NU HET VOORJAAR N.V. WED. OOSTEN ZOON OVERGORDIJNEN GLASGORDIJNEN OOSTEN VOOR UW GORDIJNEN! Alle handelsbelemmeringen voeren tot ontwrichting. DONDERDES MAART 1936 HAARLE M'S DA.GBt'AD 9 Protestvergadering tegen verkoop van „Der Stürmer". In Bellevue te Amsterdam. Redevoeringen van mrs. Wendelaar en Boon. Onder buitengewoon groote belangstelling !s Woensdagavond in de groote zaal van „Bellevue" te Amsterdam de openbare pro testvergadering gehouden, belegd door de afdeeling Amsterdam van de Liberale Staats partij „De Vrijheidsbond", naar aanleiding van het feit, dat door den beheerder van den sigarenwinkel „Het Nederlandsch Sigarenbe- drijf de Driehoek" in de Kalverstraat te Am sterdam, het blad „Der Stuermer" van Julius Streicher zij het op bedekte wijze werd verkocht. Mr. W. C. Wendelaar, voorzitter en lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, zoomede het lid dier Kamer, mr. G. A. Boon. hebben een pleidooi gehouden voor het be houd van de geloofsvrijheid in ons land. Een aantal personen, dat tijdens de verga dering de orde trachtte te verstoren, werd uit de zaal verwijderd. Aan het einde der bijeenkomst deden zich heftige incidenten voor, waarbij de politie moest ingrijpen. Een inleidend woord sprak de voorzitter der afdeeling Amsterdam, mr. K. Jansma. Deze spr. was van oordeel, dat de N.S.B. zich gaandeweg in anti-semitische richting gaat bewegen en daartegen is krachtig verzet ge boden, opdat in Nederland de door de eeuwen heen bewaarde traditie, volgens welke ieders geloof wordt geëerbiedigd, gehandhaafd blijve. Mr. Wendelaar, vervolgens het woord ver krijgende, zeide, dat hij zich, ter voorbereiding van zijn onderwerp van dezen avond ver plicht had gezien kennis te nemen Van den inhoud van eenige exemplaren van „Der Stuermer". Spr. adviseerde de vergadering, dit voorbeeld niet na te volgen, want die in houd is onsmakelijk. Het blad is zeide spr. in strijd met de menschelijke waardig heid; erop wijzende, dat, wat de hoofdpagina's vermelden zuivere pornografie is. Te Amsterdam weet men zeide mr. Wen delaar dat de haatzaaiende artikelen in „Der Stuermer" leugens zijn falsificaties, geschreven om politieke buit binnen te halen. (Het perfide is. dat de fouten, die door enkelen gemaakt worden, op rekening van het geheeli worden geschreven. Spr. heeft voor vele uitingen van den Duit- schen geest den grootsten eerbied, doch door tal van nobele werken naar den brandstapel te verbannen, hebben de Duitschers zich on- iterfelijk geblameerd. Voor één keer wilde spreker dit voorbeeld volgen en, de daad bij het woord voegende, verbrandde hij voor het front der vergade ring een exemplaar van „Der Stuermer". Mr. Boon, hierna sprekende, bracht met nadruk onder de aandacht van zijn gehoor dat hij zijn vragen over het gebeurde niet dan na grondig onderzoek heeft gesteld. Persoon lijk heeft hij in een achterkamer van den winkel een exemplaar van „Der Stuermer" gekocht, waarbij hem op het hart is gedrukt, het blad in het openbaar niet te vertoonen. Eerst toen men lont rook en begrepen had, dat h'et'blad ook door niet-N.S.B.'érs was ge kocht, heeft men de nog voorhanden'zijnde voorraad van „Der Stuermer" uit de zaak ver wijderd. Dat de N.S.B.volgens de gisteren ver schenen proclamatie van haar hoofdbestuur, in geen enkel opzicht bij den verkoop van het blad in den bewusten winkel betrokken is móge formeel waar zijn; materieel noemde spr. ,it het een leugen. Ook de tweede ont kenning van het hoofdbestuur, n.l. dat het de inhoud van het blad afkeurt, is z.i. niet waar want spreker weet, dat „Der Stuermer" o.a. verkrijgbaar is in het Kringhuis van de N.S.B. te Rotterdam. Onomstootelijk staat niet vast op welke wijze het blad in Nederland is geïmporteerd; wel staat echter volgens spr. vast, dat er alle reden is om den Minister van Justitie te doen ingrijpen. Dat de N.S.B., zooals door de leiding wordt beweerd, niet antisemitisch georiënteerd is, moest naar spr.'s oordeel, ten stelligste wor den ontkend. Spr. constateerde, dat hier meer anti-semi- tisme is dan vroeger en dit verschijnsel moet in de kiem gesmoord worden. Er is een zeker publiek, dat vatbaar is voor deze dingen en daartegen kan niet genoeg worden gewaakt. Staande werd hierna het „Wilhelmus" ge zongen. Het feit, dat een aantal personen het volkslied met gestrekten arm meezong en zich op dezè wijze als tegenstanders kenbaar maakte, gaf aanleiding tot heftige inciden ten, die in een formeele kloppartij overgin gen. Slechts met moeite kon de orde worden hersteld en kreeg mr. Jansma gelegenheid voor het spreken van een slotwoord. Onder krachtig applaus vereenigde de ver gadering zich met een door het bestuur dei- af deeling in den geest van het besprokene voorgestelde protestmotie tegen het anti semitisme, zijnde in flagranten strijd met het Nederlandsch volkskarakter. Naar aanleiding van de incidenten die zich aan het einde van de vergadering in de zaal hebben voorgedaan, is een vrouwelijk lid van de N.S.B., die ervan beschuldigd werd, dat zij een der aanwezigen een klap op den neus had gegeven, door enkele agenten naar het bureau Leidscheplein overgebracht. Nadat de kwestie aan de hand van ver schillende, nogal verwarde getuigenverkla ringen onderzocht was. is haar de vrijheid teruggegeven. (A.N.P.) Grossier in vleesch geboycot. Een belangrijke kwestie voor den vleesch- handel is in kort geding aan het ooi-deel van den president van de Rotterdamsche recht- bang, mr. H. W. B. Thomas, onderworpen. Sinds het voorjaar van 1935 bestaat een commissie van samenwerking, waarin zitting hebben twee leden van elk van de vijf ver- eenigingen in het slagersbedrijf te Rotter dam. Een grossier, lid van de grossiersver- eeniging voor rund- en kalfsvleesch, heeft in December van het vorige jaar vleesch afge leverd aan een vleeschhouwer, wiens erken ning was ingetrokken, op grond van welk feit de grossier is geboycot. Aan de leden van de samenwerkende vereenigingen in het sla gersbedrijf heeft de secretaris van de com missie van samenwerking per circulaire me- dedeeling gedaan, dat de erkenning van den grossier K. L. was ingetrokken. De betrokkene heeft den president ver zocht te bevelen, dat de secretaris van de commissie van samenwerking een circulaire verspreidt onder de leden van de aangesloten organisaties, waarbij mededeeling wordt ge daan van de opheffing van de uitsluiting. Nadat gepleit was, bepaalde de president de uitspraak op 11 Maart a.s. en daarmede de schoonmaak weer nadert, vraagt de decoratie van uw ramen de aandacht. OOSTEN heeft een schitterende collectie weef- en fantasiestoffen vanaf ƒ0.80 per meter, voor eh een prachtige sorteering marquisettes, voiles, etamines, enz. vanaf 0.40 per meter voor samengesteld en toont daarvan thans een over zicht in de etalages. Mogen wij U uitnoodigen eens een kijkje te komen nemen Wij zijn er van overtuigd dat dan ook Uw ramen van O O S T E N'S decoratie worden voorzien. BARTELJORISSTRAAT 13-17 (Adv. Ingez. Med.) VACATURE PROF. G. WISSE ZAL VOOR- LOOPIG NIET VERVULD WORDEN. De vacature prof. G. Wisse, als hoogleeraar aan de Christelijk Gereformeerde Theologi sche School te Apeldoorn, zal tot einde 1937 onvervuld blijven, daar het curatorium be sloot niet te verzoeken om een vervroegde synode voor een hoogleeraarsbenoeming bij een te roepen. De eerstkomende generale synode zal in den nazomer van 1937 te Hil versum bijeenkomen. De andere hoogleeraren der Theologische School en ds. Joh. Prins, die als reizend predikant is verbonden aan de gemeente van Haarlem-Centrum, zullen zoolang de colleges van prof. Wisse waar nemen. Ds. Prins zal voorloopig de lessen in het Latijn geven, de andere vakken, die prof. Wisse doceerde, zullen over de andere hoog leeraren verdeeld worden. WAARSCHUWING. De Commissaris van Politie te Haarlem ver zoekt ons plaatsing van het volgende: De Burgemeester van Hiliegom geeft be langhebbenden in overweging om. alvorens in relatie te treden met de bloembollenfirma WalravenDe Jong, gevestigd te Hiliegom, bij hem inlichtingen omtrent deze firma in .te winnen. Aangezien in de gemeente Hiliegom meer bloembollenfirma's zijn gevestigd, die den naam „Walraven" voeren, vestigt de burge meester speciaal de aandacht op de toevoeging „De Jong". De nood in het kappersbedrijf. De Nederlandsche Kappersbond schrijft ons: Uit een door den Nederlandschen Kappers- bond ingestelde enquête is komen vast te staan dat sinds 1 November 1935 tot 28 Fe bruari 1936, dus in een tijdsbestek van 4 maan den, niet minder dan 160 kapperszaken in Ne derland zijn opgeheven. 160 Zaken opgeheven beteekent dat even zooveel gezinnen de dupe zijn geworden van de ongebreidelde toestanden in dat bedrijf. Alleen te Amsterdam zijn in dat zelfde tijd vak 28 kapperszaken gesneuveld. Te Den Haag moesten 23 en te Rotterdam 21 kappers den strijd om het bestaan opgeven. In de overige plaatsen werden 88 kappers het slachtoffer van de concurrentie. De eigenaars van al deze opgeheven zaken zijn Nederlanders. Blijkens een ander onderzoek, eveneens in gesteld door den Nederlandschen Kappers- bond, hebben zich in Nederland, sinds 1 Mei van het vorige jaar, niet minder dan 112 kap pers van niet-Nederlandsche nationaliteit, als zelfstandigen, gevestigd. Het aantal van 112 -nieu.w gevestigde zaken van niet-Nederland- sche kappers, is in werkelijkheid veel grooter. De.juiste gegevens zijn niet altijd te achter halen. Beschouwingen over de compensatie-transactie met Duitschland. Door de Koninklijke Paketvaart Maat schappij is opdracht verstrekt voor den bouw vair een drietal schepen, waarvan er een tweetal op Nederlandsche werven, het derde in Duitschland op stapel gezet zal worden. Voor het feit, dat deze order aan onze Oos- stelijke buren is gegund, staat Duitschland toe, dat voor een bedrag van nominaal vijf millioen R. M. méér Nederlandsch-Indische tabak in 1936 zal mogen worden ingevoerd dan anders het geval geweest zou zijn. Bo ven het reeds vastgestelde deviezencontingent tot een bedrag van 20 millioen. komt thans voor het loopende jaar de verhooging met 5 millioen R. M. Deze compensatie-transactie heeft de algerneene aandacht getrokken. In de eerste plaats kan opgemerkt worden, dat de Duitsche industrie zelfs na deze contin- gent-verhooging slechts ten deele in staat zal zijn de bestaande behoefte te bevredigen. Daarvoor zou. op basis van de prijzen van het vorige jaar, een bedrag van 40 millioen R.M. beschikbaar gesteld moeten worden. Intus- schen is de beteekenis dezer compensatie- transactie niet te onderschatten. Zoowel de Sumatra-, als de Java-tabakken, zullen er de voordeelen van ondervinden. Blijkens een mededeeling in het „Amsterdamsche Effec tenblad" zal het aandeel der Sumatra-ta- bakken van de verkregen 5 millioen R.M. 63. van de Java-tabakken 37 procent bedragen. De tabaksplanter zal zich over dit verkregen accoora kunnen verheugen. Toch bedenke men, dat deze wijze van zaken-doen abnor maal 'is en een uitvloeisel van de tijdsom standigheden waarin wij leven. Zoo ziet de Nederlandsche scheepsbouwer door deze wijze van doen zioh een order ontglippen, in een periode, waarin hij alles in het werk moet stellen om de buitengewoon ongunstige jaren, die achter hem liggen, eenigermate te nivel- leeren. Daarnaast zal de compensatie-transactie zeker niet moeten worden toegepast voor kleinere projecten, of in die gevallen, waar voor reeds een gereglementeerd handelsver drag bestaat. Maar dwaasheid ware deze wijze van handeldrijven normaal te noemen. Zoolang het betalingsverkeer aan aller hande banden is vastgelegd kan de compen satie-transactie ongetwijfeld eenige verlich ting brengen. Ook de Unilever heeft, als ge volg van het bovenstaande, scheepsorders in Duitschland geplaatst, waardoor het haar mogelijk was in Duitschland gemaakte win sten op doelmatige wijze te besteden. Toch mogen beide genoemde transacties niet op één lijn gesteld worden. In het eerste geval heeft er een zekere goederenruil plaats: een schip tegen tabak. In het laatste heeft de op drachtgever dezen weg bewandeld, omdat hij daardoor alleen kans zag om zijn vordering op Duitschland rendabel te maken. Het ver- söhil springt duidelijk in het oog. De eerste methode is zeer zeker minder gevaarlijk dan de tweede. Want de mogelijkheid is aller minst uitgesloten, dat het Unilever-recept gretig wordt overgenomen door gegadigden, die het bestelde in casu het schip zelf niet noodig hebben en daarmede na aflevering, gaan leuren en zich bereid verklaren ieder aannemelijk bod te aanvaarden. Voor hen is het eenige criterium: hoe kan ik op de minst nadeelige wijze mijn marken-saldi rea- liseeren? Maar wat voor de scheepsbouwers en voor hen, die zelf schepen kunnen gebrui ken. geldt, kan ook in toepassing worden ge bracht door allerhande groepen van onderne mingen, die gelden in Duitschland hebben uit staan. Het gevolg daarvan kan zijn. dat ae handel nog verder wordt ontwricht, dan thans reeds het geval is. Om een veel ge bruikt beeld te gebruiken: de internationale ..beunhazerij" zal er in belangrijke mate door bevorderd worden. Zoo zullen zoo meteen de indiviaueele belangen ernstig in botsing kun nen komen met de landsbelangen. Dat deze gedachte geenszins denkbeeldig is, blijkt uit de berichten uit den Engelschen scheeps bouw. Het aantal opdrachten uit het buiten land is sterk verminderd; de Duitsche wer ven hebben daarvan geprofiteerd. Moet men nu de bezitters van marken, die dit saldo niet op normale wijze uit Duitschland kunnen be machtigen en daarvoor een financieel toe laatbaar hulpmiddel te baat nemen, op eeni- gerlei wijze aan banden gaan leggen? Zij zullen daartegen en volkomen begrij pelijk ernstig bezwaar maken. Kan men dan van overheidswege toestaan, dat in be paalde bedrijfstakken op deze wijze een ware ontwrichting gaat optreden? Men voelt voor welke groote moeilijkheden men kan ko men te staan. Dat alles is een gevolg van de dwaasheden van dezen tijd. Voor de zooveelste maal blijkt ook hier weder, dat het vrije verkeer tusschen de verschillende landen een van de peilers is. waarop het internationale handelsleven be hoort te rusten. Alle belemmeringen, welke men dit ver keer in den weg legt. voeren tenslotte tot ont wrichting. Zeker, er is een kentering, die zich o.m. manifesteert in de handelsverdragen, welke in den laatsten tijd zijn afgesloten door de Vei-eenigde Staten van Amerika. Maar daarnaast is het warnet van maatre gelen nog zoo omvangrijk, dat er ongetwijfeld nog geruimen tijd zal verloopen voordat wij daarvan verlost zijn. Niettegenstaande ons land in menig opzicht afhankelijk is van de welwillendheid der „groote" mogendheden, dient men toch niet uit het oog te verliezen, dat ook wij ons langzamerhand dusdanig hebben in gekapseld. dat het ons zeker past ernstig mede te werken cm een einde te ma- i ken aan dien ongezonden toestand. MOLLERUS. J CREMATIE A. M. BIEGMAN. Gistermiddag had in het crematorium op Westerveld te Velsen de crematie plaats van het stoffelijk overschot van den heer A. M. Biegman, oud-leeraar aan de school van het Kon. Genootschap „Mathesis Scientiarum Genitrix" te Leiden en lid van verdienste van dit Genootschap, overleden alhier. Aanwezig waren de heeren H. van Baten burg, leeraar aan het gymnasium en de kweek school te Leiden. H. Meylink. oud-leeraar aan de school van het ijon. Genootschap „Mathe sis Scientiarum Genitrix, W. A. Kriest. oud- hoofd eener openbare school, P. v. d. Hoeven, oud-onderwijzer aan de buitengewone school te Leiden, H. Sieberg uit Den Haag. B. J. Harmans. W. C. de la Court en G. W. P. Spij ker te Leiden e.a. Gesproken werd er niet. De kist daalde on der 't spelen van een fragment uit de Sonate „Ja, Jezus heerscht" van S- de Lange, waarna een neef van den overledene, Ir. K. A. Bieg man te Utrecht, voor de belangstelling heeft bedankt. Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie zich niet verantwoordelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst oj niet geplaatst, wordt de kopij den inzender niet teruggegeven. Wederinvoering van een Forensenbelasting? De heer Kropman heeft in de Eerste Kamer den wensch geuit, den gemeenten weder gele genheid te geven een belasting voor werkfo- rensen te heffen. De Amsterdamsche wethou der zal hier wel speciaal het oog gehad hebben op het financieel belang, dat zij ï-f gemeente bij een dergelijke belasting heeft. Hieraan moe ten de belangen van de gezinnen der foren sen, alsook die der forensen-gemeenten, blijk baar maar ondergeschikt gemaakt worden. Het is daarom wellicht goed er eens de aan dacht op te vestigen, dat de woningtoestanden te Amsterdam er menigeen toe hebben ge bracht zich elders te vestigen, zoodat Amster dam voor een groot deel zelf schuld draagt aan het wegtrekken van velen. Er is in de laatste decennia te Amsterdam veel gebouw;? Heele wijken huizenblokken, met dikwijls mooie gevels, heeft men zien verrijzen. Maar achter die gevels zijn de woningen veelal uiterst onpractisch ingericht en in het geheel niet in overeenstemming met den aard en de eischen van hen, die ze moeten bewonen. Er zijn daar talrijke woningen met 4 en meer ka mers, waarin zegge en schrijve één stookge- legenheid, waardoor een behoorlijke verwar ming der woning uitgesloten is. Vele vertrek ken zijn daardoor vochtig en kil. Zieken moe ten verpleegd worden in slaapkamers waar eenige verwarming niet mogelijk is,, tenzij men gas of electriciteit gebruikt, wat zoo kostbaar is, dat alleen goed gesitueerden zich een der gelijke wijze van verwarming kunnen veroor loven. De huren van dergelijke woningen zijn daarbij zoo hoog, dat men er elders een be hoorlijk vrij huis voor hebben kan. Toen de vroegere forensenbelasting nog be stond was het betrekkelijk slechts, aan weini gen mogelijk, zich daar te vestigen, waar men voor zijn gezin betere huisvesting en meer vrijheid van beweging kon verkrijgen. Het wegvallen dier belasting op een, volgens wet houder Kropman, „onberaden" oogenblik, was voor een aantal, vooral grootere Amsterdam sche gezinnen, het lang verbeide oogenblik om zich daar te vestigen, waar datgene als woning geboden wordt waar men prijs op stelt. Me nigeen moest met passen en meten zijn bud get sluitend maken. maar.het ging. Daar de heer Kropman beweerde, dat juist zij, die hocgere inkomens hebben, zich buiten Amsterdam vestigen, zou men den indruk krij gen, dat het hier over het geheel om hooge in komens gaat. Opgemerkt dient daarom te wor den dat er een groot aantal inkomens zijn, die juist hoog genoeg zijn om een vestiging buiten Amsterdam mogelyk te maken, en het is wel zeker, dat nog menig Amsterdamsch ge zin zich elders zou vestigen, indien het daar toe financieel in de gelegenheid was. Het verschijnsel van een steeds toenemend aantal forensen heeft het gemeentebestuur van Amsterdam blijkbaar niet op de gedachte gebracht eens te onderzoeken, wat "daarvan wel de oorzaak kon zijn, maar men is in den loop van het vorig jaar begonnen met jere- mieeren en als slot thans een poging om de vroegere, voor tienduizenden gezinnen onge- wenschte, forensenbelasting weder ingevoerd te krijgen. Een nieuwe forensenbelasting zal dan ook vermoedelijk tot gevolg hebben, dat een groot aantal der tegenwoordige forensen weder te rug zal moeten naar Amsterdam-West, -Oost, -Zuid of -Noord, waar ongetwijfeld nog vele woningen met kille kamers (zelfs met zolder étages tot slaapkamers ingericht, twee verdie pingen hooger gelegen dan de eigenlijke woon vertrekken i op hen wachten. De heer Krop man kan dan tevreden zijn, maar een andere vraag is of het aangaat voor het binnenland iemand te dwingen, op straffe van belasting- verhooging daar te gaan wonen waar het hem niet schikt, terwijl er van regeeringswege met het buitenland overeenkomsten getroffen zijn orn dubbele belastingheffing te voorko men. Een forensenbelasting werkt ook uit een an der oogpunt onbillijk, omdat alleen zij, die een werkplaats, kantoor of betrekking in de be treffende gemeente hebben, hieraan onder worpen kunnen worden. Wie bijv. als zaken man in een kleine plaats gevestigd is, maar zijn afzet bijna uitsluitend in groote steden heeft, kan niet worden aangeslagen, hoewel hij feitelijk in dezelfde omstandigheden ver keert als degene, die toevalligerwijze een vas te plaats heeft waar hij zijn werkzaamheden verricht. En van deze zakenlieden zijn er ook duizenden; men denke hierbij aan het groote aantal handelsreizigers en agenten. Vergeten moet ook niet worden, dat er ge zinnen zijn, die wegens gezondheidsredenen van een of meer gezinsleden buiten de werk- gemeente gevestigd zijn. Verder dient er wel rekening mede gehou den te worden dat. wanneer als gevolg van het weder invoeren eener forensenbelasting een terugkeer van vele gezinnen naar de werkge- meente zou plaats hebben, behalve de gedu peerde gezinnen, de spoorwegen ook mede het gelag zouden betalen, zoodat ten slotte de meerdere opbrengst voor de werkgemeenten weder voor een deel door het Rijk zou moeten worden bijgepast als gevolg van de mindere inkomsten der spoorwegen. Gezien het feit, dat over de mogelijkheid van het weder heffen van een forensenbelas ting reeds in het. openbaar sprake is geweest en dat de minister daarop een voor den heer Kropman niet onbevredigend antwoord heeft gegeven, is de opvatting gewettigd, dat deze wensch van den Amsterdamschen wethouder reeds verder op den weg naar vervulling is, dan men, oppervlakkig bezien, vermoeden zou. Het komt mij daarom zeer gewenscht voor, dat belanghebbenden, en niet het minst de be sturen der forensengemeenten, op hun qui vïve zijn, en bij de regceringslnstanties en wet gevende lichamen de noodige stappen doen om het weder invoeren van een forenbelasting te voorkomen. FORENS Haarlem, 2 Maart 1936 Venten is ook een beroep. M. S. G. noopt mij, nog even op zijn in gezonden stuk in te gaan. Het spijt mij den indruk gewekt te hebben als of men venters, in plaats van hen wat te laten verdienen, met een kopje warm drinken of anderszins kan afschepen. Ja, venten is een beroep. Maarik vind het een ellendig beroep. Een dat men uit oefent omdat alle andere wegen afgesneden zijn. Een beroep dat slechts luttele winst af werpt in verhouding tot de moeite en onaan genaamheden die eraan verbonden zijn. Zeker komt u er niet met een geleende jas of een kopje koffie, maar 't. kan uw moeilijke gang verlichten. Dit te betoogen, was doel van mijn vorig ingezonden stuk. Nogmaals men kan bij zoo veelvuldig aan bod niet altijd koopen. Maar meelevend en welwillend zijn, kost geen geld. De conclusie dat men, door u eenige hulp aan te bieden, u gelijk zou stellen met bede laars, laat ik geheel voor uw rekening. Ik meen dat ieder mensch, wie en wat hij is, recht heeft in naam van onze mensche- iijkheid op een wellevende goede behande ling. In de menschheid is het gemeenschapsge voel ondergegaan. De samenleving is* ver ward ondanks steeds grooter discipline omdat ieder die daartoe kans ziet, zijn per soonlijke belangen najaagt, ook als dat gaat ten koste van honderden, duizenden mede- menschen. Dat is de oorzaak, dat men, ondanks allen nood, nog niet verstaan heeft, dat samen werking noodig is, met en voor elkaar. •Wanneer wij ieder voor ons zelf breken met dat wat ingaat tegen de rechten van de gemeenschap, wanneer wij onze medemen- schen als menschen zullen gaan zien en niet als leden van deze of die partij, kerk of groep, wanneer we Gods kinderen niet langer ver- deelen in rassen, standen, vrienden en vijan den, dan zal óók de ellendige concurrentie strijd met alle gevolgen van dien ophouden. De weg voor een betere samenleving is „binnendoor". Er is nooit een andere geweest. De vijand is niet alleen ginder, maar óók en vooral hier EEN VILLABEWOONSTER. De Reisbelasting. Geachte redactie. Treft die voorgestelde belasting op reizen in 't buitenland niet héél erg onze jonge trekkers, jongelieden die weinig geld van huis mee krijgen en van f 1 en minder per dag moeten rondkomen in den vreemde. Velen zijn niet meer in schoolverband; de bevoorrechten zijn al aan 't werk (voor een klein, of voor geen salaris!) Deze meisjes en jongens leeren veel moois op de buitenlandsche trektochten; zij kunnen zoo n belasting niet opbrengen en zullen in Nederland blijven. En tochmet hoeveel meer waardeering voor de Belgen kwamen de jonge trekkers thuis na een fietstocht in het Maasdal. En klonk hun Duitsch niet veel vrijer, na een trektocht langs den Rijn of door 't Sauer- land? Hoe jammer, als dit onmogelijk wordt voor de bescheiden beurzen onzer jonge trekkers. Ware er geen uitzondering te vinden voor deze groep reizigers? Met dank voor de plaatsing. E. DOPHEIDE—BRODT. Velsen. 3 Maart 1936 BENZINEBESPARING. In Duitschland iaat men' reeds lokaaltreintjes, om benzine te besparen, op anthracietgas loopen,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 7