DE GOUDEN BRUG.
FEUILLETON
ROMAN VAN HANNO PLESSEN.
(Nadruk verboden)
7)
„Nee, nee, dat zou nog mooier zijn
weert ze haastig af. „Je bent toeh voor je
gezondheid hier. Maak dus maar gauw, dat je
op de ski's komt bij dit prachtige weer. Zoo
veel gezelschap heb je ook niet meer, want die
twee meisjes uit Dresden, daar is ook niet veel
aardigs aan, geloof ik en die Hamburgsche
reeder met zijn kaarsrechte vrouw kunnen me
heelemaal gestolen worden. Szartossy dwaalt
blijkbaar het liefst in z'n eentje rond en de
anderen zijn natuurlijk allen vertrokken met
de feestdagendat is ook eigenlijk van
zelf sprekend
Sophie von Geitier wordt af en toe be-
heerscht door stemmingen, die haar slechts
toelaten zich in Weensch dialect uit te druk
ken. Johanna vindt dit „slang" van de oude
dame kostelijk, Bovendien weet zij uit er
varing, dat een en ander slechts een gevolg
is van een bepaalden gemoedstoestand. Daar
om haast zij zich ook nu om in te grijpen
en niets aan haar verraadt dat het opzet
telijk of onopzettelijk ignoreeren van Von-
berg als passend gezelschap, van de zijde der
tante kwetst:
„Nu ja, maar daarvoor wordt na de feest
dagen en vooral na Nieuwjaar weer een groot
aantal nieuwe gasten verwacht. Ik heb gis
teren gehoord, dat alle kamers reeds besteld
zijn".
„Alles goed en wel. maar de feestdagen zelf.
weet jemoet het de oude barones nu
toch*- van het hart. Doch Johanna valt haar
onmiddellijk in de rede: „Die gaan ook voorbij,
tante!"
Deze opvatting van Kerstfeestviering over
treft alles, waarmede het nichtje uit Stettin
tot dusver de verbazing van de oude dame
heeft opgewekt. Haar zichtbare ontstemming,
welke ze tevergeefs in woorden tracht uit te
drukken, is eenigszins vermakelijk.
Johanna glimlacht. „U zult eens zien, tante-,
tje, hoe aardig het is ter afwisseling Kerstmis
eens in een hotel te vieren",
„NaSlechts deze eene lettergreep
heeft de barones als antwoord over, maar
daarin ligt dan ook een wereld van twijfel.
Op hetzelfde oogenblik betreden dr. Falk
en miss Spencer, beiden in een levendig ge
sprek gewikkeld, de hall. Ja, ook de flegma
tieke Engelsche is bepaald opgewonden en
dat is op zichzelf alc zooiets buitengewoons,
dat Barones Geitler's belangstelling en
nieuwsgierigheid onmiddellijk worden opge
wekt.
Een nauwkeurige informatie' wordt haar
bespaard. Zij wordt direct aangeklampt en
men inviteert haar om aan het zoojuist be
sproken middagproject deel te nemen. Het
ligt in het voornemen, direct na tafel per
slede naar Innsbruck te gaan om Kerst-
inkoopen te doen. Kerstinkoopen dat wil
zeggen in de drukte van met pakjes be-
ladenen althans iets van de Kerststemming
thuis te doorleven. De oude dame is natuurlijk
direct vuur en vlam en zeer nadrukkelijk be
tuigt zij dr. Falk haar waardeering voor dit
schitterende idée. Alleen dringt zij er op
aan, dat Szartossy, voor wien Sophie von
Geitier nu eenmaal een bijzondere voorliefde
heeft, de vierde man zal zijn.
Deze verklaart zich daartoe gaarne bereid
Ook voor hem heeft het woord „Kerstinkoo
pen" iets fascineerends; alleen wil hij de
mooie heenreis op ski's maken om dan tegen
5 uur de anderen te ontmoeten in Hotel „Maria
Theresla", vanwaar zij dan gezamenlijk den
terugtocht zullen aanvaarden.
„En wilt u uw boodschappen in Innsbruck
dan geheel alleen doen, zonder eenlgen raad
en bijstand?" vraagt de Barones.
Met deze vraag dringt het niet alleen tot
Szartossy, maar ook tot de anderen door.
dat men zich door het parool „Kerstinkoo
pen" heeft laten verblinden zonder eigenlijk
goed te weten voor wien men al die cadeaux
zal aanschaffen. De aarzeling duurt echter
slechts kort. Juist het „wat" en „voor wie"
zullen den ijver van het viertal slechts sti-
muleeren.
Johanna is bij deze gedachten wisseling over
bodig geworden en glimlachend trekt zij zich
dan ook terug.
„Sylvester", denkt ze. „Jij bent m'n kost
baarste Kerstgeschenk.
De bevrachting van de barones, miss
Spencer en dr. Falk in een der ruime hotel
sleden voltrekt zich onder groote belang
stelling en hilariteit van de zijde der gasten.
Allen verkeeren blijkbaar in de beste stem
ming. Schertsende afscheidswoorden, ver
maningen en bestellingen klinken door elkaar.
Szartossy, die op zijn ski's gereed staat om
te vertrekken, maakt tenslotte een eind aan
de vroolijke afscheidsceremoniën. Hij dreigt,
bij den grooten voorsprong, dien hij zal heb
ben, de winkels in Innsbruck totaal te zullen
hebben leeggeplunderd vóór het gezelschap
de stad bereikt.
Maar dan commandeert dr. Falk: „Voor
uit!"
Johanna en Vonberg flankeeren de ver
trekkende slede van beide zijden. Tot kort
voor Vill vergezellen zij de inzittenden, maar
daar nemen zij afscheid om dwars door het
sneeuwveld de richting van de ruïne Hohen-
berg in te slaan.
Vóór het dichte, dik besneeuwde bosch hen
opneemt, werpen zij nog een blik op het land
schap, dat zich aan hun voeten uitstrekt.
Zwijgend genieten zij van de schoonheid,
welke de streek in haar majestueuze pracht
hun biedt en dan op hetzelfde oogenblik
- ontmoeten hun blikken elkaar, Diep boren
zij ineen. Langzaam sluit Johanna haar oogen,
zooals men dat doet voor de verblindende
glans van het schitterende zonlicht en een
gelukzalige glimlach vormt zich om haar
mond.
„Jomijn Jo
„Jo!" Nooit aiog heeft iemand Johanna,
Barones Geitler-Hattorf zoo genoemd. En
steeds weer, als Sylvester Vonberg haar dezen
naam geeft, voelt zij dat als een oneindige
liefkozing. Een enkele maal vraagt zij zich wel
eens af, of zooveel geluk opeens wel mogelijk
is, of het stand zal kunnen houden in het
gewone leven, dat toch eens weer moet komen
om dan zijn rechten op te eischen. Slechts
zelden echter bekruipt haar deze twijfel en
nooit in tegenwoordigheid van den man, dien
zij liefheeft. Want dan is zij slechts gevoel,
niets dan een liefhebbende vrouw, die uit
sluitend het goede en het mooie dezer aarde
ziet
Terwijl het paar zijn weg langs het smalle
boschpad vervolgt, zegt Sylvester Vonberg:
„Vannacht heb ik de eerste compositie be
ëindigdhet thema fugaal doorgewerkt
in breede gedragenheid opgebouwd tot
het eindtot den top. Deze symphonie
ben jij, Jo. Jij alleen. De melodie van jouw
liefde is er in verwerkt en het rhytme van
jouw ziel. Het is het beste werk, dat ik ooit
gemaakt hebDaarvoor dank ik je, Jo,
dat je zóóveel voor me wilt zijndat je
me zóó rijk maakt door je liefde
Hartstochtelijk en warm klinken zijn woor
den, ofschoon hij zachtjes spreekt. De vrouw
aan zijn zijde drinkt ze, zooals men edele
wijn geniet. Ze bedwelmt zich er aan en laat
zich meesleuren door de vlammende
geestdrift van den man, die haar er mee
omhult en haar opheffend wegvoert naar den
hemel aller gelukzaligheden
Een half uur later zit het tweetal ln het
gezellige, van rook bezwangerde notabelen
zaaltje van den herberg „Zur Traube" in het
dorp Aldrane. Een enorme, groene kachel in
het midden van het lokaal straalt verkwis
tend zijn warmte uit. Johanna en Sylvester
hebben hun jasje en sweater uitgetrokken.
Zij drinken thee uit groote glazen en eten
er dikke sneden roggebrood met boter en
honing bij. Zwijgend, overgelukkig lachen zij
elkaar toe.
„Is het hier geen schitterend pendant van
de five o'clock in Iglerhof, Jo?"
„Ik zou in ieder geval voor geen geld van
de wereld willen ruilen,, boy!"
Johanna leunt behaaglijk achterover in
haar stoel. Steeds nog glimlachend, kijkt ze
van onder haar wenkbrauwen naar Sylvester,
die groote happen van het smakelijke brood
neemt en vervolgt: „Maar daarom behoef je
toch niet direct zoo te overdrijven!"
Terwijl zij dit zegt, duwt ze zachtjes zijn
armen weg, welke hij beid op tafel heeft
gelegd, onderwijl vrij heftig in zijn thee
roerend.
„Pardon, prinses! De boer komt weer eens
te voorschijn". Als hij echter bemerkt, dat zijn
woorden haar hebben doen schrikken, drukt
hij snel een kus op de hand, die nog steeds
op zijn arm ligt om daarna op zijn innemende
manier te vervolgen: „Dat komt er van, als
een mensch zoo gelukkig is als ik".
„Lieve boer!" Even beroert ze met haar
lippen zijn voorhoofd. „Je hebt getoond tien
maal meer tact te bezitten dan je prinses.
Maar toch moet ik het je even zeggen: Koket
teer niet te veel met je boeren-afkomst. Het
lijkt zooveel op een pose, die je toch heusch
niet noodig hebt. Ik wil niet, dat je je
kleineert, Sylvester
Zij heeft snel achtereen gesproken en hij
heeft ernstig geluisterd. Nu knikt hij.
„Je hebt gelijk, Jo, enje zult steeds
met me tevreden zijn. Neenog veel
meer. Trotsch zul je op me kunnen zijn. Dat
beloof ik je!"
En zij voelt, dat het hem heilige ernst is.
(Wordt vervolgd.)
De heer J. H. E. baron van Nagell is Dinsdag als burgemeester van Doorn geïnstalleerd en werd bij deze gelegenheid
op hartelijke wijze door de bevolking van zijn nieuwe gemeente ontvangen
De spoorwegwerken in Amsterdam-Oost. - De spoordijk bij het nieuwe viaduct tusschen Molukkenstraat
en Archimedeslaan wordt aanzienlijk verhoogd
Het Belgisch-Poolsch handelsverdrag is Maandag te Brussel De Poolsche minister Beek heeft ter gelegenheid van zijn
door den Belgischen premier Van Zeeland en den Poolschen bezoek te Brussel een krans gefe§d bij het graf van den
minister van Buitenlandsche Zaken, Beek, geteekend Onbekenden Soldaat
Een automatisch toestel voor het red
den van menschen uit brandende hui-
rv A Waf reeds qereed is van de nieuwe grooie verkeersh>rug over hei Hollandsch Diep Amsterdam bouwt bruggen. Een overzicht van den
zen werd Dinsdag te Amsterdam ge- r^. I I J J i- i bouw der nieuwe Doelenbrug bij de Munt te Am-
demonstreerd "en Moerdijk, waarvan Dinsdag de zevende der tien overspanningen geplaatst werd sterdam
Lieftallige pluksters te Cheshunt (Eng.),
waar de tulpen-oogst uit de kassen
op het oogenblik zeer beduidend is