Lof en critiek op het Indische beleid. ABDIJSIROOP 5000.— of 50 dagen hechtenis geëischt wegens doodelijke aanrijding. Het intellectu eele proletariaat. VRIJDAG 21 FEBRUARI 1936 HAARLE M'S DAGBL'AD 3 TWEEDE KAMER Klachten over „afbraakpolitiek" C. i. tan Kempen DEN HAAG Donderdag. Nadat gisteren Suriname z.h.st. was aange nomen (aanteekening revol. soc. Sneevliet en commun. Roestam Effendi tegen), zwaaiden we vandaag van rte West naar de Oost over Ook daar is het lang niet alles rozengeur en naneschijn. Zoo viel er n de rede van den it.K. Indischen specia .1st Ir. Feber heel wat kritiek te beluisteren op het Indisch beleid der Regeering. Het is al maar bezuinigen en aanpassen wat de klok slaat, ondanks het feit, dat hiermee tevens aantasting van levens belangen gepaard gaat. De verhouding tus- gchen de Indische Regeering en den Volksraad acht spr. niet onbevredigend wat het aantal der conflicten aangaat. Dat had waarlijk wel grooter kunnen wezen als men het somwijlen prikkelend optreden van eenige regeerings- gemachtigden in aanmerking neemt. De G.G. heeft zijn departementshoofden in de hand. Het is te hopen, dat de Minister effectvolle kritiek zal uitoefenen. Enkele Indische cultures vertoonen onge twijfeld verbetering, maar voor den algemee nen economischen en financieelen toestand van Indië heeft dat geen beteekenis. We zijn aldus Ir. Feber met de finan ciën op een bedenkelijke wijze vastgeloopen zonder hoop op uitkomst. Er is te veel bezui nigd. Bv. op het kantoor van den Arbeid, bij de volksgezondheid enz., kortom men is bezig met afbraak van wat voor de Indische levens belangen werkelijk noodig geacht moet wor den. Voor een solide herstel zou 120 millioen noodig zijn en die vindt men toch niet door aanpassen en bezuinigen alleen, waardoor men de vitale volkbelangen ondermijnt. Zoozeer zelfs, dat Ir Feber den Minister zeer pertinent vroeg of hij bereid zou zijn, zonder daarbij vast te houden aan het ondanks alles en voor alles sluitend maken der begrooting, zijn invloed aan te wenden ten einde er voor te zorgen, dat de noodige bedragen beschik baar worden gesteld om eventueel dreigende voedseltekorten en epidemieën te voorkomen daarom is dus uitbreiding en verbetering van den medischen dienst geboden. De schuldenlast van Indië legt op dat ge biedsdeel een te zwaren druk. waaraan mis schien slechts te ontkomen is door gedwongen conversie. Sociale wetgeving, industrialisatie bleken verder punten te zijn, die op 's heeren. Feber's verlanglijstje voorkwamen, evenals de instel ling eener veelzijdig samengestelde commissie, waarin ook vertegenwoordigers van het be drijfsleven zitting moeten krijgen, die het vraagstuk der imperiale zelfvoorziening (stok paardje van den R.K. afgevaardigde v. Poll) nauwgezet zal hebben te onderzoeken. Ir. Feber meent, dat Nederland onder de huidige omstandigheden zich t.a.v. direkte hulp aan Indië niet afzijdig mag houden. Ook niet, omdat hierbij de aangelegenheid der muntcorrectie een argument voor hulpverlee ning is. Met het oog op het moederlandsche belang handhaaft men den gulden, al schuin hierin niet 'n Indisch belang: des te meer reden dus hulp te verschaffen. In tegenstelling met zijn R.-K. collega bleek de liberaal v. Kempen groote bewondering te koesteren voor hetgeen door de financieele politiek der Regeering in Indië is bereikt. Voorts prees hij de wijze, waarop de huidige G.-G. voor de gezagshandhaving zorg heeft gedragen. Door krachtig, tevens echter ge matigd optreden wordt de bevolking tegen zichzelf behoorlijk beschermd en tegen hen, die hun primitieve opvattingen willen mis bruiken. Alleen achtte deze afgevaardigde wel wat krachtiger optreden tegen de N.S.B. in Indië gewenscht; zoo ware z.i. een uni- forverbod op zijn plaats. Ir. Cramer (s.-d.) was over het finan cieel en economisch beleid in de. Oost zeer slecht te spreken en bleek ook niets gesteld te zijn op ver lenging van de ambts periode van den G.-G. Volgens den woord voerder der s.d. frac tie zal niemand in 't Rijk van Insulinde, waar men zucht on der de gevolgen van te snel en te ingrij pend bezuinigen er een traan om laten als Jhr. de Jonge voor goed naar het moeder land terug keert. Deze onder-koning had trouwens eenerzijds de bewegingsvrijheid dei- bevolking te veel aan banden gelegd, terwijl hij daarentegen t.ov. de N.S.B. onvoldoende waakzaam is. De heer Cramer beval verder met -het oog op Indië's economisch herstel aan, het Indi sche onderdeel van het Plan van den Arbeid te verwezenlijken, dat in hoofdzaak neer komt op de verwerking van 100 millioen aan openbare werken in vijf jaren tijds. De c.-h. koloniale specialist v. Boetzelaer v. Dubbeldam was tevreden met de resulta ten van het financieel Indisch beleid en meende, dat er hier en daar zelfs nog iets meer kon worden bezuinigd. De geprikkelde stemming van Indië tegenover Nederland schreef hij toe aan onze te groote gereser veerdheid op het stuk van samenwerking en hulpverleening. Mr. Westerman (wild-nationaal) wijdde allereerst speciaal aandacht aan de verde diging in Indië, vooral in verband met de gevaren uit het Verre Oosten (Japan). Onze defensie is op lange na niet voldoende, wat spr. bovenal weet aan het democratisch stelsel, dat hij als de georganiseerde beslui teloosheid pleegt aan te duiden. De demo cratie, die al onverteerbaar is voor het Wes ten, is voor het Oosten nog onbruikbaai'der. Een en ander overwegende acht spr. het volstrekt geen wonder, dat de Indische Reken kamer -elk jaar een 7 a 800 fraudes achter haalt. Voor de nalatigheid op dit gebied van hooge ambtenaren is men volgens dezen af gevaardigde al te onverschillig. Dat decentralisatie van het bestuur tot be zuiniging zou leiden acht de heer Wester man uitgesloten. Maar bovendien, zijn we daarmee wel op den goeden weg; is dit nu de tijd voor zulke experimenten en zal de structuur van het bestuursgebouw door de indeeling in eiland-gouvernementen niet nog meer verzwakken? Naar spr.'s vaste overtui ging moet men nu eens ophouden met al die hervormingen. Indië heeft noodig 'n krach tig' gezag door een in zichzelf geloovend krachtig bestuurscorps. We dienen den moed te hebben, in het belang van de inheemsche bevolking zelf, te zeggen dat voorshands een Ch. C. Cramer (S.D.A.P.) overwegende positie van het Nederlandsche element in 't bestuur van Indië onmisbaar is. In dit verband kreeg de G.-G. een pluim op zijn steek. Niet echter de Volksraad, het pseudo-parlement. dat te veel op den stoel der Regeering wil trachten te gaan zitten, wat nu eenmaal van het instituut als zoo danig te verwachten valt. Spr. is paf van het feit, dat dit college zich zoo geweldig druk heeft gemaakt over het interpellatie-vraag stuk. Als alles in de wereld kraakt, dan praat het Indische parlement over allerlei z.i. on- beteekenende staatsrechtelijke kwestietjes. E. v. R. Actetasch met 5400 gestolen. Banklooper deed bood schappen. Fiets even onbeheerd laten staan. Donderdagmorgen heeft de 47-jarige bank looper A. v. V., die reeds 30 jaar in dienst is bij de firma v. Schaardenburg aan den Cool- singel te Rotterdam, bij de politie aangifte gedaan, dat in de W-estewagenstraat zijn fiets is gestolen, waaraan een actetasch was be vestigd, waarin een bedrag zat van f 5400. Het geld had de incasseerder bij de firma Mees en Zoon gehaald. In ae Westewagen straat moest van V. bij een boterhandelaar eenige inkoopen doen voor de heeren van zijn kantoor en hij liet zijn fiets met de actetasch eenige minuten onbeheerd en niet gesloten buiten staan. Toen hij terugkeerde, was de fiets en daarmede de tasch met geld, ver dwenen. Een belooning wordt uitgeloofd voor hen, die inlichtingen aan de politie kunnen verschaffen, welke tot opsporing van het geld kunnen leiden. Hier zit t vast Daar piept het Dal slijm moei weg! Als Gij hebt kou gevat, als Ge hoest, als de slijmvliezen zijn ontstoken en de prik kelende slijm zich op Uw luchtpijp vastzet, dan helpt alleen een beproefd, krachtig ingrijpend geneesmiddel, neem dan eens de nieuwe versterkte Aklcer's Abdijsiroop De warking van Abdijsiroop, het vanouds beproef de kruiden-middel, is belangrijk versterkt en versneld door toevoeging van de hoest-bedwin- gende stofcodeïne, het meest werkzame middel tegen aandoeningen der ademhalings-organen. Uw verkoudheid wordt als 't ware ..snel rijp", de vastzittende slijm komt los en verdwijnt. Uw hoest buien en benauwdheden blijven daardoor spoedig voor goed wèg. ,,'s Werelds béste Hoest-siroop" zoo noemt men om deze bijzondere eigenschappen dan ook tegenwoordig terecht de onvergelijkelijke AKKER's verslèrkle Verlaagde prijzen: f 0.75, f 1.25, f 2.-, f ?,50 p. flacon (Adv. Ingez. Med.) Meisje door vallend schoolbord gedood. In de Openbare Lagere School aan de Her- benüsstraat te Maastricht is Donderdag een 1-2-jarig meisje M. C. Gijfoels, door een van den muur vallend schoolbord in de klas ge dood. Het meisje was bezig het bord schoon te maken, toen het plotseling van den muur losschoot en boven op het kind terecht kwam. Het meisje is vrijwel onmiddellijk overleden. De recherche heeft terstond een onderzoek ingesteld en het lijkje in beslag genomen. Handelsrelaties met Hongarije Voorbereidende besprekingen te 's-Gravenliage. Naar het A.N.P. ter oore komt, worden te 's-Gravenhage besprekingen gevoerd tusschen een Hongaarsche delegatie en vertegenwoordi gers van het Nederlandsche departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart. Deze be sprekingen betreffen de Nederlandsch-Hon- gaarsche handelsrelaties en dragen nog slechts een voorbereidend en informatief karakter Waarschijnlijk zullen deze binnen enkele da gen ten einde zijn. Van Hongaarsche zijde zijn tegenwoordig de heeren E. Schlick, hoofd ambtenaar aan het Hongaarsche departement van Handel en E. de Ambro, vertegenwoordi ger van de Internationale Bank van Hongarije. Koningin en Prinses hebben Adersbach bezocht. Reuter meldt uit Praag dd. 20 Febr.: Koningin Wilhelmina en Prinses Juliana hebben gisternamiddag een bezoek gebracht, aan de beroemde rotsen van Adersbach in het Tsj echoslowaaksche grondgebied. Malversaties door Amster- damsch notaris? Justitie gelast onderzoek. Naar wij vernemen zijn bij de Justitie klachten ingekomen van personen, die aan den Amsterdamschen notaris K. gelden toe vertrouwd hebben, waaromtrent vermoedens zijn gerezen, dat met het beheer van deze gel den onregelmatigheden zijn gepleegd. In dit verband heeft de officier van jus titie de Centrale Recherche opdracht gege ven, een onderzoek in te stellen. Notaris K. heeft naar destijds is gemeld kortgeleden, wegens financieele moeilijkhe den surséance van betaling aangevraagd en zijn ontsla? uit zijn functie verzocht. (A. N. P. Heeft de verdachte op de Amsterdamsche vaart links gereden Ingewikkelde verklaringen van deskundigen. Tegen den 66-jarigen Haarlemmer, die in den avond van Goeden Vrijdag van verleden jaar, ter hoogte van de Liedebrug als be stuurder van een auto in botsing was geko men met een uit Haarlem komenden motor rijder P. A. Sweerts, die daardoor op slag werd gedood, heeft de officier van justitie bij de Haarlemsche rechtbank in October van verleden jaar f 5000 boete geëischt, sub sidiair 50 dagen hechtenis met intrekking' van het rijbewijs voor den tijd van een jaar. Op 31 October bepaalde de Haarlemsche rechtbank bij interlocutoir vonnis dat het onderzoek onvolledig was geweest en wees de zaak terug naar den rechter van instructie. Donderdagmiddag diende deze doodelijke aanrijding weer voor de rechtbank, die sa mengesteld was uit Jhr. Mr. E. J. Strick van Linschoben, president en Mrs. E. J. W. Top, en E. H. F. W. van Schaeck Mathon. Op den bewusten avond stond ter rechter zijde van den weg, van Haarlem uit gere kend, over de Liedebrug een auto stil, waar van de bestuurder met een mede-inzittende naar het fort De Liede keek. Uit de richting Haarlem kwam de motorrijder, die een licht motorrijwiel bereed, terwijl uit de tegenover gestelde richting de auto van den verdachte naderde. Even voor dat deze auto den stil staand-en wagen was genaderd", ontstond de botsing tusschen de door den verdachte be stuurde auto en den motorfietser, die de stilstaande auto was gepasseerd. De vraag was nu of de verdachte te veel aan den lin kerkant van den weg heeft gereden en daar door den motorrijder heeft aangereden. De verdediger, Mr. A. Bruch, vroeg den ge tuige, die in de stilstaande auto heeft ge zeten, of de twee deuken die in het linker- voorspatbord van zijn auto waren geconsta teerd. waren bijgewerkt vóór dat de getuige- deskundige, een luitenant van den motor- dienst, de auto had gezien. Dit was inder daad het geval geweest, waarbij in aanmer king genomen moet worden dat ettelijke we ken zijn verloopen eer de deskundige ook dit motorrijtuig heeft onderzocht. Dezen getuige werd ook door den verdediger gevraagd of het mogelijk was dat het lichaam van het slachtoffer zijn auto heeft geraakt. De ge tuige geloofde dat dit niet het geval is ge weest. Aan den veldwachter vroeg de verde diger of het slachtoffer een hoofddeksel had gedragen. Deze getuige had daarvan niets bespeurd. Er was geen gevonden. Belangrijk was de getuigeverklaring van een jongeman, die in de buurt woont en het ongeluk heeft gezien toen hij in den tuin van zijn huis stond. Eerst vestigt de president echter zijn aandacht op het gewicht van den eed, omdat deze getuige bij het vooronder zoek verschillende, tegenstrijdige verklarin gen heeft afgelegd. Deze getuige heeft gezien dat de stilstaan de auto geheel rechts van den weg was ge parkeerd, waarbij de rechterwielen op den keien rand stonden. De motorfiets heeft hij uit Haarlem zien naderen. De berijder reed op normale wijze langs den stilstaanden wa gen. Hij kan niet zeggen of de motor op den voor den verdachte rechterweghelft is ge komen. m.a.w. of de motorfietser een fout heeft begaan Wel heeft hij gezien dat de motor een flauwe zwenking naar links maak te om de geparkeerde auto te passeeren. Toen verloor de getuige den motor even uit het zicht. Een oogenblik later zag hij een man die over de motorkap van den stilstaanden wagen werd geslingerd en met een smak op den grond terecht kwam. Het ongeluk zelf heeft hij dus niet gezien. De auto van verdachte heeft de getuige met een snelheid van ongeveer 85 kilometer zien naderen. De motor reed volgens hem ongeveer 30 K.M. Hij meende de snelheid wel te kunnen schatten ofschoon de getuige zelf niet auto rijdt. Waar op den weg de uit Amsterdam komende auto reed, kon de ge tuige zich niet herinneren. De president begreep niet waarom de ge tuige dit nu niet wist, terwijl hij in zijn an dere verklaringen betrekkelijk positief was. Tegen de politie zou de getuige onmiddellijk hebben gezegd dat de verdachte midden op den weg heeft gereden. Mr. Bruch.gelóóft ook niet dat de getuige goed heeft kunnen zien waar de auto van verdachte reed, Hij vestigt de aandacht van de rechtbank er op dat de getuige bij den rechter-commissaris heeft verklaard dat de motorrijder, vóór de stilstaande auto te pas seeren, een scherpe bocht naar links heeft gemaakt. De verdediger ontkent dat uit de verklaringen zou zijn op te maken dat het slachtoffer niet op zijn linker-weghelft zou zijn geweest. De agent van politie zegt nog dat de ge tuige dienzelfden middag tegen hem heeft gezegd ,.Als die auta rechts gereden had, zou er geen botsing zijn ontstaan". De getuige neemt nu zijn verklaring over de scherpe zwenking door den motorrijder terug. Over een hoofddeksel kan hij alleen zeggen dat hij meent dat het slachtoffer een leeren pet heeft op gehad, maar.... óf hij een hoofddeksel heeft gehad, weet de ge tuige niet. Mr. Bruch besluit dat alles eigenlijk con clusies van den getuige zijn. Er zijn weinig zelf-geconstateerde feiten bij. Een andere automobilist die ook van Am sterdam naar Haarlem is gereden, zei 'bij het binnenrijden van Halfweg reeds de zonne- klep omhoog gedaan te hebben, daar hij toen geen last meer had gehad van de laagstaan de zon. Er komen dan eenige zeer lange en vaak zeer ingewikkelde verklaringen van verschil lende deskundigen. Daarbij is o.a. die van een dokter uit Halfweg, die wel niet als des kundige was opgeroepen, doch die uiteraard helaas veel met ongelukken op de Amster damsche vaart heeft te maken. Zijn verkla ringen komen hierop neer, dat hij uit bloed en hersenresten op den weg en op de auto's heeft geconcludeerd dat het ongeluk dicht bij de stilstaande auto moest zijn geschied op de middelste rijbaan. Geheel rechts en ge heel links van den weg was z.i. onmogelijk. Op welke plaats precies op de middelste weg- baan kon hij natuurlijk niet zeggen. Er ontstond even een misverstand tus schen den verdediger en den getuige omdat de eerste zei dat de getuige aan de politie verklaard had dat het niet uitgesloten was dat het ongeluk op de voor den verdachte rechterweghelft is geschied. De getuige hel derde deze kwestie op door de verklaring dat de middelste rijbaan zoowel tot de linker- als tot de rechterweghelft behoort, zoodat zijn verklaringen geenszins tegenstrijdig waren. De getuige-deskundige, luitenant van den Haarlemschen motordienst, gelooft dat de deuken in het linkervoorspatbord van den stilstaanden wagen zijn ontstaan door het ijzeren achter-frame van de motorfiets, die teruggeworpen is na den schok van de aan rijding. Deze deskundige meent dat het absoluut on mogelijk is om met de snelheid waarmee het slachtoffer heeft gereden en met dit soort motorfiets een scherpe zwenking te maken. Uit een en ander concludeert de getuige dat het ongeluk onmogelijk ver van de plaats van den stilstaanden wagen kan zijn geschied. Links gereden Dr. Hulst uit Leiden, die sectie op het lijk heeft verricht en nu nog een uitgebreider rap port heeft samengesteld op grond van de andere verklaringen, meent dat de bloedspat- ten op de ruit van den geparkeerden wagen en andere resten bewijzen dat de ongeluk kige motorrijder op den voor verdachte lin kerweghelft is aangereden. Uit niets blijkt ten slotte dat het lijk de stilstaande auto heeft geraakt, zoodat dr. Hulst moet besluiten dat door de auto van verdachte, die teveel links heeft gereden, de motorrijder door de lucht is geslingerd tot over den stilstaanden wagen heen. Van de zijde der verdediging was ook een getuige-deskundige opgeroepen, een inge nieur, die door verschillende wiskundige be rekeningen, over zwaartekracht e. d. aantoonde dat, aangenomen dat de vaststaande feiten juist zijn, het ongeluk op een afstand van 4.71 meter 5,21 meter moet zijn geschied van de stilstaande auto af, doch zeer zeker niet op den voor verdachte linkerweghelft. Tusschen de verschil lende deskundigen ont spon zich toen een langdurig debat, waarbij steeds weer de kwestie van het al of niet links rijden van den verdachte het onderwerp der discussie uitmaakte. De officier van justitie zei in zijn requisitoir van het ingewikkelde betoog van den deskun dige a décharge niet veel begrepen te hebben. De andere verklaringen waren z.i. helderder en deze nieuwe behandeling heeft voor hem nog meer bewijsmateriaal aangebracht. Hij had meer vertrouwen in de routine van dokter Hulst. De verklaringen van den luitenant vond hij eveneens van belang en vooral die van den jongeman die het ongeluk ten deele heeft zien gebeuren. Hij persisteerde bij zijn eisch van f 5000 of 50 dagen hechtenis en een jaar intrekking van het rijbewijs. De verdediger zei dat dokter Hulst in het geheel geen expert is op het gebied van bot singen. Alle deskundige verklaringen berusten z.i, meer op feeling dan op wetenschap. De feiten zijn niet te grijpen. Anders is het met die verklaringen van den ingenieur, die op berekeningen gebaseerd zijn, waarbij men va,n den voor den verdachte minst gunstigen toestand uitgaat. Hij gelooft dat de motorrijder wel een wijde bocht om de stilstaande auto heeft genomen, omdat het in het geheel niet onwaarschijnlijk is dat de inzittende met zijn hand naar het fort heeft gewezen, waardoor de motorrijder wellicht den indruk heeft gekregen dat deze auto wilde afzwenken. De verdediger zei dat er veel te veel ongewis is in deze zaak om een veroordeeling te laten volgen. „Ik zou het verschrikkelijk vinden", aldus besloot Mr. Bruch, „voor iedereen en ongeacht de maatschappelijke positie van dezen ver dachte en het feit dat hij 66 jaar is, wanneer hij schuldig verklaard zou worden aan het ergste schulddelict dat onze Nederlandsche wet kent: dood door schuld. Met vertrouwen en innerlijke overtuiging dring ik bij uw rechtbank op vrijspraak aan." De uitspraak is op Donderdagmorgen 5 Maart. Botsing bij den Slaperdijk. Een 22-jarige chauffeur uit Heemskerk werd beschuldigd, dat hij op 28 Maart van het vorig jaar op den Rijksstraatweg te Santpoort zóó roekeloos met een zeswielige vrachtauto heeft gereden, dat hij ter hoogte van den Slaperdijk een dubbele botsing heeft veroorzaakt. Twee bestuurders van andere auto's werden daarbij ernstig gewond. De één kreeg een gebroken neusbeen en de ander een inwendige kneuzing in de rechter heup, waardoor de laatste in geruimen tijd zijn werk niet heeft kunnen ver richten. Deze was van den Slaperdijk geko men en wilde, alvorens den Rijksstraatweg op te rijden, eerst het verkeer van rechts laten voorgaan. Daartoe had hij zijn auto even stilgezet. Opeens voelde hij toen een hevigen schok. Hij kreeg een hevige pijn in zijn heup en raakte bewusteloos. Verdachte zei, dat deze getuige niet gestopt had, maar op het asphalt kwam en tegen zijn vrachtauto reed. Verd. meende juist een ander gepasseerd te hebben en zei niet te veel op de linkerzijde van den weg te zijn gekomen. Een getuige heeft gezien dat de lange auto van verdachte geleidelijk den voor hem rijden den wagen inhaalde, waarbij de achterwielen de auto raakten die van den Slaperdijk was gekomen. Deze auto sloeg toen meteen om. Een fletser verklaarde dat de verdachte met zijn auto zoo links heeft gereden dat de wiel sporen in het grint naast den bermrand te zien waren geweest. De officier eisohte 14 dagen hechtenis. De verdediger, Mr. E. J. Korthals Altes weet het ongeluk aan den autobestuurder die van den Slaperdijk was gekomen en het rechts-i komend verkeer geen voorrang zou hebben ver leend. 1 Uitspraak op 5 Maart. Verafgoding der academische titulatuur. De groote heeren die de commissie vormen ter bestudeering van de toenemende bevolking van universiteiten en hoogescholen en de werkgelegenheid voor academisch gevormden, zullen zich vermoedelijk a priori wel weinig gelegen laten liggen aan wat een kleine heer over de resultaten van hun onderzoekingen en over de conclusies, waartoe zij gekomen zijn, denkt. Reden te meer voor den kleinen heer om er een enkele opmerking over te maken, over den nood der intellectueelen en der acade misch gevormden en over wat de heeren Lim burg cum suis daartegen als panacée hebben uitgedacht, met allen eerbied voor die uitden- kerijen op zich zelve natuurlijk.... Het allerwonderlijkste voor mij in dit geheele rapport is de keurige uniformiteit, de nette catalogiseering. door de commissie in acht ge nomen en toegepast. In korte en krachtige termen wordt gewaagd van intellectueelen, juristen, onbekwame stu denten, geschikte candidaten en zoo allerlei termen meer. die keurig passen in den ge- dachtengang van geschikte, bekwame en keu rige rapporteurs, doch niet in het leven, niet in de maatschappij, niet in de practische ont wikkeling der dingen. Want het is érg moeilijk te zeggen .wie in tellectueelen zijn. Ik geloof dat menige siga renwinkelier en menige mecanicien intellec- tueeler is'dan menige meester in de rechten en menige doctor in de medicijnen. En wat „juristen" betreftals het niet al te verschrikkelijk is. dan zou ik beedesd willen opmerken, dat héél wat deurwaarders, héél wat procureursklerken héél watnee, zaakwaarnemers durf ik niet zeggen.ik be doel.... ik geloof dat,'als er van de honderd advocaten twintig juristen zijn, dat véél is, héél ruim berekend. En dan komt de commissie met voorstellen: een numerus clausus, verbod om meer dan tweemaal aan een zelfde examen deel te ne men, selectie naai- de eigenschappen van ver stand en karakter Dat stoat allemaal prachtig op papier, maar wie krijgen die selectie in handen? De mannen met het potlood en het cijferlijstje?: Wimpje heeft 2-plus voor Fransch en 3-min voor wis kunde en dus mag Wimpje niet studeeren? Of gaan we de wonderen der psychotechniek in toepassing brengen? Of een rijkscommissie van toetsers van verstond en karakter? En dat verbod om meer dan tweemaal aan een zelfde examen deel te nemen Ik ken volslagen imbecillen-in-de-juristerij, die altijd keurig netjes door al hun examens gekomen zijn en die nóg volontair ter ge meentesecretarie zijn, en de secretaris weet geen raad met ze en hij hoopt, dat ze maar héél gauw burgemeester zullen worden, dan is hij ze kwijt en ik ken uitnemende juristen, die misschien wel juist omdat ze uitnemende juristen zijn nogal eens voor hun examens gezakt zijn. En ik verzeker u. mijne heeren leden van de Commissie ter bestudeering van de toe nemende bevolking van universiteiten en hoogescholen en de werkgelegenheid voor academisch gevormden, daar zit 'm de kneep niet: niet in maatregelen van boven-af. waar bij de ambitieuze-minder-dan-middelmatige het zal winnen van de minder-ambitieuze- meer-dan-middelmatige; niet in den nume rus clausus, de beperkte examengelegenheid en die toetserij van verstand en karakter, die er toe zouden leiden, dat we een hoeveelheid erkend en gewaarborgd intellect krijgen van het soort, dat. met nel-gewasschen handen en keurig geborstelde kuifjes, in den trein naar Leiden z'n dictaten zit te bestudeeren en móói-gaat-zitten als de perfester een vraag stelt. En de hemel beware ons voor dat stelletje als gepatenteerd intellect! Ik geloof, mijne heeren leden der commis sie, dat alle rapporten en maatregelen niets helpen, zoolang de hypertrophic der titula tuur over Nederland vaardig is. Zoolang wij niet af-zijn, met onzen examenwaanzin en ons cijfertjesgedoe. van onzen eerbied voor den „meester" in de rechten, die geen flauw benul heeft van rechten tol is hij in keurig vier jaar afgestudeerd en nóóit gezakt, buur vrouw!) van den dr., den ir. den mr. dr., die allemaal prachtige academici en wonder baarlijke intellectueelen zijn en die geen drie zinnen Fransch, Duitsch of Engelsch kunnen stamelen. Is er één land in de wereld, waar de goe gemeente zóóveel ontzag heeft voor titels en examina als Nederland: is er één land, waar het diploma of de bul zóó verafgood worden als hier? De gansche misère met de kwasi-intellec- tueelen. die geen baantje krijgen, vindt zijn oorzaak in de klein-burgerlijke vergoding der titulatuur, die door vele drie-minnetjes en twee-plusjes uitdeelende instellingen wordt gevoed en door vele schoolmeesters in glimmende jasjes en glanzende toga's wordt in stand gehouden. Laten uitzieken, heeren leden van de commissie Limburg, rustig laten uitzieken, totdat er zóóveel „intellectueelen" het slacht offer zijn geworden van hun ijver en dien hunner on-intellectueele ouders, dat het be sef gaat doorbreken, dat het „intellectueel" zijn óók niet alles is. In die dingen corrigeert de samenleving zich zelf wel. En de dingen van verstond en hoofd en hart laten zich niet ordenen door maatre gelen en beperking. Een hééle troost in onze dagen, heeren le den van de commissie ter bestudeering van de toenemende bevolking van universiteiten en hoogescholen en de werkgelegenheid voor academisch gevormden! Mr. E. ELIAS. Het Rokin zal gedempt worden. De Gemeenteraad van Amsterdam heeft Donderdagavond met 24 tegen 19 stemmen besloten het Rokin te dempen van af het nieuwe parkeerterrein tot nabij de uitmon ding van den Grimburgwal. Het gedeelte van het Rokin tusschen Spui en Munt zal met enkele meters worden verbreed. De burgemeester deelde na afloop van de stemming mede, dat als het werk uitgevoerd is, B. en W. zullen overwegen van de omwo nenden een ..waardevermeerderingsbelas ting" te heffen. NEDERLANDSCH GETUIGSCHRIFT VOOR SPORTMASSAGE. Voor het Nederlandsch Getuigschrift voor Sportmassage zijn te Haarlem geslaagd: de heeren L. H. van Dam, J. C. P. Hos. den Haag, G. Karmelk, Amsterdam, A. C. Metz, Heem stede en J. H. Nijhuis Jr. Leiden. Herexamen 2; afgewezen 1.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 5