Avonturen in sneeuw en ijs Dr. Euwe speelt simultaan Dr. Max Euwe speelde Dinsdag voor de leden der Schaakclub «Bodegraven" te Bodegraven een simultaan-séance. De wereld kampioen in actie De studenten der luchtvaart-afdeeling van het college te Loughborough (Eng.) hebben een aanvang gemaakt met de constructie van een vfcegtutg, waardoor de practijk aan het tbeorie- sncierwtjs wordt getoetst Het uitzicht uit de eetzaal van Andreas-baude te Waldenburg, waar H. M. de KotwngJn e« H. K. H. Prinses Juliana haar intrek hebben genomen De oudste inwoner van Kampen, de heer G. van Dijk, is 101 jaar geworden De onlusten in Syrië. Een der slachtoffers van de botsingen te Damas is dezer dagen onder groote belang stelling van de zijde der bevolking ter aarde besteld. De stoet met het stoffelijk overschot trekt door de stad Te Haarlem bij het corps Motor- rijders zijn, ten behoeve van de oefening in het rijden van pantser wagens, in verband met het oprichten Hel s.s. „Algenib", dat bij de aanvaring op het Noordzeekanaal met de „Manoeran" groote schade opliep, van het eskadron Pantserwagens op i i i i i a i i m i i k.j Apri' a-s-' een'9e exemplaren is thans ter reparatie opgenomen in het dok van de Amsterdamsche Droogdok Mij. hiervan aangekomen FEUILLETON door l O. CURWOOD. 11) „En zij zou met hem getrouwd zijn ook en eon met een knuppel voor hem gevochten heb ben, wanneer de nood aan den man was ge komen, toen het geval voorviel, dat hem op de vlucht joeg. Het gebeurde op het zomerfeest toen al de trappers met hun vrouwen en kin deren te Lac Bain waren. En Dupont volgde den Laffe als een hond. Hij bespotte hem; hij beleedigde hem; hij ging op zijn knieën liggen en bood aan om met hem te vechten zonder overeind te komen en daar, voor de oogen van Elise, waschte hij het gelaat van den Laffe ln het vet van een der geroosterde kariboes. En de Laffe was een man! Ja, een volwassen man! „En daar schreeuwde Jacques Dupont zijn uitdaging uit, daar voor die heele menigte. Hij wilde met den Laffe vechten. Hij wilde met hem vechten, terwijl zijn rechterhand op zijn rug gebonden was! En voor de oogen van Elise en den Laffe en die heele menigte, bonden zijn vrienden zijn arm vast, zoodat die als een stuk hout onbeweeglijk op zijn rug zat en het was nog wel zijn rechterarm, zijn sterke arm, waar hij mee vechten moest, die tot werkeloosheid werd gedoemd. En zelfs toen was de Laffe nog even bleek als het papier, waarop hij zijn tee- keningen maakte. „Toen op dat oogenblik had hij kans gehad om Jacques Dupont te dooden! Een halve kerel zou het klaargespeeld hebben. En deed hij het, m'sieu? Neen, hij deed het niet. Met zijn eenen arm en zijn eene hand. zijn linker nog wel, sloeg Jacques Dupon' den Laffe neer en hij zou heil gedood hebben, wanneer Elise niet toegesneld was om te verhoeden, dat de Laffe gedood werd. En in dien nacht sloop de Laffe weg. Schaamde hij zich? Ja. Van dien nacht af aan durfde hij zich niet meer te vertoonen te Lac Bain. En niemand weet, waar hij heenging of wat er van hem geworden is. Niemand behalve Elise. En zij bewaart haar geheim diep in haar eigen hart." „En toen?" vroeg Reese Beaudin met een stem, die veel op een gefluister geleek. „Dat is iets, wat ik niet begrijp," zei Joe Delesse. „Het was een vreemd geval, m'sieu, een heel vreemd geval. Ik weet zeker, dat Elise dien lafaard liefhad, zelfs nog nadat hij weg- geloopen was. En toch wel, er gebeurde iets bijzonders. Ik hoorde op zekeren dag toevallig een hevigen twist tusschen Jan Thiebout, Elise's vader en Jacques Dupont. Na dien tijd was Thiebout zeer bang voor Dupont. Ik heb hier zoo mijn vermoedens over. Nu Thiebout dood is, kan het geen kwaad meer als ik die vertel. Ik denk dat Thiebout den mulat Bedore doodde, die vijf jaar geleden vermoord werd gevonden in het jachtgebied waar hij zijn vallen mocht zetten. Er bestond een veete tus schen hen. En Dupont, Thiebouts geheim ont dekkend wel gij kunt begrijpen, m'sieu, hoe gemakkelijk het toen voor hem was om hier partij van te trekken. „Thiebout zette 's winters zijn vallen in het Burntwood Land, waar zijn jachtgebied zich over vijftig mijlen uitstrekte en spoedig na Bedores dood werd Jacques Dupont de partner van Thiebout. Ik weet dat Elise gedwongen werd om met hem te trouwen. Dat gebeurde nu vier jaar geleden. Het jaar daarop stierf de oude Thiebout en gedurende al die jaren is Elise geen enkelen keer te post Lac Bain ge weest!" „Evenals de Laffe kwam zij nooit terug." hijgde Reese Beaudin. „Nooit. En nu het is vreemd ..Wat ls vreemd, Joe Delesse?" .Dat zij voor het eerst in al die jaren naar r,ac Bain gaat naar de hondenverkooping." Reese Beaudins gezicht was weer verborgen achter de rookwolken, die uit zijn pijp opste gen. Door den rook heen werd zijn stem ver nomen. „Het is een koude avond, m'sieu Delesse. Hoor de wind eens huilen!" „Ja het is koud zoo koud, dat de vossen wel niet zullen trekken. Ik zal morgen mijn vallen en het lokaas wel niet na hoeven te zien." „Of gij moet ze uit hun holen gaan opgra ven." „Ik zal in mijn hut blijven." „Wat! Gaat gij niet naar Lac Bain?" „Ik betwijfel het." „Zelfs niet als Elise, uw nichtje, er is?" „Ik heb er geen trek in, m'sieu. En dat zoudt gij ook niet hebben, als gij in mijn schoenen stond en wist, wat de reden is, waarom zij er heengaat. Ik kan hem niet neerslaan, maar ik kan hem dooden en als ik er heen ging en als er gebeurde, wat ik vermoed, dat ge beuren zal „Gij wilt mij toch zeker wel vertellen „Ja, ik zal het u vertellen, m'sieu. Jacques Dupont weet, dat Elise nooit heeft opgehou den om den Laffe te beminnen. Ik geloof niet, dat zij ooit de minste moeite gedaan heeft om dit voor hem te verbergen. Waarom zou ze ook? En het praatje loopt, m'sieu, dat de Laffe op de hondenverkooping te Lac Bain zal komen." Reese Beaudin stond langzaam op en rekte zich geeuwend uit in de met rook gevulde hut. „En als de Laffe de rollen nu eens omkeerde, Joe Delesse, bedenk eens even, wat een fijn buitenkansje je dan zou missen," zei hij. Joe Delesse stond ook op, terwijl een min achtende glimlach om zijn lippen speelde. „Die vioolspeler, die prentjesmaker, die boe kenwurm Phoe! Gij zijt moe, m'sieu, daar is uw kool." Reese Beaudin stak zijn hand uit.Beide mannen stonden tegenover elkander in het spaarzaam verlicht en rookerige vertrek, zoo dat de omtrekken van hun lichamen flauw zichtbaar waren. Joe Delesse, met zijn forsche gestalte, stak een hoofd boven den ander uit, die, ia verhouding tot hem, zelfs tenger en, slank scheen. Hij vatte de aangeboden hand in zijn grove en breede knuist, welke tweemaal zoo groot was als de hand van Reese Beaudin. En toen gebeurde er iets heel eigenaardigs. Een vreemde uitdrukking gleed over het ge laat van Joe Delesse. Een kreet ontsnapte uit zijn baard. Zijn mond verwrong zich. Zijn knieën bogen zich langhaam onder hem en binnen tien tellen lag zijn reusachtig lichaam geknield op den vloer, terwijl Reese Beaudin glimlachend op hem neerzag. „Ls Jacques Dupont sterker in zijn handen dan ik, Joe Delesse?" vroeg hij met een stem, zóó zacht, dat die op een vrouwenstem geleek. „Hemel," hijgde Delesse. Hij wankelde over eind, zijn gekneusde en mishandelde hand vasthoudend en toen op woedenden toon: „M'sieu Reese Beaudin legde zijn handen, vriende lijk glimlachend, op de schouders van den ander. „Ik zal mij verontschuldigen, ik zal het u verklaren, mijn vriend." zei hij. „Maar eerst moet gij mij- den naam noemen van dien Laffe, die jaren geleden weg liep. Herinnert gij u nog, hoe hij heette?" „Ja, maar wat heeft dat met mijn gekneusde hand te maken. De naam van den Laffe was Reese Beaudin „En ik ben Reese Beaudin!" lachte de ander zacht. Op den grooten dag den dag van Wakao, de hondenverkooping werden er zeven vette kariboes geroosterd aan groote spitten te post Lac Bain en daaronder brandden zeven heete, roode vuren van gedroogd berkenhout en om die zeven vuren zaten zeven groepen men- schen, die langzaam de roosterende lichamen der kariboes ronddraaiden, zoodat ze aan alle kanten lekker bruin werden. Het was de Groote Dag van het winterfeest en post Lac Bain, dat op gewone tijden twin tig inwoners telde, was nu een drukke hoofd stad geworden: een hoofdstad der Wildernis, waar tweehonderd opgewonden menschen en tweemaal zooveel hondeg vertoefden. Uit alle/ richtingen waren zij komen opdagen, van Noord en Zuid, van Oost en West, van heinde en ver, van de Barrens, uit de moerassen, uit de afgelegen bosschen, van rivier en meer en verre paden enkele blanken, meest Fran- schen, halfbloed en volbloed inboorlingen, Chippewayans en Crees en hier en daar een vreemde, kleine onderkruiper uit het Noorden, met een donker gezicht, het kenmerk van het bloed der Eskimos. Al de geslachten, gods diensten en zeden der Wildernis waren hier vereenigd. Over dit alles hing, als een wierook de lucht vervullend en de begeerte van mensch en dier opwekkend, de geur van de roosterende kari boes. Het feestuur was in aantocht. Met een geschreeuw, dat boven de laatste woorden van een wild lied uitklonk, snelden de zeven groe pen menschen naar zeven paar stutten en trokken die Omver. De groote lichamen zwaai den door de lucht, bogen zich langzaam over hun braadspitten en vielen toen krakend en sissend, vijftien voeten van het vuur verwij derd, in de sneeuw. Rondom elk lichaam sneden vijf mannen met vlijmscherpe messen hompen af van het geroosterde vleesch en legden die in de begee- rig uitgestoken handen der menigte. Eerst kwamen de wouwen en kinderen aan de beurt en het laatst de mannen. Niettegenstaande de vroolijke, opgewonden stemming ging alles even ordelijk toe. Het kenmerkte de menschen, die een groot deel van het jaar in de eenzaamheid doorbrengend, een grootere mate van beschaving deelachtig waren en een hooger zedelijk bewustzijn toon den dan hun meer geletterde klassegenooten in andere deelen der wereld, die andere zede lijkheidsbegrippen dan die der wildernis hul* digen. (Wordt vervolgd.)'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 10