Spielmann en Landau te Haarlem.
BALLET TILLY SYLON.
VRIJDAG '13 MAART "1936
HAART. F. M'S D A G B r A D"
8
SCHAKEN
Spielmann wint de achtste partij.
Links Landau; rechts Spielmann.
Donderdagavond heeft ook te Haarlem een
partij van de match LandauSpielmann
plaats gehad en wel in Café-Restaurant
Brinkmann.
Te zeven uur begon de achtste van de
twaalf partijen van dezen meesterkamp. Van
deze zeven zijn er vier remise geworden; drie
zijn er door Spielmann gewonnen. Het was
daarom te verwachten, dat Landau extra zijn
best zou doen, thans een partij te winnen.
Zeer tegen aller verwachting werd als ope
ning het „aangenomen" damegambiet ge
speeld. Dit hebben wij nog kort geleden gezien
in de laatste partij van de match Euwe
Aljechin. Daar was het echter meer te ver
wachten, omdat Aljechin toen met zwart
moest trachten te winnen en daarom al in de
opening een afwijking koos van de gebruike
lijke zetten. Nu was het echter Spielmann,
die met zwart speelde en het damegambiet
aannam.
Reeds bij den derden zet volgde een afwij
king; teen ging de stelling meer lijken op een
partij uit de match Euwe—Flohr. Eerst bij
den tienden zet volgde een afwijking hiervan.
De eerste negen zetten waren:
VOETBAL.
WIJZIGING IN HET PROGRAMMA.
Voor a.s. Zondag zijn ingelascht de wed
strijden Z. F. C.—H. F. C. en V. U. C.—D. W. S.
Alle bladen
ZATERDAC-MIDDAC
COMPETITIE
J.l. Zaterdag is de beslissing in afdeeling
A reeds gevallen. Door een 122 overwinning-
op Z.S.V. is V.V.IJ voor de derde maal ach
tereen kampioen van afdeeling A geworden.
Met deze bijzonder fraaie prestatie wenschen
wij de IJmuidenaren van harte geluk.
Tweede Jeugd, dat dezer dagen tien jaar
bestond, heeft dit jubileum niet met een
overwinning kunnen vieren, daar Telefonia,
dat in het Noordersportpark op bezoek was,
met 2l won.
Kennemerland 2 is ook tegen SIZO onge
slagen gebleven; de uitslag was 00.
In afdeeling B duurt de spanning onver
minderd voort. Kennemerland 3, V.E.W. en
V.J.B. nemen beurtelings de leiding. Thans
heeft V.J.B. tijdelijk op de bovenste plaats
beslag gelegd door met 3—1 den uitwedstrijd
tegen V.E.W. te winnen. Indien V.J.B. den
laatsten wedstrijd tegen JOHEZ wint, dan
zijn de Velsenaren kampioen.
In afdeeling C won V.V.R.A. van SIZO 3
met 10, waardoor de ambtenaren zich thans
kampioen kunnen noemen. Ootes c.s. hebben
een mooi seizoen achter den rug, zij verloren
n.l. geen enkel punt. Onze felicitaties.
Voor morgen zijn de volgende wedstrijden
vastgesteld:
A WIJ—Tw. Jeugd 3 uur J. Joosten.
TelefoniaKenn.Iand 2, 3 P. Tiggeloven
SIZOWIJ 2 3.30 u. L. van der Ven.
B Kenn.Iand 3—Ulysses 3 u. H. J. Boeree.
Kenn.Iand 4VVB 3 uur A. Wildschut.
C ZSV 2—VJB 2 3 uur K. Bergmann.
WRA—VEW 3 3 u. M. J. v. Toorenburg
Kennemerland 5Kennemerland 6 3.30
A. Zomer Jr.
De ontmoeting V.V.IJ—Tweede Jeugd is van
geen belang meer. Wij verwachten een ge
moedelijken wedstrijd, waarin de kampioenen
ongetwijfeld zullen zegevieren. Aan den Ver-11
gierdeweg wordt de match TelefoniaKen
nemerland 2 gespeeld. Beide elftallen hebben
Zaterdag uitstekende gespeeld, zoodat we ook
nu weer een ontmoeting verwachten, waarin
goed spel te zien wordt gegeven. Daar Tele
fonia nog steeds op de onderste plaats staat,
hebben Van Hoven c.s. groot belang bij een
overwinning.
SIZO—V.V.IJ. 2 wordt op 't Hillinen-terrein
in Hillegom gespeeld. Dezen wedstrijd kunnen
de Hillegommers winnen.
In afdeeling C is de ontmoeting tusschen
Kennemerland 3 en Ulysses niet van belang
ontbloot. Alleeen wanneer Kennemerland 3
er in slaagt te winnen, blijft de kans op het
kampioenschap bestaan.
ATHLETIEK.
H.A.V. „DE KAMPIOEN".
A.s. Zondagmorgen zeven uur zal de start
plaats hebben te Wijk an Zee van den 85
K.M. snelwandelloop. die ondernomen zal
worden door den Beverwijkschen snelwande
laar H. H. Hendriks, die trachten zal het
85 K.M. record, dat op zijn naam staat, te
verbeteren. Ook zullen drie leden van de
Haarlemsche Athletiekvereeniging „De Kam
pioen" deelnemen, nl. B. Herben. G. Gaart-
huis en J. Lubbers. Als hoofdcontroleur zal
fungeeren de Haarlemsche snelwandslaar
G. A. Ramaker. Als de recordpoging van
Hendriks slaagt, moet hij 's avonds vijf uur
de finish passeeren.
Zwart Spielmann
d7d5
d5Xc4
Pg8—f6
c7c5
e7—e6
Pb8c6
Wit Landau
1. d2d4
2. C2c4
3. Pgl—f3
4. e2e3
5. LflXc4
6. 0—0
7. Ddle2
Deze zet wordt gedaan om ruimte te maken
voor den toren, die dan ook al bij den vol
genden zet op de d-lijn komt.
7. a 7a8
8. Tfl—dl b7—b5
9. d4Xc5 Dd8—c7
Nu volgt de eerste afwijking van de partij
EuweFlohr. Toen werd n.l. gespeeld Ld3,
terwijl Landau aan Lb3 de voorkeur geeft. Oi
dit echter een verbetering genoemd moet
worden, betwijfelen we. daar dit o.i. een ver
lies van een tempo heeft veroorzaakt.
10. Lc4b3 Lf8Xc5
11. Pbl—d2 0—0
12. Lb3—c2 Lc8b7
13. b2b3 Pc6e5
14. Lel—b2 Pe5Xf3
15. Pd2Xf3 Tf8d8
16. Pf3—eo
Wit vindt het blijkbaar beter, het paard op
f7 niet te nemen, waarna zwart een dubbel-
pion zou krijgen op de f-lijn. De open g-lijn.
die daardoor zou ontstaan, zou voor wit een
gevaarlijke dreiging kunnen worden.
16 .Lc5d6
17. f2—f4
Dit is de meest voor de hand liggende
dekking van het paard, dat nu dubbel aange
vallen staat.
17 .Pf6d5
18. Tal—cl Dc7—e7
19. P5—f3 f7—f6
20. Pf3d4 g7ng6
21. Lc2—e4 Ta3—c8
22. TclXc8 Td8Xc8
23. f4—f5
Deze zet verzwakt de stelling aanmerkelijk.
23 .Pd 5c3
24. Lb2Xc3 Lb7Xe4
25. De2b2 eO—e5
26. Pd4e2 b5—b4
27. Db2d2 b4Xc3
28. Dd2Xd6 c3c2
29. Tdld2 c2clDt
30. Pe2Xcl Tc8Xclt
31. Kgl—f2 De7Xd6
Langzaam maar zeker is de witte stelling
nu onhoudbaar geworden, maar het duurt
nog verscheidene zetten voor Landau zijn
koning omlegt.
32. Td2Xd6 Tel—c2t
33. Kf2—el Tc2Xa2
34. f5Xf6 Le4Xf6
35. Td6Xf6 Lg6d3
36. g2g4 Ta2Xh2
37. Kei—dl e5e4
38. g4g5 Th2g2
39. Tf6—f5 Kg8 g7
geeft op.
De stand van de match is hierdoor 62
ten gunste van Spielmann geworden, die de
match dus niet meer verliezen kan.
VOORKOM DE GEVOLGEN
VAN RUGPIJN.
Nieraandoeningen veroorzaken veel onge
makken. Als voorbehoedmiddel is het ln
ruime mate drinken van melk en water
uitstekend, doch als duizeligheid, rugpijn,
rheumatische pijnen en andere kenteekenen
erop wijzen, dat de werking der bloed-
filtreer-örganen traag ls. Is het gebruik van
een diuretisch middel noodzakelijk. Fosters
Rugpijn Nieren Pillen worden reeds 50 Jaren
voor dit speciale doel met succes toegepast.
Gli kunt niet beter doen dan naar de on
dervinding vraeen van hen. die ze gebruikt
hebben. 1.—. 1 1-75 en 3— per doos.
(Adv. Ingez. Med.)
WIELRIJDEN.
De Zesdaagsche te Amsterdam
Het veld vrijwel compleet.
Het veld is vrijwel geheel compleet, de
koppels zijn gevormd, maar nog steeds heeft
men nog geen beslissing genomen inzake
Pijnenburg en Wals en dus vanzelfsprekend
ook niet over de partners van Slaats, Pelle-
naars en Piet van Kempen. Aan den eenen
kant wil men gaarne Pijnenburg en Wals
samen laten rijden, omdat dan inderdaad
het sterkste Nederlandsche koppel is samen
gesteld. Doch aan den anderen kant worden
nog steeds de combinaties Pijnenburg-Piet
van Kempen, Wals-Pellenaars en Jan van
Kempen-Slaats overwogen.
Behalve Pijnenburg, Wals, Pellenaars, Piet
van Kempen, Jan van Kempen en Slaats
zijn momenteel definitief gecontracteerd de
koppels Gebr. Vroomen. Bosland-Loskamp.
Rausch-Hürtgen (Duitschland)Zims-Küs-
ters (Duitschland), Broccardo-Guimbretière
(Frankrijk), Ignat-Diot (Fr.), Aerts-Buysse
(België), Billiet-Deneef (België) en Van der
Heyden, wiens koppelgenoot nog niet be
kend is. Tenslotte zullen nog twee jongere
renners, die het meest in den drieuurs-kop-
pelwedstrijd, welke Zondag 22 Maart a.s. te
Amsterdam wordt gehouden, opvallen, een
koppel vormen, speciaal met de bedoeling
aan het jeugdige element in het veld der
Zesdaagsche een kans te geven.
Maandag 16 Maart a.s. is de baan in het
R.A.I.-gebouw gereed en zullen de renners
al kunnen trainen. Op Zondag 22 Maart
wordt op deze baan de drieuurs-koppelwed-
strijd gehouden; hierin zullen ongeveer tien
renners uitkomen, die ook in de Zesdaag
sche starten. Na den koppelwedstrijd zullen
de renners dus weer enkele dagen gelegen
heid krijgen, zich geheel in te rijden.
DAMES-HOCKEY.
BELGIë—NEDERLAND.
Als morgen het Nederlandsch heerenelftal
in het Stadion den strijd tegen de Belgen
aanbindt, zullen tegelijkertijd de Nederland
sche dames te Brussel hun wedstrijd spelen
tegen de Belgische sportzusters.
Het is de elfde wedstrijd van dien aard
sedert 1926; er werden door Nederland 5 ge
wonnen. 2 gelijk gespeeld en 3 verloren. De
Hollandsche overwinningen dateeren van de
laatste jaren, zoodat wij mogen aannemen,
ADVERTENTIES TER AANPRIJ
ZING VAN GENEESMIDDELEN
OF GENEESWIJZEN worden
alleen ter plaatsing aanvaard,
wanneer zij voorzien zijn van
een stempel van de Com
missie van Controle op de
Aanprijzing van Geneesmid
delen en Geneeswijzen, ge
vestigd te 's-Gravenhage.
ANNONCES VAN GELD-
AANBIEDINGEN worden eerst
na, van een bevoegde instan
tie verkregen, gunstige infor
matie, ter plaatsing aanvaard.
dat het Nederlandsche spelpeil thans dat van
het Belgische bereikt en wellicht overtroffen
heeft. Een Nederlandsche zege is dan wel te
verwachten. Echter de vrij graslooze Belgische
velden zijn moeilijk bespeelbaar. De mid
denvoor van de Hollandsche ploeg, mej. Van
Bueren, is een debutante, wier prestaties in
het internationale milieu wij dus niet kun
nen beoordeelen; rechtsbuiten Faber speelde
in den laatsten tijd vrij zwak en mej. Vreede
staat op de haar tamelijk vreemde rechts
back-plaats. Inmiddels wenschen wij zoowel
aan de dames als aan de heeren veel succes
toe.
DE COMPETITIE.
Voor de competitie is er een klein pro
gramma. In de overgangsklasse ontmoeten
Zaterdag B.H.V. en Hilversum elkaar, een
wedstrijd die laatstgenoemde wint. Voor Zon
dag is er succes van de thuisclub te voor
spellen bij LeidenHurley. De laatste heeft
haar eerste degradatiewedstrijd al gespeeld
en verloren.
In 2 A ontvangt Victoria O.K. Volgens de
ranglijst is een nederlaag voor de thuis
club te verwachten; het zware Rotterdam-
sche veld zal echter ook wel een rol spelen.
Indien de wedstrijd Te WerveRood Wit II
doorgaat, zullen onze stadgenooten kunnen
winnen.
In 3 D moet H.B.S. II naar O.K. II, het
geen de bezoeksters twee punten kan op
leveren. B.D.H.C. V krijgt het zwaar tegen
Amsterdam IV, terwijl Famos geen moeite zal
hebben met A.M.V.J.
Voor de promotie- en degradatiecompetitie
ontvangt Zandvoort het Amsterdamsche
T.H.C. II, nummer laatst van de 3e klasse D.
JEUGDHOCKEYDAG.
Te Bussum begint Zondag 10 uur op de
veld van 't Gooi de jeugdhockey-dag,
welke gehouden wordt in verband met de
selectie van speelsters die deel zullen uitma
ken van een jeugdploeg. welke met Paschen
aan een tournooi te Wiesbaden zal deel
nemen.
ïKUN/T IN lEITERE^j
Begeleiding H. O. V.
De ballet-avonden van Tilly Sylon vervullen
mij steeds weer met bewondering voor deze
kunstenares. Welk een energie en werkkracht,
welk een geestdrift en elan, maar ook welk
een talent moet zij bezitten om zulke resulta
ten te bereiken met leerlingen, van wie de
meesten toch enkel dansen uit liefhebberij.
Men zie zoo'n programma als van gisteren,
waarop behalve het dans- en gebarenspel in
zeven tafereelen van Karei Candael, nog vier
groote nummers voorkwamen, die al voldoende
zouden zijn om een heelen balletavond te
vullen. Waarlijk, Tilly Sylon mag trotsch zijn
op wat zij met haar leerlingen heeft bereikt.
Er is steeds een stijgende lijn in de presta
ties van haar ballet. Men merkt dit het meest,
wanneer zij pure dans geeft. Toen ik gisteren
het ballet van Claude Debussy het derde
deel van nummer 3 van het programma ver
geleek met wat het ensemble van Tilly Sylon
vroeger gaf, trof mij die vooruitgang wel het
meest. Dat was voortreffelijk ballet, licht,
gracieus, vlug en technisch knap beheerscht.
Dit in zeer smaakvolle zwart-gele costuums
gedanste ballet was voor mij met de Ge-
schichte aus dem Wiener Wald verreweg
het hoogtepunt van het programma. Ook in
de cortêge en menuet van Debussy was de ijle
sfeer, welke de muziek verlangde, maar de
climax bracht toch het derde deel, dat met
zoo'n elan en zulk een „Tanz-Freudigkeit"
gedanst werd en een zoo prachtig afgerond
geheel was.
„Do Geschïchten aus dem Wiener Wald"
zien wij altijd met genoegen terug, evenals het
zoo geestig ontworpen en sterk rhytmisch
Perpetuum Mobile, van Joh. Strauss.
Het hoofdnummer van het programma
vormde het dans- en gebarenspel „De Zeven
Hoofdzonden", waarvoor de tekst is geleverd
door den Vlaming Roger Avermaete en de
muziek is gecomponeerd door Karei Candael
uit Antwerpen. Het was een daad van groote
durf en zelfvertrouwen van Tilly Sylon om dit
spel, dat reeds eenige malen in de Vlaamsche
Opera te Antwerpen is gegaan, met haar
leerlingen hier tot uitvoering te brengen. Het
■11
De Ware Rijkdom
„Voorloopig geen werk meer voor U".
Als versuft stond Hilda even stil, buiten op
de stoep van 't kantoortje. Haar voeten voelden
zwaar, vreemd licht was haar hoofd.
Langzaam daalde ze dan de stoep af en liep
het parkje in aan den overkant, waar ze op
een bank wat hoopte te bekomen van den
schrik.
De bijna volkomen zekerheid, dat ze voor
loopig geen ander werk zou krijgen en het
plotselinge van haar ontslag, juist nu ze ein
delijk een beetje uit haar schulden begon te
geraken het verpletterde haar bijna.
Dit dwaze kleine kantoortje was een baken
in de zee van zorgen geweest. Al vier maan
den lang haalde ze dagelijks haar typewerk
en thuis werkte ze er aan tot laat in den nacht
Ze had niet het minste vermoeden gehad
van deze plotselinge wending.
Dit kleine beetje zekerheid voor haar én 't
kind. Dit karige, zoo moeizaam verworven
loontje. Weg was het! Voorbij!
Ze voelde een groote leegte in en om zich.
Een tijd lang bleef ze zoo zitten, zonder eigen
lijk veel te denken, instinctief vermijdend vol
komen te beseffen, hoe erg het was, wat haar
was overkomen.
Frisch streek de wind van den voorjaars-
achtigen Februaridag langs haar wang. Koes
terend bescheen haar de zon. Zachtjes wuifden
de takken in den wind, kaal nog, maar glan
zend met gezwollen knoppen. In alles trilde
en beefde het blijde verwachten. Meesjes wip
ten door de boomkruinen. Daar was het hel
dere, ijle geluidje van de pimpelmees. Als een
fijn belletje klonk het. Telkens weer. Nu was
hij vlak bij haar, klein blauw buite'.beestje.
Ineens ging de kuif omhoog en hij schetterde
verontwaardigd; maar gauw was het weer ver
geten en buitelend, jubelend verdween hij in
de verte.
Hoor het fladderend liedje van een rood-
borst, maar zóó helder, zóó uitbundig. Hilda
zocht met de oogen. Het moest heel dicht bij
zijn. Daar, geen anderhalve meter boven haar,
in den beukenboom. Duidelijk zag ze het keel
tje trillen, en het fijne snaveltje wijd open
staan. Minuten lang bleef ze kijken en
luisteren.
De kleine bruine vogel met zijn helderroode
borst paste prachtig in het netwerk van de
beukentakken, die met hun lange spitse knop
pen scherp afstaken tegen de lichtblauwe
lucht.
Het maakte haar blij en jong als toen Thijs
nog leefde. Hoe dikwijls hadden ze samen van
zooiets genoten. En als ze, kinderlijk gelukkig,
in eikaars stralende oogen keken had Thijs
gezegd: „Zie je Hilda, veel geld zal ik nooit
verdienen. Maar als onze kinderen later zoo
veel van buiten houden als wij, dan zullen ze
toch heel rijk zijn."
De sterke, vroolijke Thijs.
Dan overheerschte een ander geluid, eerst
zacht, dan gillend aanzwellend, de sirene van
de fabriek.
Ze moest zich haasten om op tijd bij de
school van kleinen Thijs te zijn. Ze had hem
op een fröbelschooltje moeten doen om meer
tijd te winnen voor haar werk.
Eerst was ze er wat bang voor geweest.
Kleine Thijs, met de beugeltjes, tusschen al die
drukke, gezonde kinderen. Maar 't ging goed
gelukkig.
Voor 't schoolgebouw groetten een paar van
de wachtende moeders. De deuren gingen
open, daar kwam 't klasje aan. Thijs met zijn
moe, geduldig gezichtje deed al zijn best om
netjes in de rij te blijven. Zoodra hij haar zag,
straalde hij haar toe en even later schoof zijn
hand veilig in de hare.
„Zoo, hce was het?"
„Fijn. We hebben gezongen en prenten ge
kleurd." En dan ineens. „O moeder kijk eens.
wat doet die gek". En Thijs wees naar het
schoolhek waar een spreeuw onder heftig vleu-
gelgefladder zat te kwetteren, dat het een
■"ust was.
Thijs bleef staan om beter te kunnen zien,
„Wat glimt hij mooi moeder en o, o, wat doét
hij gek" proestte Thijs.
Ineens vloog de spreeuw weg naar den over
kant, waar brood werd gestrooid. Daar wan
delde hij met groote brutale passen tusschen
de musschen door en pikte de lekkerste hap
jes weg.
Een auto snorde voorbij en joeg de vogels
op.
„Jammer" zei Thijs uit den grond van zijn
hart.
Dan vertelde hij verder van de crocus op
zijn tafeltje, die uit was gekomen, van de
juffrouw, en van Jaap, zijn hartsvriend.
Maar langzamerhand werd hij stiller en zijn
handje trok zwaarder en eindelijk stond Thijs
heelemaal stil. „Ik ben zoo heel erg moe",
klonk het zacht en berustend.
Een plotselinge vlaag van drift golfde door
Hilda heen. Opeens hinderde haar al die uit
bundige vreugde om hen heen en voelde ze
een felle jalouzie op al dat sterke en gezonde.
Wel voorzichtig maar toch met een heftig
gebaar tilde ze haar jongen op haar arm.
„Moeder?" vroeg de stem van Thijs. Zijn
hand aaide haar wang en zijn gezicht keek
verbaasd in het hare.
Ze bedwong zich en lachte hem toe. „Moe
der was ook even een beetje moe, maar nu is
't weer over. Dat komt omdat het zooveel war
mer is vandaag*."
„Ja", knikte Thijs begrijpend en dan, met
een lachje, vleide hij behaaglijk zijn kopje
tegen haar wang en zijn stem droomde: „Als
het nóg warmer wordt, dan komen de lam
metjes en de kleine eendjes en misschien
bij boer Moens een veulentje", dan sliep hij.
Hilda voelde haar oogen donker worden.
Vaster drukte ze hem tegen zich aan. De
kleine Thijs, die haar had beschaamd. Lieve,
kleine Thijs, ondanks zijn altijd moe zijn, zoo
tevreden, zoo blij; met een haast onbegrensd
vermogen om te genieten van alles om zich
heen.
„Net als zijn vader" prevelde ze zacht en
glimlachend liep ze verder met haar lichte
last.
En wat haar een uur geleden nog bijna on
overkomelijk had geleken, het weer van voren
af aan overal moeten gaan bedelen om een
baantje, ze voelde, dat ze er nu de kracht en
het geduld voor had. Haar jongen zoo blij te
houden als hij nu was, dat was de moeite
waard om voor te vechten. Volhouden zóu ze.
Haar Thijs zóu gelukkig zijn.
warme succes, dat zij er mee behaalde en de
geestdriftige dankbetuigingen van componist
en schrijver, die beiden na afloop ten tooneele
verschenen en op zoo spontane wijze haar
en haar man huldigden, zullen voor Tilly Sy
lon zeker een groote voldoening zijn geweest.
Persoonlijk kon ik over deze Zeven Hoofd
zonden onmogelijk zoo enthousiast zijn. O ze
ker, ik bewonderde ook in dit werk de geest
kracht, de fantasie en het vurig élan van Tilly
Sylon, maar dit dans- en gebarenspel is mij
qua inhoud te hyper-romantisch en te ouder-
wetsch en in de uitvoering voelde ik telkens,
v/aar de grenzen liggen van 't ensemble van
Tilly Sylon.
Ik begrijp zeer goed, dat voor een dans
en gebarenspel een andere inhoud verlangd
wordt dan voor een tooneelspel. omdat het
vooral een sterkere, vooral uiterlijke uitbeel
ding verlangt en men dus meer den opera-vorm
zal naderen, maar het verhaal, waarin deze
7 hoofdzonden ons werden verzinnebeeld, her
innerde mij te veel aan het melo-drama van
jaren her. Het kon mij daardoor alleen reeds
moeilijk boeien. En dan leek het mij toe, dat
in de uitvoering dit melo-dramatische element
onnoodig sterk werd aangezet. In het gebaren
spel hinderde mij herhaaldelijk een te veel.
Ook in de uitingen der hartstochten moet een
kunstenaar zich beheerschen, wil het spel al
thans in schoonheid tot ons komen. Dit nu was
in De Zeven Hoofdzonden niet steeds het
geval.
Tilly Sylon, die zelf de hoofdrol van den
jongen man op zich had genomen gaf zich
zoo geheel, dat zij de beheersching over
haar persoon nu en dan verloor. „In der Be-
schrankung zeigt sich der Meister" ook
ja vooral in zoo'n gebaren- en mimenspel.
Ook van den ouden bedelaar moet hetzelfde
gezegd worden. De danseres, die dezen bede
laar speelde, toonde een opmerkelijk tempe
rament te bezitten en trof mij later in andere
gedaanten ook door haar zeer knap, tech
nisch voortreffelijk dansen, maar zij ging in
haar uitbeelding over de grens van het
aesthetische.
Het ballet bereikte als ensemble in dit ge
barenspel niet, wat het in de nummers na
de pauze het zien. Maar was het anders te
verwachten? Voor zoo'n werk wordt feitelijk
een ensemble geëischt als van Kurt Jooss of
Trudi Schoop. dat dagelijks repeteert en uit
louter artisten bestaat.
Het dwingt ongetwefeld respect af,
wat Tilly Sylon met haar dilettanten
op dit gebied doet, maar hierin zagen wij
meer dan in de nummers na de pauze, dat
zij tenslotte met amateurs moet werken. Er
waren alleraardigste fragmenten, zooals de
opmarsch voor het diner in het tweede tafe-
heel en er waren enkele figuren, zooals de
waard en vooral het geestig getypeerde oude
heertje verreweg de beste van allen die
aan figuren uit het ballet van Trudi Schoop
herinnerden rmaar als geheel was het toch
te weinig gedisciplineerd, te chaotisch en....
te dilettantisch voor een zoo hooge eischen
stellend gebarenspel.
Veel beter is mij Het Pensionaat, 't door Tilly
Sylon ontworpen humoristische dansspel op
de muziek van Marinus Adam bevallen. Het
was, wel is waar, voornamelijk pantomime,
maar de dans kreeg zooals in het frissche,
aardige balspel en de zeer komische dansles
toch ook een kans en hierin toonden de
leerlingen van Tilly Sylon zich weer op hun
best. De Maaltijd vond ik van de 4 deelen
het minst gelukt, maar de dansles was een
allergeestigste groteske en ook de finale was
qua pantomime zeer grappig en vermakelijk.
In Het Pensionaat behoefden de danseressen,
niet de grenzen van hun kunnen te over
schrijden. In dit humoristische dansspel,
waarin de invloed van Trudi Schoop wel zeer
sterk-merkbaar was, vervulde Tilly Sylon op_
werkelijk groteske wijze de rol van de direc
trice en zij werd daarin voortreffelijk bijge
staan door den heer Timmermans als de
verliefde dansmeester. Dit humoristisch
dansspel had ook om zijn karakteristieke
muziek, waarover mijn collega K. de Jong
zal schrijven, bij de stampvolle zaal een uit
bundig succes, een succes, dat volkomen ver
diend was.
J. B. SCHUIL.
De Muziek
De dansen, de bewegingen en gebaren,
waartoe „Perpetuum mobile" en „Geschiehten
aus dem Wienerwald" van Joh. Strauss en de
drie deelen „Cortège", „Menuet" en „Ballet"
uit de Petite Suite van Debussy Tilly Sylon
inspireerden mogen op de beteekenis dezer
werken een nieuw, een ongewoon licht gewor
pen hebben: de muziek ervan is bekend en
geeft dus geen aanleiding tot bijzondere be
spreking, al is het misschien niet misplaatst
om toch nog even op de varieeringskunst te
wijzen, die Strauss in zijn „Pepetuum mobile"
heeft toegepast.
Maar er waren Donderdagavond ook twee
noviteiten en geen kleine: een Dans- en ge
barenspel in 7 tafereelen van den Vlaamschen
componist Karei Candael en een Humoristisch
dansspel in 4 tafereelen van onzen stadgenoot
Marinus Adam.
Wanneer ik de muziek dezer werken verge
lijk, zoowel wat haar intrinsieke als wat haar
chorégraphische waarden betreft, dan moet
de vergelijking onmiddellijk ten voordeele van
die van Marinus Adam uitvallen.
De muziek van Candael bij „De 7 Hoofd
zonden" mist al den eersten en noodzakelij k-
sten factor voor uitbeelding door dans:
rythme. Ik wil haar chronische onwelluidend
heid nog buiten beschouwing laten: men went
aan alles, ook aan wanklanken, zoodat het
D gr. t.-accoord van het slot zelfs bevreem
dend werkt. Maar dat zij even weinig ryth-
mische als illustreerende kracht openbaart,
lijkt me een ernstiger tekortkoming. Daar
door heeft ze niet eens voor een melodrama
of pantomime veel beteekenis. Een enkel her
kenbaar thema is als een soort van leidmotief
in verschillende onderdeelen waar te nemen,
verder in het 2de Tafei'eel vluchtige herinne
ringen aan den Tanz der Lehrbuben uit Wag
ner's „Meistersinger" en aan „Zarathustra"
van Rich. Strauss, in het 7de Tafereel aan
de thema's van Sheherazade en Schabriar in
Rimsky's werk; grootendeels schijnt de muzi
kale bouw onoverzichtelijk, zelfs chaotisch.
Men hoort gesjilp in de violen, harpglissandi,
geknor en geloei in de fagotten en nog veel
meer andere geluiden, waarvan de recepten
niet onbekend zijn, maar een muzikaal beeld
krijgt de hoorder niet.
Hoe anders is 't gesteld met Adam's mu
ziek bij het humoristisch dansspel „Het Pen
sionaat"! Die muziek houdt ten nauwste ver
band met de handeling, waarvan zij elk mo
ment illustreert. Zij is humoristisch en soms
parodistisch, nu eens geheel oorspronkelijk,
dan weer op bestaande melodieën gebouwd,
maar zij blijft bijna overal muziek die men
ook zonder meer zou kunnen aanvaarden en
waardeeren. De persiflage van het eerste
nummer der oude quadrille „Les Lanciers'"
was even kostelijk als die van Mendelssohn's
Hochzeitsmarsch. De langzame wals bij het
lste Tafereel gaf de ouderwetsche opvattingen
goed weer. De illustreerende kracht der mu
ziek culmineerde wel in het 2de tafereel, den
Maaltijd, waar alles, zelfs kauwen, slikken
enz. in het orkest weergegeven werd. Inder
daad openbaarde Marinus Adam in dit werk
een zeer bijzonder talent. Hij moge op dezen
weg voortgaan I
K. DE JONG