag. Mag en kan men bij een wet de verkregen rechten van gepensióenneerden gebaseerd op een privaatrechtelijke overeenkomst aantasten? Volgens spr. gaat dit niet aan. Prof. Lohman wees er op. dat er toch ook wel rechtsbetrekkingen zijn. wier karakter het midden houdt tusschen privaatrechte lijk en publiekrechtelijk. Met zulk een ge mengde figuur nu heeft men t.a.v. de spoor wegambtenaren te doen. Maar zelfs afgezien hiervan: de financieele nood eischt hier wel degelijk over eventueele juridische bezwaren heen te stappen. In 't landsbelang acht spr. dezen maatregel absoluut onvermijdelijk. Mr. Michiels v. Kessenich (r.-k.) merkte op. dat er tot 1925 een privaatrechtelijke ver houding bestond tusschen spoorwegambtena ren en de maatschappijen, maar toen is dank zij de wet i.z. het pensioenfonds, de pensioen verhouding van publiekrechtelijk karakter geworden. Minister v. Lith de Jeude achtte het stand punt der twee laatste sprekers juist en ont kende dat de Regeering bij 'n vroegere ge legenheid de onaantastbaarheid van pen sioen-aanspraken zou hebben erkend. Ove rigens betoogde de bewindsman, dat er *n evenredigheid tusschen loonpeil en pen- sioenpeil moet bestaan. En nu de kwestie van het verongelukte amendement-Amelink Hieromtrent doet de minister thans liever nog geen toezegging Intusschen het laatste woord over de pen sioensregeling Is nog lang niet gesproken. Bij gelegenheid zal hij nog eens groote aan dacht wijden aan de vraag of niet als nog datgene wat de heer Amelink voorstond, mede in een regeling zal kunnen worden op genomen. Tenslotte deelde de Minister mee, dat de regeling van het wetsontwerp met 1 April zal ingaan. Met 22 tegen 14 (de sociaal-democraten plus de katholieken Vivard en de Bruin en de nationaal-socialist Mr. v. Vessem) nam de Kamer het voorstel aan E. v. R. De veroordeelmer van den bankier Schaap. Geen hooger beroep van de zijde van verdachte. Naar wij vernemen, heeft de bankier Schaap, die door de rechtbank te Haarlem tot 41.'2 jaar gevangenisstraf is veroordeeld, met aftrek van voorarest, niet het voornemen van dit vonnis in hooger beroep te gaan. (ANP) Negentien personen door brand dakloos. Drie woningen te Kerkdriel verwoest. Donderdagavond omstreeks zeven uur is brand uitgebroken in het achtergedeelte van de woning van den heer A. Mendels te Kerk driel. Het vuur deelde zich mede aan 't naast gelegen perceel, bewoond door den heer M, v. d. Laarschot en de wed, Tr. v. d. Biggelaar. Het eerste huis lag spoedig in de asch, het tweede brandde totaal uit. Hierna is brand uitgebroken in het ruim 100 M. verder gelegen perceel van den radio handelaar M, Hooijmans en de Wed. Th. Verhoeven, die een landbouwbedrijf heeft. Ook daar kon de brandweer niet verhoeden, dat de woning verwoest werd. Er gebeurden geen per soonlijke ongelukken, doch 19 personen wer den door deze branden, waarvan de oorzaak onbekend is, dakloos. Sterke mate van georganiseerd zijn zeer noodzakelijk. Het ligt óitmaa. niet in mijn bedoeling over de een of andere saneering als zoodanig te schrijven. De gelegenheid daartoe zal zich ongetwijfeld nog wel meer dan eens voor doen. Ik zou in deze beschouwing willen wij zen op het ..gemak", waarmede men in ver schillende branches spreekt over en arbeidt aan allerhande plannen, die men terecht of ten onrechte saneeringsplannen noemt. Er gaat bijkans geen week voorbij, of men kan kennis nemen van een besluit genomen door de een of andere organisatie, waarbij wordt uitgesproken dat een saneeringsplan ontwor pen zal worden. Zij, die deze taak op de schouders willen nemen, zijn gewoonlijk wel te vinden. Met. grooten ijver wordt een aan vang gemaakt. De toestand is immers van dien aard. dat er „iets" moet gebeuren. De be- drijfsgenooten kunnen geen dag. ja geen uur meer wachten. Men stelt zich op de hoogte van de maatregelen elders getroffen, of in voorbereiding. Concept-regelingen voor aller hande onderdeelen worden gereed gemaakt. Den verschillenden afdeelingen der organi satie wordt gelegenheid geboden zich over deze concepten uit te spreken. De noodige wijzigingen worden aangebracht. Dan volgen meestal uitvoerige besprekingen met de an dere groepen van belanghebbenden. Ook van die zijden komen veelal bemerkingen. De commissie tracht ook daaraan een mouw te passen. Na veel wikken en wegen komt men gewoonlijk tot een voorstel, hetwelk dan de sanctie behoeft eer algemeene ledenvergade ring. Wordt deze verkregen, dan meent njen er te zijn. Deze gang van zaken is wel de meest snelle, die men zich denken kan. Ten einde de zaak niet ingewikkelder te maken dan noodig is, iaat ik alle moeilijkheden, die zich nog kunnen voordoen, onbesproken. In de eerste plaats dient nu de aandacht ge vestigd te worder op de eventueele gevolgen van de reeds gemaakte propaganda voor het plan in eigen kring De volijverige commissie leden hebben de afdeelingen bezocht. In de verschillende vergaderingen is het plan be pleit. Zeker, kritiek is vernomen. Deze zal in welwillende overweging worden genomen. Maar meestal is de toestand deze. dat de be trokken afdeeling zich accoord kan verklaren met het ontworpene. Men dient daarbij twee dingen te bedenken. In de eerste plaats is hij. die het voorstel verdedigt in de meest gunstige positie. De troeven, die hij ter be schikking heeft, zijn talrijker dan die van het auditorium. Wekenlang heeft hij zich in het probleem kunnen inwerken. Maar daarnaast heeft hij zijn verdediging gevoerd in een milieu, waar van velen in een soort wanhoopspositie ver- keeren. Bevangen door de gedachte: slechter dan het is kan het bijna niet, zijn zij geneigd een proef te nemen met het nieuw-gebodene. Ik behoef er wel niet op te wijzen, hoe ge vaarlijk een dergelijke mentaliteit is, al is deze verklaarbaar. Blijft het daarbij, dan ge beuren er ten slotte nog geen ongelukken. Maar geheel anders staat de zaak, indien la ter. om welke redenen dan ook, het sanee ringsplan duikelt. Dan ontstaat een gevaarlij ke mentaliteit: dan gaat het zoo noodige ver trouwen tanen. De gekoesterde hoop blijkt ijdel te zijn. Men vervalt in verwijten; men merkt op: wat heb ik ten slotte aan mijn or ganisatie: wat krijg ik voor mijn geofferde contributiepenningen? De organisatie kan aan het wankelen raken. De leiders zijn ge noodzaakt van koers te veranderen. In plaats van een nieuwe saneeringspoging moet men de organisatorische problemen den voorrang geven. Met groote energie dient gearbeid te worden aan het in stand houden van den onderlingen band. in de tweede plaats dient nu nagegaan te worden, waarom of het zoover gekomen is. Ik zou kunnen volstaan met de opmerking: de opzet was niet juist. Deze gedachte dient even wel verder uitgewerkt te worden. Saneerings- maatregelen hebben alleen kans van slagen, wanneer zij zijn ontworpen voor en door het overgroote gedeelte der bedrijfsgenooten. Men dient dus vooraf een blik te slaan in de mate van georganiseerd zijn. Op dat gebied is dikwijls weinig rooskleurigs te vertellen. Zoo wel op het middenstandsgebied als op dat der groot-werkgevers, maar ook bij de land- en tuinbouwers bestaat een gemis aan organisa- tiegevoel. Bewijzen daarvoor behoeven niet te worden aangevoerd. Zeker, dat gemis is bij de eene groep grooter dan bij de andere. Maar ieder, die zich zelfs maar oppervlakkig met deze vraagstukken bezig houdt, weet den ach terstand op dit gebied. Menige goed opgezette saneering faalt, omdat zij niet. of onvoldoen de gedragen wordt door de beoefenaren van het vak. Daarmede is slechts één der moei lijkheden aangegeven. Plannen worden ont worpen zonder dat rekening is gehouden met de voorwaarden, die uit juridisch oogpunt niet voorbijgegaan kunnen worden. Meer dan eens wordt onvoldoende aandacht besteed aan de vraag, wie of zoo meteen de uitvoerende or ganen zullen zijn, en of deze wel over die hulpkrachten beschikken, die voor de uitvoe ring onontbeerlijk zijn. Er is in dat opzicht veel werk verricht, wat achterwege had kun nen blijven. Er is veel misnoegen opgewekt. Men heeft menigmaal met koortsachtigen ijver mede willen doen aan de mode van de zen tijd, aan het saneeren, of hoe men deze operatie wenscht te noemen. Meer dan eens is het voorgekomen, dat men bij voorbaat al rekende op een algemeen verbindend verkla ren krachtens de desbetreffende wet en dat achteraf bleek, dat er niet de minste kans tot slagen bestond. Ik laat nu nog geheel buiten bespreking al datgene, wat verband houdt met de vraag: wat moet er nu precies geordend worden? Zeker is, dat voor de verschillende branches geheel verschillende wenschen gel den. Maar velen zien dat niet, of willen dat bij voorkeur niet zien, omdat zij verwachten dat de saneering hun bedrijf in ieder geval voor verdere inzinking zal behoeden. Ja, me nigmaal verwachten zij veel meer. Heimelijk hopen zij, dat hun verliesgevend bedrijf weer rendabel zal worden. Zij verwachten als ge neesmiddel: de beperking van de concurren tie. En zoo moge uit het bovenstaande blijken, dat het saneeren op papier voor velen een rus tige sport is. Maar zij, die tot de beoefenaren hooren, moeten helaas meer dan eens erva ren, dat zelfs ook aan deze sport-beoefening groote gevaren verbonden zijn. Daarop heb ik getracht de aandacht te vestigen. MOLLERUS Zweedsche vliegtuigkruiser te Amsterdam. Prins Bertil begroet zijn vrienden. AMSTERDAM. 13 Febr. (A.N.P.) —Verschei dene personen in uniform bewogen zich van morgen op den steiger van de H A.L. in af wachting van den Zweedschen vliegtuigkruiser Gotland, die vanmorgen voor een niet- officieel bezoek in de hoofdstad is aangeko men. Onder hen bevonden zich twee jonge lieden. die er zeer gewoontjes, doch zeer spor tief bijliepen. Een van hen, die een khaki- kleurig jasje en een lichtgrijze pantalon droeg, was prins Bertil. die gedurende een week vol strekt incognito té Amsterdam verblijf houdt. De andere was zijn adjudant luitenant-ter-zee Einar Blidberg. Toen de kruiser te ruim tien uur zijn ligplaats dicht was genaderd, begon de prins een levendig gesprek met eenige over de verschansing leunende jonge, luitenants, die hem enthousiast hadden begroet zijn k!as- segenooten uit zijn adelborsttijd. Overigens hieid de prins in verband met het niet-offi- cieele karakter, waardoor zijn verblijf te Am sterdam zich kenmerkt, geheel afzijdig van de officieele personen, die ter ontvangst van den vreemden oorlogsbodem op den steiger aan wezig waren. De Zweedsche marineattaché te Parijs, die speciaal voor dit bezoek is overge komen. de consul van Zweden te Amsterdam, de heer Rosenbergen. de officier van piquet, luitenant-ter-zee 2de kl. Helfringh als ver tegenwoordiger van den ondercommandant der marine ie Amsterdam, zoomede de haven meester. de heer van der Poil begaven zich aan boord. Even na deze officieele personen gingen ook prins Bertil en zijn adjudant aan boord. Nooit gebruikt geschut. Antwoord op vragen van AJr. Van Vessem. Bestelling aan Krunn slechts half uitgevoerd. In antwoord op de vragen van het Eerste Kamerlid mr. J. A. van Vessem, betreffende in 1913 ten behoeve van de kustverdediging besteld geschut, heeft de minister van Defensie a.i. medege deeld, dat het in de vragen bedoelde zware geschut, n.l. acht vuurmonden van 28 c.M. 1.45, dat deel uitmaakte van een aan Friedrich-Krupp-Aktien- gesellschaft te Essen-Ruhr opgedragen levering van vier pantserkoepels van 28 c.M. 1.45, inderdaad nimmer ge reed voor 's lands defensie is opge steld. Deze pantserkoepels waren bestemd voor het te bouwen fort De Ruyter bij Vlissingen en het te verbeteren fort Kijkduin bij Den Helder. Eerst in het jaar 1919 leverde de firma Krupp het geschut, de pantserplaten enz. af in den toestand, waarin een en ander zich op dat oogenblik bevond. Dit materieel werd opge slagen op de marinewerf te Amsterdam en is in 1932 verkocht. De firma Krupp had zich verbonden, uiter lijk op 1 September 1916 twee complete koe pels, dus met geschut, en uiterlijk op 1 Juli 1917 de twee andere koepels te hebben opge steld. Aan de levering werd met voortvarend heid gewerkt. Door het uitbreken van den we reldoorlog trad echter een belangrijke vertra ging in de werkzaamheden in. terwijl door de daaropvolgende ratificatie van het verdrag van Versailles op 10 Januari 1920 de werk zaamheden met betrekking tot het gesloten contract moesten worden stopgezet. Daar de firma Krupp zich door deze omstandigheden, op overmacht kon'beroepen, moest de Neder- landsche regeering daarmede genoegen nemen. De totale kosten, welke voor de aanschaf fing, het vervoer en den opslag van het ge schut en de pantsers zijn besteed, hebben be dragen 1.334.335.72. Hieronder is begrepen een bedrag van 18.438, dat in de jaren 1923- 1931 voor onderhoud moest worden uitgegeven. De aanschaffingskosten zijn bestreden uit het in 1913 ingestelde fonds tot verbetering van de kustverdediging. Het contract werd door minister Colijn. toenmaals als minister van Oorlog, goedgekeurd. Op 21 December 1932 is het geschut aan de firma Vlessing en Co. te 's-Gravenhage voor den prijs van 50.000 verkocht, deze opbrengst is op 23 April 1933 in 's Rijks schatkist ge stort. Gewijzigde inzichten. Door de sedert 1913 sterk gewijzigde tijds omstandigheden zouden voor het fort De Ruyter en het verbeteren van het fort Kijk duin. het opstellen van de pantserkoepels, zoomede het completecren van het geleverde geschut en het aanmaken der munitie nog zeer belangrijke bedragen noodig zijn geweest. Hierbij kwam. dat de inzichten nopens het gebruik en de opstellingswijze van zwaar ge schut bij kustversterkingen, als gevolg van de ervaringen, opgedaan in den wereldoorlog, in grijpende wijziging hadden ondergaan. Een en ander heeft tot gevolg gehad, dat dit ge schut nimmer is opgesteld. Wel is nog uitvoerig nagegaan, of het ge schut kon worden ingericht en bestemd voor spoorweggeschut of beddlnggeschut. maar ook daarvoor zouden nog aanzienlijke be dragen noodig zijn geweest. Gelet op andere behoeften der weermacht, die den voorrang moesten hebben, konden deze bedragen niet beschikbaar worden gesteld, te meer niet. wijl de aanmaak van munitie op ongeveer 3000 per schot zou neerkomen, berekend naar de prijzen, welke golden in 1920. Tot verkoop is voorts niet overgegaan, dan nadat de minis ter van Defensie zich had overtuigd, dat ook het legerbestuur in Ned.-Indië op deze kanon nen geen prijs stelde. Ten slotte deelt de minister nog mede, dat de firma Vlessing en Co. bij contract verplicht is, de kanonnen op eerste aanwijzing van de Marinewerf te Amsterdam te verwijderen. De kosten van dit transport werden destijds ge schat op 25 tot 40 duizend gulden. Deze aan den gesloten koop verbonden voorwaarde moet bij de beoordeeling van de koopsom mede in aanmerking worden genomen. Voorts betreft het hier een moeilijk verkoop baar object, hetgeen blijkt uit het feit, dat de kanonnen nog steeds niet door genoemde fir ma verkocht zijn kunnen worden. De firma is voorts nog verplicht, van 1 Januari 1936 af voor elke week. dat het verkochte niet van de opslagplaats is weggevoerd, een bedrag van 50 terreinhuur te betalen. Dit bedrag wordt in 's Rijks schatkist gestort.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 5