Recente Kunstlitteratuur
Watis die nieuMïe HONIG 'S KAL F SS O EP
Hoe Charlie Chaplin
aan zijn type kwam.
Celluloidsnippers
ZATERDAG 14 M A A R T 193(5
haarde m'S d a g b t; a d
8
MLIMILilNIS T@@IST
Frans Hals Theater geeft
„De Roos van de Rancho.'
Henriëtte Davids en Johan Kaart Jr. als
kermisklanten.
Het woord ls deze week in Luxor aan de
Nederlandsche gijn! Johan Kaart, Heintje
Davids. Sylvain Poons en de andere gangma
kers uit ..Kermisgasten" voeren u een wijle
weg uit de dageiijksche zorgen en de wereld
politiek en geven u de gelegenheid tot een
serie gezonde lachbuien over even gezonde
humor. Men verwachte van deze door Jaap
Speijer geregisseerde rolprent geen verdere
schrede voorwaarts op het pad der Neder
landsche filmkunst want die pretentie koes
tert „Kermisgasten" in het geheel niet. Men
anoet haar uitsluitend beschouwen als amu
sementsfilm, als een brok vroolijke zotheid.
De voornaamste Kermisgasten zijn Johan
Kaart en Henriëtte Davids en van dit twee
tal is eerstgenoemde weer de belangrijkste.
Kaart zien wij in een aantal scènes, waarin
hij een geest en een talent aan den dag legt,
een Amerikaansche revue-film waardig. Kaart,
als Jolly sister, als dame-zonder-onderlijf, als
man-met-de-sopraanstem, in al die gedaan
ten is hij kostelijk op dreef. En boven alles
heeft hij ons geboeid en geamuseerd in zijn
prachtige Dietrich-imitatie, zooals hij daar
als „Blauer Engel" in geraffineerde pose
over de stoelleuning hing en het liedje van
,.Von Kopf bis Fuss" zong. Heintje Davids is
zijn beproefde partner en zij verschijnt voor
ons in 'de diverse uitzonderlijke gestalten, ge
lijk wij die uit haar revues kennen. Wij zien
hen o.a. tezamen als werksters vermomd, de
cucaracha dansen, een scène welbekend voor
degenen, die de revue „Lachen is troef" heb
ben gezien. Natuurlijk zorgt Henriëtte Da
vids ook voor de traditioneele schlager met
het door het publiek mee te zingen refrein.
Tusschen de verschillende tooneel- en
revue-nummers door loopt een romannetje,
dat nu wel niet zoo heel veel om het lijf
heeft, maar toch aanleiding geeft tot tal van
grappige gebeurtenissen en situaties. Wij den
ken hierbij, behalve aan de beide genoemde
•artisten, aan Sylvain Poons en Johan Elsen-
•solm die als de beide dilettanterige detecti
ves met het vol-automatische kantoor heel
wat lachexplosies te weeg brengen. Als wij
uit de groote schare medewerkenden nog een
naam willen noemen, dan is het dien van
Mrtihïeu van Eijsden. Zijn uitbeelding van
den protserig-zwierigen spullebaas Mari
ne]"! was raak getroffen.
..Filmisch" bevat Kermisgasten vele goede
gedeelten, in het bijzonder de scènes op de
ikerr.r, waarin het onstuimige tempo van
draaimolens en andere draaiende attracties
vcorrreffelijk is weergeven.
Wij twijfelen er niet aan of ook dit Neder
land; che filmproduct zal de belangstelling
van filmminnend Haarlem weten te trekken.
T"3 voorprogramma bestaat uit een klucht
mm de jeugdige ..bende" van Hal Roach, een
oolijke teekenfilm in fraaie kleuren en het
bvifcnlandsche nieuws, waaruit we de bijeen
komt der Locarnostaten. de herbezetting der
R'to.landzone en de proefvlucht van de nieuwe
Diiitsche zeppelin noemen.
CINEMA PALACE TOONT
..GEWETENSWROEGING'
In „Gewetenswroeging" geven Frederic
March en Anna Sten beiden een vertolking te
aanschouwen, welke een extra vermelding
waard is.
Uiteraard draagt het tragisch karakter van
deze film ten zeerste hiertoe bij, temeer daar
men spoedig geneigd is meer de aandacht aan
den inhoud te schenken dan aan het spel.
Doch dit neemt niet
weg dat beiden, zoowel
in het begin der film,
als aan het einde, dat
immers zooveel jaren
later speelt, een bui
tengewoon goede ty
peering te zien geven.
„Gewetenswroeging"
is de film die het be
rouw verhaalt van den
man, die jarenlang de
dubbele moraal als een
voldongen feit be
schouwde en door een
toeval als 't ware aan
zijn vroegere beloften Anna Sten (Katuslika)
en levensinzichtenin „Gewetenswroeging"
wordt herinnerd.
De waarschijnlijkheid van het verhaal mag
men in twijfel trekken, zoowel wat betreft de
volgorde der gebeurtenissen als de psychische
verandering van den man, doch dit kan
slechts bijzaak wezen.
In een steeds toenemende spanning ont
wikkelen zich de gebeurtenissen en tegelijk
ziet men de beide hoofdpersonen ouder wor
den, veranderen, eerst ten kwade, dan ten
goede.
Frederic March die als persoonlijkheid reeds
veel krachtiger is dan Anna Sten, beheerseht
in de goede beteekenis van het woord, deze
film.
„Gewetenswroeging" is een geschiedenis uit
vroeger jaren, met ondergronden van eeuwige
beteekenis, door twee zeer goede artisten ge
speeld.
In het voorprogramma, is behalve een tee
kenfilm en het wereldnieuws, een komische
jongleur, die zoowel komisch is als handig.
Een film, die aangekondigd wordt in termen
als: „een film, waar de vonken afvliegen
spelend in „The wild West" doet u met de
grootste verwachtingen naar het theater gaan,
tenminste, als wild West-films uw genre zijn.
Inderdaad worden de verwachtingen, die aan
dergelijke films gesteld mogen worden, volko
men vervuld. Er wordt hevig gevochten, ge
schoten, gefuifd, gezongen, gedanst, gefeest,
en dat alles ha een tempo, dat „de vonken er
af vliegen".
De Roos van de Rancho speelt in de eerste
helft van de 19de eeuw in Californië, toen het
grootste deel van het land in bezit was van
eenige oude Spaansche families. Het goud,
dat in het land werd gevonden, was aanlei
ding, dat het land overstroomd werd door
Amerikanen, die hun geluk kwamen probee-
ren. Onder die goudzoekers waren vele gewe-
tenlooze elementen, die zich meester wilden
maken van de Spaansche bezittingen; zij ver-
eenigden zich tot benden, een dezer benden
voldoende bekend om te weten, dat hij altijd
goed werk levert.
Een lachsucces is de Pancho Spiegelglas van
Willie Howard. In hetzelfde tempo, waarin al
les in deze film gebeurt, worden John Kearney
en Rosita Castro alias Don Carlos op elkaar
verliefd, maar niet dan nadat er leelijke ver
denkingen zijn verrezen en zware verwondin
gen zijn opgelöopen, zegeviert Amor in de
harten van Rosita en John, en komt aldus het
gelukkige einde, dat we in het begin van de
film al voorvoelden.
Het voorprogramma is ook zeer onderhou
dend. Het Paramount Wereldnieuws geeft be
langrijk nieuws, de sportfilm „Springkampioe-
1 en" toont ons menschen en dieren met enorme
springcapaciteiten, „Achter de Schermen" van
Broadway brengt ons in kennis met verschil
lende artisten en ..Little Nobody" is een tee
kenfilmpje met Betty Boop en Pudgy.
John Boles, de hoofdrolspeler in „De roos
van de Rancho".
stond onder Kincaïd. De Spanjaarden vormden
toen ook een bond. die stond onder aanvoe
ring van Don Carlos. Behalve de ingewijden
weet niemand, dat don Carlos is de dochter
van een van de aanzienlijkste families Castro.
De regeering te Washington zendt om de
zaken in Californië grondig te onderzoeken
den geheimen agent Kearney.
Don Carlos vindt zijn vertolkster in Gladys
Swarthout, een actrice van Nederlandsche af
komst, een temperamentvolle, knappe filmster
met een mooie stem, haar voornaamste te
genspeler Is John Boles als de regeerings-
agent Kearney. Boles is bij het filmpubliek
Gladys Swarthout die in „De Roos van de
Rancho" debuteert.
Cigli zingt in „Vergeet mij niet"
in Rembrandt.
De film, die de komende filmweek in het
Rembrandt Theater zal draaien, heeft in een
der hoofdrollen een zanger.
Er zijn al meer films met bekende tenoren
als hoofdpersonen op het doek geprojec
teerd. Zij zijn echter niet van hetzelfde plan
geweest, als waarop deze film „Vergeet-mij-
niet" staat. Het is voor de regisseurs een ge
waagde onderneming zangers tot filmsterren
te promoveeren. Velen kunnen niet goed ac-
teeren, dat is reeds gebleken.
Gigli echter, als trouwens operazanger, kan
dit wel, zooals uit de film in Rembrandt blijkt,
waarin hij samen met Magda Schneider de
pittige actrice uit zooveel bekende films, op
treedt. Gelukkig heeft men hem de rol van
vader toegewezen: een Adonis of Don Juan
kan hij niet worden genoemd en zijn embon
point beneemt de gedachte aan een zeer jeug
digen leeftijd. Doch de rol, die hem te spelen
is gegeven, speelt hij buitengewoon goed. De
beoordeeling van de door hem gezongen lie
deren zou eerder in de muziekrubriek thuis-
hooren, dan in die der film. Gigli's stem is door
radio en gramofoon overbekend en minder
week en sentimenteel, dan die van zijn voor
gangers-filmzangers.
Ieder zal haar kunnen waardeeren, muzi
kaal ontwikkeld of niet.
Magda Schneider speelt op haar bekende
frissche wijze haar rol, Liselotte Hesfeld, privé-
secretaresse van een groot industrieel en op
weg naar New York. Op zeer toevallige wijze,
waarbij een cigarettenkoker een belangrijke
rol speelt, leert zij den eersten stuurman van
het schip kennen, hetgeen niet dan met leede
oogen wordt opgemerkt door een vroegere
kennis van r" stuurman.
Het valt egrijpen dat dit leidt tot een
uiting van ..tens van buitengewoon groote
genegenheid, die echter door insinuaties van
des stuurmans vroegere kennis worden- ver
stoord, althans van de zijde van Liselotte, die
stuurman Ahrends deze verandering laat
blijken.
In New York, waar zij in diepe verslagenheid
aankomt, hoort zij den beroemden tenor Enzo
Curtï het lied „Vergiss-mich-nicht" zingen,
hetzelfde lied, dat. in vereeniging met de maan
en de avondstemming de toenade
ring aan boord tusschen Liselotte
en Ahrends tot stand bracht. Nu wil weer
het toeval, dat Liselotte op den hotelgang het
zoontje van Curti ontmoet, dat zij in bed
brengt, in welke moederlijke bezigheid zij
wordt aangetroffen door den thuiskomenden
Curti. Ook hier volgt, zij het via taalkundige
hindernissen kennismaking, waaruit voort
komt dat de kleine Benvenuto weer een moe
der krijgt om voor hem en zijn vader, die we
duwnaar is, te zorgen!. Het is een huwelijk,
meer uit genegenheid en verknochtheid om
het kind, dan uit liefde.
Het leven dat Liselotte in de volgende maan
den krijgt, is er een van reizen en trekken ovel
de heele wereld, waar zij op den duur niet te
gen kan. :-
Zij begint zich ongelukkig te voelen en wan
neer zij in Berlijn plotseling tegenover Ahrends
komt te staan, die haar haar wantrouwen te
genover zijn houding aan boord verwijt en
haar bezweert met hem naar de plantage in
Australië te gaan, die hij heeft overgenomen
is zij voor zijn aandringen buitengewoon vat
baar.
Den geheelen avond voert zij een innerlijken
tweestrijd, die tenslotte ten gunste van Enzo
en zijn zoontje, die haar meer noodig hebben,
wordt beslist
In het voorprogramma zijn journaalfilms
met tal van actueele gebeurtenissen opgeno
men. Verder is er een gekleurde teekenfilm, een
parodie op de 1001-nacht-vertelling van Ali
Baba en de veertig roovers. Ook wordt het
filmbal ten bate van het Bio-vacantieoord
aangekondigd.
Magda Schneider, de vijfjarige
Peter Bosse en Benjamino Gigli in
„Vergeet mij niet".
uit onze omgeving.
De lithograaf-kunstenaar Aart van Dobben-
burgh uit Bentveld heeft voor de kleine cul-
tuurbibiiotheek van den Arbeiderspers een
zeer verdienstelijk boekje geschreven over
houtsneden en litho's. Het principe die werkjes
te doen vervaardigen door menschen die het
behandelde kunstvak zelf beoefenen is verde
digbaar; zeker wanneer men beschikken kan
over artisten die genoeg enthousiasme voor
hun arbeid bezitten dat zij zich de moeiten
eener hun vreemde bezigheid getroosten wil
len om voor hun kunst te pleiten. In Van Dob-
benburgh heeft men zulk een enthousiast we
ten te bereiken en daardoor zal zijn boekje
misschien een aantal nieuwe vrienden der
schoone prentkunst kunnen werven. Misschien
en ik heb alle reden het van harte te
hopen, maar weet aan den anderen kant te
goed, hoe moeilijk het is den leek op dit on
afzienbaar en zeer ongelijk terrein aan het
wandelen te krijgen. Het gevaar aan zulk een
beknopt gehouden en toch overzichtelijk relaas
van een bepaalde kunstsoort verbonden, ligt
voor de hand: men grijpt en zaait namen,
namen en nog eens namendie den leek
niets zeggen en den kenner niets nieuws ver
tellen. Daaraan ontkomt zelfs de beste schrij
ver aan dergelijke zandboekjes niet en het is
dan ook allerminst als een bezwaar tegen
Van Dobbenburgh's boekje dat ik dit aanvoer.
Integendeel, zijn artist-zijn geeft hem telkens
zeer persoonlijke aspiraties in de pen die de
dorheid eener opsomming voorkomen en de
lectuur ook voor den wei-onderlegden pren-
tenvriend interessant maken.
En wat voor den leek van het meeste be
lang is over de techniek, het ontstaan van
prentkunst schrijft de prentkunstenaar zelf
allicht overtuigender dan .een ander. Dobben-
burgh, die in zijn hart lithograaf is, schrijft
dan ook in zijn inleiding tot de lithographie
zijn beste bladzijden en daarvan zijn zeker
weer niet de minste, welke hij aan de rechter
hand van den kunstenaar, namelijk den druk
ker, gewijd heeft. Het is goed en hartelijk van
hem dat hij den practicien van het vak de
eere geeft die dezen toekomt. Ook de groote
bonzen van het vak hebben de assistentie hun
ner drukkers op prijs weten te stellen; zoo
wel Lautrec als Re don beschouwden respec
tievelijk Clot en Lemercier als hun intiemste
Frederic March, die met Anna Sten een goede
hoofdrol vervult in „Gewetenswroeging".
(Adv. Ingez. Med.)
En aan de dollars
Onlangs vond te New York in het Rivoli
Theater op Broadway voor een select publiek
de première plaats van Chaplin's nieuwste
film „Modern Times", een film, die den makel
en hoofdvertolker 2.000.G00 dollar kostte.
De society van New York en tal van voor
aanstaande figuren uit de cinematografie
waren bij deze gebeurtenis aanwezig. Ieder
betaalde voor zijn entreebiljet de voor Ameri
ka buitensporig hooge prijs van 6 dollar en
men vraagt zich af of Charles Chaplin zich
tijdens deze wereldpremière van zijn nieuw
ste product, den dag in 1913 zou herinneren,
toen men hem achter de coulissen van het
Hammerstein theater een salaris van 75 dol
lar per week aanbood als hij voor de film wilde
gaan spelen. Inderdaad heeft Chaplin zich dit
herinnerd en ter gelegenheid van „Modern
Times" heeft Chaplin tal van gebeurtenissen
uit het verleden opgehaald.
De bovengenoemde offerte werd hem ge
daan door Adam Kessel, president der „Key
stone-Comedies", die Chaplin gaarne wilde
er.gageeren, maar de thans zoo bekende acteur
bleef halsstarrig weigeren, daar hij de films
uit dien tijd veel te onbeteekenend vond.
Charles Spencer Chaplin kwam toen voor het
eerst in Amerika als lid van een Engelsch va
riétégezelschap. dat een tournee door de V.S.
maakte. Hij was op het tooneel een opvallende
verschijning, maar in de langzaam terrein
winnende filmindustrie had hij geen fiducie.
Tenslotte bezweek hij voor een bod van 150
dollar per week, hem door den aanhoudenden
Adam Kessel gedaan.
Aldus verliet Chaplin het tooneel om met
de toen reeds hem karakteriseerenden bolhoed
en wandelstok naar Californië te vertrekken.
Waar het met hem naar toe zou gaan wist hij
in de verste verte niet, „maar zelfs in mijn
stoutste droomen, zooals Chaplin verklaarde,
kon ik mij niet voorstellen, dat ik nog eens
een film zelf zou maken, waaraan ik 2000.000
dollar van mij zelf zou spendeeren.
Drie en twintig jaar liggen er thans tusschen
Chaplin's eerste klucht „Kid's Auto Races" en
„Modern Times".
Het type, dat Chaplin in al zijn films uit
beeldt, dankt zijn oorsprong aan een Londen-
schen figuur, dien de destijds als bediende in
een warenhuis werkende Charles zoo voortref
felijk wist te imiteeren. Deze figuur, die dus
in werkelijkheid het type van den zwerver
was, zooals door Chaplin gespeeld, verdiende
zijn brood met het verzorgen van de paarden
der rijtuigen, die geparkeerd stonden voor
het café „The Queen's Head" te Londen. Tot
groot misnoegen van zijn moeder imiteerde
Charlie, het zwervers-type.
Chaplin den ouden ongelukkige. Het werd de
inspiratie, die Chaplin beroemd zau maken
en die hem een vermogen zou laten verdienen.
Het bijzondere succes, dat Chaplin al direct
in zijn eerste Keystone-productie boekte,
werd aanleiding, dat de directie der maat
schappij besloot om den nieuwen ster te iso-
leeren. Men sloot hem als het ware op voor de
buitenwereld, uit angst, dat Chaplin in con
tact zou komen met den een of anderen con
current, die natuurlijk zou trachten de ge
weldige aanwinst aan zijn onderneming te
verbinden. Iedereen die in de studio werkte
had zijn instructies en zoo werd het practisch
onmogelijk voor de bewonderaars en mana
gers om met Chaplin in aanraking te komen.
De meest gevreesde concurrent was onge
twijfeld de Mutual Film Onderneming van
John R. Freuler, de maatschappij, die latei-
de meeste films van Chaplin zou vervaardigen.
Freuler zond een zijner agenten naar de stu
dio om eens met Chaplin te praten. Een moei
lijke opdracht! Temeer, daar het naderen van
den ingang der studio's op zichzelf al vrijwel
onmogelijk was.
De afgevaardigde liet zich met een troep
cow-boys aanwerven als figurant en reed den
volgenden dag te paard de studio binnen. Hij
sprak met Chaplin en twee weken later toe
kende Charlie zijn contract met John Freuler.
Hij zou uitsluitend voor Mutual Films optre
den, minstens twaalf twee-acters per jaar ma
ken en binnen de grenzen van de V. S. blij
ven. Zijn salaris bedroeg 10.000 dollar per
week. zoodat Chaplin nog wel eenige promotie
maakte, terwijl hem voor het teekenen van
het contract als bonus een bedrag van 150.000
dollar werd uitbetaald. Dit gebeurde in 1916
en thans, 20 jaar later, weet Chaplin zich dit
nog haarfijn te herinneren. Hij is ook nog niet
vergeten, dat Nathan Burkan, zijn advocaat
tot den huidigen dag, zijn goed koopman
schap bewees, door na het teekenen van het
beroemde contract, zijn vulpenhouder aan
Freuler te verkoopen voor het niet onbetee-
kenende bedrag van 35 dollar, terwijl Chaplin
zelf, den koning te rijk, zijn geld opstreek en
de later nog veelvuldig herhaalde woorden
sprak: „Kom. nu ga ik eindelijk eens een do
zijn dassen koopen!"
Ziehier enkele minder bekende gegevens van
Char tos Spencer, wiens naam door „Modern
Times" weer op ieders lippen is.
medewerkers. En in den goeden ouden tijd
van Bonington werd de naam van den druk
ker, hetzij Engelmann of Hullmandel, mede op
de prent vermeld. Thans zijn zij de stille wer
kers, wier arbeid vaak veel zwakheden van on
getrainde grafici met den mantel der liefde
bedekt.
Zoo valt, voor wie zich in de prentkunst
voor zoover dat de houtsnee en de litho be
treft wil gaan oriënteeren, uit dit boekje
ontzaglijk veel te halen. En voor wie al ge
oriënteerd is, zullen Van Dobbenburgh's waar
deeringen, vooral van zijn tijdgenooten, te
overwegen lectuur zijn. De artist heeft het
recht, misschien zelfs de natuurlijke plicht,
soms eenzijdig te zijn. Daarom willen wij hem
ook gaarne zijn geringe waardeering voor de
litho's van hWistler en Sthannon vergeven.
Alleen als Van Dobbenburgh op pag. 58 vertelt
dat Whistier in de jaren 18781879 ongeveer
duizend litho's vervaardigde, vrees ik, hem in
het nauw te brengen met de vraag waar hij die
wijsheid heeft opgedaan. Maar het is mijn
bedoeling niet dit sympathieke boekje te be
vitten. Als ik mij een paar opmerkingen ver
oorloof moge dat alleen gelden als bewijs dat
ik zijn arbeid met aandacht en belangstelling
bestudeerd heb. Misschien zou juist voor de
leeken een scherper afscheiding tusschen de
houtsnee en de houtgravure in het midden der
negentiende eeuw gewenscht geweest zijn. Dan
had de nu verwaarloosde Auguste Lepère zijn
plaatsje in de zon gekregen en zou de illustra
tor Doré met minder nadruk genoemd zijn,
waar die toch geheel van zijn graveurs afhan
kelijk was. En misschien zou voor den leek
een ietwat duidelijker verklaring van de be
naming wiegedrukken (pag. 19) niet over
bodig zijn geweest. Doch hierbij wil ik het
laten, omdat in ieder geval een boekje als dit,
in het genre waarvan wij nog weinig in het
Nederlandsch bezitten, van harte verwelkomd
dient te worden. Moge het zijn doel bereiken
en de prentkunst nieuwe vrienden aan-
breaigen.
In de Februari-aflevering van het Maand
blad voor Beeldende Kunst heeft de Haarlem-
sche kunsthistoricus Stheeman een kort arti
kel over wat hij de „Replieken-nonsens"
noemt, geplaatst, dat, zoo dan al niet overal
instemming, toch zeker de aandacht heeft ge
trokken. Aanleiding waren de beide aan Breu-
_hel toegeschreven schilderijen, beide den
Val van Icarus voorstellend en in den vorigen
zomer tijdens de Brusselsche tentoonstelling
druk besproken. Volgens Stheeman zijn beide
schilderijen niet van Breughel maar „vrije
vertalingen" door anderen naar het werkelijke
origineel, dat nog in 1621 te Praag aanwezig
was, maar in geen geval identiek is met één
van de beide werken in quaestie.
Maar buiten deze puzzle om is het stuk van
den heer Stheeman interessant om den aan
val dien hij op het te vaak misbruikte woord
„repliek" doet. Met „repliek" dekt de kunst
handelaar en de ijdele verzamelaar wat niet
anders is dan een copie, al dan niet met varia
ties, al dan niet door leerlingen of helpers van
den oorspronkelijken maker, of wel geheel
vrije vewerkingen door nog weer anderen. Voor
den schrijver staat het vast dat een goed
schilder nimmer zich zelf copieert, en zoo is er
meer, dat voor hem vaststaat en waarvan hij
de vaststaandheid met klem betoogt doch
waarbij de een of aar nog wel een vraag-
teekentje zal willen zetten. Maar in zijn kit-
tigen betoogtrant biedt dit kleine artikel van
onzen stadgenoot zooveel te overwegen mo
gelijkheden dat ik er alsnog gaarne de aan
dacht op vestig. Het werpt een blik op de
moeilijkheden die de serieuse kunst-weten
schapsman bij zijn arbeid ondervindt, maar
tevens op de misbruiken die, opzettelijk en te
kwader trouw, of niet, aan het „doopen" van
oude kunst verbonden zijn. Het is een taart
met surprises die Stheeman aansneed en zulke
versnapering is altijd welkom.
J. H. DE BOIS.
DR. WILLEM MENGELBERG OP 22 MAART
TE AMSTERDAM.
Naar wij vernemen is de gezondheidstoe
stand van dr. Willem Mengelberg, die sinds
eenigen tijd op zijn buitenverblijf te Zuort
vertoeft, zeer goed.
De dirigent geniet in het heerlijke Zwitser-
sche landschap gedurende de laatste dagen
van prachtig voorjaarsweer.
De volgende week zal hij uit Zuort vertrek
ken en na een kort oponthoud te Luzern naar
Nederland terugkeeren. Op Zondag 22 Maart
zal ar. Mengelberg te Amsterdam aankomen,
waar hij op 26 Maart a.s. weer het con
cert van het Concertgebouworkest zal diri-
geeren. (A.N.P.)
Een beeld van Charlie Chaplin
Een levensgroot beeld van Char
lie Chaphn, vervaardigd door de
in Amerika welbekende beeld
houwster Katherine Stubergh, is
aanvaard door het Los Angeles
Museum, dat reeds in het bezit
was van het eerste complete
costuum, dat door Chaplin ge
dragen werd, bestaande uit broek,
jasje, hoed, schoenen en wandel
stok. Het is de bedoeling om het beeld met het
origineele costuum voor het nageslacht te be
waren.
De laatste der Mohicanen
Na zijn succes met „De Graaf van Monte
Cristo" besloot Edward Small, de leider van
Reliance Pictures om een tweede „bestseller"
uit vroeger dagen te gaan verfilmen, en wel
James Fenimore Cooper's beroemde verhaal
„De laatste der Mohicanen".
Een film van Romola Nijinski?
Alexander Korda voert onderhandelingen
ïhefc Romola Nijinski, de vrouw van den be
roemden Russischen danser, teneinde een
film van diens leven te maken
Na vier jaar terug
In de film „De Kleine Lord" zal de vrouwe
lijke hoofdrol gespeeld worden door Dolores
Cnstello Barrymore, die voor het eerst sinds
vier jaar voor de lens terugkeert.