Stookt
Teeuwen's
Accountancy - Belastingzaken
I
BRECHCOKES
ANTHRACiET
De bouwverordening
ALLEEN
flaatstajdeh.
GRAN1T0 AANRECHTEN
KLEERMAKERIJ
SUCCESSIEAANGIFTEN
ZATERDAG 21 MAART 1936
HAARLEM'S DAGBLAD
16
(BETERE BRANDSTOF IS ER NIET)
HEEMSTEDE TELEF.
28037
Een voorbewerking die zonder
moeite Uwerzijds U een keurig
sluitend en gemakkei ij k
zittend boord en das verzekert
©VECtiEMDÊM VANAF 20"
BOOR DEM STIJF 8"
BOORDEh SLAP 6"
2C- p. K.G. GEDEELTELIJK GEMArtCELD
tl- n K fn ALLES GEMAnGELD CCK STIJESELGOED
r. UITGEZOP1DERD DE FIJHE WAS
Tf) CT n K r„ ALLES GESTREKEn Efl GEVOUWEH
r. bV™» UITGEZONDERD DE FIJNE WAS I
Als hel i/atojaae woedt.
Lentewolken boven het duin.
e Sprookjeseilanden zijn een paar
kleine, rotsige eilandjes voor de
Zweedsche kust, slechts bewoond
door de zeevogels en hun bewakers.
Op die eilanden vertoefde de Zweedsche vo
gelfotograaf Bengt Berg geruimen tijd, en hij
wijdde er een van zijn mooiste boeken aan.
Een fragment daaruit, waarin hij beschrijft
hoe het lente wordt, een betooverende lente op
deze oogenschijnlijk kale klippen, willen wij
hier voor u vertalen. Bent Bergs verhaaltrant
heeft iets eigens, waardoor men onwillekeurig
bekoord wordt. Het verhaal heeft maar wei
nig handeling en toch is er een climax, die
echter langzaam weer wegebt, zonder tot een
uitbarsting te komen. Hij is niet hartstochte
lijk, doch hij is een scherp en verfijnd opmer
ker en zijn beelden verrassen door juistheid
en frischheid.
Nergens omarmt de lente hartstochtelijker
een plekje grond, dan zij het een eiland in
zee doet. En nergens verlangt het land zoo
hartstochtelijk naar haar warmte.
Een schepsel, aan handen en voeten geboeid,
rekt zijn schouders de bevrijding tegemoet. En
als de eerste krachtige Zuidenwind over de
Oostzee reist en de vloed begeerig het ijs
afknabbelt, dat de winter op het strand ach
terliet, dan is het, alsof in dit uur der bevrij
ding de rotsen zich hooger oprichten. Doch
het is slechts de warmte, die de lucht doet tril
len, zoodat het lijkt alsof ze grooter zijn.
Toen de hooge zeeën uit het Noorden voor
bij trokken, leek het alsof zij over de toppen
der eilanden rolden. Maar met de warme da
gen is de zwerflust der eilanden ontwaakt.
Zij hebben geen geduld om te wachten. Zij
willen zich niet langer buigen onder het juk
van den winter. Terwijl de golven uit het
Zuiden in het zonlicht oprukken, zijn zij op
gestaan. Zij zijn „van de ankers losgeslagen.
Het zijn niet meer de golven, die naar het
Noorden trekken, Het zijn de eilanden, die de
ankers losgeworpen hebben en zuidwaarts
zeilen. Met zonnegoud beladen volgen ze den
zelfden weg, dien eens de koningen der Vi
kingen gingen.
Heeft de winter de eilanden met koude en
stormen gekweld, des te meer heeft de lente
goed te maken. Daarom komt zij ook met be
tere voornemens daarheen, dan naar grootere
en rijkere landen. Alsof haar hart bij den
aanblik der armzalige klippen geroerd wordt.
Als wilde zij hen al het leed doen vergeten,
dat de eilanden ondervonden, sinds de zomer
hen verliet.
Met zachte, warme hand strijkt zij over de
aarde, om haar te troosten, en alle knolletjes
en zaadjes die als beangstigde wezentjes in
hun spelonken schuilen, moed in te blazen.
Eiken dag dringt de warmte verder in de
kloven door en smelt de orgelpijpen der ijs-
banken. De jachtsneeuw, die de laatste storm
daar achterliet, smelt weg en vormt kleine
beekjes. Ernstig en doelbewust beginnen zij
hun weg, langs den bergwand omlaag, maar
voor ze halverwege gekomen zijn, begint de
wind er mee te spelen en in een oogenblik zijn
ze in ontelbare droppels uiteen geslagen.
De rotswand tracht begeerig eiken zonne
straal op te vangen. Er komt een heldere,
gouden schijn over de wanden, waar de don
kere vochtplekken verdwijnen. Het aangezicht
der klippen wordt vriendelijker. De mossen
aan den rotswand krijgen warmere tinten,
waar het smeltwater erover vloeit.
Op de heide, boven, gloeit de zon. Ze zoekt
elk plekje op, waar maar een vleugje leven
schuilen kan, verwarmt het en herinnert er
aan, dat ze weer terug is. Dat de lente zelf
gekomen is en dat alles moet ontwaken.
De bolletjes en de knollen der orchideeën
vullen zich met sappen, en willen den grond
uit. Maar nog is de slaap te vast en spelen ze
het niet klaar. Nog is de aarde hard en zijn de
rotsplaten eronder koud.
Dan komen op een dag bolle wolken uit het
Zuiden aanzeilen. Boven Gotland verminde
ren ze hun snelheid, en volgen de kust. En als
hadden ze tot hun verwondering de klippen
daar in zee ontdekt en begrepen, dat ook daar
een plekje aarde uit den sluimer gewekt moet
worden, zoo komen ze dichterbij en storten
hun tranen over de eilanden.
De dorstige aarde drinkt, zij ontdooit en
wordt wakker. Uit het kleinste spleetje, dat
maar een weinig je aarde kan bevatten, komen
de schoonste bloemen te voorschijn.
De gouden adonis heft het als in droom
gebogen hoofd uit de aarde en opent het stra
lende oog om de zon te begroeten. De stengel
is maar kort, want de lentewind kan met onge
kende kracht over de klippen vegen en slechts
zij, die op korte stelen bloeien, weten dan hun
zaden te behouden.
De tallooze kruiden tasten met duizende
ranken om zich heen. Ze kruipen over de stee-
nen en verheffen zich op de korte stelen, om
te zien, of ook anderen al wakker zijn. Hun
bladeren zijn sappig en hun sterke geur ver
telt ons van lang onderdrukte verlangens, zich
te mogen vermeerderen.
Beneden, in de vlakke dalen, staan tusschen
het dorre gras de orchideeën, als de hofstoet
van een dwergenkoning. De forsche roode har
lekijnsorchissen zijn de koningen en prinsen,
de slanke, welriekende nachtorchissen zijn de
koninginnen en prinsessen*. De kleineren, die
zich ertusschen waagden of ver naar voren
schoven, waar de grond schraler is, vormen de
pages en de krijgslieden. Een paardebloem, die
wie-weet-waarvandaan gekomen is, kon de
hofnar zijn, met zijn breeden glimlach.
Met de zachtkabbelende golven ontwaakt al
het leven der zee weer. Alles, wat zich in het
duister der diepten verborgen hield, komt nu
voor den dag. Alle voor den mensch onzicht
bare organismen, die de koude verdreef, vat
ten nu weer moed en komen in grooten getale.
Met hen komen grootere en nog grootere, die
van de kleinere leven.
De visschen zwemmen vlak onder de opper
vlakte, als om te laten zien ,hoe hun schubben
in het zonlicht glanzen. De kabeljauw duikt
uit de donkere diepten op en beklimt de rots
drempels, het licht tegemoet. Hun groote
oogen loeren naar prooi. Buiten, waar de zee
ondiep is, zijn de haringscholen zoo dicht, dat
het water gesmolten zilver lijkt.
Kleine trage slakken kruipen aan den oever
over de steenen. Op de platte blokken voor de
kust liggen de robben tegen het zonlicht te
knipoogen.
De zee is plotseling vol leven. En ook het
strand en de klippen en de rotswand. Want
aangelokt door alles, wat de zee biedt, zijn
ook de vogels gekomen.
Zij zijn gekomen van de vlakke oevers van
Gotland, die in den winter beter tegen den
wind beschermd waren en van de banken in
de Oostzee en van de scheren van het Zweed
sche vasteland. Maar de meeste zijn uit het
Zuiden gekomen, dag en nacht doorvliegend
om de eilanden weer te begroeten, die hen
meer aantrekken dan wat ook ter wereld.
De meesten wisten wel, wat hen daar
wachtte. Een klein strand, om een nest te
bouwen, of een smalle richel van den rots
wand. Zij zullen er om moeten vechten. Vech
ten om het te vermeesteren en vechten om het
te behouden.
De raaf zal misschien hun eieren stelen en
de mantelmeeuw zal hun jongen rooven en de
slechtvalk zal hen den een of anderen dag
overvallen, als er geen redding meer mogelijk
is. Maar desondanks moesten ze erheen. Des
ondanks vliegen ze regelrecht naar het Noor
den en gunnen zich onderweg nauwelijks tijd
om te eten. Voorwaarts gaat het, vleugel aan
vleugel En als er een door een windstoot uit
het gelid geworpen wordt dan moet hij zich
dubbel inspannen om weer mee te komen.
Zoo reizen ze, zonder rusten tot hen de eilan
den eindelijk van uit de verte toewenken.
Het eerst kwamen de groote meeuwen met
hun sneeuwwitte lentekoppen. Met hen kwa
men de zaagbekken terug van de Gotlandsche
banken en begonnen onmiddellijk voor de
kust te visschen. Ook een paar wilde eenden
arriveerden, ter versterking van de kleine
schare, die voor de eilanden overwinterd had.
Op een vroegen lentemorgen kwamen de
alken in kleine troepjes, doch ze vertrokken
al spoedig weer, alsof ze er zich slechts van
wilden overtuigen, dat hun eilanden er nog
waren.
Zoo ging het ook met de zeekoeten. Geen
van hen vloog omhoog naar de rotsen. Ze la
gen vertrooid voor de kust of doken samen
met de ijseenden, die hier nog maandenlang
zouden moeten zingen, voor hen de lente naar
de Fjallsee roept.
Slechts de meeuwen streken neer en zaten
peinzend op de rotsrichels, alsof ze verwacht
ten, dat er iets gebeuren zou.
Toen kwamen eindelijk de eidereenden, en
met hun komst werd de ban verbroken. Zij
waren talrijk en verdeelden zich onmiddellijk
paarsgewijs over het strand. Ze doken op on
diepe plaatsen en waggelden onhandig over de
rotsblokken. De woerden pronkten en lonkten.
De wijfjes gluurden verstolen naar het strand,
waar weldra het nest zou liggen.
De bergeenden arriveerden en vlogen gak-
kerend aan den voet der rotsen heen en weer,
op zoek naar het nesthol van verleden jaar.
De zaagbekken, die de eerste broeders zijn,
haastten zich, beslag op hun spelonken te leg
gen. De slechtvalk kwam terug, om samen
met de raaf de bevolking te brandschatten. De
groote meeuwen, boven op de rotsen werden
steeds talrijker.
De zwarte zeekoet kwam terug en de rots
pieper en de spreeuwen. De scholeksters rie
pen tot de echo van alle wanden terugkaatste.
En toen -op den eersten warmen dag
kwamen de alken terug, om de rotsen te be
volken.
Dan leven de rotsen weer leven ze door
het bedrijvige gedoe der vogels.
Als de winter hard was, dan wordt het nu
licht vergeten. Niemand herinnert zich meer
de kou en het verlaten strand. De raaf mis
schien? Die heeft een scherp geheugen.
Niemand herinnert zich nog de sneeuw,
die zich in de kloven ophoopte. Nu schijnt de
zon, waait de Zuidenwind. Een zon om tegen
te knipperen met verheugde blikken en een
wind, om de veeren te laten drogen.
Nu is het de tijd om te snateren en een bee
tje te krakéelen. Nu zijn de dagen heet en de
nachten zoel.
Nu is het de tijd om een kameraadje té
zoeken en een rotsricheltje, om met hem op
te wonen.
Nu is het de tijd om een ei te leggen, of
meer eieren, en dan voor de hongerige kinde
ren te zorgen. Maar daar maken ze zich geen
zorgen over.
De rotsdx'empels,, en ondiepten vormen een
geweldigen, rijk voorzienen disch en de zee
schenkt met gulle Tjand van haar overvloed.
In die zee leeft alles,, wat een vogel daar op de
rotsen maar wenschen kan, En daarom zijn
opnieuw aller oogen op de zee gericht.
Ook schoonmaak in de kinderkamer!
bevat bepalingen voor de soliditeit en veiligheid van trappen. OF de huisvrouw of uw personeel den hals breekt op een prul van een
huistrap van enkele dubbeltjes, daarvoor bestaat geen verordening, daar moet uzelf voor zorgen. Oaat ook bij u, veiligheid voor alles,
kijk dan uit dat het stempel der Klompencentrale op uw trap staat. De Klompencentrale levert overal heen franco thuis. Telefoon 11784
OOK ZATERDAGS
Warmoesstr. 28
[||||IIIIII!II!IIIIIIII!IIIIIIIIIIIII!IIII!IIIM
lllllllllllllllllililllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllli
WAAR KOOPT U
een GOED KARPET, VLOERBEDEKKING. GORDIJNEN,
LOOPERS, BEDDEN, DEKENS, SPREIEN, TAFELKLEEDEN. enz.
tegen wekelijksche of maandelijksche betaling en concurreerende
prijzen Bij
v. RIET'S GOEDERENHANDEL, KLEVERLAAN 80, Telef. 12405.
(Geen winkel, doch gesloten magazijn.)
Ook verkrijgbaar HEERENCOSTUUMS en DAMESMANTELS
en REGENKLEEDING.
Accountantskantoor TH. W. BLIKSLAGER ZOON,
Leden van het Nederl. Instituut v. Accountants.
AMSTERDAM, HEEMSTEDE,
20-21, P.H.Kade, Geb. Mercurius 22 Landzichtlaan - 10 Postlaan,
Telefoon 41420, 40097. Telefoon: 28046, 28439.
met zuurvasten bakbodem. Granitovloeren in badkamers,
keukens, gangen, portieken, winkels, etc.
NIMIS BETONBOUW N.V. Pres. Steijnstr. 7. Tel. 11703.
Wij kunnen U een ONPARTIJDIG ADVIES geven,
omdat wij 35 verschillende merken in voorraad hebben, o.a.
ƒ28.—
Ameg Junior
29.50
Ami
35.—
Mercedes
35.—
Torpedo Populair
45.—
Standaard
65.—
Super
85.—
Junior
Duplex
49.—
75.—
95.—
80.—
82.50
84.—
85.—
Sweeper Vac
Vampyr
Protos
IN HUURKOOP VAN 40 CENT AF PER WEEK.
De Stofzuiger Centrale HAGEMAN,
HAARLEM GED. OUDE GRACHT 52 TELEF. 12762
Voor PRIMA
STOFFEERWERK
Meubelstoffeering
GEBR. v. GEMERT
Winkels:
Ridderstr. 34 - KI. Houtstraat 48
Weideplaatsen
Nieuwe Gracht, bij de Jausbrug
Stoelen overtrekken ni. leer 1.50
met Moquette 2.00.
Vr. vrijblijvend prijsopgave voor
't overtrekken van uw meubelen
voor beter maatwerk, groote
voorraad Engeisehe en Schot-
sche stoffen. Nieuwste dessins.
J. TH. MÜHLSCHLEGEL
IiCidschevaart 242. tel. UOfiS
MODE-ACADEMIE S. H. HUNTELAAR,
KLEVERPARKWEG 130 TELEF. 14802.
GEDIPLOM. LEERARES NED. MODEVAKBOND.
OPLEIDING examen Costumière, Coupeuse en Leerares.
CURSUS in knippen en naaien ter vervaardiging van eigen
kleeding. Aanmeling leerlingen dagelijks.
worden op deskundige wijze opgemaakt door het
Bureau voor Successiezaken en Hypotheken
H. F. SCHRAMEIJER
(oud-ambten. Successierechten en oud-chef de bureau van het
notariaat)
LEIDSCHEVAART 324 HAARLEM TELEFOON 10605.
Tevens vervaardigen wij in onderhandschen vorm en volkomen
rechtsgeldig volgens de wet
BOEDELSCHEIDINGEN BOEDELBESCHRIJVINGEN EN
ALLERLEI CONTRACTEN.
W Bil ONS BESPAART MEN HOOGE KOSTEN
Volledig advies 1.
Die een huistrap in een speelgoedwinkel koopt, is het goedkoopste boven en het vlugste weer beneden.
De Klompencentrale verkoopt speciaal veilige trappen tot 20 treden hoog op het Pleintje, Reitzstraat 1 en Pr. Leijdsstraat 10, Telefoon 11784