NU HET VOORJAAR
N.V. WED. OOSTEN ZOON
OVERGORDIJNEN
GLASGORDIJNEN
OOSTEN VOOR UW GORDIJNEN!
Alle handelsbelemmeringen voeren
tot ontwrichting.
DONDERDES MAART 1936
HAARLE M'S DA.GBt'AD
9
Protestvergadering tegen
verkoop van „Der Stürmer".
In Bellevue te Amsterdam.
Redevoeringen van mrs. Wendelaar en Boon.
Onder buitengewoon groote belangstelling
!s Woensdagavond in de groote zaal van
„Bellevue" te Amsterdam de openbare pro
testvergadering gehouden, belegd door de
afdeeling Amsterdam van de Liberale Staats
partij „De Vrijheidsbond", naar aanleiding
van het feit, dat door den beheerder van den
sigarenwinkel „Het Nederlandsch Sigarenbe-
drijf de Driehoek" in de Kalverstraat te Am
sterdam, het blad „Der Stuermer" van Julius
Streicher zij het op bedekte wijze werd
verkocht.
Mr. W. C. Wendelaar, voorzitter en lid
van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
zoomede het lid dier Kamer, mr. G. A. Boon.
hebben een pleidooi gehouden voor het be
houd van de geloofsvrijheid in ons land.
Een aantal personen, dat tijdens de verga
dering de orde trachtte te verstoren, werd
uit de zaal verwijderd.
Aan het einde der bijeenkomst deden zich
heftige incidenten voor, waarbij de politie
moest ingrijpen.
Een inleidend woord sprak de voorzitter
der afdeeling Amsterdam, mr. K. Jansma.
Deze spr. was van oordeel, dat de N.S.B. zich
gaandeweg in anti-semitische richting gaat
bewegen en daartegen is krachtig verzet ge
boden, opdat in Nederland de door de eeuwen
heen bewaarde traditie, volgens welke ieders
geloof wordt geëerbiedigd, gehandhaafd
blijve.
Mr. Wendelaar, vervolgens het woord ver
krijgende, zeide, dat hij zich, ter voorbereiding
van zijn onderwerp van dezen avond ver
plicht had gezien kennis te nemen Van den
inhoud van eenige exemplaren van „Der
Stuermer". Spr. adviseerde de vergadering,
dit voorbeeld niet na te volgen, want die in
houd is onsmakelijk. Het blad is zeide
spr. in strijd met de menschelijke waardig
heid; erop wijzende, dat, wat de hoofdpagina's
vermelden zuivere pornografie is.
Te Amsterdam weet men zeide mr. Wen
delaar dat de haatzaaiende artikelen in
„Der Stuermer" leugens zijn falsificaties,
geschreven om politieke buit binnen te halen.
(Het perfide is. dat de fouten, die door enkelen
gemaakt worden, op rekening van het geheeli
worden geschreven.
Spr. heeft voor vele uitingen van den Duit-
schen geest den grootsten eerbied, doch door
tal van nobele werken naar den brandstapel
te verbannen, hebben de Duitschers zich on-
iterfelijk geblameerd.
Voor één keer wilde spreker dit voorbeeld
volgen en, de daad bij het woord voegende,
verbrandde hij voor het front der vergade
ring een exemplaar van „Der Stuermer".
Mr. Boon, hierna sprekende, bracht met
nadruk onder de aandacht van zijn gehoor
dat hij zijn vragen over het gebeurde niet dan
na grondig onderzoek heeft gesteld. Persoon
lijk heeft hij in een achterkamer van den
winkel een exemplaar van „Der Stuermer"
gekocht, waarbij hem op het hart is gedrukt,
het blad in het openbaar niet te vertoonen.
Eerst toen men lont rook en begrepen had,
dat h'et'blad ook door niet-N.S.B.'érs was ge
kocht, heeft men de nog voorhanden'zijnde
voorraad van „Der Stuermer" uit de zaak ver
wijderd.
Dat de N.S.B.volgens de gisteren ver
schenen proclamatie van haar hoofdbestuur,
in geen enkel opzicht bij den verkoop van
het blad in den bewusten winkel betrokken
is móge formeel waar zijn; materieel noemde
spr. ,it het een leugen. Ook de tweede ont
kenning van het hoofdbestuur, n.l. dat het de
inhoud van het blad afkeurt, is z.i. niet waar
want spreker weet, dat „Der Stuermer" o.a.
verkrijgbaar is in het Kringhuis van de N.S.B.
te Rotterdam.
Onomstootelijk staat niet vast op welke
wijze het blad in Nederland is geïmporteerd;
wel staat echter volgens spr. vast, dat er alle
reden is om den Minister van Justitie te doen
ingrijpen.
Dat de N.S.B., zooals door de leiding wordt
beweerd, niet antisemitisch georiënteerd is,
moest naar spr.'s oordeel, ten stelligste wor
den ontkend.
Spr. constateerde, dat hier meer anti-semi-
tisme is dan vroeger en dit verschijnsel moet
in de kiem gesmoord worden. Er is een zeker
publiek, dat vatbaar is voor deze dingen en
daartegen kan niet genoeg worden gewaakt.
Staande werd hierna het „Wilhelmus" ge
zongen. Het feit, dat een aantal personen het
volkslied met gestrekten arm meezong en zich
op dezè wijze als tegenstanders kenbaar
maakte, gaf aanleiding tot heftige inciden
ten, die in een formeele kloppartij overgin
gen. Slechts met moeite kon de orde worden
hersteld en kreeg mr. Jansma gelegenheid
voor het spreken van een slotwoord.
Onder krachtig applaus vereenigde de ver
gadering zich met een door het bestuur dei-
af deeling in den geest van het besprokene
voorgestelde protestmotie tegen het anti
semitisme, zijnde in flagranten strijd met het
Nederlandsch volkskarakter.
Naar aanleiding van de incidenten die zich
aan het einde van de vergadering in de zaal
hebben voorgedaan, is een vrouwelijk lid van
de N.S.B., die ervan beschuldigd werd, dat zij
een der aanwezigen een klap op den neus had
gegeven, door enkele agenten naar het bureau
Leidscheplein overgebracht.
Nadat de kwestie aan de hand van ver
schillende, nogal verwarde getuigenverkla
ringen onderzocht was. is haar de vrijheid
teruggegeven. (A.N.P.)
Grossier in vleesch geboycot.
Een belangrijke kwestie voor den vleesch-
handel is in kort geding aan het ooi-deel van
den president van de Rotterdamsche recht-
bang, mr. H. W. B. Thomas, onderworpen.
Sinds het voorjaar van 1935 bestaat een
commissie van samenwerking, waarin zitting
hebben twee leden van elk van de vijf ver-
eenigingen in het slagersbedrijf te Rotter
dam. Een grossier, lid van de grossiersver-
eeniging voor rund- en kalfsvleesch, heeft in
December van het vorige jaar vleesch afge
leverd aan een vleeschhouwer, wiens erken
ning was ingetrokken, op grond van welk
feit de grossier is geboycot. Aan de leden van
de samenwerkende vereenigingen in het sla
gersbedrijf heeft de secretaris van de com
missie van samenwerking per circulaire me-
dedeeling gedaan, dat de erkenning van den
grossier K. L. was ingetrokken.
De betrokkene heeft den president ver
zocht te bevelen, dat de secretaris van de
commissie van samenwerking een circulaire
verspreidt onder de leden van de aangesloten
organisaties, waarbij mededeeling wordt ge
daan van de opheffing van de uitsluiting.
Nadat gepleit was, bepaalde de president de
uitspraak op 11 Maart a.s.
en daarmede de schoonmaak weer nadert, vraagt
de decoratie van uw ramen de aandacht.
OOSTEN heeft een schitterende collectie weef-
en fantasiestoffen vanaf ƒ0.80 per meter, voor
eh
een prachtige sorteering marquisettes, voiles,
etamines, enz. vanaf 0.40 per meter voor
samengesteld en toont daarvan thans een over
zicht in de etalages.
Mogen wij U uitnoodigen eens een kijkje te
komen nemen
Wij zijn er van overtuigd dat dan ook Uw ramen
van O O S T E N'S decoratie worden voorzien.
BARTELJORISSTRAAT 13-17
(Adv. Ingez. Med.)
VACATURE PROF. G. WISSE ZAL VOOR-
LOOPIG NIET VERVULD WORDEN.
De vacature prof. G. Wisse, als hoogleeraar
aan de Christelijk Gereformeerde Theologi
sche School te Apeldoorn, zal tot einde 1937
onvervuld blijven, daar het curatorium be
sloot niet te verzoeken om een vervroegde
synode voor een hoogleeraarsbenoeming bij
een te roepen. De eerstkomende generale
synode zal in den nazomer van 1937 te Hil
versum bijeenkomen. De andere hoogleeraren
der Theologische School en ds. Joh. Prins,
die als reizend predikant is verbonden aan
de gemeente van Haarlem-Centrum, zullen
zoolang de colleges van prof. Wisse waar
nemen.
Ds. Prins zal voorloopig de lessen in het
Latijn geven, de andere vakken, die prof.
Wisse doceerde, zullen over de andere hoog
leeraren verdeeld worden.
WAARSCHUWING.
De Commissaris van Politie te Haarlem ver
zoekt ons plaatsing van het volgende:
De Burgemeester van Hiliegom geeft be
langhebbenden in overweging om. alvorens in
relatie te treden met de bloembollenfirma
WalravenDe Jong, gevestigd te Hiliegom, bij
hem inlichtingen omtrent deze firma in .te
winnen.
Aangezien in de gemeente Hiliegom meer
bloembollenfirma's zijn gevestigd, die den
naam „Walraven" voeren, vestigt de burge
meester speciaal de aandacht op de toevoeging
„De Jong".
De nood in het kappersbedrijf.
De Nederlandsche Kappersbond schrijft ons:
Uit een door den Nederlandschen Kappers-
bond ingestelde enquête is komen vast te
staan dat sinds 1 November 1935 tot 28 Fe
bruari 1936, dus in een tijdsbestek van 4 maan
den, niet minder dan 160 kapperszaken in Ne
derland zijn opgeheven. 160 Zaken opgeheven
beteekent dat even zooveel gezinnen de dupe
zijn geworden van de ongebreidelde toestanden
in dat bedrijf.
Alleen te Amsterdam zijn in dat zelfde tijd
vak 28 kapperszaken gesneuveld. Te Den Haag
moesten 23 en te Rotterdam 21 kappers den
strijd om het bestaan opgeven. In de overige
plaatsen werden 88 kappers het slachtoffer
van de concurrentie. De eigenaars van al deze
opgeheven zaken zijn Nederlanders.
Blijkens een ander onderzoek, eveneens in
gesteld door den Nederlandschen Kappers-
bond, hebben zich in Nederland, sinds 1 Mei
van het vorige jaar, niet minder dan 112 kap
pers van niet-Nederlandsche nationaliteit, als
zelfstandigen, gevestigd. Het aantal van 112
-nieu.w gevestigde zaken van niet-Nederland-
sche kappers, is in werkelijkheid veel grooter.
De.juiste gegevens zijn niet altijd te achter
halen.
Beschouwingen over de compensatie-transactie
met Duitschland.
Door de Koninklijke Paketvaart Maat
schappij is opdracht verstrekt voor den bouw
vair een drietal schepen, waarvan er een
tweetal op Nederlandsche werven, het derde
in Duitschland op stapel gezet zal worden.
Voor het feit, dat deze order aan onze Oos-
stelijke buren is gegund, staat Duitschland
toe, dat voor een bedrag van nominaal vijf
millioen R. M. méér Nederlandsch-Indische
tabak in 1936 zal mogen worden ingevoerd
dan anders het geval geweest zou zijn. Bo
ven het reeds vastgestelde deviezencontingent
tot een bedrag van 20 millioen. komt thans
voor het loopende jaar de verhooging met 5
millioen R. M. Deze compensatie-transactie
heeft de algerneene aandacht getrokken. In
de eerste plaats kan opgemerkt worden, dat
de Duitsche industrie zelfs na deze contin-
gent-verhooging slechts ten deele in staat
zal zijn de bestaande behoefte te bevredigen.
Daarvoor zou. op basis van de prijzen van het
vorige jaar, een bedrag van 40 millioen R.M.
beschikbaar gesteld moeten worden. Intus-
schen is de beteekenis dezer compensatie-
transactie niet te onderschatten. Zoowel de
Sumatra-, als de Java-tabakken, zullen er de
voordeelen van ondervinden. Blijkens een
mededeeling in het „Amsterdamsche Effec
tenblad" zal het aandeel der Sumatra-ta-
bakken van de verkregen 5 millioen R.M. 63.
van de Java-tabakken 37 procent bedragen.
De tabaksplanter zal zich over dit verkregen
accoora kunnen verheugen. Toch bedenke
men, dat deze wijze van zaken-doen abnor
maal 'is en een uitvloeisel van de tijdsom
standigheden waarin wij leven. Zoo ziet de
Nederlandsche scheepsbouwer door deze wijze
van doen zioh een order ontglippen, in een
periode, waarin hij alles in het werk moet
stellen om de buitengewoon ongunstige jaren,
die achter hem liggen, eenigermate te nivel-
leeren.
Daarnaast zal de compensatie-transactie
zeker niet moeten worden toegepast voor
kleinere projecten, of in die gevallen, waar
voor reeds een gereglementeerd handelsver
drag bestaat. Maar dwaasheid ware deze wijze
van handeldrijven normaal te noemen.
Zoolang het betalingsverkeer aan aller
hande banden is vastgelegd kan de compen
satie-transactie ongetwijfeld eenige verlich
ting brengen. Ook de Unilever heeft, als ge
volg van het bovenstaande, scheepsorders in
Duitschland geplaatst, waardoor het haar
mogelijk was in Duitschland gemaakte win
sten op doelmatige wijze te besteden. Toch
mogen beide genoemde transacties niet op
één lijn gesteld worden. In het eerste geval
heeft er een zekere goederenruil plaats: een
schip tegen tabak. In het laatste heeft de op
drachtgever dezen weg bewandeld, omdat hij
daardoor alleen kans zag om zijn vordering
op Duitschland rendabel te maken. Het ver-
söhil springt duidelijk in het oog. De eerste
methode is zeer zeker minder gevaarlijk dan
de tweede. Want de mogelijkheid is aller
minst uitgesloten, dat het Unilever-recept
gretig wordt overgenomen door gegadigden,
die het bestelde in casu het schip zelf niet
noodig hebben en daarmede na aflevering,
gaan leuren en zich bereid verklaren ieder
aannemelijk bod te aanvaarden. Voor hen
is het eenige criterium: hoe kan ik op de
minst nadeelige wijze mijn marken-saldi rea-
liseeren? Maar wat voor de scheepsbouwers
en voor hen, die zelf schepen kunnen gebrui
ken. geldt, kan ook in toepassing worden ge
bracht door allerhande groepen van onderne
mingen, die gelden in Duitschland hebben
uit staan. Het gevolg daarvan kan zijn. dat
ae handel nog verder wordt ontwricht, dan
thans reeds het geval is. Om een veel ge
bruikt beeld te gebruiken: de internationale
..beunhazerij" zal er in belangrijke mate door
bevorderd worden. Zoo zullen zoo meteen de
indiviaueele belangen ernstig in botsing kun
nen komen met de landsbelangen. Dat deze
gedachte geenszins denkbeeldig is, blijkt uit
de berichten uit den Engelschen scheeps
bouw. Het aantal opdrachten uit het buiten
land is sterk verminderd; de Duitsche wer
ven hebben daarvan geprofiteerd. Moet men
nu de bezitters van marken, die dit saldo niet
op normale wijze uit Duitschland kunnen be
machtigen en daarvoor een financieel toe
laatbaar hulpmiddel te baat nemen, op eeni-
gerlei wijze aan banden gaan leggen?
Zij zullen daartegen en volkomen begrij
pelijk ernstig bezwaar maken. Kan men
dan van overheidswege toestaan, dat in be
paalde bedrijfstakken op deze wijze een ware
ontwrichting gaat optreden? Men voelt
voor welke groote moeilijkheden men kan ko
men te staan.
Dat alles is een gevolg van de dwaasheden
van dezen tijd. Voor de zooveelste maal blijkt
ook hier weder, dat het vrije verkeer tusschen
de verschillende landen een van de peilers is.
waarop het internationale handelsleven be
hoort te rusten.
Alle belemmeringen, welke men dit ver
keer in den weg legt. voeren tenslotte tot ont
wrichting. Zeker, er is een kentering, die zich
o.m. manifesteert in de handelsverdragen,
welke in den laatsten tijd zijn afgesloten
door de Vei-eenigde Staten van Amerika.
Maar daarnaast is het warnet van maatre
gelen nog zoo omvangrijk, dat er ongetwijfeld
nog geruimen tijd zal verloopen voordat wij
daarvan verlost zijn. Niettegenstaande ons
land in menig opzicht afhankelijk is van de
welwillendheid der „groote" mogendheden,
dient men toch niet uit het oog te verliezen,
dat ook wij ons langzamerhand dusdanig
hebben in gekapseld. dat het ons zeker past
ernstig mede te werken cm een einde te ma- i
ken aan dien ongezonden toestand.
MOLLERUS. J
CREMATIE A. M. BIEGMAN.
Gistermiddag had in het crematorium op
Westerveld te Velsen de crematie plaats van
het stoffelijk overschot van den heer A. M.
Biegman, oud-leeraar aan de school van het
Kon. Genootschap „Mathesis Scientiarum
Genitrix" te Leiden en lid van verdienste van
dit Genootschap, overleden alhier.
Aanwezig waren de heeren H. van Baten
burg, leeraar aan het gymnasium en de kweek
school te Leiden. H. Meylink. oud-leeraar aan
de school van het ijon. Genootschap „Mathe
sis Scientiarum Genitrix, W. A. Kriest. oud-
hoofd eener openbare school, P. v. d. Hoeven,
oud-onderwijzer aan de buitengewone school
te Leiden, H. Sieberg uit Den Haag. B. J.
Harmans. W. C. de la Court en G. W. P. Spij
ker te Leiden e.a.
Gesproken werd er niet. De kist daalde on
der 't spelen van een fragment uit de Sonate
„Ja, Jezus heerscht" van S- de Lange, waarna
een neef van den overledene, Ir. K. A. Bieg
man te Utrecht, voor de belangstelling heeft
bedankt.
Voor den inhoud dezer rubriek stelt de
Redactie zich niet verantwoordelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst oj niet
geplaatst, wordt de kopij den inzender niet
teruggegeven.
Wederinvoering van een
Forensenbelasting?
De heer Kropman heeft in de Eerste Kamer
den wensch geuit, den gemeenten weder gele
genheid te geven een belasting voor werkfo-
rensen te heffen. De Amsterdamsche wethou
der zal hier wel speciaal het oog gehad hebben
op het financieel belang, dat zij ï-f gemeente bij
een dergelijke belasting heeft. Hieraan moe
ten de belangen van de gezinnen der foren
sen, alsook die der forensen-gemeenten, blijk
baar maar ondergeschikt gemaakt worden.
Het is daarom wellicht goed er eens de aan
dacht op te vestigen, dat de woningtoestanden
te Amsterdam er menigeen toe hebben ge
bracht zich elders te vestigen, zoodat Amster
dam voor een groot deel zelf schuld draagt
aan het wegtrekken van velen. Er is in de
laatste decennia te Amsterdam veel gebouw;?
Heele wijken huizenblokken, met dikwijls
mooie gevels, heeft men zien verrijzen. Maar
achter die gevels zijn de woningen veelal
uiterst onpractisch ingericht en in het geheel
niet in overeenstemming met den aard en de
eischen van hen, die ze moeten bewonen. Er
zijn daar talrijke woningen met 4 en meer ka
mers, waarin zegge en schrijve één stookge-
legenheid, waardoor een behoorlijke verwar
ming der woning uitgesloten is. Vele vertrek
ken zijn daardoor vochtig en kil. Zieken moe
ten verpleegd worden in slaapkamers waar
eenige verwarming niet mogelijk is,, tenzij men
gas of electriciteit gebruikt, wat zoo kostbaar
is, dat alleen goed gesitueerden zich een der
gelijke wijze van verwarming kunnen veroor
loven. De huren van dergelijke woningen zijn
daarbij zoo hoog, dat men er elders een be
hoorlijk vrij huis voor hebben kan.
Toen de vroegere forensenbelasting nog be
stond was het betrekkelijk slechts, aan weini
gen mogelijk, zich daar te vestigen, waar men
voor zijn gezin betere huisvesting en meer
vrijheid van beweging kon verkrijgen. Het
wegvallen dier belasting op een, volgens wet
houder Kropman, „onberaden" oogenblik, was
voor een aantal, vooral grootere Amsterdam
sche gezinnen, het lang verbeide oogenblik om
zich daar te vestigen, waar datgene als woning
geboden wordt waar men prijs op stelt. Me
nigeen moest met passen en meten zijn bud
get sluitend maken. maar.het ging.
Daar de heer Kropman beweerde, dat juist
zij, die hocgere inkomens hebben, zich buiten
Amsterdam vestigen, zou men den indruk krij
gen, dat het hier over het geheel om hooge in
komens gaat. Opgemerkt dient daarom te wor
den dat er een groot aantal inkomens zijn,
die juist hoog genoeg zijn om een vestiging
buiten Amsterdam mogelyk te maken, en het
is wel zeker, dat nog menig Amsterdamsch ge
zin zich elders zou vestigen, indien het daar
toe financieel in de gelegenheid was.
Het verschijnsel van een steeds toenemend
aantal forensen heeft het gemeentebestuur
van Amsterdam blijkbaar niet op de gedachte
gebracht eens te onderzoeken, wat "daarvan
wel de oorzaak kon zijn, maar men is in den
loop van het vorig jaar begonnen met jere-
mieeren en als slot thans een poging om de
vroegere, voor tienduizenden gezinnen onge-
wenschte, forensenbelasting weder ingevoerd
te krijgen.
Een nieuwe forensenbelasting zal dan ook
vermoedelijk tot gevolg hebben, dat een groot
aantal der tegenwoordige forensen weder te
rug zal moeten naar Amsterdam-West, -Oost,
-Zuid of -Noord, waar ongetwijfeld nog vele
woningen met kille kamers (zelfs met zolder
étages tot slaapkamers ingericht, twee verdie
pingen hooger gelegen dan de eigenlijke woon
vertrekken i op hen wachten. De heer Krop
man kan dan tevreden zijn, maar een andere
vraag is of het aangaat voor het binnenland
iemand te dwingen, op straffe van belasting-
verhooging daar te gaan wonen waar het hem
niet schikt, terwijl er van regeeringswege
met het buitenland overeenkomsten getroffen
zijn orn dubbele belastingheffing te voorko
men.
Een forensenbelasting werkt ook uit een an
der oogpunt onbillijk, omdat alleen zij, die een
werkplaats, kantoor of betrekking in de be
treffende gemeente hebben, hieraan onder
worpen kunnen worden. Wie bijv. als zaken
man in een kleine plaats gevestigd is, maar
zijn afzet bijna uitsluitend in groote steden
heeft, kan niet worden aangeslagen, hoewel
hij feitelijk in dezelfde omstandigheden ver
keert als degene, die toevalligerwijze een vas
te plaats heeft waar hij zijn werkzaamheden
verricht. En van deze zakenlieden zijn er ook
duizenden; men denke hierbij aan het groote
aantal handelsreizigers en agenten.
Vergeten moet ook niet worden, dat er ge
zinnen zijn, die wegens gezondheidsredenen
van een of meer gezinsleden buiten de werk-
gemeente gevestigd zijn.
Verder dient er wel rekening mede gehou
den te worden dat. wanneer als gevolg van het
weder invoeren eener forensenbelasting een
terugkeer van vele gezinnen naar de werkge-
meente zou plaats hebben, behalve de gedu
peerde gezinnen, de spoorwegen ook mede het
gelag zouden betalen, zoodat ten slotte de
meerdere opbrengst voor de werkgemeenten
weder voor een deel door het Rijk zou moeten
worden bijgepast als gevolg van de mindere
inkomsten der spoorwegen.
Gezien het feit, dat over de mogelijkheid
van het weder heffen van een forensenbelas
ting reeds in het. openbaar sprake is geweest en
dat de minister daarop een voor den heer
Kropman niet onbevredigend antwoord heeft
gegeven, is de opvatting gewettigd, dat deze
wensch van den Amsterdamschen wethouder
reeds verder op den weg naar vervulling is,
dan men, oppervlakkig bezien, vermoeden zou.
Het komt mij daarom zeer gewenscht voor,
dat belanghebbenden, en niet het minst de be
sturen der forensengemeenten, op hun qui
vïve zijn, en bij de regceringslnstanties en wet
gevende lichamen de noodige stappen doen om
het weder invoeren van een forenbelasting te
voorkomen.
FORENS
Haarlem, 2 Maart 1936
Venten is ook een beroep.
M. S. G. noopt mij, nog even op zijn in
gezonden stuk in te gaan.
Het spijt mij den indruk gewekt te hebben
als of men venters, in plaats van hen wat te
laten verdienen, met een kopje warm drinken
of anderszins kan afschepen.
Ja, venten is een beroep. Maarik vind
het een ellendig beroep. Een dat men uit
oefent omdat alle andere wegen afgesneden
zijn. Een beroep dat slechts luttele winst af
werpt in verhouding tot de moeite en onaan
genaamheden die eraan verbonden zijn. Zeker
komt u er niet met een geleende jas of
een kopje koffie, maar 't. kan uw moeilijke
gang verlichten. Dit te betoogen, was doel
van mijn vorig ingezonden stuk.
Nogmaals men kan bij zoo veelvuldig aan
bod niet altijd koopen. Maar meelevend en
welwillend zijn, kost geen geld.
De conclusie dat men, door u eenige hulp
aan te bieden, u gelijk zou stellen met bede
laars, laat ik geheel voor uw rekening.
Ik meen dat ieder mensch, wie en wat hij
is, recht heeft in naam van onze mensche-
iijkheid op een wellevende goede behande
ling.
In de menschheid is het gemeenschapsge
voel ondergegaan. De samenleving is* ver
ward ondanks steeds grooter discipline
omdat ieder die daartoe kans ziet, zijn per
soonlijke belangen najaagt, ook als dat gaat
ten koste van honderden, duizenden mede-
menschen.
Dat is de oorzaak, dat men, ondanks allen
nood, nog niet verstaan heeft, dat samen
werking noodig is, met en voor elkaar.
•Wanneer wij ieder voor ons zelf breken
met dat wat ingaat tegen de rechten van de
gemeenschap, wanneer wij onze medemen-
schen als menschen zullen gaan zien en niet
als leden van deze of die partij, kerk of groep,
wanneer we Gods kinderen niet langer ver-
deelen in rassen, standen, vrienden en vijan
den, dan zal óók de ellendige concurrentie
strijd met alle gevolgen van dien ophouden.
De weg voor een betere samenleving is
„binnendoor". Er is nooit een andere geweest.
De vijand is niet alleen ginder, maar óók
en vooral hier
EEN VILLABEWOONSTER.
De Reisbelasting.
Geachte redactie.
Treft die voorgestelde belasting op reizen
in 't buitenland niet héél erg onze jonge
trekkers, jongelieden die weinig geld van huis
mee krijgen en van f 1 en minder per dag
moeten rondkomen in den vreemde.
Velen zijn niet meer in schoolverband; de
bevoorrechten zijn al aan 't werk (voor een
klein, of voor geen salaris!)
Deze meisjes en jongens leeren veel moois
op de buitenlandsche trektochten; zij kunnen
zoo n belasting niet opbrengen en zullen in
Nederland blijven.
En tochmet hoeveel meer waardeering
voor de Belgen kwamen de jonge trekkers
thuis na een fietstocht in het Maasdal. En
klonk hun Duitsch niet veel vrijer, na een
trektocht langs den Rijn of door 't Sauer-
land?
Hoe jammer, als dit onmogelijk wordt voor
de bescheiden beurzen onzer jonge trekkers.
Ware er geen uitzondering te vinden voor
deze groep reizigers?
Met dank voor de plaatsing.
E. DOPHEIDE—BRODT.
Velsen. 3 Maart 1936
BENZINEBESPARING. In Duitschland iaat men' reeds lokaaltreintjes, om
benzine te besparen, op anthracietgas loopen,