THIJS IJS EN DE DIKKE HERTOG
Flandin pleit voor het pact met Rusland.
De guerillastrijd in
vollen gang.
DIOPHA
Brieven van de Nederlandsche
Roode Kruis-ambulance in Ethiopië.
WOENSDAG 26 FEBRUARI 1936
TT AA R i; K M'5 DAGBUAD
BUITENLAND
Het pact volgens den minister niet in strijd met Locarno.
Frankrijk bereid de kwestie voor te leggen aan het
Permanente Hot te Den Haag.
Dinsdag heeft de Kamer de behandeling
van het wetsontwerp tot ratificatie van het
Fransch-Russische pact voortgezet.
Als eerste spreker betoogde de radicaal-
socialistische afgevaardigde Paul Bastid, dat
het Fransch-Russische pact niet een op zich
zelf staand geval betreft, doch dat het een
integreerend deel vormt van een systeem.
Het is. aldus spreker, de richting in de
Fransche diplomatie, die hier op het spel
staat. Bastid zeide voorts, dat het pact niet
in strijd is met het Volkenbondspact, het
Locarno-pact of de andere verplichtingen
van Frankrijk.
Ook de minister van buitenlandsche -zaken;
Flandin, die daarna het woord voerde, ver
dedigde het pact. Hij gaf een overzicht van
de onderhandelingen, die aan de totstand
koming van het pact voorafgingen, en wees
erop, hoe deze door alle landen gunstig wer
den ontvangen, behalve door Duitschland.
terwijl Polen een definitieve bepaling van
zijn standpunt vermeed. Terwijl van den aan
vang af het principe heeft voorgezeten, dat
het pact in het kader van den Volkenbond
moest worden gesloten en het voor alle andere
landen open moest blijven, is Duitschland
direct begonnen tegen het pact een juridische
en politieke campagne te voeren, o.a. door
te verklaren, dat het in strijd was met het
Locarno-pact.
Flandin wees op de continuïteit in de
Fransche politiek. Het pact is gesloten, geheel
overeenkomstig de politiek, die sedert 1920
steeds is gevolgd.
Vervolgens bestreed Flandin verschillende
bezwaren, die tegen het pact waren inge
bracht. Aan degenen, die vroegen, waarom
Frankrijk zich zou laten betrekken in een
conflict, waarbij het niet rechtsstreeks was
betrokken, antwoordde de minister, dat de
oorlog van 1914 was ontstaan uitbeen inci
dent, waaraan Frankrijk part noch" deel had.
Indien destijds het egoïstische standpunt van
een isolement de overhand had gehad, zou
den noch Engeland, noch de Vereen. Staten,
noch Italië zich aan de zijde van Frankrijk
hebben geschaard.
Flandin vroeg het pact te beoordeelen, zoo
als het is, en niet zooals het door de ver
kiezingspropaganda is misvormd. Na te heb
ben verklaard, dat de actie der Komintern
wellicht niet de eenige buitenlandsch-politieke
activiteit in Frankrijk is, deed Flandin een
beroep op zijn collega's om de binnenlandsch-
politieke kwesties toch vooral niet te vermen
gen met die van ibuitenlandsch-politieken
aard.
De zitting werd daarna eenigen tijd ge
schorst.
Bij de hervatting der zitting nam de Kamer
met 433 tegen 109 stemmen een van den senaat
terugontvangen wetsontwerp aan, waarbij de
regeering bij decreet gemachtigd wordt de
douane-rechten en invoerrechten te wijzigen.
Minister Flandin zeide later o.m, nog dat
de Sovjet Unie geen gemeenschappelijke grens
heeft met Duitschland. Flandin merkte op,
dat de afstand, welke de beide landen scheidt
de gevaren voor een conflict tusschen hen
aanzienlijk beperkt en, in de veronderstelling
van een conflict tusschen Duitschland en
Sovjet Rusland, kan worden opgemerkt, dat
een onderzoek met name naar de vraag, wie
de aanvaller is, gemakkelijk zal zijn te be
palen. Hij zeide, dat Frankrijk het verdrag
van Locarno op geen enkele wijze te niet
doet. Het verdrag van Locarno verbiedt een
toevlucht zoeken tot de wapenen, doch be
halve voor het geval, dat steun wordt ge
boden aan een aangevallen land. Het Fransch
Sovjet Russisch pact behelst niets anders.
Frankrijk wenscht vurig een groote mogend
heid te Genève de plaats te zien innemen op
voet van gelijkheid. Vroeg of laat zullen de
Europeesche naties bemerken, dat de ruineuse
bewapeningswedloop haar onherroepelijk naar
den economischen afgrond brengt.
Flandin resumeerde; dat' het Fransch-
Sovjet Russisch pactt niet in strijd is met het
pact van Locarno en voegde hieraan toe, dat
indien Duitschland er bezwaar tegen zou
maken, Frankrijk bereid zou zijn de kwestie
voor te leggen aan het Permanente Hof voor
Internationale Justitie in Den Haag.
In politieke kringen veronderstelt men, dat
Donderdag tot stemming zal. kunnen worden
overgegaan, waarbij de regeering in de meer
derheid zal blijven.
China.
Opmarsch der Roode Troepen
in Sjansi.
Dinsdag zijn door het hoofdkwartier van
maarschalk Yen Si Sjan in Tai Joean Foe de
reeds sinds weken in omloop zijnde geruch
ten over een ernstige bedreiging van de pro
vincie Sjansi bevestigd.
Er wordt thans toegegeven, dat de
tegenstand langs het noord-zuid
loopende gedeelte van den Hoeangho
ineengestort is. 6000 manschappen
van het Roode leger zijn den Hoean
gho aan weerszijden van den 37sten
breedtegraad overgetrokken en 45
K.M. in oostelijke richting opgerukt,
waar zij thans Sjiloe belegeren. Men
vreest verdere aanvallen op groote
schaal op het 150 K.M. breede front.
Wanneer de aanvallers voornemens moch
ten hebben tot grootere acties, kan vernacht
worden, dat zij daarbij den nadruk zullen
leggen op het nationale, anti-imperialistische
standpunt, hetgeen hun onder de tegenwoor
dige in Noord-China heerschende omstan
digheden een grooten aanhang zou kunnen
bezorgen.
In verband met deze gebeurtenissen krij
gen de studentenongeregeldheden in Peking
en Tientsin, waar tot dusverre ruim 100 stu
denten en 2 professoren, verdacht van com
munistische betrekkingen gearresteerd zijn,
grootere beteekenis, evenals de boerenonlus-
ten, die vooral in het zuiden der provincie
Hopei zijn uitgebroken.
(A.N.P.)
Het Tsaldaristische dagblad „Kathimerini'
schrijft in tusschen evenals andere bladen
over de dringende wenschelijkheid, gezien de
absolute onbekwaamheid van het parlemen
tair regime een stabiele regeering te leveren,
van een afkondiging der dictatuur door den
koning. Deze dictatuur zou moeten steunen
op mannen van goeden wille, die bereid zijn
den koning trouw te volgen in zijn voor het
gcheele land weldadige politiek. Genoemde
bladen schrijven er van'overtuigd te zijn
aldus Stefani dat de overgroote meerder
heid der Grieken gunstig staat tegenover een
zoodanige regeering.
Intusschen gelooft men toch, dat de koning
een neutraal parlementair kabinet zal aan
stellen. In dat geval zouden de Tsaldaristen
gaarne Zaimis, den oud-president der repu
bliek tot minister-president benoemd zien,
hoewel het waarschijnlijker lijkt, dat Mikala-
kopoelos daarvoor in aanmerking zal ko
men.
Estland.
Griekenland.
Referendum spreekt zich uit
voor grondwetswijziging.
De door den president van Estland, Dr.
Patz uitgeschreven volksstemming welke
op 23, 24 en 25 Febr, is gehouden, heeft een
overweldigende meerderheid opgeleverd voor
het voorstel van den staatspresident volmacht
te verleenen een Nationale Vergadering
bijeeen te roepen welke de tegen
woordige grondwet van den Estland-
schen Vrijstaat .zal moeten wijzigen en even
tueel een nieuwe constitutie zal moeten op
stellen.
Volgens het voorloopig resultaat der volks
stemming hebben naar het A.N.P. meldt 75
pot. der stemgerechtigden zich uitgesproken
ten gunste var: het voorstel van president
Patz.
Het referendum, waaraan 85 pet. der stem
gerechtigden hebben deelgenomen, is vol
komen in orde en rust verloopen.
Spanje.
Azana riekt zich naar Genève.
Volgens het tot nu toe bekende resultaat
der parlementsverkiezingen (35 zetels zijn
nog niet toegewezen) zal het nieuwe parle
ment als volgt zijn gegroepeerd: partijen der
rechterzijde 149 zetels, centrum-partijen 43
zetels en partijen der linkerzijde 243 zetels.
De minister van buitenlandsche zaken
heeft, naar het A.N.P. meldt, met betrekking
tot de toekomstige buitenlandsche politiek
verklaard, dat deze binnen het kader van
den Volkenbond en in overeenstemming zal
zijn met alle gelijkgestemde landen, derhalve
een politiek van vrede en van nakoming dei-
uit het Volkenbondspact voortvloeiende ver
plichtingen.
De oorlog in Oost-Afrika.
Amba Aladzji spoedig in Abessynische
handen
ADDIS ABEBA, 25 Februari (Reuter-A.N.P.)
Van het geheele noordelijke front meldt
men een zeer groote activiteit van patrouil
les. Aan Italiaansche zijde bereiden de pa
trouilles in het bijzonder een opmarsch voor
naar Amba Aladzji, dat, naar men verwacht,
morgen of op z'n laatst overmorgen in Ita
liaansche handen zal vallen, indien men een
bericht uit Eritreesche bron mag gelooven.
Aan Abessynische zijde wil men vooral
reageeren op de recente Italiaansche offen
sieven in den sector van Makallé en op ver
schillende punten van het front, van ten
noord-westen van Makallé tot Aksoem, drin
gen groepen Abessynische krijgers des nachts
dwars door de Italiaansche linies; ook tref
fen zij voorbereidingen om bij verrassing
vooruitgeschoven Italiaansche posten te be
zetten.
De Abessyniërs, aldus verklaart men, zijn
tot deze tactiek teruggekeerd na hun recente
tegenslagen, toen zij de Italianen in geslo-
HET
Versterkingsmiddel bij uitnemendheid
Nederl. Fabrikaat
Verkrijgbaar in alle Apoth. en Drog.
Verpakkingen: f 0.60 voldoende voor 1 maand
f 1.60 voldoende voor 3 maanden
DIOPHA N.V. IJMUIDEN
(Adv. Ingez. Med.)
ten formaties hebben willen aanvallen, waar
bij zij door de Italiaansche artillerie
vliegtuigen werden gedecimeerd.
Bij kleine gevechten, waarin het element
verrassing een belangrijke factor vormt, al
dus merkt men in Abessynische kringen op,
strijden twee tegenstanders met min of meer
gelijke wapenen, hetgeen den Abessyniërs
betere kansen geeft.
Verscheidene neutrale waarnemers in het
Abessynische hoofdkwartier te Dessié zijn er
van overtuigd, dat tanks, vliegtuigen en ge
motoriseerde transportmiddelen zeer kost
bare hulpmiddelen zijn, maar- dat de infan
terie tenslotte toch pas een terrein kan be
zetten, van vijandige elementen zuiveren en
in bezit 'houden.
De correspondent van Reuter-A.N.P. te
Dessié seint, dat bij Kabtia, in het gebied
van Walkait, de Abessynische hoofdofficier
Menguéstoe persoonlijk met geweerschoten
een Italiaansch bombardementsvliegtuig tot
dalen zou hebben gedwongen. De drie inzit
tenden zijn om het leven gekomen. Mengues-
toe had reeds eerder, op 2 Januari, een Ita-
laanseh vliegtuig neergeschoten.
De Abessyniërs verklaren, dat de Italianen
sedert het begin van den oorlog 17 vliegtui
gen op Abessynisch grondgebied hebben ver
loren.
Abessynische krijgers, die hebben deelge
nomen aan den laatsten strooptocht, achter
de Italiaansche linies, verklaren, dat een
klein vliegveld bij Adoea door brand is ver
woest. Een vliegtuiv werd tot dalen gedwon
gen en vatte vlam, Het vuur deelde zich aan
vier andere toestellen mede. Alle vijf vlieg
tuigen zijn vernield
Het luchtbombardement op de dorpen ten
noorden en ten oosten van Dessié wordt met
groote kracht voortgezet.
(Copyright Reuter-A.N.P.)
Abessyniërs melden succes.
ADDIS ABEBA, 25 Februari. Omtrent
de gevechten aan den straatweg naar Adoea
zijn thans van Ras Imroe nadere berichten
ontvangen, volgens welke de Abessijnen eenige
duizenden uniformen en groote hoeveelheden
wapens, munitie en ander oorlogsmateriaal
zouden hébben .buitgemaakt.. Voorts zouden
omvangrijke hoeveelheden levensmiddelen in
hun handen zijn gevallen. Bij het in de
lucht laten vliegen van het Italiaansche mu
nitiedepot zijn 50 man door ontploffende
bommen aan stukken gereten en ongeveer
100 gewond.
De troepen van Ras Nasiboe hebben, naar
gemeld wordt, opnieuw met de hulp van ca-
valerie-detachementen Italiaansche gemoto
riseerde troepen, die nabij Warandab, aan
den linker oever van de Fanfan, verkennings
tochten ondernamen, teruggedrongen.
Lof van maarschalk Badoglio
voor de luchtmacht.
ROME, 25 Februari. Maarschalk Ba-
doglio heeft o:p 22 dezer aan den comman
dant der luchtmacht in Oost-Afrika het vol
gende waardeerénde telegram gezonden:
„De luchtmacht heeft mede-geholpen aap
de voorbereiding van den slag bij Enderta, en
tijdens het verloop hiervan krachtig haar
medewerking verleend. Thans gaat zij nog
steeds door met haar actie, zonder ophouden
de vijandelijke troepen, die door ons leger
verslagen zijn, achtervolgend, verspreidend
en vernietigend. Voor hetgeen zij gedaan
heeft, betuig ik mijn lof aan de luchtmacht
en haar bemanning.
Italiaansch vliegtuig in Walkait
neergeschoten.
ADDIS ABEBA. 25 Febr. Te Kebtia in
Walkait is een Italiaansch vliegtuig neerge
schoten
ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLiNC.
Wenscht Tsaldaris de
dictatuur?
Het agentschap Stefani meldt, dat de Ka
mer Maandag a.s. bijeen zal komen ter ver
kiezing van een bureau. In de eerste zitting
van dè kamer zal de koning zijn troonrede
voorlezen.
Nu de hertog zijn verhaal gedaan heeft, denkt Thijs bij zichzelf:
„Dien armen man moet ik zien te helpen, maar vóór alles wil ik
weten wat Claudius Kwadreef voor booze dingen in zijn schild voert.
Het gezicht van dat mannetje staat me heelemaal niet aan." En zich
tot den hertog wendende, zegt Thijs: „Ik zal mijn best doen om u te
genezen, mijnheer, doch. sta mij toe, dat ik mij even wat verfrisch.
Ik heb namelijk een vermoeiende reis achter den rug." Dat wordt
goed gevonden en meteen wandelt Thijs de zaal uit en sluipt den
geheimzinnigen jonker achterna.
Na 12 dagen trekken over de hoogvlakte
van Ethiopië zijn wij thans aangeland in de
buurt van Dessie. Waar precies weet geen
onzer. Onze kaarten geven geen bijzonder
heden aan en reeds dagen lang hebben wij
het opgegeven te trachten uit te visschen,
waar wij eigenlijk zijn. Maar een ieder, die
het weten kan, verzekert ons dat wij inder
daad Dessie naderen.
In mijn vorigen brief heb ik u reeds ge
schreven, dat onze administrateur Ir. de
Vries ons niet vergezellen kon op den kara-
vaantocht, Hij zal trachten zoo spoedig mo
gelijk met de vrachtauto's naar Dessie te
komen, te zamen met Dr. Winckel, teneinde
aldaar onzen verderen tocht voor te berei
den, zoodat wij aldaar niet lang behoeven te
blijven hangen De -eenige man van onze
ambulance, die bekend is met de moeilijk
heden, welke het trekken met een karavaan
met zich brengt, kon ons dus niet vergezellen
en wij waren dus op ons zelve aangewezen.
Maar met goeden moed zijn wij den tocht
begonnen en ondanks de niet geringe moei
lijkheden, welke wij moesten overwinnen,
kan ik niet anders berichten, 'dan dat de
stemming voortreffelijk is gebleven. Een
ieder moge sommige dagen doodop zijn ge
weest, allen bleven gelukkig goed gezond en
gespaard voor kleine ongevalletjes. En des
avonds werd er veel gelachen over de won
derlijke situaties, waarin wij, onervaren trek
kers, waren geplaatst, en de zonderlinge mid
delen, waarmede wij hebben getracht -deze
op te lossen.
Daar een karavaan van 250 dieren te groot
is om een overzicht over te houden en dit
ook andere bezwar-en geeft, werd besloten
in twee afdeelingen te vertrekken, Dinsdag
14 zou Dr. van Schelven met de eerste af-
deeling afreizen en ondergebeekende zou met
de tweede afdeeling den volgenden dag vol
gen.
Den dag tevoren was de bagage reeds door
de Nagadi's (muildierdrijvers, die onder lei
ding staan van een Nagadras) van touwen
voorzien, zoodat de zaak zoo opgeladen zou
kunnen worden. Maar wie er verscheen, geen
Nagadras met muilezels; slechts onze per
soonlijke rijdieren waren gekomen en ver
schillende onzer legden de eerste proeven
van hun rijkunst af en de treffende gelij
kenis van een der leden met D-on Quichote
veroorzaakte veel hilariteit. Renbodes wer
den rondgezonden; er werd gedreigd met
ketenen en gevangenis, en eindelijk versche
nen tegen een uur of drie de eerste ezels.
Dit bleken evewel de dieren van den Naga
dras Aman te zijn, met wien onderge
beekende zou vertrekken; er werd dus be
sloten, dat ik maar eerst zou gaan en buiten
de stad zou blijven kampeeren. Dit gaf het
groote voordeel, dat- de, met een groote ka
ravaan steeds moeilijke start, achter den
rug zou zijn, en boy's en verplegers dan be
ter bijeen zouden blijven, daar zij, het wach
ten moede, telkens weer verdwenen en op
doken (zoogenaamd om inkoopen te doen,
maar het afscheid van personen, die hun
dierbaar zijn, zal wel- belangrijker zijn ge
weest). Achtereenvolgens werden de ver
schillende groepen ezels volgepakt, en toen
de laatste bagage was opgeladen, stegen ook
Dr. Veeneklaas, de verpleger Honing en on-
dergeteekende op (te paard kan men moei
lijk van deze dieren zeggen). Met den Na
gadras was overeengekomen te kampeeren
op het hiertoe geschikte terrein bij Sjola,
een soort voorstad van Addis-Abeba in de
buurt van -de Engelsche legatie. Met onze
eigen -boy's achter ons aan, en eenige ver-
plegers, trots stappende in hun gloednieuwe
uniformen van 4 gulden gelukkig, links en
rechts te kunnen salueeren, gelijk dit nu
eenmaal voor een Abessijn een der grootste
genoegens is, vingen wij den tocht aan, welke
reeds den eersten dag moeilijkheden zou op
leveren.
Ir. de Vries had den geheelen -dag, gelijk
een toornende Zeus (met een vliegenklap in
de hand in plaats van een bliksem), op het
bordes van het hospitaal staande het Oos-
tersche geschreeuw en gewoel in goede ba
nen geleid (zulks met een bewonderens
waardige hoeveelheid krachtuitdrukkingen
in de zonderlinge taal). Met hem was afge
sproken, dat hij de nog niet opgedoken ver
plegers, alsmede hun bagage, waarvoor den
volgenden dag nog muildieren na zouden ko
men, met de Ford naar het kamp zou bren
gen. Deze afspraak was ons geluk, want aan
geland in Sjola, was er van dé geheele ka
ravaan niets te bekennen, en gevoelde on
dergebeekende zich in de vallende scheemring
gelijk een veldheer, die zijn geheele leger
kwijt is. Gelukkig kwamen weldra Graf Ter-
tictieff met A to Akalle Work, de twee secre
tarissen van het Ethiopische Roode Kruis,
den tolk brengen, onzen onvergelijkelijken
Ato Paulus, en verscheen ook de Ford met
Ir. de Vries aan bet stuur, gevuld met de nog
ontbrekende boy's en verplegers, alsmede
onze vier getrouwe sabanja's (lijfwacht; voor
de veiligheid geheel overbodig, maar voor
het decorum in het land noodzakelijk en
door den negus ons ter beschikking gesteld)
Wat er reeds dien dag aan het adres van
den Nagadras Aman werd verteld, zal ik U
maar niet herhalen. Het was inmiddels geheel
donker geworden, toen de sabanja's naar ver
schillende plaatsen werden uitgezonden, waar
de karavaan kon zijn gaan kampeeren en ook
Graf Tertic-heff en Ato Akalla Work togen er
met hun auto op uit. Wij bespraken, in het
donker op een steen langs den weg gezeten,
de moeilijkheden om op weg te komen en
memoreerden de bezwaren, welke ook de heer
Harinxma eenige jaren geleden bij zijn ver
trek uit Addis Abeba ondervonden had. Gelijk
alles op dezen tocht kwam ook deze zaak wed-er
op zijn pootjes terecht. De auto van het Ethio
pische Roode K-ruis kwam terug met het be
richt, dat de kampplaats gevonden was, en,
na de komst der andere bodes te hebben af-
je wacht, begon in het stikdonker een tocht,
voor onze Europeesche begrippen, dwars dooi
de woestenij. En voorwaar, nadat de Ford een
halfuurtje achter de Chevrolet aan door een
soort van uitgedroogde rivierbedding, nu eens
vooruit dan weer achteruit, had voortgehob-
bel-d kwamen wij eindelijk op het weitje, waai
de bagage stond opgestapeld. De Nagadi's wa
ren reeds in die-pen slaap onder de afhan
gende dekzeilen. Het fantastische schouwspel,
toen nog nieuw voor ons, bracht onze stem
ming weer op peil, en wij haasten ons in het
donker een onzer tenten op te slaan en, daal
de kok nog bij zijn „familie" was, kookten wij
ons zelve nog een hap eten en gingen welge
moed onder zeil, in het vooruitzicht den vol
genden dag lang uit te slapen, daar wij het
vertrek van de afdeeling van collega van
Schelven zouden afwachten. Van dit uitsla
pen kwam overigens weinig, want wie dit le
ven kent, weet, dat zoodra de zon op is in het
kamp een leven als een oordeel ontstaat. Maai
er was genoeg te doen met het instrueeren
van het toen nog geheel ongeoefend personeel
en voor wij het wisten, was het reeds tijd om
de eerste kookproeven van onzen kok te be-
Nieuwe moeilijkheden.
jammeren (welke het tegendeel van de, door
den heer Harinxma zoo geroemde Gavri bleek
te zijn). Weldra verscheen ook collega van
Schelven op zijn rossinant. Maar een nieuwe
verrassing! hoe wij ook wachtten, de grootste
helft van zijn karavaan, waarbij de tent van
den verpleger Hagestein bleef uit. Later bleek,
dat deze Nagadi's nog weer op een andere
plaats waren gaan kampeeren. Den volgenden
dag, op de volgende pleisterplaats kwam deze
toch ook opdagen, door bodes gewaarschuwd,
dat zij zich bij de anderen moesten voegen.
En zoo was dan eindelijk de zaak op gang
en verliepen de eerste dagen zonder veel we
tenswaardigheden, Langzaam stijgende over de
golvende hoogvlakte, een enkele kam over
trekkende, hoogere bergen in het verre ver
schiet aan weerszijden, trokken beide afdee
lingen voort en inmiddels gewenden wij eenigs-
zins aan dit voor ons geheel onbekende leven.
Een prachtig klimaat, niet al te warm door de
groote hoogte, waarop wij ons bevonden,
maakte den gedeeltelijk te voet, gedeeltelijk te
paard af-gelegden dagmarsch lang niet tot
een „ontbering".
Maar ook de minder aangename dingen
werden ons niet bespaard. Even voor ons de
finitieve vertrek uit Sjola hoorden wij, dat
geheel tegen 's lands gebruik in de beide
Nagadras vooruit volledig betaald waren, wat
zooveel wil zeggen, dat ons gebruikelijke
machtsmiddel inhouden van een deel van
het overeengekomen loon bij onwil of wegra
ken van kisten ons ontnomen was. Abessy-
nen zoowel als wij waren boos over deze fout
van een der ambten-aren, ma-ar het feit was
geschied. En bo-en later bleek, dat onze Naga-
dras inderdaad verre van een aangenaam en
behulpzaam m-ensch was, hebben wij dezen
ambtenaar in woorden en gedachten menig
maal minder vriendelijke dingen toegewenscht.
Met zonsopgang togen wij steeds op weg, maar
reeds tegen één uur, gedurende de eerste da
gen, laadden de Nagadi's af en strekten zich
uit in de zon. Ofschoon ons persoonlijk na
een marsch van een uur of zes deze rust niet
onwelkom was, wilden wij toch liever zoo .vlug
mogelijk voort, teneinde zoo spoedig mogelijk
aan het werk te kunnen gaan, temeer, daar
wij reeds in Ad-dis Abeba langer gebleven wa
ren, dan wij gehoopt hadden, en ook door den
Keizer alles in het werk gesteld werd om ons
zoo spoedig mogelijk op de plaats van bestem
ming te brengen. Door middel van den tolk
droegen wij clan ook Aman op nie-t zoo vroeg
kamp te maken; maar -den volgen-den dag' was
h^f hetzelfde. Het heette toen, dat er verderop
geen geschikte kampplaats was en geen water,
maar zelden hebben wij op marsch zooveel ge
schikte weitjes en weinig modderig' water ge
zien als dien volgenden dag. Des avonds komt
Ata Paulus, onze tolk, mededeelen, dat de Na
gadras den volgenden dag een rustdag wil
houden, omdat het een feestdag zou zijn. Of
schoon zelve Christen wist hij er bij te vertel
len, dat het geen belangrijk feest was en lieten
wij Aman ontbieden en deelden hem mede,
dat wij wél op zouden breken, daar Z.M. Haille
Selassie order gegeven had, dat een ieder alles
moest doen om ons zoo spoedig mogelijk in
Dessié te doen komen, en dat wij daarom,
evenals de karavaan van Dr. van Schelven
den volgenden dag tot vi-er uur zouden door
trekken. Inderdaad gingen den volgenden
morgen de ten-ten neer. Daar de twee karava
nen tamelijk dicht bij elkaar waren en wij iets
vroeger opbraken, liepen deze dien dag door
een. Wij begingen de fout in den loop van den
dag wat te ver vooruit te trekken of beter ge
zegd, letten niet op, dat wij werkelijk den kop
van onze eigen karavaan vlak achter ons had
den. Toen wij tot de ontdekking van onze fout
kwamen, bleek ons, dat Aman zonder ons te
volgen, meer dan een uur terug kamp had ge
maakt. Terugkeeren naar onze tenten was het
eenigste wat er op zat. Vóór alles wilden wij
nog bij daglicht onze tenten op zetten. Met
een zoet gezicht kwam Aman, geheel tegen
zijn gewoonte in, toeschieten om te helpen.
Wij lieten hem weten, dat wij hem niet zien
wilden, waarop êen heftige woordenwisseling
met Ato Paulus volgde. Toen -dit al te ver ging,
werd het uiterste middel te baat genomen en
met onze toestemming liet Ato Paulus hem
door de Sabanja's welke rechtstreeks onder
ons bevel staan in arrest stellen, wat hij,
plotseling gekalmeerd, als een lam liet ge
schieden. Daar we evenwel zonder hem ook
moeilijk verder konden, moesten we hem na
eenigen tijd wel weer los laten, maar lieten
hem aanzeggen, dat hij te zorgen had den
volgenden dag den verloren afstand in te halen.
Met dat al waren wij het kind van de reke
ning. Een marsch van twee en een half uu-r
extra, ten-ten opzetten in het donker en den
volgenden dag een straf voor Aman, welke ook
ons zou treffen! Bovendien stond nu vast, dat
wij den geheelen tocht met hem op voet van
oorlog zouden staan. Hoe Aman zijn wraak
nam en bij zichzelve zei-de: „goed maar dan
zullen jullie ook loopen" meld ik U in een vol-
volgen-den brief. Uit -dit alles bleek ons evenwel,
dat wij zoowel op onzen tolk, waarover een
volgende maal meer, als op onze oude saban
ja's, de grijze veteranen, die op onze tentzak-
ken onder het afdakje voor onze tent slapen,
ten eenenmale staat kunnen maken.
J. N. VAN DER DOES.
Drie jaar tegen jeugdige roof
overvallers geëischt.
Voor de Rottei'darnsche rechtbank hebben
zich gistermiddag te verantwoorden gehad
de 20-jarige timmerman Lambertus P. W. en
diens broer, de 22-jarige adspirant assistent-
apotheker Lodewijk C. W„ beiden gedetineerd.
In den loop van het vorige jaar hebben zij zich
schuldig gemaakt aan een groot aantal in
braken te Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen,
Maassluis, Overschie, Delft en Rijswijk, waar
bij zij volgens een vast plan tewerk gingen.
Na een kort getuigenverhoor eischte het
O. M„ tegen ieder drie jaar gevangenisstraf
met aftrek van de voorloopige hechtenis.
Uitspraak 20 Maart.
KANUNNIK BANNASCH IN VRIJHEID
GESTELD.
Volgens dichtingen uit Katholieke bron is
Bannasch, Kanunnik der Kathedraal van
Berlijn, die wegens hoogverraad voor het
Volksgerechtshof zou hebben moeten terecht
staan, op bevel van Hitler in vrijheid ge
steld.
Bannasch werd er van beschuldigd den
Apostolischen Nuntius vertrouwelijke inlich
tingen te hebben verstrekt aangaande de
Katholieke Kerk in Duitschland.
Naar men gelooft werd Bannasch door tus-
schenkomst van den Nuntius in vrijheid ge
steld.
Als gevolg van de door Bannash bijeenge
brachte stukken die in beslag werden geno
men, werd een groot aantal andere priesters
eveneens gearresteerd, doch men weet nog
niet of deze eveneens in vrijheid zullen wor
den gesteld, (Havas),