Eerste Kamer aan het spellen gegaan.
Hok ik groeide
DE REGEERING WAAKT
ZATERDAG 14 MAART 1936
H A A R U E M'S D A G B E A D
3
EERSTE KAMER.
Slechts één voorstander der nieuwe regels
DEN HAAG, Vrijdag.
Onze Eerste-Kamerleden zijn toch wel zeer
bevoorrechte menschen. Wanneer het debat
Weinig boeiend is, kunnen zij zich in hun
mooie statige vergaderzaal in een der nissen
posteeren, voor de hooge vensters, die uit
zien op den Vijverberg. Welk een zalige rust
vertoont zich dan aan hun blik. De schoon
heid van een der meest aristocratische plekjes
uit de Hofstad zal.'het mijmerend aanschou
wen van het kleine stille watervlak, met
fraaie boomen aan de overzijde, tot een waar
genot maken.
In het tafreel waarop dan het senatoriale
oog valt, schuilt symboliek. Met dat rustige
Haagsche plekje is immers, ook nu nog. het
plekje op de Europeesche kaart, dat Neder
land heet gelukkig in treffende over
eenstemming.
Dat trof ons heden wel bijzonder, toen de
Nederlandsche senatoren zich warm maak
ten over het spellingsvraagstuk, terwijl op
hetzelfde oogenblik de geheele wereld dacht
aan de besprekingen in de Britsche hoofd
stad, waar Europeesche kopstukken aan het
bedisselen en beraadslagen zijn over pro
blemen, waarbij het wel en wee der volkeren
op het spel staat.
Reeds terstond nadat de heer Ossendorp
(s.-d.) het voor de openbare school had op
genomen, kregen we het eerste spellings-be-
toog te hooren van den liberaal Gelderman.
die over de verwarring en de onzekerheid op
dit gebied klaagde. Met de spelling zijn we
vastgeloopen, zoo stelde de heer v. Citters
(a.-r.) vast, om tevens intrekking van de
regels te verlangen, die de mannelijkheid in
de taal doen verdwijnen en om den wensch
te doen uitspreken, dat na onderzoek door
een commissie op breede basis, er tenslotte
een wettelijke regeling zal komen. Precies
mijn idee, had Prof. Lohman (c.-h.) kunnen
zeggen, want ook hij wil het dien kant op
zien gaan. Verder wenschte deze afgevaar
digde, dat ons volkslied en dat in 't algemeen
het nationaal gevoel meer tot zijn recht zal
komen op de openbare school, hetgeen ook
de heer d'Ansembourg (nat. soc.) bepleitte.
Volgens dit Kamerlid is de staat onchriste
lijk geworden, moet de jeugd al vroeg in de
politiek ingelijfd (dat vond de heer Lohman
niet) en zou te München de verhouding tus-
schen Kerk en Staat ideaal zijn. Opvatting
bestreden door den heer Serrarens, die de
«enige voorstander van de spelling-Mar-
chant was.
Tegen 't eind van den middag tracteerde
de heer de Bruyn (R.-K.) zijn zeer dun ge
zaaid gehoor op een veel te lange rede,
waarin het ambachtsonderwijs een groote
plaats innam. En tenslotte sprak Mr. Krop
man (R.-K.) den wensch uit, dat men onzen
beeldenden kunstenaars werk zal verschaf
fen door opdrachten om alom de gemeente
lijke gebouwen van een of ander product
hunner artistieke gaven te laten profitee-
renOp kosten van de gemeentelijke
kassen.
De volgende week komt de Minister pas
aan het woord.
TWEEDE KAMER
Wetsontwerp versnelde
bruggenbouw geaccepteerd.
Vragen van Mr. Aalberse en
Vliegen beantwoord.
Om in het tempo te blijven van den ver
snelden bruggenbouw, waarvan de financie
ringsregeling met 6520 werd aangenomen,
kom ik op de gisterennacht gehouden rede
voeringen der Ministers maar niet meer terug.
Er zij alleen van vermeld, dat Mr. Oud er op
wees, dat het Werkfonds, aangezien het dient
voor werkverruiming, niet in aanmerking komt
voor bekostiging van den versnelden bruggen
bouw. Een amendement-de Geer om van de
benzine-belasting geen bestemmingsbelasting
te maken, doch haar aan de algemeene midde
len ten goede te doen komen nam de Minister
over.
Voor de Kamer zich met de beperkte her
ziening der West-Indische Regeeringsregle-
menten ging bezig houden, die de Kamer z. h.
st. aannam (Mevr. Mr. BakkerNort (v.d.)
had succes met haar amendement om vrou
wen voor de vertegenwoordigende colleges in
de West verkiesbaar te maken; bij zitten en
opstaan werd 't aangenomen), besloot zij z.
h. st. op voorstel van den President pas weer
op 1 April a.s. in 't openbaar bij een te komen.
Met 't oog op den ernst van den internationa
len toestand vond de heer de Visser (comm.)
dit bezwaarlijk. Maar de voorzitter wees er op.
dat als 't noodig mocht wezen een vroeger
samenkomen nog altijd mogelijk was. Ook 't
verzoek van den heer de Visser om de Regee
ring naar aanleiding der verhoogde interna
tionalen politieke spanning te mogen interpel-
leeren werd afgewezen. Alleen de twee aan
wezige communisten en de rev. soc. stemden
voor.
Wel zijn er op 't daarvoor aangewezen uur
door Mr. Aalberse (R.K.) en den heer Vliegen
(s.d.) mondeling vragen aan Minister Colijn
gesteld. Beide heeren wilden vrijwel hetzelfde
weten, n.l. waarom de Minister niet in een der
beide Kamers, welke eergitseren toch verga
derden, de mededeeling had gedaan i.z. het
nog even onder de wapenen houden van de
3000 man, die anders Zaterdag hadden afge
zwaaid. En verder ifromeerden zij of er nu
onverwijld een wet zou komen om dit goed te
keuren, aangezien zij meenden, dat zulks inge
volge de Grondwet moet.
Op de eerste vraag antwoordde Dr. Colijn.
dat hij dit maal de radio boven 't Parlement
had verkozen, omdat het hem beter voorkwam
aan heel 't geval geen bijzonder relief te ge
ven of te doen geven. Dit laatste zou, na 'n
mededeeling in 't Parlement, allicht door be
richten aan de pers in 't buitenland geschied
zijn. Nu had de Minister 't zelf in z'n macht te
voorkomen, dat de pers ging seinen, voor ze
over de rede in haar geheel beschikte. Wat het
juridisch kluifje aanging, dat de twee vragers
hadden gevonden, de Minister zou er z'n ad
viseurs nog eens van laten genieten. Hij meen
de echter, dat in het onderhavige geval de
bedoelde onverwijlde indiening eener"wet niet
noodig is.
Op een dag voor de vacantie om is, zullen
de afdeelingen de reisbelasting onderzoeken.
E. v. R.
GEEN AUTOBUSDIENST DEN HAAG-
AMSTERDAM.
Bij Kon. besluit is ongegrond verklaard
het beroep van den heer N. Sommeling te
's-Gravenhage tegen de beschikkingen van
Ged. Staten van Zuid- en Noord-Holland,
waarbij hem vergunning is geweigerd voor
het m werking brengen van een autobus
dienst tusschen Amsterdam en 's-Graven
hage.
Dronken achter het stuur
brengt ongelukken.
Auto door electrische tram gegrepen.
Nabij de halte Niersprink te Kerkrade is
een personenauto, die voor de electrische
tram, komende uit de richting Heerlen, den
weg wilde oversteken, door deze tram in de
flank aangereden. De auto werd geheel ver
nield. Zekere H. M., die in de auto zat. werd
eruit geslingerd. De man bleef bewusteloos op
den weg liggen. Hij is met een schedelbasis-
fractuur in het ziekenhuis opgenomen. De
andere persoon zekere M. B„ taxi-chauffeur
uit Bleierheide, bekwam geen letsel. B. is in
de marechausseekazerne in arrest gesteld.
Het is nog niet bekend, wie van beide per
sonen, die onder den invloed van sterken
drank verkeerden, den auto bestuurd heeft.
V. VOLLENHOVEN'S BIERBROUWERIJ N.V.
In het gebouw van de Industrieele Club te
Amsterdam is Vrijdag een vergadering ge
houden van houders van 4 pet. hypothecaire
obligaties ten laste van de NV. Van Vollen -
hoven's Bierbrouwerij te Amsterdam, bijeen
geroepen door het Amsterdamsch Trustee
Kantoor, ter behandeling van het voorstel
den Trustee te gelasten en voor zooveel noo
dig hem te machtigen, geenerlei gerechtelijke
en buitengerechtelijke maatregelen te nemen
ter zake van een eventueel in gebreke blijven
door de Maatschappij-debitrice met de in de
Amsterdamsche acte voor de jaren 1936. 1937.
1938, 1939 en 1940 voorgeschreven uitlotingen
en aflossingen van obligatiën, zulks onder
bepaalde voorwaarden. Het voorstel werd met
zeer groote meerderheid aangenomen.
Rijksveldwacht nieuw
georganiseerd.
Onder commando van een inspecteur.
Het Staatsblad no. 241 bevat een Kon. be
sluit, waarbij de organisatie van de rijksveld
wacht opnieuw geregeld is. Tot nu toe gold
de in 1856 vastgestelde regeling, die het laatst
in 1935 is gewijzigd.
Volgens deze nieuwe regeling zal aan het
hoofd van de rijksveldwacht een inspecteur
staan. De rijksveldwachters-rechercheurs ech
ter zijn uitsluitend ondergeschikt aan den mi
nister van justitie en, tenzij anders is be
paald, aan den procureur-generaal, tevens di
recteur van politie, binnen wiens gebied zij
werkzaam zijn.
De districts-commandanten staan recht
streeks onder den inspecteur, onder wie weer
de brigade-commandanten staan.
De minister van justitie regelt de indeeling
in districten, de vorming van brigades en de
normen, bij sollicitaties in acht te nemen. Voor
districtscommandant zullen zij voorkeur ge
nieten. die in een hooge politiefunctie reeds
de noodige ondervinding hebben opgedaan.
De onbezoldigde rijksveldwachters zullen
onder toezicht van de districtscommandanten
staan. Ook hun benoeming is bij dit Kon. be
sluit geregeld.
De instructies voor de verschillende functio
narissen moeten door den ministe* van justi
tie opgesteld worden.
Het Kon. besluit zal op een nader te bepa
len tijdstip in werking treden.
COCAÏNESMOKKELAARS AANGEHOUDEN
Door de politie te Venlo is een inval ge
daan in een woning aan den Tegelscheweg
aldaar, waarbij men een cocaine-smokkelaf-
faire op het spoor is gekomen. Een pond co
caine werd in beslag genomen Drie personen
werden gearresteerd, n.l. één uit Venlo, één
uit Roermond en één uit Stein. Ten huize van
den laatste werd nog een flesch cocaine in
beslag genomen.
Een halve eeuw geleden
Uit Haarlem's Dagblad van 1886.
14 Maart:
Blijkens de door Burgemeester en Wet
houders dezer gemeente opgemaakte
kiezerslijsten, bedraagt het getal kiezers
voor de Tweede Kamer der Staten-Ge-
neraal 1365. voor de Provinciale Staten
1357 en voor den Gemeenteraad 2119.
VAN NUL
TOT ACTEUR
0
De zaal.
Als het brandscherm opgaat, kijk je altijd
even door het gaatje in het gordijn naar de
zaal.. Niet zooals dilettanten, om te weten wie
er in de zaal zitten (Gut zeg, daar heb je zus
met 'r verloofde! Dat is de notaris die bij ons
om de hoek is komen wonen! Nee. kijk eens wat
eenig, Dinges is er ook!), maar alleen om te
weten hoevéél er zitten.
Hoe is het vanavond?
Vriendelijke sof.
Noem jij dat maar vriendelijk. Je kunt er
met een kanon doorheen schieten.
Ken je dat mopje van Davids, van dien
man. die in den Stadsschouwburg vervolgings
waanzin kreeg?
Waarom?
Hij dacht aldoor dat er iemand achter hem
zat.
Misselijk grapje.
Maar waar, helaas.
De tooneelmeester belt af. Tot den aanvang,
dames en heerenHet doek gaat op.
Als je met een blijspel of een klucht komt,
is 't spelen in een leegen schouwburg ver
schrikkelijk deprimeerend. En als je dan nog
hoort dat de zaal den vorigen avond besproken
uitverkocht was voor een dilettantenvoorstel
ling, dan word je als beroepsacteur wel eens
bitter.
Nu zitten de menschen in kleine plukjes bij
een, als op eilandjes in een zee van leege stoe
len. En die plukjes komen nu eenmaal niet
gauw los. Een mopje dat het gisteren in een
volle zaal geweldig deed, een scène die er in
ging als koek, waarin je telkens lachpauzes
moest nemen van jewelste om den tekst niet
verloren te laten gaan, worden hier met ijzige
koelheid ontvangen. We hooren één meisje
gichelen, maar het geluid wordt dadelijk in
verlegenheid gesmoord.
Maar erger dan een leege zaal is een slechte
zaal; een zaal die niet reageert werkt ont
moedigend, een zaal die verkeerd reageert
maakt je razend.
Ik herinner me dat we eens een symbolisch
spel van den Dood speelden, dat we allemaal
prachtig vonden, maar dat voor het groote pu
bliek af en toe te moeilijk bleek te zijn. Het
was heel klein bezet, maar de rollen waren
allemaal belangrijk, zelfs mijn zooveelste be
diende was anders en moeilijker dan alle
vorige.
Al in het begin merkten we dat de zaal het
stuk niet snapte. Het aantal verkouden men
schen en krakende stoelen nam onrustbarend
toe en dat is een veeg teeken.
Maar opeens werd er midden in een ernstige
scène luid gelachen en dat was vreeselijk. Ik
moest juist op; het kopje dat ik binnen moest
brengen trilde op het blad en een oogenblik
had ik het gevoel: ik durf niet. Toen klopte
ik en ging binnen. De hoofdrol stond met zijn
rug naar de zaal en ik zag iets in zijn gezicht,
in zijn oogen, dat ik er nog nooit in gezien
had. Hij hield van dit stuk. hij had het zelf
geregisseerd en zich volkomen ingeleefd in de
rol. Dat er om gelachen werd was voor hem
alsof er iets beleedigd werd dat hem persoon
lijk heel dierbaar was.
Gelukkig was het eerste bedrijf gauw uit.
Toen het doek zakte, liep hij meteen het too-
neel af en weigerde te bedanken voor het
trouwens zeer matige applaus. Gedurende
de heele entre-acte liep hij als een wild dier
heen en weer, vloekend en razend.
Ik zal ze, de ellendelingen. Hun bek zul
len ze houden. Ik zal ze er onder spelen, Geen
mond zullen ze meer opendoen. Ik zal ze lee-
ren te lachen, de stommelingen.
We waren allemaal onder den idruk en toen
het publiek tijdens het changeeren van het
décor onrustig bleef, vreesden we het ergste.
Maar zooals ik toen. dien avond, heb zien
tooneelspelen, zoo heb ik het, geloof ik, nooit
meer gezien. Nooit heeft een stuk en dan
nog wel een stuk, dat we allemaal kenden
me zoo gegrepen als toen. Er lag een vreemde
gloed over het spel; het was bijna niet meer
menschelijk. We werden allemaal meegesleept.
In een soort trance speelden we voort. Achter
de schermen werd geen woord gesproken. We
stonden maar en keken.
Toen daalde er stilte in de zaal, de stilte die
je als acteur voelt en kent: de stilte van de
geboeide ontroering. Niemand had meer last
van verkoudheid; geen stoel kraakte meer. In
de pauze bleef de stemming. In de kleedkamer
praatten we zacht en niemand zei wat over
de voorstelling.
En in de derde acte hadden we het volko
men gewonnen. De menschen voelden het: het
was iets bijzonders wat daar op het tooneel ge_
beurde. Ze hielden hun adem in. En toen het
doek zakte was er stilte. Die merkwaardige
stilte, die je maar af en toe hebt met een bij
zondere voorstelling. En daarna de ovatie, die
maar niet eindigde, waarin de menschen hun
gevoel ontspanden en misschien ook hun
schaamte uitten.
In de kleedkamer zat onze eerste acteur.
Hij was volkomen uitgeput en er waren tranen
in zijn oogen.
Clearing-achterstand
opgeloopen.
De vorige week zijn in den Haag besprekin
gen gevoerd tusschen de Nederlandsche en
de Duitsche regeeringscommissies voor de
vaststelling van de betalings-contingenten
voor den Nederlandschen export naar Duitsch
land voor het 2e kwartaal van 1936. In ver
band met het feit dat de clearing-achterstand
in de maanden Januari en Februari is opge
loopen, werd het besluit genomen, wederom
een verlaging van de betalingscontingenten
toe te passen. Deze verlaging werd op de
verschillende exportartikelen zooveel moge
lijk gelijkmatig toegepast. Het Crisisuitvoer
bureau zal nog deze week aan belanghebben
den de toewijzingen mededeelen.
Relletjes in de Jordaan.
De Vrijdagavond is tot ongeveer half elf
in de Jordaan te Amsterdam rustig verloo-
pen. Er werd gecolporteerd, maar dit heeft
geen aanleiding gegeven tot eenige ordever
storing.
Echter plotseling, na afloop van de commu
nistische vergadering in „Bellevue". veran
derde het tooneel. Er kwamen samenscho
lingen naar de surveilleerende agenten in de
Tuinstraat werd met steenen gegooid. Toen
er spoedig assistentie gearriveerd was in den
vorm van een uitrukauto en politiemotoren,
werd in de Tuinstraat van eenige balken en
planken, die uit een huis dat afgebroken
wordt waren gehaald, een soort barricade op
gericht. Uit de ramen werd met flesschen
en met water naar de politie geworpen, waar
op deze met revolverschoten antwoordde.
Ook in de Madelievenstraat en in ie Sloot-
straat werden eenige charges uitgevoerd,
waarbij flinke klappen werden uitgedeeld. De
politie had de menigte spoedig verspreid en
daarmede keerde ook weldra de rust terug.
De bewoners zelf droegen de planken, die over
de straat waren geworpen, weer weg.
Tegen half twaalf was alles weer kalm en
behoorde dit opstootje tot het verleden.
DOOR PIET VAN DER HEM
Na de radio-rede van den minister-president.
„Ik verzoek den luisteraars dan ook, om, wanneer
zij straks hunne legersteden opzoeken, even rustig te
gaan slapen als zij dat ook andere nachten doen."
(Minister Colijn in zijn radiorede.)