Winkels Stoffenhuis
CADEAU
ten foêtm die instaat
WINKFI Q ST0FFEN"l
karpetten
VOORJAAR 1936
Wtót'Ö^TAPIJTEN
HOLTAP, AXMINSTER, HAARVELOURS, WILTON, enz.
De schoonste vrouw van Egypte
VLOERBEDEKKING, LINOLEUM, INLAID ENZ.
looperscnQvirloopers loopers
Dames,
All één deze week
geeft
EEN LEUK WEEK-END KOFFERTJE
Opklapbedden
ZATERDAG 21' MAART 1936
H A A R E E M'S D A G B E 'A D
20
bij aankoop van slechts f
datnes kJdt tyij, tnet zoo-'tt leuk, kofifecife lo&fien 1
Komt dan de-ze week
(dj- Winkels" Uw sieren keepen
W® i 11 l%tg|LONOVERTROFFEN
GR. HOUTSTRAAT 11-13
Telefoon 14044
GEM. CRONJEsTR. 79. H N.
Telefoon 16967
met massieven ombouw 8.25.
2 pers. 14.75. 20 modellen. Eer
ste klas, 15 jr. garantie. 2 pers.
prima Java kapok bedstel, pracht
damast 24.50. Gesloten huis.
OIUOXWEG 8. HAARLEM Xrd.
GARAGE HARTOG
TURFMARKT 18 en 26 - HAARLEM - TELEFOON 16066.
Het adres voor het huren van Luxe- en Vrachtauto's,
zonder chauffeur. RUIME GELEGENHEID TOT STALLING,
vanaf 6.per maand, inclusief onderhoud.
^0*S3slin Wi' b'eïlen U een
enorme collectie
w 'n a"e ma*eri en
m diverse
kwaliteiten.
Bij de Glip op de grens van Heemstede en Bloemendaal vindt men dit schilderachtige
plekje. Deze foto is verleden jaar in de lente gemaakt. Op den voorgrond langs het water
staan de mooie voorjaarsbloemen.
over de groote rivier tot bij Memphis en, als
beschouwde hij hier zijn zending als ge
ëindigd. liet. hij daar de sandaal vlak voor
den rechterstoel van koning Psammetichus
vallen.
De Vorst zat in de open lucht, dicht bij
de poort van de stad; hij hield zich bezig met
recht te spreken te midden zijner onderda
nen. De zon scheen fel; aanklagers en ver
dedigers muntten uit door hun vindingrijke
en onuitputtelijke verbeeldingskracht, zoo
dat Psammetichus er meer dan genoeg van
begon te krijgen. Zijn gedachten dwaalden af
en hij verviel in de meer aangename tijdpas-
seering van het bouwen van luchtkasteelen.
Geen Oosterling is in staat een luchtkasteel
te bouwen, zonder zich daarin een meesteres
te denken. Zoo schiep Psammetichus zich
dus voor zijn ideaal-kasteel een ideale mees
teres. Z'n verbeelding schilderde hem haar
met de oogen van een gazel, de stean van een
nachtegaal, de lenigheid van een panter, den
zang eener godin, en terwijl zijn gedachten
nog toefden bij de fijngevormde voetjes, die
den grond, welken zij betraden, ternauwer
nood zouden aanraken, viel daar op eens de
sandaal uit de lucht en wel vlak voor zijn
koninklijke voeten! Verbaasd en verontwaar
digd sprong hij op, keek eerst naar boven,
waar hij niets zag dan de blauwe lucht, en
toen naar beneden, waar hij de sandaal aan
zijn voeten zag liggen. Vervolgens bukte hij
zich en raapte haar op, want niemand durfde
er ook maar één vinger naar uit te steken.
Was deze sandaal het eigendom eener
godin? Neen; wel was het een allerliefst
klein, maar toch zeker een aardsch schoen
tje. Toen werd hem opeens alles duidelijk,
't Was een antwoord der goden op hetgeen
hij zich eenige oogenblikken tevoren ge-
wenscht had. hij had. zich immers een
luchtkasteel gebouwd en zie hier nu de
meesteres. „Dat er een onderzoek gedaan
worde", zoo riep hij uit. „naar haar, wie deze
sandaal toebehoort! Dit zal het teeken zijn,
waaraan ge haar herkennen zult: zij, wie het
schoentje past en in wier bezit de andere ge
vonden wordt, en die tevens het zinnebeeld
van de zool zal kunnen verklaren, zij is de
rechtmatige bezitster. Geleid haar voor mij
en ik zal haar tot koningin verheffen!"
Op staanden voet werd het bevel ten uit
voer gebracht; de boodschapper vertrok op
zijn ontdekkingsreis.
Vele dagen reisde hij den Nijl af en overal
verkondigde hij het besluit van Psamme
tichus, terwijl hij de sandaal op een kussen
voor zich uit droeg. En in welk gedeelte van
Egypte hij ook kwam, overal had er een uit
halen van kasten en een opschommelen van
afgedankte schoenen plaats, in de hoop dat
de andere wonderbaarlijke sandaal gevonden
zou worden. Doch geen kwam er te voorschijn,
en mistroostig bleven de maagden achter!
Eindelijk bereikte de koninklijke bood
schapper Naucratis. Toen Rhodopis de afkon
diging van 's konings besluit hoorde, schoot
haar te binnen wat met haar sandaal ge
beurd was. Ze begreep, dat zij het was die
door den koning gezocht werd. De afgezant
werd bij haar toegelaten en ja, eindelijk, ein
delijk paste de schoen!
„En hier", zoo riep Rhodopis uit, ,,hler Is de
ontbrekende sandaal. De reden waarom ik
deze zinnebeeldige vobrstelling op de zolen
draag is deze: gelijk Griekenland door mijn
schoonheid geboeid wordt, zoo zal ook Egypte
en Egypte's vorst dit zijn!" Daarna ging zij
met hem mee naar Memphis.
Toen de koning, die zijn ongeduld over het
lange wachten bijna niet meer bedwingen
kon, haar zag, bezweek hij aanstonds voor
haar bekoring: hij vervulde zijn belofte en
verhief haar tot koningin.
En lang zat de rozewangige Grieksche aan
de zijde van Psammetichus op den troon van
Fharao.
I
Primula.
In Vloerbedekking
kunnen wij U een
BUITENGEWONE
SORTEERING
aanbieden tegen
bill ij ken prijs
zooals:
OOK IN TWISTED MATTEN - VERTO TAPIJT,
ZIJN WIJ GOED GESORTEERD.
^xminsier-Moqtielle,HStl, in. JEinnen
fBcxiclé-en Wol. |npi|F|| en Wasdoek. ,n user dan 100
idessins voorradig
LJHBBHSB. Verschillende
breedten
'V- SS en soorten.
BOUCLé, HAARVELOURS, VELVET, AXMINSTER ENZ.
OOSTWALD
Was eerst Asschepoester,
daarna Koningin
Idegereen kent de geschiedenis van As
schepoester, gelijk Moeder de Gans ons
die vertelt, maar waarschijnlijk weet
niet iedereen, dat ook het Land der
Pyramiden zijn. „Asschepoester" heeft beze
ten. En toch is dit zoo; de oorspronkelijke
tekst van haar geschiedenis ligt begraven
onder de grafzuil van den laatsten Vorst der
zesentwintigste dynastie.
Er is slechts één merkwaardig verschil tus-
schen de beide lezingen, doch juist dit eene
geeft een romantische tint aan de oudere le
zing. De vorstelijke aanbidder van onze As
schepoester wordt door het verloren bal
schoentje op het spoor van zijn verdwenen
Dulcinea gebracht. Het Egyptische sprookje
zegt ons, hoe Koning Psammetichus, alleen
op het zien der kleine sandaal, een vurige
liefde voor de hem onbekende bezitster in zich
voelde ontwaken.
De Asschepoester der Oudheid was een
schoone Grieksche vrouw. Sappho noemt
haar Doricha; waarschijnlijk is dit ook haar
werkelijke naam geweest, doch de Grieken,
bij wie de blankheid van de huid voor een
der voornaamste eischen van vrouwelijke
schoonheid gold, gaven haar, uit hoofde van
haar gelaatskleur, den naam van „Rhodopis"
(Rozewang)Onder dien naam is zij in de ge
schiedenis bekend.
Bij verschillende schrijvers vindt men mel
ding van haar gemaakt, doch de eigenlijke
geschiedenis van het schoentje berust op het
gezag van Aelianus. Volgens hem was Psam
metichus de held in het verhaal der Egypti
sche Asschepoester. Er zijn drie koningen
van dien naam geweest; de door hem bedoel
de is vrij zeker de derde (Psammetichus III),
de laatste vorst uit de Saïtisohe Dynastie,
die door Cambyses den Pers overwonnen en
afgezet werd.
Rhodopis was oorspronkelijk een slavin, een
lotgenoote van Aesopus den fabeldichter. Zij
woonde in het huis van Jadmon van Samos.
Evenals de heldin uit het latere sprookje,
moest zij allerlei ruw en grof werk verrich
ten. Tot zoover bestaat er dus nog al eenige
overeenkomst tusschen de twee lezingen.
Evenals Asschepoester bezat ook Rhodopis
een peettante, doch deze, Aphrodite, was
veel machtiger en milder. Zij maakte haar
beschermeling door middel van Charaxus,
den broeder van Sappho, vrij, en overlaadde
haar met rijkdommen. Rhodopis wilde haar
naam onsterfelijk maken door een tiende
deel van haar bezittingen te bestemmen voor
het koopen van een tiental ijzeren braadspe-
ten, die zij in den Tempel van Apollo te Del
phi liet plaatsen, waar dit merkwaardig ge
schenk nog ten tijde van Herodotus te zien
was.
Sommigen waren van meening, dat zij een
der Egyptische Pyramiden bouwde doch He
rodotus merkt naar aanleiding hiervan op,
dat zij, die dit beweren, er klaarblijkelijk niets
van weten. Rhodopis moge dan niet zoo een
voudig als onze Asschepoester geweest zijn,
het geluk was haar in elk geval veel gunsti
ger gestemd. Als het waar is, dat haar koet
sier, paarden, en rijtuigen, ratten, muizen en
pompoenen zijn geweest, dan hebben zij
toch nooit hun oorspronkelijke gedaante
weer aangenomen.
En evenmin werid zij ooit door een ont
goochelende klokslag naar haar plaats aan
den keukenhaard teruggezonden met één
schoen aan en één schoen uit. Voor haar had
de klokslag van twaalven geen waarschuwen
den klank. Zij verloor haar schoentje ook
op geheel andere wijze.
In haar tijd moet zij de schoonste vrouw
geweest zijn van Egypte. Zij woonde te Nau
cratis, een haven aan den Kanopischen tak
van den Nijl, door kolonisten van Milete on
der de vorige regeering gesticht. Ofschoon zij
een Grieksche van geboorte was en in een
Grieksche stad verblijf hield, schepte zij er
van tijd tot tijd behagen is, de Egyptische te
spelen en de zeden en gebruiken van haar
nieuw vaderland aan te nemen. Zoo gebeurde
het bijv., dat zij op een goeden morgen, vóór
de zon nog hoog aan den hemel stond, zich,
gelijk weleer Pharo's dochter, met haar vol
gelingen naar de rivier begaf, teneinde een
bad te nemen.
Dicht bij den oever verliet zij haar draag
stoel en zocht een afgelegen kreek op, waar
zij, beschut door de gevederde papyrus, onge
stoord zou kunnen baden en beveiligd zijn
voor onbescheiden blikken. Toen zij een plek
naar haar zin gevonden had. riep zij haar
volgelingen om haar bij het ontkleeden be
hulpzaam te zijn. Nu bestaan de oevers van
den Vader der Stroomen op sommige plaatsen
uit zeer harden grond 'n mengsel van zand
en klei door de zon gezengd die wel wat
ruw is voor teergevoelige voetjes. Rhodopis
deed dan ook haar sandalen niet uit vóór het
■^ogenblik, waarop zij in het rustige, koele
water stapte, waarin haar gedaante even
blank uitkwam als de lotusbloemen om haar
heen.
Half wadend, half zwemmend speelde en
dartelde zij zich verheugend in het zuivere
genot van te leven gelijk de luchthartige
vlinders, die om de biezen fladderden. Ze
plukte handenvol lotusbloemen om ze ver
volgens weer weg te werpen. Tenslotte liet ze
zich, in een droomerige stemming, op haar
rug liggende, door den stroom voortdrijven,
terwijl zij aan haar gedachten over allerlei
onderwerpen in het algemeen en over zichzelf
in het bijeonder, den vrijen loop liet.
De sandalen waren intusschen blijven lig
gen waar de beeldschoone draagster ze had
uitgetrokken. Ze lagen daar juist nog zooals
zij ze verlaten had. Ze waren versierd met
borduursel in goud en allerlei schitterende
kleuren, volgens een zonderling patroon,
waarop ook de nooit-ontbrekende lotusbloem
voorkwam. Maar het merkwaardigste van
alles was, dat de binnenste oppervlakte van
de zool, waarop haar voetje rustte, prijkte
met de afbeelding van een gevangene met de
armen geboeid, op de eene sandaal een
Egyptenaar en op de andere een Griek voor
stellende beeld van de heerschappij hun
ner bezitster over de harten van twee na
tiën.
Nu wilde het toeval, dat zich juist boven
deze plek een donker vlekje tegen de golvende
blauwe lucht afteekende. 't Was een arend,
die zich in uitgestrekte vlucht door het he
melruim bewoog en wiens blikken werden ge
trokken door de sandalen, die in het zonlicht
schitterden. Of de vogel dacht, dat ze goed
zouden zijn om te eten of dat hij een dier
van zeer ontwikkelden kunstsmaak was, doet
er minder toe. Doch de arend schoot lijnrecht
naar beneden, op de sandalen af en nam er
een van mee.
Door het geruisch der vleugels uit haar
droomen opgeschrikt, kreeg Rhodopis den
grooten vogel, juist toen hij weer wegvloog,
in het oog. Verschrikt gaf zij een gil en dook
vervolgens onder water. Eer zij nog van den
schrik bekomen was, en begrepen had wat er
eigenlijk was voorgevallen, was de arend met
zijn prooi reeds onzichtbaar geworden.
Natuurlijk was het toen met het baden ge
daan; haar volgelingen, die zich bezig hadden
gehouden met elkander haar wederzij dsche
geheimen te vertellen, begonnen in haar
eerste ontsteltenis alle kleeren van haar
meesteres op een veilige plaats te brengen,
als verwachtten zij, dat er een heele drom
arenden zou komen om deze mee te voeren.
Alles bijeengenomen, was de zaak echter
niet van ernstigen aard, want Rozewang had
thuis kasten vol sandalen en daarbij was
haar draagstoel in de onmiddellijke nabij
heid. Toen zij dus van haar eerste verba
zing en ontsteltenis bekomen was, dacht zij
over het geheele geval niet verder na.
Toch zou deze gebeurtenis in werkelijkheid
de oorzaak van een keerpunt in haar leven
worden. Want wat deed de geheimzinnige
vogel met zijn vondst? Aan één stuk vloog
hij met zijn prooi over de Delta, vervolgens
De berkenlaan.