Het w&kU weet koudet
HOENDERDOS
April.
EXPOSEERT
KROON BEHANGSELS
53e Jaargang No. 16187
Verschijnt dagelijks, KeKalve op Zon- en Feestdagen
Dinsdag 31 Maart 1936
HAARLEM S DAGBLAD
IHrectie; F. W. PEEREBQÜM
en ROBERT PEEREBOOM.
ABONNEMENTEN: per week ƒ0.25, per maand ƒ1.10, per 3 maanden
ƒ3.25, franco per post ƒ3.55, losse nrs. ƒ0.06. Geïllustreerd Zondagsblad:
per week 0.05, p. maand f 0.22, p. 3 mnd. f 0.65, franco p. post 0.72ï4.
UITGAVE LOURENS COSTER MAATSCHAPPIJ VOOR
COURANT-UITGAVEN EN ALGEMEENE DRUKKERIJ N.V.
Bureaus: Groote Houtstraat 93 Drukkery: Zuider Buitenspaame 12
Telefoon Nos-: Directie 13082 Hoofdredactie 15054 Redactie 10600
Drukkerij: 10122, 12713 Administratie: 10724, 14825 Postgiro 38810
Bijkantoor: Soendaplein 37, Haarlem-Noord, Telefoon 12230.
Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM.
ADVERTENTIëN 15 regels f 1.75, elke regel meer f 0.35. Reclames
ƒ0.60 per regeL Tarieven regelabonnementen op aanvraag. Vraag en
aanbod 14 regels 0.60. elke regel meer ƒ0.15. Onze Groentjes zie
hoofd rubriek.
Gratis Ongevallenverzekering voor betalende abonnés. Levenslange ongeschiktheid f 600.-, Overlijden 600.-, Verlies van Hand, Voet of Oog ƒ400.-, Duim ƒ250.-, Wijsvinger 150.-, Elke andere vinger 50.-, Arm-of Beenbreuk 30.—
Idem voor Abonnés op het Geïllustreerd Zondagsblad: Levenslange ongeschiktheid ƒ2000.-, Overlijden ƒ600.-, Verlies van Hand, Voet of Oog ƒ400 -, Verlies Duim ƒ75.-. Verlies Wijsvinger ƒ75.-, Verlies andere vinger ƒ30.-.
Alles indien het gevolg van een ongeval en volgens gratis ten kantore van dit blad verkrijgbare voorwaarden.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
VEERTIEN BLADZIJDEN.
HAARLEM, 31 Maart.
BoekenvJeek.
„Rondom het Boek", Geschenk ter gele
genheid van de Nederlandsche Boekenweek,
wordt geopend door Dirk Coster. Hij stelt
zich ten doel de vraag: „Wat zegt een boek
ons?...." te beantwoorden. En naar deze
hoogten strevend het is geen lichte op
gaaf komt hij tot de uitspraak dat de
litteratuur- de lezer zelf is, zijn eigen wezen
uitgesproken, het geopenbaarde menschelijk
zijn, waaraan wij allen deel hebben. Ieder
een denkt over zichzelf, iedereen herinnert
zich de beslissende oogenblikken van zijn
leven, iedereen die leed te verduren heeft,
tracht altijd zooals dit zeer juist benaamd
wordt, dat leed „uit te denken", iedereen die
gelukkig is wordt zich bewust dat op zoo'n
dag van geluk de zon helderder schijnt of
de schemering vertrouwelijker aandoet dan
tevoren. Hij geeft er zich rekenschap van.
Als hij dat doet is hij eigenlijk voor zich
zelf al bezig litteratuur te maken. En nu dit
bijna ongeloofelijke: nu denkt de mensch
dikwijls, dat hij deze handeling best lean vol
brengen zonder de hulp der bestaande litte
ratuur. Wat heeft hij met boeken te maken?
Hij heeft zijn leven, zijn zaken. Hij heeft er
geen tijd voor, en is er zelfs trotsch op er
geen tijd voor te hebben. Hij vindt dat een
bewijs van mannelijken en zakelijke-n ernst.
Die menschen, zegt Dirk Coster, vergissen
zich niet alleen op komische, maar zelfs op
zielig onzakelijke wijze. Zij weten zelf niet
dat heel hun leven en zelfs hun daden door
litteratuur worden bepaald en geleid. Het
kan een paradox lijken maar men bedenke:
iedereen leest toch. Goede hoeken of slechte
boeken, groote kranten, of kleine kranten, of
tenminste nog het blaadje dat hij toekrijgt
pp de petroleum. En als hij heelemaal niet
leest dan toch spreekt hij met vrienden, die
op hun beurt weer wandelende misdrukken
van die kranten zijn. De mensch leest omdat
hij het eenvoudig niet laten lean, omdat hij
een innerlijk heeft en iets van dit innerlijk
begrijpen wil. En in dien drang grijpt hij toe.
Hij moet zich rekenschap geven van wat
hij is.
Zoo spreekt Dirk, Coster. Er zullen er zijn
die hierop schouderophalend reageeren met
een: „nu ja, dat is de taal van een geestdrif
tig litterator". Maar er zullen anderen zijn,
degenen namelijk die deze woorden zelf eens
even overdenken, die de juistheid van Cos
ter's betoog grif toegeven. Er is wat zelfbe
schouwing en wat zelfcritiek voor noodig,
plus de wil zich van eenige- dierbare gemeen
plaatsen te bevrijden, zooals „ik heb het er
veel te druk voor" en „ik lees geen roman
netjes" (alsof er geen andere boeken dan
romannetjes bestaan). Maar deze inspannin
gen zijn voor ieder mensch te volbrengen,
deze hindernissen zijn te overwinnen.
Dat velen ze overwonnen hebben juist in
de tijden van cultureele en economische
crisis, van snelle verandering en blijkbare
regeneratie, die de menschenmaatschappij
beleeft, wordt bewezen door het feit dat er
juist nu zoo geweldig veel gelezen wordt.
Als een merkwaardig symptoom daarvan
heb ik, weinige maanden geleden, de groote
belangstelling voor prof. Huizinga's „Scha
duwen van Morgen" gesignaleerd. Velen heb
ben gelachen om het mode-gedoe, om het
snobisme dat zij waarnamen in deze plotse
linge populariteit van een historisch-psycho-
logisch-weteschappelijk werk.
Maar dat verschijnsel, al deed het zich
onloochenbaar voor, was toch een bijkomstig
heid. De enorme belangstelling voor Huizinga's
analyse vloeide zeer zeker in de eerste plaats
voort uit een algemeene begeerte om onszelf,
onze eigen plaats en taak in dit wonderlijke,
ontstellende tijdsgewricht te begrijpen. Wij
vragen meer, wij willen meer weten dan de
factoren voor de materieële zekerheid van ons
bestaan. En dat meerdere bepaalt juist ons
levensgeluk, onzen levensmoed.
Het is een droevig en een dom cynisme dat
bèweren wil dat alles door economische over
wegingen, door materieèle belangen bepaald
wordt. Ook in dezen tijd is dat een domme
uiting, onnadenkend gebezigd door menschen
die zelf wel beter weten maar die vinden dat
een nuchtere houding en een krachtig-korte
uitspraak goed staan. „Alles draait immers om
de duiten". Instemmend gelach van anderen,
die het wel kil in hun hart voelen, dat niet
instemt, maar liever maar geen verzet uiten.
Er wordt in dezen tijd heel veel gelezen.
Vraag het een uitgever, vraag het een boek
handelaar, zij zullen het volmondig erkennen.
Indien gij als Haarlemmer uw locale belang
stelling 'voelt ontwaken en op dit chapiter
verder vraagt zult gij misschien met eenige
verrassing vernemen dat Haarlem en om
geving bij deze vaklieden-van-het-Boek aan
geschreven staat als een der voornaamste
litteratuur-centra van Nederland.
Onze kundige litteraire criticus, J. H. de
Bois, is dan ook een man die in dit blad tot
zeer velen spreekt. En deze Boekenweek-1936,
een stroom van nieuwe uitgaven inluidend,
plaatst hem weer voor een taak die naar ver
wacht mag worden de onthulling van veel
schoons voor zijn trouwe lezers zal inhouden.
Dat de laatste tijd een aanmerkelijike litte
raire opleving heeft gebracht hebben zij allen
voor zichzelf al kunnen oonstateeren.
De Boekenweek is het sein voor de vele
minnaars-van het Boek om te gaan snuffe
len, ook den kundigen boekverkooper te raad
plegen, tenslotte hun keuzen te maken. Een
blijde en interessante bezigheid. En, in dezen
tijd des jaars, een nieuwe Lente ook in de
litteratuur.
R. P.
De heer C. J. v. d. Broek als brand
weercommandant gehuldigd.
Toegesproken op het stadhuis.
Door brandweerlieden in uniform
werd heden de heer C. J. v. d. Broek,
de commandant van de Haarlem
sche brandweer, van huis gehaald en
anet zijn familie begeleid naar het
stadhuis, waar hij hedenmorgen werd
gehuldigd ter gelegenheid van zijn
veertig jarig-jubileum.
De burgemeester, de heer C. Maarschalk,
sprak den jubilaris in de oude raadszaal toe
en zei het volgende:
Mijnheer en mevrouw v. d. Broek.
Het verheugt mij, dat u beiden hier heen
heeft willen komen om mij in de gelegenheid
te stellen op deze plaats een woord van ge-
lukwensch en niet minder van dank tot u te
richten.
Mevrouw zal mij dan wel willen toestaan
allereerst tot den heer Van den Broek een
woord te spreken.
Hoewel wij ons in Haarlem gelukkig mogen
prijzen met een vrijwillige brandweer, waar
van de leden, dank zij den uitmuntenden
geest die er heerscht, gehecht zijn aan het
Korps en dit daarom niet zoo gemakkelijk
verlaten, is het toch wel een bijzonder jubi
leum. dat heden wordt gevierd.
Het jubileum namelijk van den Comman
dant van dat zóó gewaardeerde Korps, de
herdenking van den dag waarop gij, mijnheer
Van den Broek, vóór veertig jaren als vrij
williger bij de brandweer in dienst trad. Het
is mij een voorrecht u van heeler harte geluk
te wenschen met dit zoo beteekenisvolle her
denkingsfeest.
Beteekenisvol in verschillende opzichten.
Toen gij op 31 Maart 1896 als vrijwilliger in
dienst trad bij de brandweer, vingt gij aan
met veel ijver, bezield met jeugdig vuur. Maar
dat is niet voldoende. Blijvende liefde voor de
brandweer, toewijding en bekwaamheid wa
ren en blijven de treden die voeren tot
den commandotoren. En al die eigenschappen
waren bij u in hooge mate aanwezig.
Van vrijwilliger klomt gij op langs alle ran
gen tot dat gij in 1922 uw liefde voor onze
vrijwillige brandweer, uw jaren van zorg en
toewijding zaagt beloond door uw benoeming
tot Commandant. Bij uw benoeming was er
geen twijfel aanwezig of de leiding werd in
goede handen gelegd. Nu, na bijna veertien
jarige ervaring doet het mij genoegen te mo
gen vaststellen, dat het in 1922 in u gestelde
vertrouwen niet alleen terecht is gesteld,
maar dat Haarlem zich gelukkig mag prijzen
in 1922 in de gelegenheid te zijn geweest een
zoo bij uitstek geschikte keuze te doen.
Beteekenisvol ook voor de organisatie onzer
brandweer.
Hoe kan het anders of vooral voor u moest
het, door de gewijzigde omstandigheden en de
steeds grooter wordende uitgestrektheid dei-
bebouwing, onvoldoende zijn van het brand
weer-materiaal een doorn in het oog zijn. Uw
verantwoordelijkheidsgevoel noopte u er toe
telkens als het noodig was hij het Gemeente
bestuur op aanvulling of verbetering aan te
dringen. En 't moet tot uw eer worden gezegd,
gij deedt het tijdig en gedocumenteerd, zon
der te streven naar het onmogelijke, met een
open oog voor de realiteit.
Zoo kwamen er de automobiel-gereedschap-
wagen, de automobiel-motorspuiten, de
draagbare motorspuit, de bovengrondsche
brandkranen enz., kortom, zoo verkreeg Haar
lem door uw goed initiatief een goed geoutil
leerde brandweer, die voldoet aan de eiscben
die men in een groote stad terecht aan
een brandweer moet stellen.
Maar niet alleen ging uw zorg uit naar het
brandweer-materiaal, ook de organisatie van
het Korps en van de brandmelding had uw
volle aandacht.
Van den aanvang af, dat gij Commandant
van het Korps waart, hebt gij er met kracht
naar gestreefd het mogelijk te maken, dat de
brandweer binnen den kortst mogelijken tijd
op de plaats van den brand zou zijn, uit
gaande van de gedachte, dat iedere minuut,
ja zelfs iedere seconde, die men spoediger op
de plaats des onheils is een belangrijk voor
deel kan beteekenen.
Hieruit is voortgekomen het centraal alarm
systeem, waardoor aan de hoogste eischen van
snelheid voor het oproepen van het personeel
kan worden voldaan. En, mijnheer Van den
Broek, het moet voor u dan ook wel een
oogenblik van bijzondere voldoening zijn ge
weest. toen in October 1926 de seinzaal aan
de Gedempte Oude Gracht in gebruik kon
worden genomen.
Beteekenisvol ten slotte ook nog in ander
opzicht, waarvan de belangrijkheid niet voor
ieder zoo duidelijk naar voren komt, maar er
daarom niet te minder om is. Integendeel!
Er is mogelijk geen terrein, waar het spreek
woord: „Beter voorkomen dan genezen", zóó
van toepassing is als op dat, hetwelk aan Uw
zorgen is toevertrouwd.
En daarom hebt Gij dan ook altijd zoo'n
Als U nog KOLEN noodig heeft, bestelt U dan eens bij
van die SLAKVRLJE ANTHRACIET (ƒ2.10 per hectoliter). De vraag waar
U straks den nieuwen voorraad moet bestellen, is dan gemakkelijk te
beantwoorden.
(KINDERHUISSINGEL 2, Telef. 11979).
(Adv. Ingez. Med.)
open oog gehad voor de preventieve maatre
gelen, die noodig zijn om brandgevaar te
voorkomen of te verminderen.
Ik wijs hier slechts op het aanbrengen van
brandmelders in verschillende belangrijke ge
bouwen en fabrieken, op het daarin aanbren
gen van brandkranen met slangen, op de tal
loos vele adviezen voor inrichtingen, waar
groote bijeenkomsten plaats hebben. Hiermede
volsta ik omdat naar mijn meening daardoor
voldoende is aangetoond dat ook de preven
tieve zorg bij U in goede handen is gelegd.
Voor dat alles, Mijnheer Van den Broek, wil
ik U hier den warmen dank van het Gemeen
tebestuur uitspreken. Voor Uw belangloos
vele werk verdient Gij dien dank in hooge mate
en ik ben er van overtuigd dat ieder recht
geaard Haarlemmer er evenzoo over denkt.
En naast dezen dank van Haarlem staat dit
vooral voor U verheugende feit, dat ik hier
toch ook wil vaststellen, dat in werkelijkheid
groote branden onder Uw Commandantschap
in Haarlem niet zijn voorgekomen.
Mijnheer Van den Broek, ik eindig niet met
dit woord van dank, maar met dezen wensch,
dat het U gegeven moge zijn nog vele jaren
Commandant onzer vrijwillige brandweer te
zijn! Nu Uw ideaal, de concentratie van het
brandweermateriaal in één brandweer-kazerne,
waarvoor Gij zooveel hebt gestreden, op het
punt staat verwezenlijkt te worden, hoop ik,
dat Gij nog vele jaren als Commandant de
voldoening van dit Uw reorganisatiewerk
moogt plukken.
Ook Haarlem vaart daar wel bij, want het
weet de vrijwillige brandweer veilig onder Uw
commando!
Ik zou in mijn plicht te kort schieten, wan
neer ik het liet bij deze, alleen tot U jubilaris,
gerichte woorden van gelukwensch en dank.
Want wij weten het allen, dat het voor U be
zwaarlijk, ja vrijwel ondoenlijk zou zijn ge
weest Uw taak op te vatten, zooals Gij dit
deedt, als Uw echtgenoote hierbij niet ten volle
met U meeleefde. En daarom mevrouw Van
den Broek, wil ik niet nalaten ook U hier van
heeler harte dank te zeggen voor de vele, zich
steeds herhalende, offers, die Gij U, ter wille
'van het werk dat Uw man zoo belangloos voor
de gemeenschap verrichtte, hebt willen ge
troosten.
Hoe vele malen zal het niet zijn voorgeko
men, dat een gezellig samenzijn moest worden
ontbeerd. Hoe hing niet boven iedere afspraak,
die Gij maaktet, de kans op mislukking als ge
volg van een onverwacht brand-alarm! Wij
begrijpen, dat dit alles veel onaangenaams
voor U insloot. Maar des te meer waardeeren
wij het, dat Gij dit alles aanvaarddet om Uw
man gelegenheid te geven zijn taak te ver
vullen voor de volle 100 procent.
Het Gemeentebestuur heeft gemeend het
niet bij deze woox'den van dank te mogen la
ten, maar het stelt er prijs op U beiden, als
een blijvend bewijs vair waardeering dit zil
veren theeservies aan te bieden. Ik uit hierbij
den wensch, dat Gij er dikwijls en dan on
gestoord van zult mogen genieten met een
blijde herinnering aan dezen dag en vooral,
dat Gij beiden nog vele jaren er de gelukkige
gebruikers van zult mogen zijn.
De heer Van den Broek zei in een korte rede
zijn dank voor de hem betoonde hulde.
„Wanneer een brandweerman naar een
brand gaat, moet hij zijn kalmte bewaren",
aldus zei de heer- v. d. Broek, doch men kan dit
niet van hem eisohen, wanneer hem een hulde
wordt gebracht als deze.
Hij dankte den burgemeester voor -zijn me
dewerking aan de Vrijwillige brandweer en met
hem het college van wethouders, de raadsle
den, die in grooten getale aanwezig waren.
De heer v. d. Broek meende echter niet al
len dank alleen te mogen aanvaarden, waar
bij hij in het licht stelde dat hij groote mede
werking heeft gehad van de hoofden van de
Haarlemsche takken van gemeentedienst. Ook
van het brandweercollege had de heer v. d.
Broek altijd groote medewerking gehad bij het
uitwerken van nieuwe plannen en het beant
woorden van alle vragen en kwesties, die zich
in den loop der jaren voordoen.
„Het is gemakkelijk", zoo zei de heer v. d.
Broek, om van zoo'n brandweer commandant
te zijn".
Aan het slot zei de jubilaris dat de burge
meester, gelijk een brandweercommandant,
die het als zijn plicht voelt bij een brand te
blijven totdat zelfs het wankele topgeveltje is
gesloopt, zijn werk uit handen had genomen,
toen hij dank bracht aan mevrouw v. d.
Broek.
Enals we nog eens iets vragen, zoo be
sloot de heer Van den Broek, bij voorbeeld een
mechanische ladder (groote hilariteit), dan
zullen wij bescheiden zijn, in het besef dat de
brandweer niet te groote eischen mag stellen!
OPWEKKINGSSAMENKOMSTEN.
Het comité dat bovengenoemde bijeen
komsten organiseert, deelt mede, dat op Don
derdagavond 2 April in de kerk der Broeder
gemeente aan de Parklaan zal spreken de
Evangelist J. Sevensma uit Amsterdam. Het
pas opgerichte zangkoortje „Dient den Heer"
zal zijn medewerking verleenen.
Het ligt in de bedoeling de samenkomsten
voort te zetten tot begin Mei en ze dan ge
durende de zomermaanden stop te zetten.
Door omstandigheden zal er Donderdag 9
April evenwel geen bijeenkomst plaats vin
den.
Dus Maart is geëindigd, wij gaan in April,
Die, naar de traditie, steeds doet wat hij wil.
Hij brengt ons nog kou en nog stormen
misschien,
En mogelijk laat hij de zon haast niet zien;
Het kan nog wel sneeuwen en hagelen gaan.
April heeft wel meer zulke dingen gedaan.
De boer hoopt op regen, die past hem het
meest,
Nu Maart zoo uitzonderlijk droog is geweest.
De stadsmenschen hopen op warmte en zon.
Waarmee de maand Maart al zoo aardig
begon;
't Is goed voor een volk, dat in
vreedzaamheid leeft,
Dat geen van de twee het te regelen
heeft
Maar wat er ook dreige en hoe het ook kom,
Al slaat het weer dagelijks radicaal om,
April wordt de maand van den kleurigen
bloei,
De maand der herleving, van teederen groei,
De grasmaand, symbool van verfrissching
van 't groen,
De maand van belofte voor 't zomerseizoen.
Ook wij zien de dingen weer fleuriger aan,
Wanneer weer de vruchtboom in bloesem
gaat staan,
Wanneer weer in Bol-land het kleurig tapijt,
Tot vreugde van 't oog op het veld is
gespreid;
Wij heeten hem welkom, den eersten April,
Al doet de Aprilmaand zoo vreemd als zij wil.
P. GASUS.
SPECIAALZAAK
BETERE DAMESHOEDEN
een pittige collectie Hoeden,
voor moeder, dochter en
kleindochter. Vlotte ideeën
en prijzenzooals Uw
hartje begeert
Groote Houtstraat 97
(Adv. Ingez. Med.)
I
Het woord is aan..
JOSEPH STALIN:
Hij die een beweging toil
leiden moet strijden op twee
fronten: tegen degenen die
langzamer willen en tegen
degenen die vooruit zoillen
rennen.
Het Haarlemsche Gemeente-
personeel.
Wat de Kroon zal doen na het besluit van
den raad.
Nu de Haarlemsche gemeenteraad, over
eenkomstig het voorstel van de meerderheid
van het college van B. en W.. besloten heeft
niet in te gaan op de aanmaning van het ko
ninklijk besluit inzake de verlaging van de sa
larissen en loonen van het gemeenteperso-
neel, zal naar wij uit den Haag vernemen
de Minister van Binnenlandsche ril ken de
gewone procedure van. artikel 126 der Ambte
narenwet volgen.
Vandaar dat waarschijnlijk in den loop van
deze week een koninklijk besluit zal worden
vastgesteld inhoudende een uitnoodiging aan
B. en W. thans binnen 3 weken de salarissen
en loonen te herzien overeenkomstig de door
den Minister gegeven richtlijnen.
Wanneer in die drie weken B. en W. xiiets
doen of weigeren aaxx de uitnoodiging gevolg
te geven, is een koninklijk besluit te verwach
ten waarbij de kroon zelf een regeling zal op
leggen.
Mogelijk is het natuurlijk dat in laatst be
doeld koninklijk besluit hier en daar eenige
soepelheid zal worden betracht zooals de min-
dex-heid van B. exx W. (het voorstel van wet
houder Roodenburg) voorstoxxd. De kroon is
evenwel vrij bij de door haar vast te stellen
regeling.
Practisch gesproken mag men verwachten,
dat de herziening der salarissen exx loonen
hetzij door een besluit van B. en W., hetzij
door opleggixxg door de kroon met 1 Mei a.s.
in werking zal treden.
ONTSPANNING EN EXCURSIE CLUB
BA CA".
Maandag 30 Maart werd een ledenvergade
ring gehouden van bovengenoemde vereeni-
ging in het gebouw de Centrale. Deze vereeni-
ging is opgericht door werklooze bakkei's en
cacao-bewerkers aangesloten bij den Bond
vaxx ax-beiders in het bakkers- en suikerwer-
kingsbedrijf.
De voorzitter, de heer Wilshaus, deelde
mede dat de Commissie voor het komende
seizoexi plannen heeft gemaakt in samenwer
king met haar zustervereeniging. de „Ba Ca"
afd. Amsterdam.
De secretaris de heer van Musscher gaf een
uiteenzetting van deze plannen.
De heer Pezy dankte namens de werk-
loozen de commissie voor haar ax'beid, in het
bijzonder den voorzitter den heer Wilshaus.
MOOI EN GOEDKOOP
Alléén Groote Houtstraat 179, Telefoon 14269
(Adv. Ingez. Med.)
De Italiaansche kroonprixises heeft zich naar
Oost-Afrika ingescheept om daar ixx een
hospitaal de gewoxide soldaten te verplegen.
De Duitsche vredesvoorstellen zullen heden
te Londen overhandigd worden.
pag. 4
Volgens berichten uit Djiboeti zou het gebied
bij het Tsanameer spoedig in Italiaansche
handen vallen.
pag. 4
Bruno Hauptniann zal vandaag worden
terechtgesteld.
pag. 4
Maandag zijn verschillende touringcar-
zaken voor Ged. Staten van Noord-Holland
behandeld.
pag. 3
Verspreiding van „Der Sturmer" in ons land
zal worden belet.
pag. 3
Brandweercommandant v. d. Broek is heden
morgen gehuldigd.
pag. 1
Wat de regeering zal doen na het besluit
van den Haarlemschen raad inzake sala-
riëering van het gemeentepersoneel.
pag. 1
Dr. Beyer heeft Maandagmiddag voor Bloem
bollencultuur gesproken over schuurbe-
handeling van de hyacint.
pag. 6
Het luchtschip Hindenburg is hedenmorgen
boven Zuid-Nederland geweest.
pag. 2
Bij de Zesdaagsche te Amsterdam lagen he
denmorgen Jan van Kempen en Pellenaars
aan den kop.
pag. 8
ARTIKELEN. ENZ.
pag. 1
R. P.: Boekenweek.
Hoe ik groeide: Het daghet.
Ko Doncker: De avonturen van dr. Mol."
pag. 3
J. B. Schuil; La Argentina.
C. J. v. T.: Onze 39, P. Voogd.
Burgerlijke Stand van Haarlem.
pag. 2
pag. 6
pag. lij