UIT HET BUITENLAND THIJS IJS EN DE DIKKE HERTOG De fi nancieeie politiek van Duitschland. Sproeten komen vroeg in het voorjaar, koop tijdig een pot Sprutol. Bij alle Drogisten Z A T E E D' A G T4 M SART 1936 H A A R E E M'S DAGEC'AD Engeland: De bij eenkomst der Locarno- staten. De Locamoconferentie van Vrij dagmiddag heeft geduurd tot kwart over zeven. In het Fransehe communiqué, dat na de vergadering verspreid werd wordt o.m. gezegd: „In den loop van de besprekingen trad een bevredi gende toenadering aan den dag van de standpunten". In Fransehe kringen scheen een algemeene indruk van voldoening te heerschen. Men meende verder te weten, dat In de ochtendzitting van de Locamo conferentie Van Zeeland belast is met het uitwerken van een ontwerp resolutie, waarin de punten opge nomen zullen worden, waarover reeds een overeenstemming is be reikt en waarin voorstellen worden gedaan betreffende de toekomstige gedragslijn. In het des avonds uitgegeven communi qué wordt gezegd, dat het kleine comité van vertegenwoordigers van de drie mogendhe den, die het verdrag van Locarno hebben onderteekend gedurende den dag zijn onder zoek van den toestand heeft voortgezet. Naar mate de besprekingen vorderden heeft men met voldoening waargenomen, dat een nau were toenadering der opvattingen naar vo ren kwam. De eerstvolgende zitting van het comité zal vanmiddag om 5 uur gehouden worden. Naar Reuter te Londen verneemt dringt de Fransehe delegatie er ener giek op aan, dat door de Locarno- mogendheden en door den Volken bondsraad sancties zullen worden voorgesteld. Frankrijk is bereid zoover te gaan als de Locarno-mogendheden in ge meenschappelijke overeenstemming zullen besluiten en als de Volken bondsraad zal aanbevelen. Sir Thomas Inskip wordt minister van defensie. De procureur generaal, Sir Thomas Inskip is naar het A.N.P. uit Londen verneemt benoemd tot minister van defensie. In zijn kwaliteit van pro cureur-generaal maakte Inskip reeds deel uit van de regeering. De taak de drie ministeries van landsverde diging te coördineeren, komt dus in handen van een jurist, die tot dusverre in' de politiek weinig op den voorgrond is getreden. Gedu rende den oorlog was Inskip verbonden aan de berichtenafdeeling van de admiraliteit. Van 1922 tot 1924 was hij advocaat generaal. In zijn nieuwe functie zal Sir Thomas Inskip de voornaamste vertegenwoordiger zijn van Baldwin in de rijksdefensiecommissie. Hij heeft het recht een zitting van de chefs der staven bijeen te roepen, wanneer hij dit nood- dig oordeelt. Ook de commissie van dertien te Londen bijeen? Naar Reuter verneemt, zal de Commissie van Dertien op verzoek der Italiaansche de legatie waarschijnlijk de volgende week te Londen bijeen komen. De Londensche conferentie der Locarnostaten. De Fransehe delegatie maakt melding van toenadering tusschen de verschillende standpunten. De Belgische premiier Van Zeeland zal een ontwerp-resolutie opstellen. Dringt Frankrijk aan op sancties? hevig vuurgevecht. Bijzonderheden zijn nog niet bekend. Korten tijd later plunderde de menigte de San Luis. De gebouwen van de ABC en El Debate worden door de politie bewaakt. De brandweer beperkt zich er toe te voorkomen, dat de vlammen overslaan naar belendende gebouwen. Ook is het bij de begrafenis van een dood geschoten politiebeambte tot incidenten ge komen. Een persoon werd door een messteek gedood Hongarije. De besprekingen tusschen Schuschnigg en Berger Waldenegg. De Oostenrijksche bondskanselier Schusch nigg en de minister van buitenlandsche za ken. Berger-Waldenegg, zijn gistermiddag te Boedapest met den Hongaarschen minis ter-president Goemboes en den minister van buitenlandsche zaken, von Kanya, voor een strikt vertrouwelijke bespreking bijeenge komen. Vandaag zullen economische en handels kwesties besproken worden. In politieke kringen veronderstelt men, dat bij deze bespreking der vier staatslieden de geheele internationale toestand en zijn invloed op het Donau-gebied de revue heeft gepasseerd. Bij deze gelegenheid zouden voorts voor bereidingen zijn getroffen voor de confe rentie van Rome, welke de volgende week zal worden gehouden. (A.N.P.) Spanje. Extremisten steken een kerk en redactiebureaux in brand. Uit Madrid: In het stadsdeel Quatre Ca- minos werd Vrijdag een betooging tegen het fascisme gehouden. De manifestanten trok ken vervolgens naar het centrum der stad. In de San Bernardo-straat ontmoette de optocht een bestelwagen van het dagblad „La Nacion". De betoogers hielden den wa gen aan en staken hem in brand. Hierna begaven zij zich naar de Marques de Monasterio-straat, waar de redactiebu reaux van la Nacion gevestigd zijn. Na verscheidene schoten in de lucht te hebben gelost, noodzaakten de manifestan ten het personeel het gebouw te verlaten; het gebouw, dat in brand werd gestoken, leed aanzienlijke schade. Slachtoffers zijn hierbij niet te betreuren. Om negen uur des avonds brandde de kerk San Luis nog, die de betoogers eveneens in brand hadden gestoken. Een menigte deed een aanval op een wa penmagazijn, waar de belhamels zich van wapens en munitie voorzagen. Toen de poli tie ter plaatse verscheen, ontspon zich een DratscMamd. Rijnlandfortificatiën zullen een defensief karakter dragen. De „Deutsche Diplomatische Politische Korrespondenz" schrijft over het denkbeeld, dat Duitschland om onderhandelingen mo gelijk te maken, zou afzien van het bouwen van fortificaties in de tot dusverre gedemili tariseerde Rijnland-zone o.m., dat Frankrijk langs zijn geheele Oostgrens ontzaggelijke ver sterkingen heeft gebouwd en dat Duitschland daaraan geen aanstoot neemt, omdat het geen vijandige voornemens heeft en alle ter ritoriale kwesties met Frankrijk geregeld zijn De weerstandslinies, die Duitschland zich moet voorbehouden vormen een uitsluitend defensief geheel aan de Duitsche westgrens. Bovendien worden fortificaties niet van vandaag op morgen gebouwd. De Duitsche grensversterking zal in het westen ook nooit zoo zwaar worden als de Fransehe. Frankrijk heeft tot dusverre daarvoor reeds meer dan 8 milliard francs uitgegeven. Het systeem der Fransehe grensversterkingen haeift volgens het oordeel van alle vaklieden het voordeel van absolute veiligheid. Duitschland is de laatste, die Frankrijk zijn veiligheid niet gunt. Des te meer kan het eischen, dat Duitschland van geen enkelen kant de eisch en de eer wordt ontzegd ter uitoefening van zijn souve- reiniteit voor de bescherming van Duitschland te zorgen. Rusland. Russische arbeiders door Japansch-Mandsjoerijsche soldaten beschoten? Volgens te Moskou ontvangen berichten heeft zich een nieuw Russisch-Mandsjoerijsch grensincident voorgedaan op den Amoer. Op 5 Maart was volgens deze berichten een groep arbeiders van de Russische Scheepvaartmaat schappij op een afstand van 3 K.M. ten zui den van het dorp Jokaterino-Nikolskoje, 250 M. van den Russischen oever bezig met bag- gerwerkzaamheden, toen zij beschoten wer den door Japansch-Mandsjoerijsche soldaten uit een op den tegenoverliggen den oever rij dende auto. Er werden 30 schoten gelost. De arbeiders waren gedwongen de vlucht te ne men. Na de beschieting begaven zich vijf Ja pansch-Mandsjoerijsche soldaten uit de auto naar de plaats der baggerwerkzaamheden, waarbij zij de Russische grens overschreden. Lawines in Britsch-Indië. personen om het leven gekomen. Reuter meldt uit Jammoe (Kasjmir) 13 Maart: Volgens een officieel rapport zijn bij de jongste lawines in Noord-Kasjmir 86 per sonen om het leven gekomen,'waaronder drie Britsche officieren, die van een skitocht te rugkeerden. (Adv. Ingez. Med.) Imiteeren is waardeeren. Persil wordt door concurrenten Nagemaakt, ge-imiteerd En zoodra dat wéér mislukt is, Wordt het nog eens geprobeerd. Maar Persil is daar niet boos om, 't Doet Persil zelfs geen verdriet Daar Persil altijd Persil blijft. Lukt die namaak immers niet Neel Persil is er juist blij om. Dat men 't imiteeren gaat, Omdat daardoor wordt bewezen, Dat Persil het hóógste staat. Want, als dat niet het geval was, Was de namaak nooit geschied: Goede dingen imiteert men. Maar de minder goede niet (Adv. Ingez. Med.) De oorlog in Oost-Afrika. De geruchten over directe Italiaansch-Abessynische onderhandelingen. Tegenspraak te Rome en Addis Abeba. De Italiaansche vorderingen aan het noordelijke front. DZJIBOETI, 13 Maart. (Reuter-A. N. P.) Te Addis Abeba zoowel als te Rome blijken de geruchten volgens welke vredesondex-hande- lingen langs directen weg tusschen Abessynië en Italië zouden zijn aangeknoopt catego risch te worden ontkend. Inmiddels gaat het nieuwe Italiaansche of fensief, dat langs het geheele noordelijke front ontketend is, voort en volgens berichten uit Eritreesche bron marcheeren de Italianen in alle sectoren op in het bijzonder in den sector van deix Amba Aladzji, waar de Ita liaansche voorhoede reeds in het zich zou zijn aangekomen van het Asjangi-meer. Aan den uitersten rechtervleugel rukt een Italiaansche colonne op met als doel den ca ra vaanweg die op enkele K M. afstand ligt van den Egyptischen Soedan met het plan een der ravitailleeringsbronnen der Abessyniërs af te snijden. Ook bij de rivier Takazzé maken de Ita liaansche troepen voi'deringen. De Italiaan sche luchtstrijdkrachten vergemakkelijken langs het geheele front den opmarsch door bombardement en onder machinegeweer nemen van groepen Abessynische krijgslieden die, gezien worden op vrij grooten afstand van de algemeene opmarschlinie der Italia nen, want tot düsvérre heeft deze opmarsch nog geen enkelen werfcelijken tegenstand ont moet. Aan het zuidelijk front is giste-en een he vig Italiaansch bombardement begonnen, dat ook vandaag nog is voortgezet. Men ver wacht, dat Grazianï weldra opnieuw tot den aaixval zal overgaan. De correspondent van Reuter-ANP te Des- sié meldt, dat Kworam in den tijd van 24 uur nog weer twee luchtbombardementen heeft ondergaan. Tijdens het eerste bombardement hebben de Italiaansche vliegtuigen de vlakte van Kworam en de omliggende heuvelen ge durende een uur bestookt. Er zouden tal van dooden zijn gevallen, waaronder twee vrou wen. Aan het tweede bombardement namen twee Italiaansche vliegtuigen deel. Het duurde drie kwartier. Men vraagt zich af of de Ita liaansche vliegers niet wederom op zoek wa ren naar het kamp van den negus. Een telegram uit Eritreesche bron meldt, dat ongeveer twintig Abessyniërs, die door Italianen geindentificeerd zijn als deelnemers aan de onlangs gepleegde slachting van vijf tig Italiaansche arbeiders, die werkzaam wa ren bij den aanleg van wegen verrast werden door Italiaansche troepen in een hol, waar zij zich verborgen hielden. Zij zijn gefusilleerd Op hen had men verschillende voorwerpen en bankbiljetten gevonden, die het eigen dom waren geweest van de afgemaakte ar beiders. (Copyright Reuter-ANP) ONZE DACEUJKSCHE KINDERVERTELLINC. Hier zie je, dat de appel werkelijk een bijzondere kracht heeft. De hertog heeft nog niet eens een vollen hap genomen of de verandering voltrekt zich reeds. De man weet eenvoudig niet wat hem overkomt! Sprakeloos van vreugde en verbazing, ziet hij hoe hij weer precies zoo wordt als vroeger. „O, dokter," roept hij blij uit. „Hoe heb je dat zoo gauw voor elkaar gebracht? Kijk eens, mijn pak is me ineens wel vier keer te groot. Het zwabbert me om het lichaam. Nu kan ik mij weer overal vertoonen, nu ben ik weer de echte hertog van Bekaggelstein!" En Thijs? Die staat er maar tevreden lachend bij. „Weet u waar die dikte gebleven is?" vraagt hij tenslotte aan den hertog. „Niet? Nu, dan moet u dat maar eens aan uw neef Claudius vragen!" Achter de coulissen van het officiëele betalingsverkeer. DOOR GEORG BERNHARD. Georg Bernhard, vroeger hoofdredacteur van de thans opgeheven Vossische Zei- tung" en financieel expert van interna tionale bekendheid behandelt in dit artikel de maatregelen van dr. Schacht, voorzoover zij zich achter de coulissen van het Duitsche financieele tooneel afspelen. De schrijver concludeert, dat in Duitschland een toestand van zuivere inflatie heerscht. De leer der economie leek vroeger een droog wetenschappelijk gebied, van welker studie vele jonge studenten, die een hooger ideaal zochten, zich dikwijls al na de eerste acade mische examens afwendden. Den laatsten tijd echter schijnen Mystiek en Kabbala het wetenschappelijk gebied veroverd te hebben. Want hier gebeuren bijna evenveel wonderen als in de hemelsche sferen, waarmede de theologische faculteiten zich bezig houden. Prof. Georg Bernhard. Het typische wonderland der, economie is sedert drie jaar het Duitsche Rijk, waar in derdaad tusschen hemel en aarde veel dingen gebeuren, waarvan onze schoolwijsheid voor dien niet gedroomd had. De groote heksen meester is daar dr. Hjalmar Schacht, die als president de Duitsche Rijksbank leidt en te gelijkertijd als oppermachtig bevelhebber van de Duitsche staathuishoudkunde fungeert. Aan zijxi tooverkunst is het te danken, dat de Duitsche rijksmark tot op den huidigen dag den hoogsten koers van alle valuta ter we reld aanwijst, ofschoon de biljetten van de Rijksbank met niet veel meer dan twee pro cent in goud gedekt zijn. Dat „Duitsche wonder nummer 1" laat zich niet gemakkelijk langs rationeelen weg ver klaren. Want er is een behoorlijke mate prac- tische eix theoretische kennis van de algemee ne economie, de valutapolitiek en het geldwe zen voor noodig om eenigszins te kunnen be grijpen, hoe het in Duitschland aangewende gecompliceerde systeem van verordeningen functionneert bij het verbod van in- en uit voer van bankbiljetten, contingenteering van deviezen en het verhinderen of opschorten van schuldbetalingen in het buitenland en hoe één-en-dezelfde mark in ongeveer twee do zijn vormen voor totaal, verschillende waarden bruikbaar gemaakt kon worden. En wanneer iemand er tenslotte achter gekomen is, hoe het apparaat in elkaar zit en hoe het werkt, dan zal hij, meer nog dan over dit resultaat, verwonderd zijn over het feit, dat de Duitsche autoriteiten zelve er „überhaupt" kans toe zien uit de slingerpaden van het monetaire doolhof wijs te worden. Het buitenland kan dat allang niet meer. De tweede, nog veel zonderlinger ervaring, welke diegenen opdoen, die zich uit nieuws gierigheid, belangstelling of zakelijken dwang met de eigenaardigheden van het Duitsche economische leven bezighouden, is, dat blijk baar de hoeveelheid van het in het Derde Rijk in omloop zijnd geld niet overeenstemt met de in werkelijkheid aan den dag tredende behoeften der Duitsche staathuishoudkunde. Er zijn over deze behoeften sinds eenigen tijd in alle deelen van de wereld berichten en sta tistieken in omloop, waarvan de juistheid ook in Duitschland zelf niet meer bestreden wordt. Zij hebben betrekking op den kant der uit gaven van het Duitsche budget. De Duitsche rijksuitgaven bedroegen in het „Bruening- sche" deflatietijdvak rond acht milliard mark. Zij zijn in het begrootingsjaar 1934/1935 tot 10y2 milliard gestegen. Een raming voor het jaar 1935'1936 is totnogtoe niet bekend ge maakt. Men kan uit dit feit alleen al opma ken, tot welke hoogte de uitgaven inmiddels gestegen moeten zijn. Verder weten wij, dat de openbare schuld van het Duitsche Rijk op het oogenblik bij na de 30 milliard Mark beloopt. Daarvan zijn slechts 10.6 milliard Mark geconsolideerd. 17,4 milliard mark is als vlottende schuld in omloop. Het Rijk spreekt officieel altijd van een vlottende schuld van drie milliard, doch ontkent anderzijds niet, dat voor de overige 14IA milliard mark werkverschaffingswissels, wissels van alle staatslichamen die met de be wapening te maken hebben, en wissels van alle andere mogelijke openbare instanties, in het bijzonder gemeenten en provinciën, in omloop zijn. Aan de hand van deze cijfers kan men in de eerste plaats met betrekking tot de Duitsche staathuishoudkunde het volgende feit con- stateeren: Als koopkracht fungeert op het oogenblik in Duitschland niet alleen het nor male volksinkomen, maar bovendien een be drag van ongeveer 17 milliard mark. dat door de openbare lichamen kunstmatig ge schapen wordt. Daaruit vloeit onmiddellijk een belangrijk economisch feit voort: in Duitschland worden de openbare schulden niet meer gefinancierd uit de belastingen en de leeningen, die aan den spaarzin van het Duitsche volk haar ontstaan danken, maar door middel van wissels van regeeringslicha- men, gemeenten en provinciën, welke overal geaccepteerd worden, daar de Rijksbank zich verplicht heeft de koopers van die staatswis- sels en schatkistbiljetten daarop te allen tijde de noodige kapitalen te leenen en de ge- wenschte betaalmiddelen voor te schieten. De geleerden zijn het er niet over eens, of men een dergelijke toestand, dien men vroeger zonder verdere overweging als inflatie bestempeld zou hebben, thans ook nog zoo mag noemen. Maar een zeer zonderling ver schijnsel, dat ik nu zal bespreken, is veel be langrijker dan deze naamskwestie. Vroeger placht de kunstmatige prikkel, die met een zoo sterke uitbreiding van de toegevoegde koopkracht door middel van credieten aan een staatshuishouding werd gegeven, min of meer rechtstreeks twee bank- en geldtechni- sche verschijnselen op te roepen. In de eer ste plaats stegen de omzetten der banken en de cijfers der bij haar gedeponeerde gelden ongeveer tot het bedrag der toegevoegde mil- liarden. En verder is de toeneming der biljet- tencirculatie merkbaar bij de centrale bank en wel tot die hoogte als de banken en de za kenwereld ter voltooiing hunner betaalmidde lencirculatie de hulp dezer bank inriepen. En hier is nu het punt, waar het „Duitsche wonder nummer 2" begint. Want bij de depo sito's en de crediteuren der Duitsche bank instellingen valt geen enkele belangrijke ver andering op te merken. En bij de Duitsche Rijksbank is de biljettencirculatie, vergeleken, bij het vorige jaar, nauwelijks met 500 mil- lioen mark toegenomen. De toeneming van haar overige dagelijks vervallende verplich tingen echter schommelt slechts tusschen de 200 en 400 millioen. Hoe is het nu te verklaren, dat van de meer dan 17 milliard aan vlottende rijksschuld nog niet eens een milliard in de geldcirculatie te bespeuren valt? Om het te begrijpen moet de beschouwer van dit fenomeen zich niet met het geloof aan wonderen vertrouwd maken en evenmin de meening zijn toegedaan, dat de natuurlijke kapitaalkrachten van de Duitsche staatshuishouding sterk genoeg zijn om op natuurlijke wijze de behoeften van de Duit sche bewapening en het groote werkverschaf fingssysteem te bevredigen. In werkelijkheid is hier evenmin sprake van een wonder als van een aanboring van verbor gen economische bronnen. Veel eerder wordt hier door Duitschland's heksenmeester pre cies dezelfde methode gevolgd als die, waar van de groote en kleine goochelaars uit alle deelen van de wereld zich tot verbazing van hun publiek bedienen: hij leidt de aandacht van liet publiek van het belangrijke punt af en precies zooals in het variéténummer nie mand merkt, dat het „doorgezaagde wees meisje" in het geheel niet door de haar be dreigende zaag aangeraakt wordt, zoo zien ook de nauwlettende waarnemers van het Duitsche geldwezen niet, dat de bij de Rijks bank en de gewone banken afwezige wonde ren, welke de uitbreiding der geldcirculatie en de toeneming van het geldersatz tengevol ge hebben, volstrekt niet ontbreken, maar zich op andere, voor hun blik verborgen plaatsen afspelen. Dr. Hjalmar Schacht. Van de vele milliarden der werkverschaf- fings- en bewapeningswissels ligt ongeveer drie-en-een-half milliard in de portefeuille van de Rijksbank. Hebben de koopers van het overige dan nooit geld noodig? O ja, ze kun nen het best gebruiken. Maar er is voor ge zorgd, dat zij met hun nooden niet bij" de Rijksbank komen. En voor dit doel heeft dr. Schacht een klein en een groot middel be dacht. Het kleine bestaat hierin, dat bij de afwikkeling van zaken tusschen de banken en de groot-industrie en tusschen de be langrijkste industrieele ondernemingen on derling reeds lang bepaalde strooken van de door het Rijk uitgegeven schatkistbiljetten als betaalmiddel gebruikt worden. Daardoor is de in een normale staathuishouding natuurlijke omweg via de bank uitgeschakeld en de Duit sche Rijksbank geeft daarom al sinds gerui- men tijd nieuwe biljetten van boven de 1000 mark zoo goed als niet meer uit. Het tweede, het groote middel, is echter de oprichting van speciale discontobureaux. Wanneer de industrieelen, aan wie de meeste leveringen in werkverschaffings- en bewape ningswissels betaald worden, deze wissels hun nerzijds weer voor betalingsdoeleinden willen gebruiken, dan kunnen zij die noch bij de Rijksbank noch bij hun eigen bank aanbie den, doch moeten zij ze naar de bedoelde dis contobureaux brengen (welke niet als banken beschouwd worden en daarom haar balansen niet maandelijks behoeven te publiceeren). Over dat tegoed kunnen zij slechts in zooverre beschikken, dat zij ten laste daarvan over schrijvingen kunnen laten verrichten op de rekeningen van andere industrieelen op het zelfde discontobureau. Zoo voltrekt zich dus achter de cou lissen een in vele milliarden loopend officieus betalingsverkeer, waarover geen officieele gegevens bestaan. En dit verborgen betalingsverkeer toont de ware kenmerken van de in Duitsch land heerschende inflatie aan. Wanneer men de cijfers eenigszins nauw keurig kende, zou men ook de hoogte van de Duitsche inflatie precies kunnen bepalen. Door deze „vrucht van den boom der kennis" zou de economische toovertuin echter onmiddel lijk beroofd worden van het aureool van een paradijs, waarin de menschen door wonderen gevoed worden, terwijl zij overal elders in het zweet huns aanschijns tegen de crisis moeten vechten. (Nadruk verboden )A

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 6