GRATIS Ieder pak HONIG's VERMICELLI W OENSDAG l'APRI L" 1935 HA'ARUEM'S DAG Bi AD 6 Jaarvergadering der Groote Houtstraat vereeniging. Eind Mei of begin Juni een propaganda-week met fotowedstrijd. De jaarvergadering van de Groote Hout straat Vereeniging werd Dinsdagavond in café-restaurant Brïnkmann gehouden onder voorzitterschap van den heer A. v. Weerden. Nadat de voorzitter waardeerende woorden aan de nagedachtenis van den overleden se cretaris den heer F. H. Kehlenbrink had ge wijd, hield hij een korte openingstoespraak. „De tijden zijn nog donker,,' zei hij. „Her haalde malen zijn er in de afgeloopen jaren spoortjes van opleving geweest, ook in het eind van 1935, doch deze zijn weer verdwenen. Betweterij is er gebleven. In de moeilijke om standigheden staan steeds nog critici gereed om alle maatregelen onnoodig af te breken. Daarom wees spr. op de nooözakelykheid van eenheid en saamhoorigheid. ook in het be scheiden verband der Groote Houtstraat Ver eeniging. „Laat ons met ongebroken kracht voorwaarts streven", besloot hij De voorzitter deelde mede dat het ledental der vereeniging met elf was teruggeloopen. Door verschillende leden werden klachten geuit over het dreunen van de tram. waardoor tallooze lampen in de winkels en etalages sneuvelen. Een der leden had de leiding door deskundigen laten onderzoeken en de instal latie was goed bevonden. Desniettemin kon volgens hem van een extra-belasting worden gesproken, wat de voorzitter beaamde. Met de N.Z H. zal overleg worden gepeegd. Ook deed de heer van Weerden melding van een aanvraag van den Nieuwen Kunstkring om medewerking, ook financieele, bij de uit voering van de Rubenscantate. Het bestuur adviseerde wel medewerking van propagandistischen aard te verieenen. doch in verband met de kasmiddelen geen fi- nancieelen steun. Ook ten aanzien van het verzoek van de Federatie van Haarlemsche Muziekvereenigin- gen raadde het bestuur aan geen aandeel in het garantiefonds voor de uitvoering van 26 April te nemen. Het jaarverslag van den secretaris, den heer J. E. Voet. memoreerde het verscheiden van den heer Kehlenbrink en besprak de resulta ten der reclameweek. Het verslag van den penningmeester, den heer W. J. van Bilderbeek gaf als batig saldo over 1935 een bedrag van f 125.70. De begroo ting voor 1936 werd goedgekeurd. Vervolgens was aan de orde de verkiezing van twee bestuursleden wegens aftreden van den heer J. Voogd, die herkiesbaar was en de vacature F. H. Kehlenbrink. De heer Voogd werd herkozen, de heer G. M. Oord werd in het bestuur gekozen. Na eenige besprekingen werd als vertegen woordiger in het Centrum Comité „Koningin nedag" in de plaats van den heer Kehlenbrink de heer G. A. Spïekerman aangewezen. Plannen voor de propagandaweek. Hierna volgde bespreking over het agenda punt „Hoe te komen tot een jaarlijksche pro paganda-week". De voorzitter opperde het volgende plan. Het publiek zal worden opgewekt foto's te maken van de speciaal-ingerichte étalages. De foto's moeten dan worden ingezonden en zullen in de tijdingzaal van Haarlem's Dagblad genum merd worden tentoongesteld. Het publiek moet dan beoordeelen wat de aantrekkelijkste éta lages zijn. Voor de winkeliers, die de meeste stemmen krijgen zullen vijf prijzen worden uitgeloofd. Aan tien of meer inzenders van de betreffende foto's zullen eveneens prijzen worden toegekend. Zoo trekt men belangstel ling van en voor winkeliers en van het pu bliek. Uitvoerig werd de vraag besproken of de winkeliers die hun financieele verplichtingen tegenover de vereeniging niet nakomen van mededinging moeten worden uitgesloten en over de wijze, waarop de kosten moeten wor den bestreden. Tenslotte werd het voorstel aangenomen en besloten, dat niemand van deelneming zal woraan uitgesloten en dat ge tracht zal worden uit vrijwillige bijdragen de kosten te dekken. In een commissie, die het voorstel met de winkeliers zal bespreken werden benoemd de heeren Maartens en Spiekerman. Na overleg werd besloten deze propaganda- week eind Mei of begin Juni te houden. Bij de rondvraag kwam ter sprake de kwes tie der bekeuring van een knecht van een firma in de Groote Houtstraat, die op een Bach-avond niet vlug genoeg het bevel van een agent zijn bakfiets te verwijderen uit de Groote Houtstraat had opgevolgd. De voorzitter merkte op dat de politie vol ledige bevoegdheid hiertoe heeft en dat zij in deze in het algemeen belang handelt, dat hier vóór het persoonlijk belaug gaat. De kwestie is niet plezierig, doch spr. bracht hulde aan den commissaris van politie die altijd rekening houdt met de belangen der neringdoenden en groote soepelheid betracht en tenslotte ook afhankelijk is van zijn opdrachten. Het be stuur zal nog met hem over dit vraagstuk spreken. Een lid merkte nog op. dat de trottoirbestra ting op sommige plekken slecht is. Er werd toegezegd, dat het bestuur met Openbare Werken in overleg zal treden. Daarna sloot de voorzitter de vergadering. NEDERLANDSCH ASTROLOGISCH GENOOTSCHAP. Onder de auspiciën van het Nederlandsch Astrologisch Genootschap, dat reeds 30 jaar bestaat en onder zijn leden vooraanstaande menscnen telt op allerlei gebied, maakt de heer Th. J. J. Ram een tournée door ons land. Hij sprak reeds in Arnhem, Amster dam, Amersfoort, Hilversum, Bussum en Leiden, waar hij voor zijn gehoor op boeiende wijze de beteekenis van Astrologie uiteen zette. Donderdagavond a.s. spreekt hij te Haar lem in een zaal van Hotel „De Leeuwerik" Gemeentelijke Orgel bespelingen. Uitreiking van diploma's der St. Jozefsgezellen Teeken- school. In het gebouw der St. Jozefs Gezellen aan de Jansstraat heeft gisteravond de officieele uitreiking van rapporten en einddiploma's aan de leerlingen der Teekenschool plaats gehad. Den uitslag van de overgangs- en eindexamens hebben wij reeds in ons num mer van gisteren gepubliceerd. De voorzitter van het schoolbestuur, de eerwaarde heer Van der Hoeve, was de eerste spreker. Hij betreurde het, dat de cursus niet langer kan duren dan zes maanden, hoewel de ijver en toewijding der leerlingen groot Li geweest. Namens het bestuur bracht hij dank en hulde aan den directeur en de leeraren. In deze moeilijke tijden, zoo vervolgde spr. is het meer dan ooit noodig, het ideaal van den arbeid, dat door werkloosheid en mecha nisatie reeds zoozeer verdrukt wordt, wakker te houden in de jonge menshen. Op de teekenschool der St. Jozefsgezellen verkrijgen de leerlingen niet alleen vakbekwaamheid, maar zij leeren ook plichtsbesef en discipline, wat van het grootste belang is. Sprekende tot de vertrekkende leerlingen zeide de voorzitter, dat hij hoopt, dat zij voor werkloosheid gespaard mogen blijven. Indien zij echter werkloos zijn, moeten zij hun ken nis onderhouden door de gemeentelijke cur sussen te volgen. De vertrekkende leerlingen moeten het geleerde in practijk brengen en door woord en voorbeeld propaganda maken voor de school. Tenslotte huldigde spr. den secretaris van het bestuur, den heer Klein Schiphorst, voor alles, wat hij in het belang van de jonge handwerkslieden verricht. Na de voorzitter sprak de heer Klein Schiphorst een gemoedelijk woord tot de jongelui. Als man van de praktijk zeide hij hun, dat in de toekomst, als de tijden beter worden en dat worden ze, zoo verzekerde hij zij. die een grondige vakkennis bezit ten, in een gunstige positie verkeeren. De vertegenwoordiger van de gemeente Haarlem, de heer De Braai, sprak zijn bewon dering uit voor het onderwijs aan deze teekenschool en voor de discipline, die hij hier aantrof. Hij wees de jongelui op het voor recht, dat zij genieten, degelijk vakonderricht te ontvangen, zulks in tegenstelling tot de jeugd van vroeger. Ook de heer De Braai bracht hulde aan het onvolprezen werk van den heer Klein Schiphorst. Tenslotte hield de directeur van de school de heer J. H. C. van Brussel, een toespraak tot zijn leerlingen. De goede resultaten, die bereikt zijn, zijn door personeel en leerlin gen gezamenlijk verkregen. De heer Van Brussel bond den ouders op het hart. toch vooral mede te leven met het werk van de school en hun kinderen plichtsbetrachting bij te brengen. EVANGELISCH LUTHERSCHE GEMEENTE. Er wordt een liturgische Wijdingsdienst ge houden op Dinsdag 7 April 's avonds 8 uur in de Luth. kerk (Witte Heerenstraat). Ds. Duijvendak zal eenige gedeelten uit de lijdensgeschiedenLs voorlezen, afgewisseld door muziek en zang. Medewerking wordt verleend door Mej. Adèle Drees (sopraan) en de heeren G. A. Spaan (fluit). J. Obermeijer (cello). H. Nieland (orgeD, ook het Luth. Dameskoortje olv. Mej. Schouten zal een paar liederen van Bach doen hooren. met haar 10 solisten in Haarlem. Een bijzondere attractie komt Vrijdag in het Rembrandt-Theater. Ter gelegenheid van de vertooningen van het Hollandsch filmwerk: „Het leven is niet zoo kwaad" met Lou Bandy en Fientje de la Mar, heeft de directie het Weensche Dames-So listen-Orkest van Alma Rosé geëngageerd. De bezetting van dit beroemde orkest bestaat uit: 4 violen, altviool, cello, bas, 2 vleugels, harp en een zangeres. Dit kunst-ensemble zal hoofdzakelijk Weensche muziek ten gehoore brengen. nuqjdaan? (Adv. Ingez. Med.) FAILLISSEMENTEN. Uitgesproken faillissementen door de Ar- rondissements-Rechtbank te Haarlem op Dins dag 31 Maart 1936. G. Haasnoot, kuiper, wonende te Aalsmeer, Weteringstraat 26; Curator: Mr. G. J. Paré te Haarlem. Mej. H. Halbach, handel drijvende te Haar lem, Santpoorterstraat 68, onder den naam .Handwerkkunst", thans wonende te Beijen- BurgWuppertal, Windgassen 4; Curator: Mr. J. E. Goudsmit te Hoofddorp. J. Drogtrop, groenten- en fruithandelaar, wonende te Haarlem, Hoogstraat 8 rood; Curator: Mr.. W. M. Gunning te Haarlem. Rechter-Commissaris in al deze faillissemen ten: Mr. E. J. W. Top te Haarlem. Opgeheven zijn de navolgende faillissemen ten wegens gebrek aan actief van: P. J. Joosten, schilder, wonende te Driehuis- Velsen; Curatrice: Mej. Mr. C. H. Deknatel te Haarlem. J. Hoogendijk, houder van een kiosk in rook artikelen. wonende te IJmuiden, IJmuider- straat 73; Curatrice: Mevr. Mr. C. L. Vis Sanders te Haarlem. D. Swart, veehouder, wonende te Zaandam; Curator: Mr. B. W. Stomps te Haarlem. Geëindigd zijn de navolgende faillissementen wegens het verbindend worden der eenige uit- deelingslijst van: H. Out, veehandelaar en caféhouder, wo nende te Purmerend; Curator: Mr. H. E. Prin sen Geerlings te Haarlem. J. Baucchens, wonende te Zaandam; Cura tor: Mr. J. C. Y. Nieuwenhuys te Haarlem. De surseance van betaling verleend aan: Klaas Hille, aannemer, wonende te Aerden- hout, gemeente Bloemendaal; werd met in gang van 2 April 1936 verlengd met den tijd van 6 maanden. Voorloopige surseance van betaling werd verleend aan: V. M. Oppers, dameshoedenfabrikant, wo nende te Aerdenhout, gemeente Bloemendaal, doch zijn zaak drijvende en kantoorhoudende uitsluitend te Amsterdam aan den Ringdijk 49 c en d. Bewindvoerder: Mr; F. van der Goot te Haarlem. Datum van behandeling: 23 Mei 1936 te 9 3/4 uur v.m. Het jubileum C. J. v. d. Broek. Koninklijke onderscheiding. CENTRALE TANDHEEL KUNDIGE KLINIEK KENAUPARK 26a, HAARLEM, TELEF. 12644 SPREEKURENlederen werkdag 911 en 1—2 uur. DINSDAGSAVONDS 6.30—8.30 u. ZATERDAGSMIDDAGS geen spreekuur. (Adv. Ingez. Med.) Het is voor den heer C. J. van den Broek, den commandant der Haarlemsche Brand weer, die gisteren zijn veertigjarig jubileum vierde, een onvergetelijke dag geworden. Niet minder dan zestig bloemstukken had hij in ontvangst te nemen, o a. ve.n het Brandweercollege; het gemeentebestuur van Haarlem: van den Commissaris, hoofdin specteurs en inspecteurs van politie; van de Zaandamsche, Utrechtsche, Heemsteedsche, Bloemendaalsche en Bussumsche brandweer; van de H.V.B. „De Tien" (in den vorm van een handspuit)van den Prov. Noord-Holl. Brandweerbond; van den Bond van Lood gieters- en Fitterspatroons; van de Sociëteit ,De Negende Lus"; van de directie van café- restaurant Brinkmann; van den Haarl. Jour nalistenkring: van de directie der Haarlem sche Brandverzekering Mij. 1846; van de Vereeniging van industrieelen en kooplieden op bouwkundig gebied; van de N.V. J. Gee- sink en Zn. te Weesp; van H.F.C.: van de Twentsche Bank, enz. Het hoogtepunt van de receptie, die de ju bilaris Dinsdagmiddag in de versierde boven zalen van café-restaurant Brinkmann hield, was de komst van Minister Slingenberg. die namens de Regeering een Koninklijke onder scheiding kwam overhandigen. De heer Slin genberg sprak den heer v. d. Broek ongeveer als volgt toe: „Veertig jaar verbonden te zijn aan een vrijwillige brandweer, is een lange en moeilijke tijd en voor een commandant een verantwoordelijke tijd. Als wij u zoo zien staan, moet de gedachte wel opkomen, dat u als zuigeling bij de brandweer bent geko men. Een commandant moet, al klinkt het tegenstrijdig, met jeugdi?1 vuur bezield zijn. Ik wilde deze gelegenheid niet laten voorbij gaan, om u met uw mooie jubileum geluk te wenschen, want toen ik nog wethouder van Haarlem was, heb ik van nabij gezien, op welk een voortreffelijke wijze ge uw taak verrichtte. Af en toe ontstond er tusschen ons natuurlijk wel eens een gedachtenwisse- ling, bij 't indienen van de brandweerbegroo- ting. omdat u als commandant voor een goed functioneerende brandweer moest zorgen. Ik heb het dan ook altijd in u gewaardeerd, dat ge altijd zoo krachtig voor de belangen van de brandweer bent opgekomen. Maar u was er ook van doordrongen, dat de gemeen te niet over ruime middelen beschikte. En zoo konden we elkaar altijd vinden. We zijn u dankbaar voor wat ge voor de gemeente gedaan hebt. Maar ik spreek nu niet namens Haarlem. Het kan ook aan de Regeering niet onverschillig zijn, dat een brandweer zoo weinig mogelijk aan een gemeente kost. Mochten alle gemeenten in ons land zulk een voortreffelijke brandweer hebben. De Re geering waardeert het dan ook in hooge mate, wat ge voor de brandweer en voor de gemeente gedaan hebt. Zij wil het echter niet bij woorden laten. Het heeft aan H, M. de Koningin behaagd, u op voordracht van den minister van Binnenlandsche Zaken het ridderkruis van de Orde van Oranje Nassau te verieenen. (Daverend en langdurig ap plaus). Deze onderscheiding wordt verleend als een hulde aan en waardeering van u en in u van het geheele korps. Dat ge deze on derscheiding nog vele jaren moogt dragen!" Terwijl dè minister den heer v. d. Broek het ridderkruis op de borst spelde, nam het applaus den vorm van een ovatie aan. Allé aanwezigen versieven zich, van hun zetel en zongen spontaan en uit voilé borst het eerste couplet van het Wilhelmus. Daar na stemden allen in met den kreet van den heer Spaan: „Leve de Koningin!" Dit was wel een bijzonder treffend oogen- blik, dat veel indruk maakte. De jubilaris dankte den heer Slingenberg voor zijn vriendelijke woorden. „Ik kan u zeggen, dat niet alleen ik zelf. maar het ge heele korps deze onderscheiding op hoogen prijs stel. Ik verzoek u, aan H. M. de Ko ningin mijn dank te betuigen. Deze onder scheiding zal voor ons een aansporing zijn, om onzen plicht naar behooren te vervullen. Ik geef u de verzekering van de groote ver knochtheid van de geheele brandweer voor ons Vorstenhuis!" (Applaus). bevat ter kennismaking een HONIG's BOUILLONBLOKJE (Adv. Ingez. Med.) Het niet goedgekeurde uitbreidingsplan van Haarlem. Argumenten van het koninklijk besluit bestreden. Beginnen weer Donderdagmiddag. De gemeentelijke orgelbespelingen in de Groote Kerk beginnen weer morgen, Donder- daemiddag. van 3 tot 4 uur. De heer George Robert zal op dit eerste concert het volgende programma uitvoeren: 1. Fantasia et Fuga c kl. t. J. S. Bach. 2. Toccata. G. Frescobaldi. 3. Concert F gr. t. G. F. Handel. Allegro moderato. Andante maestoso. Adagio. Allegro. 4a. O welt. ich muss dich lassen J. Brahms, b. O wie selig 5. Choral a kl. t, C. Franck. Eenigen tijd geleden deelden wij mede, dat bij koninklijk besluit aan een detail van het Haarlemsche uitbreidingsplan goedkeuring ■onthouden was. Het betrof hier een gedeelte van Haarlem-Noord dat inden verboden kring van de militaire werken te Spaardam ligt. In het koninklijk besluit wordt stelling ge nomen tegen het in een uitbreidingsplan be stemmen van openbare gronden voor land en tuinbouw. De heer H. Meeusen, referendaris van de afdeeling Openbare Werken op het Haar lemsche Stadhuis schrijft over deze aangele genheid in het Weekblad voor Gemeente belangen o.a.: „Of dat stelling nemen op zichzelf juist is, is nog een andere vraag. Het eenige motief is, dat de gegeven bestemming zich met de strekking der Woningwet niet verdraagt. Dit wordt dan verdedigd met een verwijzing naar de considerans van de wet en art. 12, eerste lid van 't Woningbesluit.Wat de considerans be treft, deze spreekt inderdaad van Volkshuisves ting, doch van 't begin af is aan dit woord een ruimere beteekenis toegekend dan uit het in het K. B. onderstreepte woord „huisves ting" valt op te maken. In den loop der jaren is die beteekenis steeds ruimer geworden. Ook het Woningbesluit gaat van die ruime beteekenis uit. Art. 11 toch vangt aan met dezen zin: „Het plan van uitbreiding voor zoover het de bestemming in hoofdzaak aan wijst, geeft een beeld van de toekomstige uitbreiding der gemeente, zoowel te land als te water op het in het plan begrepen gebied". Ook de regeering schijnt er in 1927 even eens zoo over gedacht te hebben. In Heilo had de Raad. in afwachting van de totstandko ming van het ontworpen uitbreidingsplan in 1927 een aanvulling van de bouwverordening vastgesteld, waarbij verboden werd in een nader aangeduid deel der gemeente anders te bouwen dan bouwwerken ten behoeve van land- en tuinbouw. De minister was van oor deel, dat dit in strijd was met de wet, daar de bouwverordening niet mag worden gebe zigd om te regelen, wat de wet ter regeling voor het uitbreidingsplan heeft voorbehou den. En stond ook minister Slotemaker de Bruine niet op een ander standpunt toen hij bij circulaire van 27 April 1934 aan Ge deputeerde Staten der onderscheidene provin ciën wees op de noodige bescherming van het schoon der plassen en daarvoor geen nieuwe wettelijke maatregelen noodig vond, omdat par. 7 der Woningwet de overheid voldoende wapens in de hand geeft ter bescherming van het in de circulaire bedoelde belang? Een eenvoudig uitbreidingsplan aldus de mi nister kan immers daar, waar ontsiering etc. dreigt, het euvel keeren. En als er sprake is van een vraag omtrent de strekking van de Woningwet, wie zou die vraag beter en met meer juistheid kunnen be antwoorden dan de vroegere directeur Ge neraal van de Volksgezondheid, de heer Mr. Lietaert Peerbodte? Deze nu schrijft in zijn boven deeds aangehaald werk „De Woning wet": „Bij die aanwijzing (voor landelijke doeleinden) zal moeten worden gewaakt te- gien een misbruik nl., dat men die aanduiding gebruikt om stijging van den prijs als bouw grond tegen te gaan, opdat de gemeente te harer tijd voor 'n koopje den grond kan ne men met de bedoeling dien dan als bouwgrond te exploiteeren. De aanwijzing zou dan een onwaarachtigheid worden met speculanten bedoeling. Mogen Ged. Staten tegen deze de cadentie van overheidsdaden zorgvuldig wa ken". Hier dus geen sprake van strijd met de strekking van de wet, integendeel, de be voegdheid om in een uitbreidingsplan gron den te bestemmen voor landelijke doeleinden wordt stilzwijgend erkend, doch tegen mis bruik van die bevoegdheid wordt ernstig ge waarschuwd. Zou er op grond van het vorenstaande reeds voldoende reden zijn voor den door mij uitgesproken twijfel of het stelling nemen in genoemd K. B. tegen het opnemen in een uit breidingsplan van gronden voor land- en tuinbouw, wel voldoende deugdelijk is gemo tiveerd. Woningwet en Woningbesluit spre ken m.i. een zóó duidelijke taai, dat er niet meer van twijfel, maar van zekerheid moet worden gesproken. Ik heb hier het oog op de bepalingen betreffende het streekplan. Art. 45 der Woningwet zegt t.a.v. de streek plannen: „Een streekplan wijst, voor zoover het de belangen van het gebied, waarover het zich uitstrekt dat vorderen, de bestemming aan van in dit gebied gelegen gronden", In de wet zelf derhalve geen enkele beperking t.a.v. de te geven bestemming; alleen de eisch, dat de belangen van het gebied het geven van die bestemming vorderen. En in hare M. v. A. op het verslag der Tweede Kamer (1931) zei de Regeering: ,,In een plan voor een streek, zul len de eischen van doorgaand verkeer, natuur schoon en andere streekbelangen moeten voorop gaan". Hier derhalve geen enkele aanduiding in de richting dat het woord Volkshuisvesting eng moet worden opgevat, Integendeel, eischen van doorgaand verkeer, natuurschoon en andere streekbelangen wor den voorop gesteld. Bovendien bepaalt art. 17, vijfde lid van het Woningbesluit. dat op het plan, voor zoover de belangen van dé streek dat vorderen, gronden worden aan gegeven. welke zijn bestemd voor industrieele doeleinden (terreinen ten behoeve van han del, nijverheid, tuinbouw enz.). Dit alles geldt weliswaar het streekplan, maar dat streekplan vindt toch ook zijn re geling in de Woningwet, bevattende volgens de considerans bepalingen betreffende de Volkshuisvesting (met de strekking van welke wet de bestemming van gronden tot land- en tuinbouw (zie boven) volgens de hierbe- streden Kon. Besluiten zich niet ver draagt. Vorderen de belangen van de streek het, dan moet het plan (zie art. 17 Woningbe sluit) gronden b.v. voor tuinbouw bestemmen. Is zoo'n streekplan goedgekeurd, dan moet het, wil het de practische beteekenis er langen, worden verwerkt in de uitbreidings plannen der betrokken gemeenten. Art. Woningwet vordert dan ook dat bestaande uitbreidingsplannen worden herzien en in overeenstemming gebracht met het streek plan, hetgeen in dit geval beteekent. dat in het uitbreidingsplan aan gronden de bestem ming als tuingrond moet worden gegeven Is in een gemeente geen uitbreidingsplan dan geldt het streekplan voor die gemeente als uitbreidingsplan. Uit het vorenstaande blijkt m.i. duidelijk, dat in het bestreden K. B. ten onrechte wordt aangenomen „dat een dergelijke bestemming van gronden tot land- en tuinbouw zich met de strekking der Woningwet niet verdraagt" Het is dan ook te hopen, dat dit K.B.. dat remmend werkt op den goeden ontwikkelings gang van uitbreidingsplan en streekplan spoedig worde gevolgd door een ander K.B., dat even duidelijk op het tegenovergestelde standpunt is gegrond." Zooals wij reeds hebben medegedeeld, wordt thans door de gemeente voor deze gronden in Haarlem-Noord een nieuw uitbrei dingsplan ontworpen. Uit volle borst zongen daarop de brand weermannen: Lange leve onze commandant! Juicht iedre spuitgast meel Nog vele heeren voerden het woord. Jhr. J. P. W. van Doorn complimenteerde den heer v. d. Broek namens den Prov. Noord- Holl. Brandweerbond, waarvan spreker voor zitter is. Hij merkte op, dat elk lid er prijs op stelde, hier aanwezig te zijn. „Van de op richting af hebt ge steeds een werkzaam aandeel gehad. De kwaliteiten van uw persoon, uw kennis, uw goede hart en kame raadschap zijn oorzaak, dat ge in onze krin gen een gaarne geziene figuur bent. Wij zijn u dankbaar voor uw adviezen en voor de wijze, waarop ge ook de belangen van onze organisatie behartigt. Wij willen u daarom niet alleen met bloemen huldigen, maar bie den u ook als herinnering dit geschenk aan". Spreker overhandigde den jubilaris een vul potlood. De heer G. Spaan, secretaris der Brand weer, huldigde den commandant ook in war me bewoordingen en bood hem namens het heele college een bronzen beeld aan. De heer A. Gordijn bracht de gelukwen- schen over van de Kon. Ned. Brandweer vereniging. Den jubilaris werd het kruis voor 40-jarigen trouwen dienst bij de brandweer geschonken. De heer H. Daudey sprak als voorzitter. „Gij hebt uw taak boven allen lof vervuld. Gij stond altijd klaar met uw adviezen, onver schillig of het dag of nacht was. Namens „De Tien" bood hij hem een schilderij van Van Riet aan, voorstellende het Hofje in de Bar- revoetestraat. En namens het bestuur over handigde hii hem eveneens een geschenk. De heer H, Franken sprak namens de Kerkvoogdij der Ned. Herv. Kerk. Hij dankte den heer v. Broek voor de zorg. die hij steeds aan den dag legt voor de kerkgebou wen en vooral voor de St. Bavo. Die belang stelling dateert al van jaren terug. Door de groote oplettendheid van den heer v. d. Broek is zelfs eens een groote faanip voorko men, Op 13 September 1903, op een heel mooien dag, toen loodgieters op het dak van de kerk aan het repareeren waren, zag hij plotseling gesmolten lood naar beneden druppelen. De heer v. d. Broek snelde toen onmiddellijk naar boven en wist het gevaar in de kiem te smoren. Als een herinnering aan deze wakkere daad overhandigde spre ker hem een door den heer G. A. Luitingh vervaardigde oorkonde, waarin deze gebeur tenis vermeld staat. De inhoud werd door Mr. A. Beets voorgelezen. Namens de Ladderbrigade sprak de heer F. Leeuwenberg en bood den heer v. d. Broek een tegeltableau aan. De heer P. C. Jansen overhandigde een si garettenkoker namens de reserveleden en sprak daarbij vriendelijke woorden. De heer Ringers, commandant van de Alkmaarsche Brandweer, feliciteerde namens de collega's in Alkmaar en schonk een ets. Een bloemenhulde werd gebracht namens de Bussumsche brandweer door den opper- brandmeester, den heer G. J. Wormmeester. Gecomplimenteerd werd verder nog door: de burgemeester van Haarlem, den heer C. Maarschalk van Egmond en Rinnegom; den gemeente-secretaris, Mr. Th. A. Wesstra; de wethouders Boes, Van Liemt, Roodenburg en ReinaldaJhr. F. Teding van Berkhout na mens de Twentsche Bank; den heer E. H. Tenckinck, Commissaris van Politie; de hee ren M. Woud en G. A. Draijer, hoofdinspec teurs van politie; de inspecteurs H. Oudman, P. van Tongeren, J. D. Duïjts, C. M. de Rid der en A. Berentsen; de heeren C. Nel en F. J. Rohlfs namens de Roode Kruis Transport colonne; de heeren C, ten Boom, B. W. Las- schuit en Th. S. J. Hooij namens de Mid denstandscentrale voor Haarlem en Omstre ken; de heeren Joh. M. Schmidt, P. Wapstra en mevrouw A. Perry-Meifer namens de Red dingsbrigade; den heer G. A. van der Steur, uit Den Haag, oud-commandant van de Haarlemsche brandweer; den heer Jac. Rus tige, wethouder van Amsterdam; den heer F. van der Vaart te Eindhoven, oud-kapitein bij de brandweer; den heer J. Meeuwig na mens de Bloemendaalsche brandweer; het personeel van de seinzaal; den heer J. Ver- zijlbergen namens de Heemsteedsche brand weer; mevrouw A. Del Baere-Jiskoot en den heer G. van Waard van de Emmabloem-col- lecte; den heer J. W. van Santé namens de Vereeniging van industrieelen en kooplieden on bouwkundig gebied te Haarlem; den heer W. Heis, den oud-koetsier van „Jetje"; den heer G. A. Luitingh, stadsklokkenluider enz. Alle sprekers werden uitvoerig door den heer v. d. Broek beantwoord. Het behoeft natuurlijk geen betoog, dat op de receptie 'n opgewekte stemming heerschte. De Uiver-ramp. Teraardebestelling Prof. Dr. E. W. Walch. In aansluiting aan de mededeelingen in ons vorig nummer over de teraardebestelling van het stoffelijk verschot van Prof. Dr. E. W. Walch nog het volgende: Toen de verzegelde kist in de groeve was neergelaten trad Prof. Dl'. J. Boeke uit Utrecht als eerste spreker naar voren. Hij schetste den angst en de deelneming in ons land, toen het bericht kwam, dat de K. L. M„ waar we allen zoo trotsch op zijn. weer zulk een onherstel baar verlies geleden had en de Uiver met zijn bekwame piloten en passagiers verongelukt was. Ook in Indië was de smart groot. „En nu sta ik hier aan het graf van een van Nêerlands beste zonen als vertegenwoordiger van de Me dische Hoogeschool te Batavia, om een laatste bewijs van deelneming te brengen. Er werd in onze Oost nog zooveel van hem verwacht. Hij was een volkomen mensch; een beste man met een warm hart voor allen, die hem lief had den. De studenten hadden een groote achting voor hem. Nooit was hem iets te veel. Ik breng hem hulde voor wat hij voor onze Hoogeschool en voor zijn familie geweest is. Wij zullen je niet vergeten. Goedennacht, beste collega!" Prof. Dr. W. Schüffner uit Amsterdam dankte de familie van den overledene voor de toestemming, om namens de Indische vrien den een afscheidswoord te spreken, hoewel zij hier liever alleen geweest was en hoewel het misschien ook in den geest van den overledene geweest zou zijn, als aan deze plechtigheid geen openbaarheid gegeven was. „Zijn heen gaan was ook voor ons een groot verlies, want hij was een man met een vast karakter, die altiid op de bres stond voor de belangen van zijn vrienden. Wij zullen zijn nagedachtenis in eere houden." Prof. Swellengrebel uit Amsterdam, die ook namens Prof. Ga ter uit Singapore sprak, schet ste de groote verdiensten, die Prof Walch had op het gebied der malariabestrijding in Indië. Hij legde een krans op het graf, niet als af scheid, maar als een eerbiedige hulde. Dr. Soesilo uit Batavia legde eveneens een krans op de groeve. Een zwager van den overledene dankte na mens de weduwe voor de laatste eer. Hij merkte op, welk een vooraanstaande plaats hij in het hart der famiile innam. „Geen dag is sinds het noodlottig ongeluk voorbij gegaan, dat we niet over hem spraken. Het stemt ons tot groote denkbaarheid, dat- zijn stoffelijk over schot niet ginds in vreemden grond rust, maar hier. Bij alle beslissingen zullen we zijn ver heven voorbeeld als richtsnoer nemen."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 10