Lof en critiek op het Indische beleid.
ABDIJSIROOP
5000.— of 50 dagen hechtenis geëischt
wegens doodelijke aanrijding.
Het intellectu
eele
proletariaat.
VRIJDAG 21 FEBRUARI 1936
HAARLE M'S DAGBL'AD
3
TWEEDE KAMER
Klachten over „afbraakpolitiek"
C. i. tan Kempen
DEN HAAG Donderdag.
Nadat gisteren Suriname z.h.st. was aange
nomen (aanteekening revol. soc. Sneevliet en
commun. Roestam Effendi tegen), zwaaiden
we vandaag van rte West naar de Oost over
Ook daar is het lang
niet alles rozengeur en
naneschijn. Zoo viel er
n de rede van den
it.K. Indischen specia
.1st Ir. Feber heel wat
kritiek te beluisteren
op het Indisch beleid
der Regeering. Het is
al maar bezuinigen en
aanpassen wat de klok
slaat, ondanks het feit,
dat hiermee tevens
aantasting van levens
belangen gepaard gaat.
De verhouding tus-
gchen de Indische Regeering en den Volksraad
acht spr. niet onbevredigend wat het aantal
der conflicten aangaat. Dat had waarlijk wel
grooter kunnen wezen als men het somwijlen
prikkelend optreden van eenige regeerings-
gemachtigden in aanmerking neemt. De G.G.
heeft zijn departementshoofden in de hand.
Het is te hopen, dat de Minister effectvolle
kritiek zal uitoefenen.
Enkele Indische cultures vertoonen onge
twijfeld verbetering, maar voor den algemee
nen economischen en financieelen toestand
van Indië heeft dat geen beteekenis.
We zijn aldus Ir. Feber met de finan
ciën op een bedenkelijke wijze vastgeloopen
zonder hoop op uitkomst. Er is te veel bezui
nigd. Bv. op het kantoor van den Arbeid, bij
de volksgezondheid enz., kortom men is bezig
met afbraak van wat voor de Indische levens
belangen werkelijk noodig geacht moet wor
den. Voor een solide herstel zou 120 millioen
noodig zijn en die vindt men toch niet door
aanpassen en bezuinigen alleen, waardoor men
de vitale volkbelangen ondermijnt.
Zoozeer zelfs, dat Ir Feber den Minister zeer
pertinent vroeg of hij bereid zou zijn, zonder
daarbij vast te houden aan het ondanks alles
en voor alles sluitend maken der begrooting,
zijn invloed aan te wenden ten einde er voor
te zorgen, dat de noodige bedragen beschik
baar worden gesteld om eventueel dreigende
voedseltekorten en epidemieën te voorkomen
daarom is dus uitbreiding en verbetering van
den medischen dienst geboden.
De schuldenlast van Indië legt op dat ge
biedsdeel een te zwaren druk. waaraan mis
schien slechts te ontkomen is door gedwongen
conversie.
Sociale wetgeving, industrialisatie bleken
verder punten te zijn, die op 's heeren. Feber's
verlanglijstje voorkwamen, evenals de instel
ling eener veelzijdig samengestelde commissie,
waarin ook vertegenwoordigers van het be
drijfsleven zitting moeten krijgen, die het
vraagstuk der imperiale zelfvoorziening (stok
paardje van den R.K. afgevaardigde v. Poll)
nauwgezet zal hebben te onderzoeken.
Ir. Feber meent, dat Nederland onder de
huidige omstandigheden zich t.a.v. direkte
hulp aan Indië niet afzijdig mag houden. Ook
niet, omdat hierbij de aangelegenheid der
muntcorrectie een argument voor hulpverlee
ning is. Met het oog op het moederlandsche
belang handhaaft men den gulden, al schuin
hierin niet 'n Indisch belang: des te meer
reden dus hulp te verschaffen.
In tegenstelling met zijn R.-K. collega bleek
de liberaal v. Kempen groote bewondering
te koesteren voor hetgeen door de financieele
politiek der Regeering in Indië is bereikt.
Voorts prees hij de wijze, waarop de huidige
G.-G. voor de gezagshandhaving zorg heeft
gedragen. Door krachtig, tevens echter ge
matigd optreden wordt de bevolking tegen
zichzelf behoorlijk beschermd en tegen hen,
die hun primitieve opvattingen willen mis
bruiken. Alleen achtte deze afgevaardigde
wel wat krachtiger optreden tegen de N.S.B.
in Indië gewenscht; zoo ware z.i. een uni-
forverbod op zijn plaats.
Ir. Cramer (s.-d.)
was over het finan
cieel en economisch
beleid in de. Oost
zeer slecht te spreken
en bleek ook niets
gesteld te zijn op ver
lenging van de ambts
periode van den G.-G.
Volgens den woord
voerder der s.d. frac
tie zal niemand in 't
Rijk van Insulinde,
waar men zucht on
der de gevolgen van
te snel en te ingrij
pend bezuinigen er een traan om laten als
Jhr. de Jonge voor goed naar het moeder
land terug keert. Deze onder-koning had
trouwens eenerzijds de bewegingsvrijheid dei-
bevolking te veel aan banden gelegd, terwijl
hij daarentegen t.ov. de N.S.B. onvoldoende
waakzaam is.
De heer Cramer beval verder met -het oog
op Indië's economisch herstel aan, het Indi
sche onderdeel van het Plan van den Arbeid
te verwezenlijken, dat in hoofdzaak neer
komt op de verwerking van 100 millioen aan
openbare werken in vijf jaren tijds.
De c.-h. koloniale specialist v. Boetzelaer
v. Dubbeldam was tevreden met de resulta
ten van het financieel Indisch beleid en
meende, dat er hier en daar zelfs nog iets
meer kon worden bezuinigd. De geprikkelde
stemming van Indië tegenover Nederland
schreef hij toe aan onze te groote gereser
veerdheid op het stuk van samenwerking en
hulpverleening.
Mr. Westerman (wild-nationaal) wijdde
allereerst speciaal aandacht aan de verde
diging in Indië, vooral in verband met de
gevaren uit het Verre Oosten (Japan). Onze
defensie is op lange na niet voldoende, wat
spr. bovenal weet aan het democratisch
stelsel, dat hij als de georganiseerde beslui
teloosheid pleegt aan te duiden. De demo
cratie, die al onverteerbaar is voor het Wes
ten, is voor het Oosten nog onbruikbaai'der.
Een en ander overwegende acht spr. het
volstrekt geen wonder, dat de Indische Reken
kamer -elk jaar een 7 a 800 fraudes achter
haalt. Voor de nalatigheid op dit gebied van
hooge ambtenaren is men volgens dezen af
gevaardigde al te onverschillig.
Dat decentralisatie van het bestuur tot be
zuiniging zou leiden acht de heer Wester
man uitgesloten. Maar bovendien, zijn we
daarmee wel op den goeden weg; is dit nu
de tijd voor zulke experimenten en zal de
structuur van het bestuursgebouw door de
indeeling in eiland-gouvernementen niet nog
meer verzwakken? Naar spr.'s vaste overtui
ging moet men nu eens ophouden met al die
hervormingen. Indië heeft noodig 'n krach
tig' gezag door een in zichzelf geloovend
krachtig bestuurscorps. We dienen den moed
te hebben, in het belang van de inheemsche
bevolking zelf, te zeggen dat voorshands een
Ch. C. Cramer (S.D.A.P.)
overwegende positie van het Nederlandsche
element in 't bestuur van Indië onmisbaar
is.
In dit verband kreeg de G.-G. een pluim op
zijn steek. Niet echter de Volksraad, het
pseudo-parlement. dat te veel op den stoel
der Regeering wil trachten te gaan zitten,
wat nu eenmaal van het instituut als zoo
danig te verwachten valt. Spr. is paf van het
feit, dat dit college zich zoo geweldig druk
heeft gemaakt over het interpellatie-vraag
stuk. Als alles in de wereld kraakt, dan praat
het Indische parlement over allerlei z.i. on-
beteekenende staatsrechtelijke kwestietjes.
E. v. R.
Actetasch met 5400 gestolen.
Banklooper deed bood
schappen.
Fiets even onbeheerd laten staan.
Donderdagmorgen heeft de 47-jarige bank
looper A. v. V., die reeds 30 jaar in dienst is
bij de firma v. Schaardenburg aan den Cool-
singel te Rotterdam, bij de politie aangifte
gedaan, dat in de W-estewagenstraat zijn fiets
is gestolen, waaraan een actetasch was be
vestigd, waarin een bedrag zat van f 5400.
Het geld had de incasseerder bij de firma
Mees en Zoon gehaald. In ae Westewagen
straat moest van V. bij een boterhandelaar
eenige inkoopen doen voor de heeren van zijn
kantoor en hij liet zijn fiets met de actetasch
eenige minuten onbeheerd en niet gesloten
buiten staan. Toen hij terugkeerde, was de
fiets en daarmede de tasch met geld, ver
dwenen. Een belooning wordt uitgeloofd
voor hen, die inlichtingen aan de politie
kunnen verschaffen, welke tot opsporing van
het geld kunnen leiden.
Hier zit t vast
Daar piept het
Dal slijm moei weg!
Als Gij hebt kou gevat, als Ge hoest, als
de slijmvliezen zijn ontstoken en de prik
kelende slijm zich op Uw luchtpijp vastzet,
dan helpt alleen een beproefd, krachtig
ingrijpend geneesmiddel, neem dan eens de
nieuwe versterkte Aklcer's Abdijsiroop
De warking van Abdijsiroop, het vanouds beproef
de kruiden-middel, is belangrijk versterkt en
versneld door toevoeging van de hoest-bedwin-
gende stofcodeïne, het meest werkzame middel
tegen aandoeningen der ademhalings-organen.
Uw verkoudheid wordt als 't ware ..snel rijp", de
vastzittende slijm komt los en verdwijnt. Uw hoest
buien en benauwdheden blijven daardoor spoedig
voor goed wèg. ,,'s Werelds béste Hoest-siroop"
zoo noemt men om deze bijzondere eigenschappen
dan ook tegenwoordig terecht de onvergelijkelijke
AKKER's verslèrkle
Verlaagde prijzen: f 0.75, f 1.25, f 2.-, f ?,50 p. flacon
(Adv. Ingez. Med.)
Meisje door vallend schoolbord
gedood.
In de Openbare Lagere School aan de Her-
benüsstraat te Maastricht is Donderdag een
1-2-jarig meisje M. C. Gijfoels, door een van
den muur vallend schoolbord in de klas ge
dood.
Het meisje was bezig het bord schoon te
maken, toen het plotseling van den muur
losschoot en boven op het kind terecht kwam.
Het meisje is vrijwel onmiddellijk overleden.
De recherche heeft terstond een onderzoek
ingesteld en het lijkje in beslag genomen.
Handelsrelaties met Hongarije
Voorbereidende besprekingen te
's-Gravenliage.
Naar het A.N.P. ter oore komt, worden te
's-Gravenhage besprekingen gevoerd tusschen
een Hongaarsche delegatie en vertegenwoordi
gers van het Nederlandsche departement van
Handel, Nijverheid en Scheepvaart. Deze be
sprekingen betreffen de Nederlandsch-Hon-
gaarsche handelsrelaties en dragen nog slechts
een voorbereidend en informatief karakter
Waarschijnlijk zullen deze binnen enkele da
gen ten einde zijn. Van Hongaarsche zijde zijn
tegenwoordig de heeren E. Schlick, hoofd
ambtenaar aan het Hongaarsche departement
van Handel en E. de Ambro, vertegenwoordi
ger van de Internationale Bank van Hongarije.
Koningin en Prinses hebben
Adersbach bezocht.
Reuter meldt uit Praag dd. 20 Febr.:
Koningin Wilhelmina en Prinses Juliana
hebben gisternamiddag een bezoek gebracht,
aan de beroemde rotsen van Adersbach in het
Tsj echoslowaaksche grondgebied.
Malversaties door Amster-
damsch notaris?
Justitie gelast onderzoek.
Naar wij vernemen zijn bij de Justitie
klachten ingekomen van personen, die aan
den Amsterdamschen notaris K. gelden toe
vertrouwd hebben, waaromtrent vermoedens
zijn gerezen, dat met het beheer van deze gel
den onregelmatigheden zijn gepleegd.
In dit verband heeft de officier van jus
titie de Centrale Recherche opdracht gege
ven, een onderzoek in te stellen.
Notaris K. heeft naar destijds is gemeld
kortgeleden, wegens financieele moeilijkhe
den surséance van betaling aangevraagd en
zijn ontsla? uit zijn functie verzocht.
(A. N. P.
Heeft de verdachte op de Amsterdamsche
vaart links gereden
Ingewikkelde verklaringen
van deskundigen.
Tegen den 66-jarigen Haarlemmer, die in
den avond van Goeden Vrijdag van verleden
jaar, ter hoogte van de Liedebrug als be
stuurder van een auto in botsing was geko
men met een uit Haarlem komenden motor
rijder P. A. Sweerts, die daardoor op slag
werd gedood, heeft de officier van justitie
bij de Haarlemsche rechtbank in October
van verleden jaar f 5000 boete geëischt, sub
sidiair 50 dagen hechtenis met intrekking'
van het rijbewijs voor den tijd van een jaar.
Op 31 October bepaalde de Haarlemsche
rechtbank bij interlocutoir vonnis dat het
onderzoek onvolledig was geweest en wees de
zaak terug naar den rechter van instructie.
Donderdagmiddag diende deze doodelijke
aanrijding weer voor de rechtbank, die sa
mengesteld was uit Jhr. Mr. E. J. Strick van
Linschoben, president en Mrs. E. J. W. Top,
en E. H. F. W. van Schaeck Mathon.
Op den bewusten avond stond ter rechter
zijde van den weg, van Haarlem uit gere
kend, over de Liedebrug een auto stil, waar
van de bestuurder met een mede-inzittende
naar het fort De Liede keek. Uit de richting
Haarlem kwam de motorrijder, die een licht
motorrijwiel bereed, terwijl uit de tegenover
gestelde richting de auto van den verdachte
naderde. Even voor dat deze auto den stil
staand-en wagen was genaderd", ontstond de
botsing tusschen de door den verdachte be
stuurde auto en den motorfietser, die de
stilstaande auto was gepasseerd. De vraag
was nu of de verdachte te veel aan den lin
kerkant van den weg heeft gereden en daar
door den motorrijder heeft aangereden.
De verdediger, Mr. A. Bruch, vroeg den ge
tuige, die in de stilstaande auto heeft ge
zeten, of de twee deuken die in het linker-
voorspatbord van zijn auto waren geconsta
teerd. waren bijgewerkt vóór dat de getuige-
deskundige, een luitenant van den motor-
dienst, de auto had gezien. Dit was inder
daad het geval geweest, waarbij in aanmer
king genomen moet worden dat ettelijke we
ken zijn verloopen eer de deskundige ook dit
motorrijtuig heeft onderzocht. Dezen getuige
werd ook door den verdediger gevraagd of
het mogelijk was dat het lichaam van het
slachtoffer zijn auto heeft geraakt. De ge
tuige geloofde dat dit niet het geval is ge
weest. Aan den veldwachter vroeg de verde
diger of het slachtoffer een hoofddeksel had
gedragen. Deze getuige had daarvan niets
bespeurd. Er was geen gevonden.
Belangrijk was de getuigeverklaring van
een jongeman, die in de buurt woont en het
ongeluk heeft gezien toen hij in den tuin van
zijn huis stond. Eerst vestigt de president
echter zijn aandacht op het gewicht van den
eed, omdat deze getuige bij het vooronder
zoek verschillende, tegenstrijdige verklarin
gen heeft afgelegd.
Deze getuige heeft gezien dat de stilstaan
de auto geheel rechts van den weg was ge
parkeerd, waarbij de rechterwielen op den
keien rand stonden. De motorfiets heeft hij
uit Haarlem zien naderen. De berijder reed
op normale wijze langs den stilstaanden wa
gen. Hij kan niet zeggen of de motor op den
voor den verdachte rechterweghelft is ge
komen. m.a.w. of de motorfietser een fout
heeft begaan Wel heeft hij gezien dat de
motor een flauwe zwenking naar links maak
te om de geparkeerde auto te passeeren. Toen
verloor de getuige den motor even uit het
zicht. Een oogenblik later zag hij een man
die over de motorkap van den stilstaanden
wagen werd geslingerd en met een smak op
den grond terecht kwam. Het ongeluk zelf
heeft hij dus niet gezien.
De auto van verdachte heeft de getuige
met een snelheid van ongeveer 85 kilometer
zien naderen. De motor reed volgens hem
ongeveer 30 K.M. Hij meende de snelheid
wel te kunnen schatten ofschoon de getuige
zelf niet auto rijdt. Waar op den weg de uit
Amsterdam komende auto reed, kon de ge
tuige zich niet herinneren.
De president begreep niet waarom de ge
tuige dit nu niet wist, terwijl hij in zijn an
dere verklaringen betrekkelijk positief was.
Tegen de politie zou de getuige onmiddellijk
hebben gezegd dat de verdachte midden op
den weg heeft gereden.
Mr. Bruch.gelóóft ook niet dat de getuige
goed heeft kunnen zien waar de auto van
verdachte reed, Hij vestigt de aandacht van
de rechtbank er op dat de getuige bij den
rechter-commissaris heeft verklaard dat de
motorrijder, vóór de stilstaande auto te pas
seeren, een scherpe bocht naar links heeft
gemaakt. De verdediger ontkent dat uit de
verklaringen zou zijn op te maken dat het
slachtoffer niet op zijn linker-weghelft zou
zijn geweest.
De agent van politie zegt nog dat de ge
tuige dienzelfden middag tegen hem heeft
gezegd
,.Als die auta rechts gereden had, zou er
geen botsing zijn ontstaan".
De getuige neemt nu zijn verklaring over
de scherpe zwenking door den motorrijder
terug. Over een hoofddeksel kan hij alleen
zeggen dat hij meent dat het slachtoffer een
leeren pet heeft op gehad, maar.... óf hij
een hoofddeksel heeft gehad, weet de ge
tuige niet.
Mr. Bruch besluit dat alles eigenlijk con
clusies van den getuige zijn. Er zijn weinig
zelf-geconstateerde feiten bij.
Een andere automobilist die ook van Am
sterdam naar Haarlem is gereden, zei 'bij het
binnenrijden van Halfweg reeds de zonne-
klep omhoog gedaan te hebben, daar hij toen
geen last meer had gehad van de laagstaan
de zon.
Er komen dan eenige zeer lange en vaak
zeer ingewikkelde verklaringen van verschil
lende deskundigen. Daarbij is o.a. die van
een dokter uit Halfweg, die wel niet als des
kundige was opgeroepen, doch die uiteraard
helaas veel met ongelukken op de Amster
damsche vaart heeft te maken. Zijn verkla
ringen komen hierop neer, dat hij uit bloed
en hersenresten op den weg en op de auto's
heeft geconcludeerd dat het ongeluk dicht
bij de stilstaande auto moest zijn geschied op
de middelste rijbaan. Geheel rechts en ge
heel links van den weg was z.i. onmogelijk.
Op welke plaats precies op de middelste weg-
baan kon hij natuurlijk niet zeggen.
Er ontstond even een misverstand tus
schen den verdediger en den getuige omdat
de eerste zei dat de getuige aan de politie
verklaard had dat het niet uitgesloten was
dat het ongeluk op de voor den verdachte
rechterweghelft is geschied. De getuige hel
derde deze kwestie op door de verklaring dat
de middelste rijbaan zoowel tot de linker- als
tot de rechterweghelft behoort, zoodat zijn
verklaringen geenszins tegenstrijdig waren.
De getuige-deskundige, luitenant van den
Haarlemschen motordienst, gelooft dat de
deuken in het linkervoorspatbord van den
stilstaanden wagen zijn ontstaan door het
ijzeren achter-frame van de motorfiets, die
teruggeworpen is na den schok van de aan
rijding.
Deze deskundige meent dat het absoluut on
mogelijk is om met de snelheid waarmee het
slachtoffer heeft gereden en met dit soort
motorfiets een scherpe zwenking te maken.
Uit een en ander concludeert de getuige dat
het ongeluk onmogelijk ver van de plaats van
den stilstaanden wagen kan zijn geschied.
Links gereden
Dr. Hulst uit Leiden, die sectie op het lijk
heeft verricht en nu nog een uitgebreider rap
port heeft samengesteld op grond van de
andere verklaringen, meent dat de bloedspat-
ten op de ruit van den geparkeerden wagen
en andere resten bewijzen dat de ongeluk
kige motorrijder op den voor verdachte lin
kerweghelft is aangereden. Uit niets blijkt ten
slotte dat het lijk de stilstaande auto heeft
geraakt, zoodat dr. Hulst moet besluiten dat
door de auto van verdachte, die teveel links
heeft gereden, de motorrijder door de lucht is
geslingerd tot over den stilstaanden wagen
heen.
Van de zijde der verdediging was ook een
getuige-deskundige opgeroepen, een inge
nieur, die door verschillende wiskundige be
rekeningen, over zwaartekracht e. d. aantoonde
dat, aangenomen dat de vaststaande feiten
juist zijn, het ongeluk op een afstand van 4.71
meter 5,21 meter moet zijn geschied van de
stilstaande auto af, doch zeer zeker niet op den
voor verdachte linkerweghelft.
Tusschen de verschil lende deskundigen ont
spon zich toen een langdurig debat, waarbij
steeds weer de kwestie van het al of niet links
rijden van den verdachte het onderwerp der
discussie uitmaakte.
De officier van justitie zei in zijn requisitoir
van het ingewikkelde betoog van den deskun
dige a décharge niet veel begrepen te hebben.
De andere verklaringen waren z.i. helderder
en deze nieuwe behandeling heeft voor hem
nog meer bewijsmateriaal aangebracht. Hij
had meer vertrouwen in de routine van dokter
Hulst. De verklaringen van den luitenant
vond hij eveneens van belang en vooral die van
den jongeman die het ongeluk ten deele heeft
zien gebeuren.
Hij persisteerde bij zijn eisch van f 5000 of
50 dagen hechtenis en een jaar intrekking van
het rijbewijs.
De verdediger zei dat dokter Hulst in het
geheel geen expert is op het gebied van bot
singen. Alle deskundige verklaringen berusten
z.i, meer op feeling dan op wetenschap. De
feiten zijn niet te grijpen.
Anders is het met die verklaringen van den
ingenieur, die op berekeningen gebaseerd zijn,
waarbij men va,n den voor den verdachte
minst gunstigen toestand uitgaat.
Hij gelooft dat de motorrijder wel een wijde
bocht om de stilstaande auto heeft genomen,
omdat het in het geheel niet onwaarschijnlijk
is dat de inzittende met zijn hand naar het
fort heeft gewezen, waardoor de motorrijder
wellicht den indruk heeft gekregen dat deze
auto wilde afzwenken.
De verdediger zei dat er veel te veel ongewis
is in deze zaak om een veroordeeling te laten
volgen.
„Ik zou het verschrikkelijk vinden", aldus
besloot Mr. Bruch, „voor iedereen en ongeacht
de maatschappelijke positie van dezen ver
dachte en het feit dat hij 66 jaar is, wanneer
hij schuldig verklaard zou worden aan het
ergste schulddelict dat onze Nederlandsche
wet kent: dood door schuld. Met vertrouwen
en innerlijke overtuiging dring ik bij uw
rechtbank op vrijspraak aan."
De uitspraak is op Donderdagmorgen 5
Maart.
Botsing bij den Slaperdijk.
Een 22-jarige chauffeur uit Heemskerk werd
beschuldigd, dat hij op 28 Maart van het vorig
jaar op den Rijksstraatweg te Santpoort zóó
roekeloos met een zeswielige vrachtauto heeft
gereden, dat hij ter hoogte van den Slaperdijk
een dubbele botsing heeft veroorzaakt. Twee
bestuurders van andere auto's werden daarbij
ernstig gewond. De één kreeg een gebroken
neusbeen en de ander een inwendige kneuzing
in de rechter heup, waardoor de laatste in
geruimen tijd zijn werk niet heeft kunnen ver
richten. Deze was van den Slaperdijk geko
men en wilde, alvorens den Rijksstraatweg op
te rijden, eerst het verkeer van rechts laten
voorgaan. Daartoe had hij zijn auto even
stilgezet. Opeens voelde hij toen een hevigen
schok. Hij kreeg een hevige pijn in zijn heup
en raakte bewusteloos.
Verdachte zei, dat deze getuige niet gestopt
had, maar op het asphalt kwam en tegen zijn
vrachtauto reed.
Verd. meende juist een ander gepasseerd te
hebben en zei niet te veel op de linkerzijde
van den weg te zijn gekomen.
Een getuige heeft gezien dat de lange auto
van verdachte geleidelijk den voor hem rijden
den wagen inhaalde, waarbij de achterwielen
de auto raakten die van den Slaperdijk was
gekomen. Deze auto sloeg toen meteen om.
Een fletser verklaarde dat de verdachte met
zijn auto zoo links heeft gereden dat de wiel
sporen in het grint naast den bermrand te
zien waren geweest.
De officier eisohte 14 dagen hechtenis.
De verdediger, Mr. E. J. Korthals Altes weet
het ongeluk aan den autobestuurder die van
den Slaperdijk was gekomen en het rechts-i
komend verkeer geen voorrang zou hebben ver
leend. 1
Uitspraak op 5 Maart.
Verafgoding der
academische titulatuur.
De groote heeren die de commissie vormen
ter bestudeering van de toenemende bevolking
van universiteiten en hoogescholen en de
werkgelegenheid voor academisch gevormden,
zullen zich vermoedelijk a priori wel weinig
gelegen laten liggen aan wat een kleine heer
over de resultaten van hun onderzoekingen en
over de conclusies, waartoe zij gekomen zijn,
denkt. Reden te meer voor den kleinen heer om
er een enkele opmerking over te maken, over
den nood der intellectueelen en der acade
misch gevormden en over wat de heeren Lim
burg cum suis daartegen als panacée hebben
uitgedacht, met allen eerbied voor die uitden-
kerijen op zich zelve natuurlijk....
Het allerwonderlijkste voor mij in dit geheele
rapport is de keurige uniformiteit, de nette
catalogiseering. door de commissie in acht ge
nomen en toegepast.
In korte en krachtige termen wordt gewaagd
van intellectueelen, juristen, onbekwame stu
denten, geschikte candidaten en zoo allerlei
termen meer. die keurig passen in den ge-
dachtengang van geschikte, bekwame en keu
rige rapporteurs, doch niet in het leven, niet
in de maatschappij, niet in de practische ont
wikkeling der dingen.
Want het is érg moeilijk te zeggen .wie in
tellectueelen zijn. Ik geloof dat menige siga
renwinkelier en menige mecanicien intellec-
tueeler is'dan menige meester in de rechten
en menige doctor in de medicijnen.
En wat „juristen" betreftals het niet
al te verschrikkelijk is. dan zou ik beedesd
willen opmerken, dat héél wat deurwaarders,
héél wat procureursklerken héél watnee,
zaakwaarnemers durf ik niet zeggen.ik be
doel.... ik geloof dat,'als er van de honderd
advocaten twintig juristen zijn, dat véél is,
héél ruim berekend.
En dan komt de commissie met voorstellen:
een numerus clausus, verbod om meer dan
tweemaal aan een zelfde examen deel te ne
men, selectie naai- de eigenschappen van ver
stand en karakter
Dat stoat allemaal prachtig op papier, maar
wie krijgen die selectie in handen? De mannen
met het potlood en het cijferlijstje?: Wimpje
heeft 2-plus voor Fransch en 3-min voor wis
kunde en dus mag Wimpje niet studeeren?
Of gaan we de wonderen der psychotechniek
in toepassing brengen? Of een rijkscommissie
van toetsers van verstond en karakter?
En dat verbod om meer dan tweemaal aan
een zelfde examen deel te nemen
Ik ken volslagen imbecillen-in-de-juristerij,
die altijd keurig netjes door al hun examens
gekomen zijn en die nóg volontair ter ge
meentesecretarie zijn, en de secretaris weet
geen raad met ze en hij hoopt, dat ze maar
héél gauw burgemeester zullen worden, dan is
hij ze kwijt en ik ken uitnemende juristen, die
misschien wel juist omdat ze uitnemende
juristen zijn nogal eens voor hun examens
gezakt zijn.
En ik verzeker u. mijne heeren leden van
de Commissie ter bestudeering van de toe
nemende bevolking van universiteiten en
hoogescholen en de werkgelegenheid voor
academisch gevormden, daar zit 'm de kneep
niet: niet in maatregelen van boven-af. waar
bij de ambitieuze-minder-dan-middelmatige
het zal winnen van de minder-ambitieuze-
meer-dan-middelmatige; niet in den nume
rus clausus, de beperkte examengelegenheid
en die toetserij van verstand en karakter, die
er toe zouden leiden, dat we een hoeveelheid
erkend en gewaarborgd intellect krijgen van
het soort, dat. met nel-gewasschen handen
en keurig geborstelde kuifjes, in den trein
naar Leiden z'n dictaten zit te bestudeeren
en móói-gaat-zitten als de perfester een
vraag stelt.
En de hemel beware ons voor dat stelletje
als gepatenteerd intellect!
Ik geloof, mijne heeren leden der commis
sie, dat alle rapporten en maatregelen niets
helpen, zoolang de hypertrophic der titula
tuur over Nederland vaardig is. Zoolang wij
niet af-zijn, met onzen examenwaanzin en
ons cijfertjesgedoe. van onzen eerbied voor
den „meester" in de rechten, die geen flauw
benul heeft van rechten tol is hij in keurig
vier jaar afgestudeerd en nóóit gezakt, buur
vrouw!) van den dr., den ir. den mr. dr., die
allemaal prachtige academici en wonder
baarlijke intellectueelen zijn en die geen
drie zinnen Fransch, Duitsch of Engelsch
kunnen stamelen.
Is er één land in de wereld, waar de goe
gemeente zóóveel ontzag heeft voor titels en
examina als Nederland: is er één land, waar
het diploma of de bul zóó verafgood worden
als hier?
De gansche misère met de kwasi-intellec-
tueelen. die geen baantje krijgen, vindt zijn
oorzaak in de klein-burgerlijke vergoding
der titulatuur, die door vele drie-minnetjes
en twee-plusjes uitdeelende instellingen
wordt gevoed en door vele schoolmeesters in
glimmende jasjes en glanzende toga's wordt
in stand gehouden.
Laten uitzieken, heeren leden van de
commissie Limburg, rustig laten uitzieken,
totdat er zóóveel „intellectueelen" het slacht
offer zijn geworden van hun ijver en dien
hunner on-intellectueele ouders, dat het be
sef gaat doorbreken, dat het „intellectueel"
zijn óók niet alles is.
In die dingen corrigeert de samenleving
zich zelf wel.
En de dingen van verstond en hoofd en
hart laten zich niet ordenen door maatre
gelen en beperking.
Een hééle troost in onze dagen, heeren le
den van de commissie ter bestudeering van
de toenemende bevolking van universiteiten
en hoogescholen en de werkgelegenheid voor
academisch gevormden!
Mr. E. ELIAS.
Het Rokin zal gedempt
worden.
De Gemeenteraad van Amsterdam heeft
Donderdagavond met 24 tegen 19 stemmen
besloten het Rokin te dempen van af het
nieuwe parkeerterrein tot nabij de uitmon
ding van den Grimburgwal. Het gedeelte van
het Rokin tusschen Spui en Munt zal met
enkele meters worden verbreed.
De burgemeester deelde na afloop van de
stemming mede, dat als het werk uitgevoerd
is, B. en W. zullen overwegen van de omwo
nenden een ..waardevermeerderingsbelas
ting" te heffen.
NEDERLANDSCH GETUIGSCHRIFT VOOR
SPORTMASSAGE.
Voor het Nederlandsch Getuigschrift voor
Sportmassage zijn te Haarlem geslaagd: de
heeren L. H. van Dam, J. C. P. Hos. den Haag,
G. Karmelk, Amsterdam, A. C. Metz, Heem
stede en J. H. Nijhuis Jr. Leiden. Herexamen
2; afgewezen 1.