mk
—/snebjwwiiödrLb
"O N E R" D' "A G 5 M S S R f "1936
HÏÏSEE ffl'S DÏGEESD
8
Jaarvergadering der Josephine
Butlervereeniging.
De Josephine Butlervereeniging tot be
scherming van vrouwen en meisjes heeft
gistermiddag in hotel Lion d'Or haar alge-
meene jaarvergadering gehouden. Nadat de
presidente mevr. A. M. Kool-Pierson de ver
gadering had geopend, las de secretaris, de
heer D. Kool het jaarverslag voor. Blijkens
dit verslag is het afgeloopen jaar voor de
vereeniging niet ongunstig geweest. Het
aantal leden nam toe van 287 op 1 Januari
1935 tot 298 op den eersten dag van dit jaar.
Daardoor steeg de opbrengst uit de contri
buties; maar daartegenover zijn de inkom
sten uit de bekende collectebusjes sterk te-
ruggeloopen. In verband met de jaarlijksche
bijeenkomsten op ..Wildhoef" te Bloemendaal
herdacht de secretaris de eigenaresse van dit
buitengoed mej. van Wickevoort Cromme-
lin, die onlangs overleden is. In het jaarver
slag wordt verder gewezen op het succes,
dat de actie tot het behoud van de functie
van Inspectrice van politie te Haarlem, heeft
mogen boeker.. Aan deze actie heeft de
Josephine Butlervereeniging krachtig mede
gewerkt. Thans ijvert zij nog voor het aan
stellen van een vrouwelijke werkkracht bij
het instituut der Nazorg. Uit het flrianeieele
overzicht bleek tenslotte, dat het saldo over
1935 f 163.90 bedraagt.
Een afgevaardigde van de afdeeling Den
Haag bracht hierna verslag uit over het ver-
eenigingsjaar 1935 in de residentie. Ook hier
was men niet ontevreden over de bereikte
resultaten.
Bij de bestuursverkiezing werden de perio
diek aftredende functionarissen, mevr. M.
▼an 't Sant-Hondius en de heer D. Kool. bij
acclamatie herkozen.
Na een korte pauze was het woord aan
mej. W. C. Blomberg, die een causerie hield
over ..Het werk onder fabrieksmeisjes". Mei.
Blomberg, die een langdurige practijk ais
sociaal werkster achter den rug heeft en die
zelf geruimen tijd als fabrieksmetsje werk
zaam is geweest, vertelde het een en ander
over het leven in de fabrieken. Achtereen
volgens heeft zij gewerkt in een biscuitfa
briek in de Zaanstreek, in een textielfabriek
in Twente en in een model-chocoladefabriek
in York (EngelandV Het werk in de eerste
fabriek, dat aan den toonenden band ge
schiedde. zoodat ieder meisje steeds hetzelf
de onderdeel verrichtte, kweekt allerminst
arbeidsvreugde. Het voordeel van deze fa
briek is de groote zindelijkheid en netheid,
zulks in tegenstelling met de Twentsche
textielfabriek, waar de atmosfeer zeer onge
zond was en. ook op zedelijk gebied (man
nen en vrouwen werkten op dezelfde afdee
ling) verkeerde toestanden heerschten. Maar
het werk in dit. soort fabrieken verschaft een
grootere arbeidsvreugde.
Sprekende over haar eleen ervaringen zei-
de mej. Blomberg, dat zij het werk, vooral
ook om de groote, lichamelijke vermoeidheid,
die het verwekt, verfoeide, maar dat zij veel
voldoening vond in de sfeer van kameraad
schap, gezelligheid, humor en medeleven, die
onder de fabrieksmeisjes onderling heerscb-
te. Onder het personeel van de Engelsche
chocoladefabriek had spr. veel meer arbeids
vreugde aangetroffen dan in de Hoilandsch'e
fabrieken. Veel dragen hiertoe bij de rhyth-
mische gymnastiekoefeningen, die tïidens de
werkuren gehouden worden, de beschikbaar
stelling van tennisbanen en zwembassins,
het lange weekend en de onderlinge clubs.
Verder is een verzorgde en hygiënische in
richting van de fabriek van grooten invloed
en tenslotte bereikt men veel goeds door
aandacht te besteden aan ieder persoonlijk,
zooals kan geschieden door het houden van
indivldueele tests en het aanstellen van so
ciale werksters, die bij moeilijkheden met
de meisjes praten. Hierdoor komt het ook,
aldus spr.. dat de Engelsche fabrieksmeisjes
niet dat minderwaardigheidscomplex bezit
ten. dat bij haar Hollandsche collega's zich
uit in een abnormale overmoedigheid.
De sociale werkster kan veel goeds ver
richten op dit gebied, maar in Holland zim
zij slechts sporadisch in de bedrijven werk
zaam en door de on gunst der tijden zijn de
fabrikanten huiverig haar op grootere schaal
aan te stellen.
In het algemeen kan „men" medewerken
om het lot der fabrieksmeisjes te verbeteren
door een beter begrip voor haar te toon en
en niet dadelijk met een ongunstig oordeel
klaar te staan.
De Josephine Butlervereeniging tenslotte
heeft de taak. zich voortdurend op de hoogte
te houden van de toestanden in de fabrieken
en te trachten, zoo noodig, daarin verbete
ring te brengen.
Naar aanleiding van de bijzonder interes
sante causerie van mej. Blomberg, was er
gelegenheid tot het stellen van vragen, waar
een ruim gebruik van gemaakt werd.
Lezing van dr. F. E. Posthumus Meyies.
Des avonds hield Dr. F. E. Posthumus Meyjes,
zenuwarts te Haarlem, een lezing over De ont
wikkelingsmogelijkheden en -stoornissen van
de puberteit.
Na een inleidend woord namens het bestuur
van Dr. A. IJ. van der Meulen, begon spreker
met er op te wijzen, dat de puberteit als een
psycho-physisch gebeuren in een voor de ge-
he'ele persoonlijkheids-ontwikkeling allerbe
langrijkste levensperiode gekenmerkt is door
het in functie treden van de sexualiteit in
breeden zin. van het zich bewust worden van
een behoefte aan aanvulling en vervolledi
ging. en door het ontwaken van het persoon-
lijkheidsbewustzijn. De ontdekking van zich
zelf leidt tot overschatting, vaak afgewisseld
door onderschatting van zichzelf: de samen
hang tusschen het eigen „ik" en buitenwereld
wordt niet direct gevonden, met vaak als ge
volg een zich onbegrepen en eenzaam gevoe
len" Met deze ontdekking ontstaat tegelijker
tijd veelal twijfel aan en verwerpen van de
autoriteit van opvoeders en volwassenen, een
bewust en koppig' zich verzetten, wat groote
moeilijkheden kan geven. In de adolescentie
komt dit tot rust en kan een harmonische
aanvaarding van het leven tot stand komen.
Spreker laat duidelijk uitkomen, dat voorna
melijk in de puberteit de verdere levensrich
ting bepaald wordt door de instinctieve drijf-
veeren aan den eenen en de ideaalvorming
aan den anderen kant. De idealen zijn dan nog
sterk persoonlijk gebonden. Deze ontwikkeling
kan door gebrekkige of waardelooze ideaal
vorming in vele opzichten gestoord worden.
Door eerlijk en zakelijk optreden moet men
trachten te voorkomen dat de sterk ambiva
lente houding ten opzichte van sexualiteit niet
storend of belemmerend werkt. De moreele
normen ten aanzien van de sexualiteit zijn
tegenwoordig in een tijd van crisis. Spr. ver
geleek de oude en de nieuwere inzichten en
noemde ook de positieve moreele waarden in
de nieuwere opvattingen. Hij achtte dit van be
lang voor de ideaal-vorming, die in de puber
teit van de tegenwoordige jeugd moet tot
stand komen. Ten slotte staat spreker nog
even. stil bij de houding tegenover het vraag
stuk van de prostitutie en de psychologische
grondslagen daarvan, die in vele gevallen ook
in de puberteitsjaren worden bepaald.
Dr. van der Meulen dankte den spr. voor
zijn leerzame en boelende rede. die met zoo
veel aandacht door alle aanwzigen is gevolgd.
Na nog eens herinnerd te hebben aan de
doeleinden van de Josephine Butler Vereeni
ging en het werk van die vereeniging in
ieders steun te hebben aanbevolen, sloot hij
de vergadering.
Rede van oud-minister
Marchant.
Woensdagavond is in den Stadsschouwburg
door de R.K. Middenstandsvereeniging een bij
eenkomst gehouden, waarop het woord gevoerd
werd door oud-minister mr, H. P. Marchant.
die sprak over het onderwerp „In vooroordeel
veroordeeld".
Aan het begin van den avond hield de voor
zitter der organiseerende vereeniging, de heer
Th. s. J. Hooy, een korte openingsrede, waarin
hij alle aanwezigen welkom heette, in het bij
zonder mr. Marchant, wethouder W. J. B. van
Liemt, eenige raadsleden, de geestelijke auto
riteiten en de vertegenwoordigers der organi
saties.
De heer Hooy zeide, dat de overgang van mr.
Marchant tot het katholicisme een golf van
vreugde door Roomsch Nederland teweeg had
gebracht. Dat de vreugde over dat feit leven
dig is gebleven, daarvan zag spreker het be
wijs in de groote opkomst. Anderzijds is de fi
guur van den oud-minister het voorwerp van
een beschimping en een bekladding geworden,
die tot op den huldigen dag voortduurt.
Mr. Marchant, die daarna het woord nam,
gaf in de eerste plaats een uitlegging aan den
titel van zijn rede. Men veroordeelt het ka
tholicisme zonder dat men het kent, zei spre
ker. Velen zijn huiverig dit geloof aan een on
derzoek te onderwerpen en de wetenschappe-
lijken onder de andersdenkenden willen er niet
van op de hoogte,zijn, omdat zij bevreesd zijn
met iets in kennis te komen, wat mogelijk de
waarheid bevat.
Spreker stelde vervolgens vast, dat men on
der het Christendom moet verstaan de leer.
die Christus gepredikt heeft. Wij leeren het
Christendom kennen uit de Kerk en uit de
Schrift. De Katholieke Kerk nu is vijftien
eeuwen lang de eenige kerk geweest. Alle pau
sen, alle kerkvaders, alie theologen, alle sacra
menten waren katholiek, omdat alie Christe
nen katholiek waren. Na 15 eeuwen katholiek
leven kwam Luther. Hij bracht geen hervor
ming tot stand, neen, hij ging veel verder. Hij
verkondigde, dat de kerk en de priesters en
vijf van de zeven Sacramenten moesten ver
dwijnen, zoodat er van zijn katholicisme dus
heel weinig overbleef. Volgens de hervormde
ideeën mocht ieder voor zich uitmaken, wat
hij wilde gelooven, ieder geloovige was een
priester voor zich zelf. en dit heeft aanleiding
gegeven tot allerlei uitleggingen.
Wanneer er zooveel onfeilbare hoofden als
zinnen zijn komt er van de kerkelijke organi
satie niets terecht.
Spreker legde er den nadruk op. dat de oor
zaak van de hervorming wel degelijk lag in de
misbruiken, die er in de Katholieke Kerk
heerschten. Er waren inderdaad vele verkeerde
dingen; dat hebben de Katholieken van die
dagen zeer wel begrepen en vandaar dan ook.
dat het Concilie van Dïente bijeengeroepen
werd. Wat men dikwijls vergeet is. dat, zoo de
Katholieke kerk er niet geweest was, het ge-
heele Christendom niet had bestaan. Bij de
leer van Christus passen naar spreker's in
zicht, geen vrijheidsopvattingen. Deze is, zoo
als Christus haar gepredikt heeft. Toen die
vrijheid eenmaal optrad, diende ook de vrij
heid om niets meer te gelooven zich aan.
Mr. Marchant wijdde vervolgens de aan
dacht aan de verdeeldheid onder de Protes
tanten. Bij de volkstelling van 1931 is het be
staan van 401 kerkgenootschappen geconsta
teerd. Dat komt omdat men het leergezag
heeft veriaten. De Katholieke Kerk heeft het
vrije onderzoek niet verboden, zij heeft juist
de studie aangemoedigd, maar het is niet mo
gelijk naast de kerk een nieuw genootschap
te stichten. Wanneer twee theologen met el
kaar in debat zijn geraakt en de discussie
neemt een dusdanig karakter aan, dat de ge-
loovigen niet meer weten, wat juist en wat
onjuist is, grijpt de H. Vader in en geeft de
beslissing.
Sprekende over de verhoudingen tusschen
Kerk en Staat in het nieuwe Duitschland her
innerde spreker aan het concordaat, dat de
Duitsche staat met den H. Stoel gesloten heeft.
Dat concordaat is voor het katholieke leven
allerminst gunstig geweest. Immers de Kerk
mag zich nu slechts bezig houden met de
„Dinge des Glaubens", terwijl de ..Dinge des
tatlichen Lebens" uitsluitend tot de zorg van
den staat behooren. Zoo berust de opvoeding
van de jeugd dan ook alleen bij den staat,
die haar „tot goede nationaal socialistische
burgers opvoedt." Spreker acht het voor een
katholiek onmogelijk de leer van Christus on
der die omstandigheden te blijven volgen, daar
deze immers juist betrekking heeft op de din
gen van het dagelijksche leven. Een gesloten
concordaat draagt altijd een beperking in zich
en waartoe het kan leiden is te zien bij onze
Oostelijke buren.
Wanneer een regime als thans in Duitsch
land over ons land zou komen voorziet spre
ker Nederlana's ondergang. Het dient zich aan
WMUWOtpew VtSvoa^tN-VtRVtN-STDOMtK
WIIHEIKINASTRAAT ft
(Adv. Ingez. Med.)
met bekoringen en voorspiegelingen, doch daar
moet men doorheen kijken. Als het verdeeld
heid bij de geloovigen ontmoet, heeft het kans
van slagen, maar niet als het tegenover een
gesloten geheel staat.
De heer Hooy richtte tenslotte nog een be
roep op de aanwezigen de katholieke organi
saties zoo sterk mogelijk te maken, waarna de
bijeenkomst op de gebruikelijke wijze werd ge
sloten.
NIEUWE HAARLEMSCHE KUNSTKRING.
Dezer dagen hield de Nieuwe Haarlemsche
Kunstkring haar eerste jaarvergadering in de
Tuinzaal van het Gem. Concertgebouw.
De jaarverslagen van secretaris en pen
ningmeester werden goedgekeurd.
Door een comité uit de leden, onder leiding
van mevr. van Huystee, werden de bestuurs
leden gehuldigd. De heer Verhorst bood na
mens genoemd comité geschenken aan, de
dames kregen bloemen.
Om redenen van internen aard werd met al-
gemeene stemmen besloten, de contributie met
één cent, per week te verhoogen.
Het zittende bestuur werd weer voor een
jaar benoemd.
De mededeelingen van het bestuur inzake
de plannen voor de uitvoering van de Rubens
Cantate en het optreden van de Kon. Vlaam-
sche Opera, werden met instemming door de
vergadering ontvangen.
ITA1KT
BESiCUïEN
Knakpeen f 0.12—0,18 per K.G.
Veldsla f 10.16—0.30 per K.G.
Lof f 0.07—0.13 per K.G.
Spinazie f 0.701.10 per kist.
Andijvie f 0.700.95.
Gelekool f 0.45—1.20.
Boerekool f 0.751.30.
Roode kool f 0.12—0.24 per stuk.
Knolselderie f O.OS—0.13 per stuk.
Spruiten f 2.753.75 per zak.
Prei f 0.040.15 per bos.
Selderie f 0.050.20 per bos.
Peterselie f 0.02—0,10 per bos.
WAAROM
halen kinderen zoo graag
Sneeuwwit-gloor?
Om het fijne cadeautje,
dat ze altijd bij een pakje
Sneeuwwit-gloor krijgen.
Gun Uw kinderen ook die
Boerenbond van den L. T. B.
Vergadering te Haarlem.
Woensdagmiddag kwart voor twee werd de
algemeene vergadering van den Boerenvak-
bond van den R.-K. Dioc. Land- en Tuinbouw-
bond in het gebouw Sint Bavo voortgezet.
Voortgegaan werd met de behandeling van
de door verschillende af deelingen ingediende
voorstellen, allereerst ten aanzien van de
tarwe.
In het prae-advies van het bestuur werd
verwezen naar een brief van zes centrale or
ganisaties aan den minister van Landbouw
en Visscherij, waarin betreurd wordt dat de
richtprijs van de tarwe voor den oogst 1936
van 10 tot 9 per 100 K.G verlaagd is. Ge
vraagd werd aan den minister de in uitzicht
gestelde verlaging van den richtprijs der tarwe
alsnog te willen intrekken.
De minister had op vragen van het Tweede-
Kamerlid Van den Heuvel geantwoord, dat hij
zijn standpunt blijft handhaven. De minister
acht den prijs van de tarwe voor den verbou
wer het voordeeligst.
De Voorzitter meende, dat men in de
verlaging zal moeten berusten, als de minister
zoo positief zijn standpunt handhaaft.
De afgevaardigde van Beverwijk was het
hier niet mee eens. Z.i. moest de minister
meer rekening met de wenschen van de orga
nisaties houden. Met alle gepaste middelen
moet geprobeerd worden, de verlaging onge
daan te maken.
De secretaris achtte het standpunt van de
regeering juist om alleen de productiekosten te
vergoeden.
De vergadering vereenigde zich met het ad
vies van het bestuur.
Dé afdeeling Ursem stelde voor, er bij den
minister op aan te dringen, zoo spoedig mo
gelijk bekend te willen maken, of dc veldboo-
nenoogst 1936 zal worden gesteund, zulks naar
aanleiding van loopende geruchten, dat de
oogst 1936 niet wordt gesteund. De reden van
dit verzoek is in verband met den uitzaai.
In het prae-advies van het bestuur wordt
medegedeeld dat het reeds inlichtingen heeft
ingewonnen bij de Ned. Akkerbouw-Centrale,
via den Kath. Ned. Boeren- Tuindersbond. De
bestaande regeling, om voor veldboonen een
prijs van f 8.— a 9.— te waarborgen, blijft
gehandhaafd.
Itlzekt AeAIefc
■Aocz!
N.V
Zeepfabriek v/b. De Haas 8 v. Brero, Apeldoorn
(Adv. Ingez. Med.)
iiiii;i!!i'ii;nii'ii;iiii'iii:niiiiiii
iiiliiiiiii
De afgevaardigde van Ursem verklaarde zich
met dit voorstel tevreden.
Aan de orde kwamen daarna eenige voor
stellen ten aanzien van de consumptiemelk.
De afdeeling Heemskerk stelde .o.a. voor
over te gaan lot het nemen van dwingende
maatregelen, nog voor het afsluiten van de
a.s. jaarcontracten der melk, tegen de afne
mers, die zich niet houden aan de door de N.
Z. C. gestelde prijzen van de overmelk, zoo
noodig op straffe van afvoeren als georgani
seerde van de N. Z. C„ omdat alleen drastische
overheidsmaatregelen, tot verbetering hierin
kunnen leiden. Dus niet alleen dwingende
voorwaarden voor de veehouders, doch ook
tegenover de afnemers.
In het prae-advies deelde het bestuur mede
dat het zal nagaan of de mogelijkheid bestaat,
dat de prijs voor consumptiemelk eerder be
kend gemaakt kan worden. Het voorstel, om
bakkersmelk voor consumptiemelkprijs af te
leveren, kan het bestuur geheel ondersteu
nen.
Aan het voorstel van de afd. Nootdorp, in
zake het nieuwe melkbureau, heeft het Hoofd
bestuur reeds adhaesie betuigd.
Het bestuur herinnerde voorts aan den in
houd van een plan van consumptiemelkrege-
ling, zooals deze in Januari 1936 door den L.
T. B. bij de Nederlandsche Zuivelcentrale is
ingediend.
De secretaris las een brief voor van de Ne
derlandsche Zuivelcentrale, die 3 Maart bij
het bestuur is binnengekomen. Hierin wordt
medegedeeld, dat de consumptiemelkregeling
voor 1936' '37 spoedig bekend zal worden ge
maakt en dat contracten binnenkort afgeslo
ten zullen worden. De oprichting van melk-
controlestations is steeds mogelijk, indien zij
aan de gestelde voorwaarden voldoen. Men
dient echter te bedenken, dat door versnippe
ring de controle steeds hoogere kosten zal
vergen. In de nieuwe regeling zal een bepaling
worden opgenomen, die tegemoet zal komen
aan eenige bezwaren van den L. T, B.
De Secretaris deelde mede, vernomen te heb
ben, dat de nieuwe melkregeling gereed is en
dat die alleen nog wacht op de handteekening
van den minister.
De Voorzitter vroeg vertrouwen te stellen in
het bestuur, dat de belangen zoowel van de
consumptiemelkers als van de industrie be
hartigt.
De vergadering vereenigde zich hiermede.
De afgevaardigde van Berkel bracht hulde
aan het bestuur voor wat het reeds in het
belang van beide partijen heeft gedaan.
De geestelijk adviseur, Professor Cleophas,
„Die Spaerne-Sanghers"
jubileeren.
Viering van het eerste lustrum.
Het Haarlemsche mannenkoor „Die
Spaerne-Sanghers" heeft gisteravond
café „Dreefzicht" op feestelijke wijze zijn
eerste lustrum herdacht.
Toen de voorzitter, de heer L. Schoorl, zijn
openingsrede aanving, was de zaal stampvol
met feestgangers. De heer Schoorl sprak zijn
voldoening uit over de mooie resultaten, die
het koor in de nu afgesloten periode heeft
weten te bereiken. Hij herinnerde aan de vele
concerten, waaraan „Die Spaerne-Sanghers'
hebben medegewerkt, o.a. te Rotterdam
Utrecht. Maar ook voor droeve gebeurtenis
sen is de vereeniging niet gespaard gebleven.
Nog versch in het geheugen ligt het verlies
van het eminente bestuurslid C. Doeven.
De voorzitter noemde het de groote taak van
het mannenkoor, nïede te werken aan den
bloei van het muzikale leven, dat van fun
damenteel belang is voor de samenleving.
Muziek toch is de universeele taal, die den
mensch losmaakt van de dagelijksche begrip
pen en die hem in staat stelt uiting te geven
aan zijn innerlijkste gevoelens. Spr. bracht
hulde aan den voortreffelijken dirigent van
de „Spaerne-Shanger", den heer Lieven
Duvosel en bood mevr. Duvosel een ruiker
bloemen aan.
Na den voorzitter, sprak de heer Lieven
Duvosel eenige woorden. Hij hoopte, dat hij
nog langen tijd de prettige samenwerking van
de 5 afgeloopen jaren mocht voortzetten. Hij
wekte de zangers op, menschen van de daad.
van de goede daad te zijn.
Na de rede van den dirigent zong het koor
een vroolijk feestgezang.
Hierna kreeg de presidente van Haarlem's
Vrouwenkoor, mej. Noorman, gelegenheid haar
;elukwenschen over te brengen. Zij deed dit
onder aanbieding van een fraai bloemstuk.
De voorzitter van de lustrumcommissie en
van de commissie voor de spaarbuscampagne
de heer Theo van Haaren, bracht in herinne
ring, hoe eenigen tijd geleden de moeilijke
flnancieele omstandigheden, de lust, de ener
gie en het zelfvertrouwen der „Spaerne
Sanghers" hadden doen verdwijnen. Toen is
men op het idee gekomen door een grootsch
opgezette spaarcampagne de financieele
basis van de vereeniging te versterken. Dank
zij de offervaardigheid en het saamhorig
heidsgevoel van alle leden, kon spr. als resul
taat van deze campagne, het bestuur een be
drag van rond f 500 overhandigen. Ook uit
moreel oogpunt noemde hij dit fraaie succes
van belang, want het heeft een nieuwen geest
van vertrouwen bij de leden gewekt.
De voorzitter, de heer Schoorl, dankte de
commissie en de leden voor het waardevolle
geschenk en stelde voor den heer van Haaren,
die de ziel en de stuwkracht van de spaar
buscampagne is geweest, te benoemen tot lid
van verdienste, welk voorstel met luid ge
juich werd begroet. Ook het lid van het koor,
den heer van Wijk, die op belangelooze wijze
de exploitatie van het repetitielokaal verzorgt,
viel dezefle eer te beurt.
Nog was aan het huldigen geen einde, want
ook op den 90-jarigen nestor van de vereeni
ging. den heer Montaiiban, brachten de
„Spaerne-Sanghers" een „hij leve lang" uit.
De penningmeester, de heer W. F. Andréa
bracht in een geestige speech eveneens hulde
aan Theo van Haaren, welk voorbeeld dooi
den heer W. J. de Mink gevolgd werd. Nadat
de heer van Haaren had bedankt en nog
woorden van lof had gewijd aan den redac
teur van het maandblad, den heer van den
Wateren, was het officieele gedeelte van den
avond ten einde.
Nog langen tijd bleven de feestvierende
„Spaerne-Sanghers" onder muziek en dans in
vroolijke gezelligheid bijeen.
INTERNATIONALE VROUWENDAG.
Het Vrouwen-comité voor Vrede en Welvaart
herdenkt Maandag 9 Maart den internationa
len vrouwendag met het geven van een film
avond in „St. Bavo". Vertoond wordt de film
„De twee Moeders".
EXAMEN ROODE KRUIS TRANSFORT
COLONNE.
Bij het Woensdagavond alhier gehouden
examen ter verkrijging van het bewijs van
geoefendheid als helpster, resp. helper van
de Roode Kruis Transportcolonne voor Haar
lem en Omstreken, slaagden van de 33 can-
didaten 12 dames en 18 heeren. Afgewezen
werden 3 heeren.
- - - -
merkte op, dat de zonen van onze boeren nog
te weinig in de organisatie zitten. De jongens
moeten er warm voor gemaakt worden. Er
moet komen een jonge-boerenafdeeling van
den L. T. B. Men moet de jongens niet thuis
laten zitten, want er moet frïsch bloed in de
organisatie komen. Het Katholicisme moet be
leefd worden in den dagelijkschen arbeid. Er
moet een welvaart komen, die het evenwicht
bewaart tusschen ziel en lichaam. Hij waar
schuwde tegen stroomingen, die wel welvaart
beloven, maar die geheel vreemd zijn tegen de
Katholieke beginselen. Katholicisme en na-
tionaal-socialisme passen niet bij elkander.
Zii staan lijnrecht tegenover elkaar.
Ir. A. A. Neeb, Rijkslandbouwconsulent voor
Zuid-Holland, sprak een kort woord van af
scheid. nu hij zijn werk, dat hij veertig jaar
lang verricht heeft, gaat neerleggen. Hij on
dersteunde het betoog van den geestelijk advi
seur, om aan het jonge geslacht in den boe
renstand meer kennis bij te brengen. Men
moet echter niet alleen de vaders, maar ook
de moeders bewerken. Ook de vrouwen hebben
groote behoefte aan ontwikkeling. Dat komt
aan het gezin ten goede. Hij wenschte ten
slotte aan allen een goede toekomst.
Ir. Brakman, bedrijfsconsulent voor den
landbouw in Noord-Holland, schetste het werk
van het nieuwe instituut der bedrijf sconsu-
lenten. Zij moeten zorgen voor voorlichting
van de regeering over den socialen en econo-
mischen toestand van den landbouw; zij moe
ten studie maken van de bedrijfsuitkomsten
van den landbouw. Ook moet er zijn samen
werking tusschen de andere consulenten in
zake de meest richtige uitvoering van het be
drijf. Daarvoor zullen assistenten aangesteld
moeten worden, die de bedrijven komen bezoe
ken.
De Voorzitter dankte de drie heeren voor
hun enthousiaste woorden.
De vertegenwoordiger van Delft bepleitte
de wenschelijkheid van verlaging van den bo-
terprijs, omdat een groot aantal personen in
ons land niet meer in staat is boter te koopen.
Het is voor velen een luxe-artikel geworden.
Van regeeringszijde wordt wel gezegd, dat men
zich moet aanpassen, maar ook aan dat aan
passen is een grens.
De Voorzitter zegde toe, dat het bestuur
trachten zal. medezeggingschap in den Ned.
Boerenbond te krijgen. Het is niet de minister,
die den boterprys vaststelt, maar het buiten
land.
Tenslotte werden nog eenige voorstellen be
sproken, waarbij de vergadering zich met het
prae-advies van het bestuur vereenigde.
De vergadering werd te 6.30 uur gesloten.
„De toekomst van het
economisch leven".
Lezing van dr. M. D. Dijt voor de Ver. tot
Studie van den Staat.
In de sociëteit „Vereeniging" aan den Zijl-
weg heeft Woensdagavond dr. M. D. Dijt voor
de Haarlemsche afdeeling der Nederlandsche
Vereeniging tot studie van den Staat de eer
ste voordrachten van de serie van twee le
zingen over „De toekomst van het econo
misch leven" gehouden.
Na een openingswoord door den voorzitter,
Ir. B. Wichersma, begon de heer Dijt zijn
voordracht.
In verband met de belangrijke vraagstuk
ken van onzen tijd, zei spreker, is het ge-
wenscht de ontwikkeling van de laatste eeuw
te kennen. In de eerste plaats is hierbij op
vallend de groote toename van de bevolking,
in sterker mate dan in voorgaande eeuwen.
Ook de welvaart van de bevolking is toegeno
men. Door de toeneming van de bevolking
is die van de productiviteit in de laatste eeuw
ongeveer opgeheven.Het is de vraag of dit zal
blijven doorgaan, zei spr., in verband met het
dalende geboortecijfer en de verwachting dat
het geboortecijfer na 1955 zal achteruitgaan.
In de laatste eeuw is een steeds grooter ge
worden deel der bevolking gaan leven van de
industrie, terwijl het deel van den landbouw
levend achteruit is gegaan in aantal. Dit is
van belang voor het bevolkingsvraagstuk en
vcor de conjunctuur. De menschen worden
afhankelijker van elkaar.
Vooral in de meest ontwikkelde staten is
deze structuurverandering sterk merkbaar
geworden. In Engeland bijvoorbeeld is nog
slechts een klein deel van de bevolking in den
landbouw werkzaam.
De productiviteit van den landbouw als or
gaan van het economisch leven is betrekkelijk
stabiel. Spr. toonde met behulp van grafi
sche voorstellingen aan hoe harmonisch de
groei de voortbrenging van den landbouw in
de laatste eeuw was. Op de groote productie
hadden de prijsschommelimgen van landbouw
producten weinig invloed. De heer Dijt be
handelde verschillende uitbreidingsperioden
uit de vorige eeuw en zeide hierna: de betee-
kenis van den landbouw is in de laatste eeuw
gewijzigd wat betreft de grooterè afhanke
lijkheid, die tusschen de deelen van het eco
nomisch organisme is ontstaan. Met de ont
wikkeling van de techniek en van den weten-
schappelijken landbouw kreeg het leven in
de steden en de industrie de mogelijkheid op
tot dusver ongekende wijze uit te groeien.
De landbouw bleef, wellicht ook juist daar
door, in zooverre primair dat de bewoners
van de stad en de werkenden in de in
dustrie, wat voeding betreft, geheel afhan
kelijk zijn van den landbouw.
De landbouw heeft zich echter ook tot een
hooger peil kunnen opwerken met en door de
industrie. Hieruit volgt, dat alles wat de ver
houding tusschen stad en land schaadt beide
benadeelt.
Voor de industrieele conjunctuur is de land
bouw hierom van groot belang, omdat in het
algemeen bij de schommelingen van de con
junctuur de prijzen der grondstoffen aan de
grootste schommelingen onderhevig zijn.
Vooral in den depressietijd baren zij veel
zorg. Van de grondstoffen, die op de wereld
worden geproduceerd vormen de agrarische
grondstoffen in waarde verreweg het grootste
percentage. Van die grondstoffen maken de
granen weer het belangrijkste deel uit. Komt
er nu een overproductie op het gebied van
granen, dan is thans een catastrophe zeker.
In het begin der vorige eeuw kon
graanprijsdaling aanleiding geven tot grooter
verbruik. Dan ontstond vrij vlug evenwicht.
Terwijl ook in de tweede helft van de vorige
eeuw lager graanprijzen aanleiding gaven tot
grooter graanverbruik, was tijdens de crisis
de koopkrachtvernietiging bij de akkerbou
wers internationaal gezien zoo funest voor
het verdere economische leven, dat het ver
bruik van allerlei andere producten bij de la
gere prijzen afnam.
Noodige reorganisatie is niet gekomen, zei
dr. Dijt. In plaats hiervan werden tegenge
steld werkende autarkische maatregelen in
gevoerd, die tot nieuwe verstoringen aanlei
ding gaven. Spr. behandelde verder de ver
anderingen, die in de laatste eeuw in de eco
nomische structuur zijn opgetreden on aan
leiding hebben gegeven tot den tegenwoordi-
gen toestand.
Zoo wees hij op de afneming van de elasti
citeit van de vraag naar verschillende goede
ren bij stijgend welvaartspeil, waardoor het
vrije markt mechanisme niet meer zoo goed
tot zijn recht kon komen. Voorts wees hij op
de grootere belangrijkheid van de factor loon,
waardoor de bedrijven veel. gevoeliger zijn
geworden voor de prijsschommelingen dan
vroeger. Verder wees spreker op het verband
tusschen den toestand in den landbouw, de
eldproductie en de geldvoorziening. In pe
rioden met lage prijzen wordt de goudpro
ductie uitgebreid. In perioden met hooge prij
zen wordt de goudproductie verminderd of
gestagneerd zooals tusschen 1855 en 1870 en
tusschen 1913 en 1922. Door sterk stijgende
goudproductie ontstaat tenslotte een hooger
prijsniveau en omgekeerd. De sterke stijging
van de goudproductie na 1929 is evenwel niet
In staat geweest op voldoend korten termijn
de daling van het prijsniveau te remmen.
Hiervoor moeten andere middelen gezocht
worden.
Spreker kwam tot de conclusie dat de sta
biliteit van de voortbrenging en van het ge
bruik van landbouwvoortbrengselen niet
meer kan samengaan met de oneven
wichtigheid van de vrije prijsvorming waar
door overvloed tot catastrophale prijsdalin
gen, tekorten tot geweldige prijsstijgingen
aanleiding geven. Bij deze prijsvorming
wordt dus de overvloed tot een ramp. De op
lossing ligt hierin, dat wij van den nood-
overvloed eenerzijds en stabiliteit in voort
brenging en verbruik anderzijds een deugd
hebben te maken.
Gelukt ons dat, dan kan de stabiliteit van
den landbouw een weldadigen invloed uit
oefenen op het economische leven en de in
dustrieele conjunctuur.
Na afloop beantwoordde de heer Dijt eenige
vragen. Hij zette betreffende de concurren
tieverhoudingen JapanNederland uiteen,
dat een hoogontwikkeld land nooit kan terug-
keeren tot een lager plan.
De volgende voordracht wordt 11 Maart
gehouden.
WAARBORGFONDS PALEIS VOOR VOLKS-
VLIJT-LOTEN WORDT TE GELDE GEMAAKT
AMSTERDAM, 4 Maart (A.N.P.) Het ge
rechtshof heeft beslist dat de commissie voor
het Paleis voor Volksvlijt-waarborgfonds zou
moeten meewerken aan de uitvoering van het
besluit van de vergadering van obligatiehou
ders, gehouden in Juli 1935, krachtens welke
het geheele waarborgfonds voor de loten zou
worden te gelde gemaakt en de houders van
die loten daaruit al vast een zeker percentage
van hun aanspraken uitbetaald zouden krij
gen. Het gerechtshof grondde deze beslissing
o.m. op de overweging dat het besluit der ge
noemde vergadering door de rechtbank is be
krachtigd en volkomen rechtsgeldig is.