EDELWEISS
Het zilveren feest van Nieuw Leven.
DONDER' A" 'G 27 FEBRUARI "1936
BA'AREE SI'S D A' "G B E 'A
9
SCHILDERKUNST
De Maris-tentoonstelling
te Amsterdam
Matthijs heeft zijn broer Jacob achttien
Jaar overleefd, en in die achttien jaar is de
sfeer van geheimzinnige verhevenheid om
zijn persoon heen, aanvankelijk nog sterk
gecultiveerd, langzamerhand tot een beperk
ten kring van enkele intiemen gereduceerd,
zoodat toen hij midden in den wereldoorlog,
ill 1917 te Londen stierf, dat heengaan niet
als bij het sterven van Jacob Maris, als een
nationaal verlies werd ondergaan. Men had
weinig nieuw werk meer van hem te zien
gekregen en de generatie die in het laatst
der negentiger jaren ademloos bewonderend
of fluisterend verklarend voor het uit het
fjle niets opdoemend „Bruidje" in het
Suasso museum had gestaan, was alweer een
dagje ouder geworden. Het was wel won
derlijk dat die uit niets dan uiterst subtiele
zielsaandoening geboren schilderkunst moest
komen in een tijd waarin de er mede corres-
pondeerende toóneelschrijfkunst van een
Maurice Maeterlinck zoowel groote bewon
dering wekte als bestreden werd als verzie-
kelijking van de iooneelspeelkunst. Die be
strijding was niet dan kortzichtigheid en
uiting van persoonlijken tegenzin, want dat
hetgeen door Thijs Maris en Maeterlinck
gedaan werd kunst van hooge orde was. zal
nu niemand meer ontkennen, nu de tijd zijn
afstand genomen heeft en wij die uitingen
bijna als natuurverschijnsel waarover niet
verder te discussieeren valt zijn gaan be
schouwen. Ook weet ik niet of Thijs ooit
Maeterlinck gelezen heeft, maar voor beiden
bestond veertig jaar geleden een uit gelijke
bron wellende adoratie en ik herinner mij
nu hoe de toen nog jonge, later bekend ge
worden Fransch-Hollandsche actrice Marie
Kalff een prachtige foto van het Bruidje
voor haar vriend Maeterlinck mee naar Pa
rijs nam. Na het Bruidje is -er niet veel
meer in Holland te zien gekomen. Uit 1898
of ^9 herinner ik mij dat de wondere
droomteekening met den jongen en het meis
je (uit de vroegere verzameling Reich en
thans buiten catalogus aan de tentoonstel
ling toegevoegd) ^het Kanaal overkwam en
bij Van Wisselingh op het Spui te zien was.
Het. is misschien de gaafste, en voor mijn
gevoel zeker de mooiste uiting van den late-
ren Matthijs en zij die het werk van Eugène
Carrière wel eens met dat van Maris hebben
willen vergelijken, zullen hier toch een on-
overbrugbaren afstand hebben te erkennen.
Hoe de menschen van vandaag ook tegen
over dit werk komen te staan, ze zullen ge
voelen dat Matthijs Maris een groote ver
eenzaamde geweest Is die niet met de ge
wone maat waarmee men schilders meet, te
benaderen valt.
Toen in '99 echter uit Karlsbad het be-
richt door Holland ging dat Jaap Maris daar
gestorven was, voelde alles wat schilderde
dat daar het groote opperhoofd gevallen en
de Hollandsche schilderkunst haar glorie
kwijt was. Jaap's kunst is door-en-door Hol-
landsch, overgezond en wel dichterlijk maar
niet litterair. Ze heeft de dichterlijkheid
van de daad. van het leven, niet die van den
bespiegelenden geest. Toen- hij, revolution-
nair in den aanvang, het pleit eenmaal ge
wonnen had, was er geen schilder die zoo
zeer het nationale van dit kleine land kleur
en vorm gaf. Jacob Maris was niet enkel Hol-
landsch schilder, hij was Holland zelf. Als
zijn kunst dat karakter niet bezeten had, zou
ze dooit dien zegetocht door de wereld heb
ben kunnen "volbrengen. Ze werd overal be
wonderd omdat men er net eigen karakter,
het ras-echte van onderkende, Slimme kunst-
koopers mogen de renommee er van bevor
derd hebben, -ze zouden zonder dat rasechte
niets uitgericht hebben, niets bereikt heb
ben met werk dat overal elders waar men
schilderde, op gelijke of nog betere wijze in
het leven geroepen werd,
Jacob Maris is Holland in zijn veelzijdig
heid van eigen kleur, eigen structuur, eigen
atmospheer. En dat wel op een volkomen
natuurlijke, gezonde wijze. Ei- komt voor
geen grein mal-chauvinisme bij te pas. Hij
was zoo, omdat hij zoo was. Punt. En sleepte,
zijns ondanks, een gansche schare achter
zich mede.
Het wordt afgezaagd steeds zijn gezegde
te herhalen: „ik denk in mijn materie". Maar
hij heeft inderdaad in zijn materie, verf en
vorm, een wereld geschapen die een Holland
sche wereld was. Hij heeft zijn eigen steden
gebouwd en topografisch zijn zijne voorstel
lingen van nul en geener waarde, want hij
plaatste de Amsterdamsche koepelkerk tus-
schen Dordtsche pakhuizen en den Schreiers
toren ergens aan de Waal, bij Gorkum of
waar in zijn brein maar een stuk Holland op
dook dat correspondeerde met wat onder zijn
handen als stad ging ontstaan. De grappigste
dingen zijn daardoor gebeurd. Zoo heet de
prachtige variatie op het motief met den
Schreierstoren aan het water wat eens het
open IJ was, welk schilderij in de National
Gallery van Edinburgh hangt, daar heel
deftig „On the Amstel" en het is precies of
men tegen iemand die Jansen heet, per on
geluk Pietersen zegt, maar het doet er au
fond niets toe, omdat de hoofdzaak blijft
wat voor een mensch die meneer is.
Wel, deze tentoonstelling kan nogmaals
aantoonen en met overvloedig bewijsma
teriaal dat Jacob Maris een schilder-reus
geweest is, die zich zelf een „talent" noem
de. naast zijn broer Thijs in wien hij het
„genie" erkend had. Laat ons over de rela
tieve juistheid van al die waardeeringen niet
twisten, noch struikelen. Ze hangen zoo sterk
van de persoonlijke geaardheid van den be
wonderaar af. En liever verheugd zijn dat
het eind der negentiende eeuw zulk een stel
broers aan het werk gezien heeft, die de tra
ditie wisten te moderniseeren zonder aan
gehalte te verliezen.
Immers, ook Willem kunnen wij gevoege
lijk in het laadje der talenten en/of genieën
een plaats geven. Misschien stond hij in
zijn jeugd nog dichter bij Thijs dan bij Jaap.
Later werd hij voor de menigte de schilder
van koeien en eenden.
Neen zei hij zelf ik schilder geen
koeien of eenden, ik schilder het licht. Wat
hij daarmee bedoelde, de reeks werken hier
zegt het. Bij het ouder worden laat hij de
contouren der beesten steeds meer los, steeds
meer worden ze lichtvangende plekken kleur
in van licht doorzeefde stukken heelal. Wil
lem is minder veelzijdig dan Jacob. Lijkt het
althans voor den oppervlakkigen beschou
wer. die in hoofdzaak de koeien en de een
den blijft zien. Misschien ware hij hier, nu
meriek minder, beter vertegenwoordigd ge
weest. Maar wie zal ook dezen broer het
dichterschap ontzeggen voor dat schilderij
staand, met de drie zwanen (uit de collectie
Reid in Cobham) waarin de elegantie èn het
mysterie van wat in de natuur leeft, zoo in
getogen en voornaam tevens aan ons wordt
geopendbaard? Willem is vaak de man vanden
prachtigen eenvoud, een eenvoud dien hij
en Jacob ook als mensch aan den dag legden
en waarzonder ik eigenlijk nog nimmer een
waarachtig groot artist ontmoet heb. Mogen
velen onder onze lezers van deze kunst kun
nen genieten. De gelegenheid is schoon.
J. H. DE BOIS.
MUZIEK.
PIANO-AVOND
ALEXANDER BOROVSKI.
De uit Rusland geboortige, te Parijs woon
achtige pianist Alexander Borovski, die Woens
dagavond voor „Kunst aan het Volk" optrad,
heeft dien avond een lange reeks moeilijke en
vermoeiende werken vertolkt. Eigenlijk is het
woord „vertolkt" niet op alle nummers van
zijn programma van toepassing. Vele er van
heeft hij gespeeld, d. w. z. de noten er van
weergegeven met een correctheid, die door
geen, al was het nog zoo'n snel. tempo te ver
storen was, behoudens in de laatste drie Etu
des van Chopin, toen physieke vermoeidheid
zich meer en meer deed gelden. Verder dan
tot een groote waardeering voor zijn eminente
pianistische eigenschappen heeft hij ons
echter een groot deel van den avond niet
kunnen brengen. Ik was daarop wel eenigs-
zïns voorbereid, want een leerling van me, die
veel recitals, ook van de allergrootste pia
nisten, bijgewoond heeft en een heel goed
oordeel bezit, had kort geleden in een andere
plaats Borovski hetzelfde programma hooren
spelen en mij zijn bevindingen meegedeeld.
De mijne zijn vrijwel dezelfde gebleken.
Reeds Borovski's eerste voordracht, de
Toccata in D gr. t. van Bach openbaarde het
verschil in persoonlijkheid tusschen hem en
b.v. Harold Samuel. In de kunst van dezen is
alles levend en verwarmend: Borovski speelde
academisch en liet me koud. Voorzeker: ik
apprecieerde zijn zuivere techniek, zijn sub
tiele nuanceeringen, zijn klare stemvoeringen,
zijn sober pedaalgebruik zeer, maar al die
appreciatie maakt iemand nog niet warm. Er
zat geen stuwkracht, geen groote lijn in die
vertolking. Evenzoo ging het bij de groote
Orgel-Fantasie en -Fuga in g. kl. t., waarvan
ik de door Liszt gemaakte transscriptie wegens
haar vele flagrante inbreuken op het oor
spronkelijke karakter niet erg bewonderen
kan. Zijn weergave was technisch perfect,
zonder meer. De weinig bekende Variaties van
Mozart gaven parelend passagespel, de twee
Sonates van Scarlatti absolute zekerheid in de
voor dezen componist karakteristieke spron
gen bij kruising der handen te hooren. Daarna
trad de pauze in.
Het tweede deel van den avond was aan
Alex. Scriabine en aan Chopin gewijd. Met het
.Poème" van scriabine scheen wat meer
warmtestraling te komen; het stuk blijft
echter te lang in dezelfde sfeer en daardoor
verslapt de boeiende kracht. Tot vulcanische
erupties kwam het in Scriabine's Sonate op. 5,
„Extase" getiteld. Hier deed het spel van Bo
rovski bij wijlen aan dat van Horowitz den
ken. En toch bleef van de erupties niet veel
meer dan puimsteen over. Want die Sonate
is wel razend moeilijk, maar tevens, althans
voor de meeste ooren, zeer onwelluidend en
vervelend. De moeilijkheden werden met fa
belachtige zekerheid overwonnen
Ten slotte de 12 Etudes op. 25 van Chopin,
met de 12 Etudes op. 10 de belangrijkste en
meest poëtische der heele literatuur. No. 1 glad
en effen, no. 2 zeer snel en haast zonder pe
daalhulp; no. 3 veel te snel, zoodat de 32sten
onspeelbaar werden; no. 4 ook snel maar met.
een prachtig staccato, dit-ook gecombineerd
met gehouden en gebonden tonen; no. 5 voor
treffelijk- i-n de gevarieerde kleuren van het
thema; no. 6 (de beroemde tertsenetude) in
een vliegend tempo maar met absolute dui
delijkheid en gelijkheid: een uitmuntende
prestatie. No. 7 werd met gevoel voor de daarin
vervatte poëzie vertolkt; no. 8 (sexten) half
staccato, met de grootste helderheid; no. 9
licht zonder elasticiteit, doch zeer goed. No, 10
bracht de eerste sporen van vermoeidheid:
veel pedaal moest dé octavenbindingen on
dersteunen. Voor de grootè-a min.-etude no. 11
was toen geen kracht Of glans meer over;
aan het einde bleken sommige der figuren ge-
Een pension in Bergen-Binnen
Is beroemd om zijn heldere tinnen-
Maar me lieve tijd.
Zegt de linnenmeid.
Wat moest ik zonder Edelweiss
lbeginnen
Be prijs \ian
ZEEPFABRIEK v/h. DE HAAS VAN BRERO, APELDOORN
(Adv. Ingez. Med.)
transformeerd of gereduceerd te moeten wor
den. No. 12 klonk volkomen krachteloos en
telde vele misgrepen; zoowel het eene als het
andere is. gezien Borovski's tevoren overtui
gend gebleken technische meesterschap, al
leen aan vermoeidheid toe te schrijven.
Nu is het achter elkaar spelen der 12 Etudes
reeds op zich zelf een zware opgave en aan 't
eind van zulk een moeilijk programma is die
nog zwaarder. Daarom was het onbillijk, van
den pianist nog een toegift te verlangen. Mis
schien verlangde men die eigenlijk ook niet
en wilde men door de terugroepingen hem al
leen hulde betoonen, een hulde die hij zeker
verdiend had. Maar gewoonlijk ziet men dan
dat de speler zich daardoor tot een extra
nummer verplicht acht. Gelukkig koos Bo
rovski daarvoor een klein en relatief eenvou
dig stukje: de „Tabatière a musique" van
Liadow. Die speeldoos-imitatie was oorzaak
van nieuwe huldigingen, maar hij liet het er
wijselijk bij blijven.
Resumé: geen groot herschepper, wel een
eminent klavierspeler.
K. DE JONG.
UITVOERING
DOOPSGEZIND ZANGKOOR.
Met twee kleine koorwerken opende Doops
gezind Zangkoor Woensdagavond dit merk
waardig concert. De mooie sonore klanksfeer,
waarin die werken werden gezongen, is vooral
te danken aan de studie, die het koor heeft
;ewijd aan ..Die schone Melusine", waarmee
men gevoeglijk een heelen avond zou kunnen
vullen en waarin, behalve de solopartijen, het
koor een heel belangrijk aandeel heeft.
„Die schone Melusine", muziek van Hein-
rich Hofmann, mag dan geen muziek zijn met
een sterke physiognomie. in elk geval is zij één
en al klankschoonheid; maandenlange studie
van zulk materiaal kan niét anders dan
gunstig werken op het gehalte van het zang
koor, dat dezen avond uitstekend gezongen
heeft.
Twee teksten van Guido Gezelle dienden den
toonzetters der beide eerstgezongen werken
tot voertaal hunner muzikale gedachten. Maar
die gedachten waren gansch verschillend.
Vond de auteur van het eerste werk (Het Le
ven) er voldoening in, een koor te scheppen
louter om het genoegen te beleven, dit te laten
zingen, de tweedemaar laat ik kort zijn:
EEN BRIL NOODIG?
Voor ziekenfondi-
rtcepten leveren wij de glazen gratis,
en berekenen alléén bet montnnr
FIRMA KLINKSPOOR
Gediplomeerd Optioten,
Kampersingel hoek Kamperstraat,
TELEFOON 16074mHffiHHHnS
(Adv. Ingez. Med.)
het was „In Speculo" van Philip Loots. En het
strekt den dirigent Jac. Zwaan tot eer, dat hij
zijn koor bekend heeft gemaakt met een mu
ziek, die weliswaar heel ernstige studie vraagt,
maar die bij koor en luisteraar blijvende in
drukken nalaat. Wel is „In Speculo" een der
minst polyfone werken van Loots, maar de
eischen, die het aan de vier zangpartijen stelt,
zijn niet gering: met lof kan men dus gewa
gen van deze uitvoering, die wat klank betreft
voldeed aan hooge eischen. Op 't punt van
interpretatie mogen wij dan herinneringen
hebben, die niet zijn te vervangen, maar in
Jac. Zwaan's opvatting lag toch ook de groote
lijn; al misten we in de slotstrofe de groote
stuwing, die aan al de werken van Loots haar
vormenwaarde geeft.
Een mooie afwisseling gaf daarna „Doops
gezind Kinderkoor", waarin.ook al de geest
van dat blijde en mooie zingen was gevaren.
Jac. Zwaan verloor geen oogenblik het con
tact met de woelige schare, toen die de can
tate „In 't Bosch" van Amory zong. Frisch en
heel zuiver klonk alles, mooi los en licht zon
gen de stemmen, en grooter nog werd de be
wondering, toen een der meisjes de soli zong
met een zuiver geluid. Heel in de voorste rij
stond een peuter van een meiske. Zong die ook
al mee in het koor? Opeens maakte zich uit
den zwerm van zwetterende vogelstemmen een
leeuwerikje los, vloog hoog boven de anderen
uit, en keerde behouden weer terug. Het was
het kleinste zangsolistje, dat ik ooit heb ge
hoord.
Maar de jongens mogen ook met eere ge
noemd worden. Zij deden alles perfect en
vonden blijkbaar het koorzingen een „fijn"
werk. Zoo is 't met alles wat je goed en in de
puntjes doet. Ook het meisjeskoor stónd stil
bewonderend te luisteren.
't Was al vroeg pauze geworden en vroeg ook
was die voorbij. Dat moest wel, omdat het
groote Duitsche werk met solisten veel tijd
vorderde. Ik zei hierboven al, dat de compo
nist Hofmann (verwar niet met den fijnen
dichter-musicus E. T. A. Hoffmann, wiens
naam zooals men ziet ook anders wordt ge
schreven en die aan Offenbach een groot deel
van zijn populairiteit dankt) de kunst ver
staat om voor het koor dankbaar te schrijven,
althans wat den klank betreft.
Gosse Kroese, die alles op dezen avond aan
den vleugel had te verzorgen, liet ons wel
merken, hoe ongeveer de instrumentatie er
uit zag, maar buiten de hoorns en dé harp
was toch vrijwel alles gebaseerd op klankpro
ductie; hierin gaf de pianist de honderd pro
cent, zoodat er een tonenbeeld ontstond van
bijzondere bekoring. Correct en volgzaam
voorts deed hij zijn mooie werk.
Voorbeeldig zuiver heeft het koor gezongen.
Een heel enkel oogenblikje was er bij het
vrouwenkoor no. 1 een weifeling in de -into
natie. Maar dit was ook alles. Er was ook
expressie, genoeg, in het.zingen; ik denk o.m.
aan hét. slotkoor van I. dat een brillante af
sluiting gaf Het koor „Die Hexe heraus", een
dramatisch hoogtepunt in het werk, wordt een
soort leidmotief en hier vooral stond heel het
materiaal slagvaardig. Proloog en epiloog voor
al gaven weer een bijzonder mooie sfeer. Die
HET TOONEEL
Bloeiend Dilettantentooneel ondanks de crisis.
Op 7 April is het 25 jaar geleden dat ten
huize van mevrouw SmitTermère door de
heeren W. Govers, M. A. Reinalaa, W. T. Groo-
tes Sr. en C. Haazevoet de tooneelver. Nieuw
Leven werd opgericht. De dames en heeren,
die op dien avond aan Nieuw Leven het aan
zijn gaven, zullen wel allerminst hebben ver
wacht, dat deze vereeniging een zoo grooten
bloei zou nemen en nog eens haar zilveren
feest met meer dan 700 leden zou kunnen vie
ren. Want de plannen waren oorspronkelijk
slechts heel bescheiden. Het doel van de
nieuwe tooneelclub was enkel om als onder-
afdeeling van de Ned. Ver. tot afschaffing van
alcohol-houdende dranken de vergaderingen
vair deze vereeniging wat op te luisteren met
het opvoeren van kleine tooneelstukjes van
propagandistische waarde.
In de eerste jaren van haar bestaan heeft
Nieuw Leven zich dan ook uitsluitend op dit
gebied bewogen en leidde toen een zeer be
scheiden bestaan. Naar buiten trad de vereeni
ging weinig of niet op. al nam zij in 1913 dan
ook deel aan een tooneelwedstrijd te Bever
wijk, op welken wedstrijd een prijs werd be
haald en aan mevrouw Reinalda en den heer
C. Haazevoet o.a. medailles zijn toegekend
In 1915 kreeg Nieuw Leven frisch bloed, door
het toetreden tot de club van een tiental jonge
menschen. Deze jonge lieden waren vol en
thousiasme en allerminst tevreden met de be
scheiden plaats, welke Nieuw Leven in het
Haarlemsche vereenigingsleven innam. Zij
wilden een eigen avond geven met eenacters,
een zangkoor en tableaux vivants en zie, het
gelukte. In het zaaltje van den Karseboom in
de Groote Houtstraat werden de tooneelstuk
jes ,De Kookschool van Muggendaal" en „De
Amsterdamsche Keukenmeiden of zooals het
meer gaat" opgevoerd. De titels van deze stuk
ken wijzen nog niet bepaald op artistieke as
piraties, maar over het succes was men alles
zins tevreden.
Was het wonder, dat men na dezen ge
slaagden avond het eerste lustrum feestelijk
wilde vieren? Maar nu niet meer in het
kleine zaaltje van den Karseboom. Men wilde
„hoogerop" en het dus op het echte tooneel
probeeren. En zoo ging de groote feestavond
in den schouwburg Jansweg. Wederom twee
eenacters, tableaux-vivants onder leiding
van den heer Van Eykern. koorzang van
Kunst Adelt en een feestrede van Suze Groe-
neweg. Het succes was heel groot, maar het
financieel resultaat was minder schitterend.
Men bleef met een tekort van 55 gulden zit
ten.
Maar wat beteekent een nadeelig saldo
voor jonge, enthousiaste menschen, die het
geloof in hun vereeniging hebben. Op een
boottocht van de afd. Haarlem van de Ver.
tot afschaffing van alcoholhoudende dran
ken, zorgden de dames-werkende leden voor
het buffet en fungeerden de heeren voor
kellner met het resultaat, dat de heele schuld
kon worden afgedaan. En toen ging men vol
moed verder, vast van plan om voortaan ge
regeld in den Jans-schouwburg te spelen. En
dan niet enkel eenacters maar ook grootere
stukken, die een heelen avond vulden. De
keuze viel op het in dien tijd bekende propa
gandistische tooneelspel Paljas van A. C. C.
de Vetter, waaraan men opdat het pu
bliek niets te kort zou komen nog twee
een-bedrijfsstukjes toevoegde.
Na deze opvoering, die in Maart 1917 in
den Jans-schouwburg plaats had voor een
geheel uitverkochte zaal en later zelfs her
haald moest worden, had Nieuw Leven het
pleit gewonnen. Het ging nu steeds crescendo
en het volgend jaar zien wij op 2 Novem
ber 1918 Nieuw Leven met „Pinksterbloem"
eveneens een propagandastuk van J.
Haarsma zelfs op de planken van den Stads
schouwburg. Zij was daarmee de eerste di-
lettanten-vereeniging, die in den schouwburg
op het Wilsonsplein een voorstelling gaf.
Artistiek ging Nieuw Leven, eerst onder
leiding van den heer H. van Dokkum en na
1919 onder regie van mevrouw Smit-Termere
meer en meer vooruit.
Dank zij een intrinsieke propaganda, nam
het aantal leden al meer en meer toe en zoo
duurde het niet lang, of Nieuw Leven stond
onder de Haarlemsche tooneelvereenigingen
bovenaan in ledenaantal. Zij was met de H.
T. C. de eenige tooneelclub. die tot het
vorige seizoen toe elke voorstelling voor
haar leden moest herhalen.
Het spreekt vanzelf, dat met die uit
breiding ook de aard der vereeniging ver
anderde, Van louter propagandistische ver
eeniging werd Nieuw Leven langzamerhand
een gewone dilettanten-tooneelclub als alle
andere, met dit onderscheid, dat natuurlijk op
haar tooneel- en feestavonden uitsluitend
alcohol-vrije dranken werden geschonken.
Toch heeft Nieuw Leven in den loop der jaren
nog verscheidene stukken, die van propagan
distische strekking waren voor den strijd
tegen de alcohol, ten tooneele gebracht. Zoo
ging kort na Paljas, het vervolg op dit stuk
Groote Broer, eveneens van A. C. C. de
Vletter en speelde men van J. Haarsma
het tendenz-stuk ,,'n Misstap". Maar belang
rijker waren de voorstellingen van „Wrakken"
en „Het Kruisje voor de Drempel", twee
tooneelspelen van mevr. C. J. van Essen
Vinckers, die beide bekroond waren in een
prijsvraag voor tooneelstukken, uitgeschreven
door de Noordholl. Ver. tot afschaffing van
alcohol-houdende dranken en waarvan Nieuw
Leven de eerste opvoeringen in ons land gaf.
En vergeten wij ook niet de voorstelling van
Heyermans' Van Ouds de Morgenstar te
noemen, een vertooning, die artist':' zeer
verdienstelijke kwaliteiten had.
Reeds meer dan 15 jaar bezoek ik de voor
stellingen van Nieuw Leven en heb dus alle
gelegenheid gehad de ontwikkeling van deze
vereeniging te volgen. Én dan kan ik met alle
oprechtheid bij dit zilveren feest schrijven,
dat er weinig dilettanten-vereenigingen te
Haarlem zijn, waarin ernstiger en met meer
geestdrift wordt gespeeld. Ook wanneer een
opvoering mijn artistieke eischen onbevre
digd liet, kon ik toch bijna altijd constateeren
dat er serieus was gestudeerd en met toe
wijding gespeeld. Vooral in de laatste jaren
is Nieuw Leven artistiek zeer gegroeid.
Ik herinner mij opvoeringen zooals
die van De Vrijbuiter, De Rechte Lijn, Heilige
V'am, Hanengevecht, Nora welke werke
lijk op een voor liefhebbers hoog peil ston
den. Voor een groot deel was dat te danken
aan enkele zeer goede krachten zooaLs
mevrouw KerkhoffBlokker, de heeren Ha-
ga en Vosshard waarover de vereeniging
beschikte en het groote enthousiasme, waar
mee gespeeld werd, maar ook aan mevrouw
SmitTermere, het kranige oudje, dat 15
jaar lang op zoo lofwaardige wijze de regie
heeft gevoerd.
Ik weet niet. waarom het bestuur het noo-
dig oordeelde san het begin van dit seizoen
ae regie aan een jongere kracht Kick
Vosshard toe te vertrouwen. Dit zijn inter
ne aangelegenheden, waar de criticus zich
buiten houdt, maar toch kan ik het niet
anders dan jammer vinden, dat wij op het
zilveren feest mevrouw SmitTermere, die
zoo veel voor de vereeniging heeft gedaan en
een der oprichtsters van Nieuw Leven is, niet
te midden van haar oude spelers zullen zien.
Ook zuilen wij helaas bij dit jubileum
eenigen der beste spelers, die voor het wel
slagen van de voorstellingen de laatste j'aren
zooveel hebben bijgedragen, moeten missen
Maar gelukkig heeft Nieuw Leven tijdig voor
nieuwe werkende leden gezorgd en de laatste
opvoering van Moeder gaf het bewijs
dat de vereeniging artistiek niet aan kracht
heeft mgeboet. Kick Vosshard. de nieuwe
leider, is een geestdriftig, nog jonge man
met een groote dosis zelfvertrouwen, die
evenals zijn broer altijd een der beste spe
lers van zijn vereeniging is geweest. Men kan
hem dan ook zeker de regie toevertrouwen en
wij mogen van hem nog goede dingen ver
wachten, vooral omdat de vereeniging goede
krachten bezit.
Dat Nieuw Leven in de laatste jaren ook
van de crisis te lijden heeft gehad, spreekt
vanzelf. De vereeniging heeft een moeilijk
seizoen achter den rug. Zij zag het aantal le
den van 1G0C op 700 terugloopen, zoodat zij
niet langer twee opvoeringen van elk stuk in
den schouwburg Jansweg kon geven. Maar zij
bezit nog altijd meer leden dan de meeste an
dere Haariemsche dilettanten-vereenigingen
en kan bij haar opvoeringen, die nu in den
Stadsschouwburg worden gegeven, gelukkig
ook in dit jubileumjaar op stampvolle zalen
rekenen.
Wij wenschen Nieuw Leven bij haar zilve
ren feest hartelijk geluk. Wanneer de spelers
onder leiding van Kiek Vosshard met even
groote liefde en ernst blijven werken, dan
twijfelen wij niet, op zij zal den moeilijken
crisistij Q het hoofd bieden en een waardige
plaats onder de Haarlemsche dilettanten-
tooneeivereenigingen blijven innemen. Wat zij i
volkomen verdient.
J. B. SCHUIL.
was er ook bij den solist Bram Misset, vooral
in het slotdeel, waar hij Raimond toezingt.
Luc. Louman was voor dit werk een zeer ge
lukkige keuze, vanwege zijn mooi klanktimbre,
dat hij door zijn kunst van met gedekte stem
te zingen steeds hooger weet op te voeren.
Van bijzondere bekoring ook was het gevoe
lige. weeke zingen der altzangeres Guus Max.
Vooral het mooie borstregister doet weldadig
aan. En over dit fraaie klankgeheel straalde
de glasheldere sopraanstem van Corry Bijster
in volle zonnepracht. „O, könnte ich fassen"
en bovenal het daaropvolgende „O Himmcl,
gib uns Regen" zijn plaatsen die in de meeste
tekstboeken zullen zijn aangestreept als vind
plaatsen voor een intens nagenieten. Ook voor
de zangeres mogen zij gelden ais momenten,
waaraan met gerechte zelfvoldoening is terug
te denken.
G. J. KALT.
Roekeloos chauffeur opgespoord.
Bij aanrijding te Beekbergen gewond.
Zal vermoedelijk een oog
moeten missen.
Naar wij vernemen is de politie erin ge
slaagd, den bestuurder van de auto, welke
Dinsdagavond halverwege Apeldoorn en Beek
bergen twee wielrijders aanreed, die op slag
werden gedood, op te sporen.
Zooals men zich zal herinneren doofde de
bestuurder na het noodlottig ongeval on
middellijk zijn lichten en reed met onvermin
derde snelheid door. Daar elk signalement
var. den wagen ontbrak, stond de gemeente
politie voor een moeilijk raadsel. Naar thans
blijkt, heeft de bestuurder, J. H. G. uit Apel
doorn, zich Dinsdagavond te Apeldoorn aan
gemeld bij een geneesheer. De man was
ernstig aan hoofd en handen gewond, even
als een mede-inzittende. De dokter, wien r.og
niets omtrent het ongeval bekend was, ried
hem aan, zich naar een der ziekenhuizen te
Apeldoorn te begeven. G. achtte dit risico
blijkbaar te groot en is daarop naar Arn
hem gereden, waar hij in het St. Elisabeths-
gasthuis is opgenomen. Woensdagmiddag
heeft de Apeldoornsche politie den man een
verhoor afgenomen.
Naar gebleken is, is hij van Apeldoorn naar
Arnhem rijdende, nog eens de plaats van het
ongeluk gepasseerd. Zijn wonden zijn van d.en
aard, dat hij vermoedelijk een oog zal moeten
missen. Ook een passagier, die bij hem in de
auto zat, is gewond, zij het niet ernstig. De
auto is in beslag genomen.
DE MERCUUR VAN STAPEL GELOOPEN.
DEN HELDER. 26 Februari (A. N. P.)
Hedenmorgen te kwart over tien is op de
marinewerf in Den Helder van stapel ge-
loopen het torpedowerkschip Mercuur. waar
van de bouw, opgedragen door het departe
ment van defensie, nagenoeg geheel op deze
werf heeft plaats gevonden. Het komt in de
plaats van de ruim 50 jaar dienst gedaan
hebben vorige: Mercuur.
De plechtigheid werd verricht door -mevr.
R. Klaassen—Duller, echtgenoote van den
commandant van Hr, Ms, Schorpioen en chef
van den torpedodienst. Onder de aanwezige
autoriteiten waren de commandant der marine
schout-bij-nacht T. L. Kruys, schout-bij-
nacht Vos. als hoofd der vierde afdeeling
materieel-zeemacht bij het departement van
defensie, de heer 't Hooft, chef van het bureau
scheepbouw, Den Haag en Baron van Lijnden,
chef van het bureau mijnen en torpedo-
materieel in Den Haag en dei? directeur van
de werf de heer Visman.
RALIfij
PECGEAMMA
VRIJDAG 28 FEBRUARI 1936.
HILVERSUM I. 1875 M.
8.00 VARA. 10.00 VPRO. 11.00 VARA. 12.00
VPRO. 4.00 VARA. 8.00 VPRO. 11.00—12.00
VARA.
8.00 Gram.pl. 10.00 Morgenwijding. Gram.pl.
10.30 Causerie 11.00 Gram.pl. 12.00 De Maas-
kanters. 2.00 Lezing. 2.30 Omroeporkest en so
liste. 4.05 Gram.pl. 5.00 Kinderuur. 5.30 Varia
tieconcert. 6.00 Reportage. 6.10 Vervolg con
cert. 7 00 Lezing. 7.20 Gram.pl. 7.50 Berichten.
8.00 Jubileum-avond. Toespraken en concert.
11.00 'Jazzmuziek. 11.30—12.00 Gram.pl.
HILVERSUM II. 301 M.
Algemeen programma, verzorgd door de NCRV.
8.00 Schriftlezing, meditatie. 8.159.30
Gram.pl. 10.30 Morgendienst. 11.0012.00 Cello
en piano. 12.15 Gram.pl. 12.30 Ensemble Van
der Horst. 2.00 Gram.pl. 2 30 Chr. Lectuur.
3.00—3.45 Zang cn piano. 4.00 Trioconcert. 5.00
Gram.pl. 5.30 Declamatie en Gram.pl. 6.30
Causerie. 7.00 Berichten. 7 15 Reportage. 7.30
Boekbespreking. 8.00 Berichten 8.05 Orato
rium-concert (Om 9.10 Causerie). 10.30 Berich
ten. 10.3511.30 Gram.pl.
DROITWICH, 1500 M.
11.2011.50 Orgelspel. 12.10 Orkestconcert.
12.50 Dansmuziek. 1.352.20 Birminghamsch
Philh. strijkorkest m.m.v. solist. 3.20 Lezingen.
4.20 BBC-Midland-orkest. 5.35 Dansmuziek.
6.20 Berichten. 6.50 Cembalomuziek. 7.10 Le
zingen. 8 20 Piano-recital. 8.50 Gevar. pro
gramma. 9.50 Berichten. 10.20 Nieuws uit
Amerika. 10.40 Koor- en orkestconcert. 11.35
12.20 Dansmuziek.
RADIO PARIS. 1648 M.
7.20: 8 35 en 11.35 Gram.pl. 12.35 Orkestcon
cert. 2.50 Gram.pl. 4.20 Kamermuziek. 5 50
Orkestconcert. 9.05 Operettemuziek. 11.05—
1.05 Gram.pl.
KEULEN. 456 M.
5.50 Orkestconcert. 11.20 Omroeporkest. 1.35
Gevar. concert. 3.20 Vroolijk programma. 5.20
Concert m.m.v. orkest, koor cn solisten. 7.30
Voor oud-strijders. 10.2011.20 Concert.
BRUSSEL. 322 M.
12.20 Gram.pl. 12.50 Kleinorkest. 1.50—2.20
Gram.pl. 5.20 Zigeuncrmuziek. 6.35 en 7.20
Gram.pl. 8.20 Symphonieconcert. 10.30—11.20
Gram.pl.
BRUSSEL. 484 M.
12.20 Gram.pl. 12.50 Zigeunermuziek. 1.40
Zang. 1.50—2.20 Gram.pl. 5.20 Omroeporkest.
6.50 en 7.15 Gram.pl. 7.35 Zang. 8.20 Voor oud
strijders. 10.30—11.20 Gram.pl,
DFI-TSCHLANDSENDER, 1571 M.
7.30 Gevar. programma. 9.20 Berichten. 9.40
Lezing. 9.50 Kamermuziek. 10.05 Weerbericht.
10.20—11.20 Dansmuziek.