Treinontsporing te Woerden. DE GOUDEN BRUG. Het bestuur der tentoonstelling Prima Vera te Rotterdam wordt aan H. M. de Koningin, die de expositie Woens dag bezocht, voorgesteld. Naast H. M. de burgemeester van Rotterdam, mr, P. Droogleever Fortuyn W Generaal Schweissgut en admiraal Abrial, bij hun vertrek uit Parijs naar de vergadering der generale staven van Engeland, Frankrijk, België en Italië te Londen Een origineele collectebus is bij den ingang van het West minster Hospitaal te Londen geplaatst, om giften in te zamelen voor het gasthuis Bij het station Woerden zijn Woensdag van den trein Utrecht den Haag acht wagons ontspoord. schade was aanzienlijk De materieele De grantj prix ,je Monaco werd in stroomenden regen verreden, zoodat ongelukken niet uitbleven. - Vijt racewagens in gezamelijke aanrijding Dr. A. van Schelven, lid der Ned. Roode Kruis-ambulance in Abessymë, is Woensdag te Arnhem teruggekeerd, waar hij verwelkomd werd door den beer B. W. de Canter, bestuurslid vao het Ned. Roode Kruis Op de begraafplaats „Vredehof" te Tilburg had Woensdag de begrafenis plaats van de drie meisjes, die bij het auto-ongeluk te Heesch om het leven kwamen De bekende wielrenner Jan Pijnenburg hield Woens dag in zijn woonplaats Tilburg receptie ter gelegen heid van zijn 12V1-jarig wielrennersjubileum, waarbij yele bekenden uit de sportwereld hem kwamen ge- lukwenschen FEUILLETON ROMAN VAN HANNO PLESSEN. (Nadruk verboden) 43) En zoo staat zij dan nu voor het beeld van de zilveren Madonna" in het schemer-duistere schip van de kerk. Geheimzinnig welft zich over en rondom haar de majestueuze omvang van den Dom. Hoogten en diepten liggen ver foorgen in donkere schaduwen, waaruit de bronzen beelden der monarchen uit lang ver vlogen tijden spookachtig opdoemen. Het grijze waas, waarin de vage omtrekken van koor, kansels en altaars gehuld zijn, is door trokken van het bedwelmende wierook der eeuwen. Het daglicht, dat door de bont ge kleurde ramen naar binnen valt, verspreidt slechts een mat schijnsel, evenals de spaar- zaam-gele vlam der tallooze kaarsen.... Voetstappen schuifelen en glijden om haar heenFluisterende stemmenGeruisch van kleerenDe zucht van een geloovige, die in deemoed neerknielt.... Daartussehen- door klinkt zeldzaam helder het klokje van een misdienaar op een der zij-altaars. Menschen komen, toeven zwijgend of met zacht murmelende lippen in gebed Schier verblindend is het licht van den win- terschen dag als zij uit het kerkportaal naar buiten treedt. In scherp contrast met de stilte en de veilige geborgenheid van de ka thedraal, stormt nu het bruisende stads leven op haar af.... Zij slaat de Maria Theresiastraat in en hier In de nabijheid van het postkantoor, brengt het toeval haar op den weg van Stefan Szar- <pssy.... „Ochmeneer Szartossy. „Mevrouw...." „Nee maar..,, moeten we elkaar ia Inns bruck nu tegen het lijf loopen „Hier, of in het bosch of op welke plaats ook moet ik Fortuna dankbaar zijn, dat ze mij zoo'n ontmoeting schenkt, want bij m'n laat ste bezoek aan uw gezellige woning, mevrouw, is het me helaas niet meegeloopenTherese heeft me afgepoeierdZe vertelde me, dat u het zoo druk had en niet gestoord wenschte te wordenIk weet niet, of het meisje ver teld heeft, dat ik geweest ben „Ach jaVoor de tweede maal dezen ochtend kleurt een kinderlijke blos Renate's wangen. „Ach, m'n beste meneer Szartossy, u moet niet boos op me zijn, neeDat was een samenloop van omstandighedenIk zal het u vertellen en dan zult u me ook be grijpen.... Tenslotte weet u toch zelf ook wel, dat u in de Lantaarn steeds 'n hartelijk welkome gast bent, ja, ja, zelfs nog meer dan datmaar ditmaalWeet u watU mag me voor een goede lunch inviteeren ja?!" „O, mevrouwSzartossy is verheugd. „Ik weet ergens een klein, gezellig restau rant, hier vlak bij aan het Margarethenplein Gaat u mee, dat wil zeggen als u ten min ste niets anders te roen hebt „Maar mevrouwSzartossy is op recht verbaasd, dat Renate zoo iets ook maar zou kunnen veronderstellen. Lachend neemt ze zijn arm.... Ze is zeld zaam opgewektpraat en schertst aan een stuk door en trekt den man met zich mee Het wordt een allergenoegelijkste maaltijd in een hoekje van het gerenommeerde, kleine restaurant aan een keurig gedekte en smaak vol met bloemen gedecoreerde tafel Szartossy heeft een met zorg gekozen menu samengesteld en een voortreffelijke witte Bordeaux doen aanrukken. Renate eet en drinkt met een gezonde eetlust en en verheugt zich oprecht over Szartossy's prettig gezel schap. Zij heft haar glas op: „Op een goedezeer goedealler beste vriendschap, meneer Szartossyen innerlijk denkt ze: Neen niet den ouden Del- mer, maar hem zal ik het 't eerst vertellen, want onweerstaanbaar dringt zich vandaag de behoefte aan haar op zich uit te spreken. Haar oogen stralen van innerlijk geluk en als zij het ernstige, maar nochtans van nauw bedwongen vreugde stralende gelaat tot hem overbuigt, geeft hij daaraan een geheel ver keerde uitlegging. Zijn hart juicht in zijn borst. „Renatestamelt hij, zichzelf een oogenblik vergetend, „wat zie je er stralend uitzoo jong. „JongDat weet. ik niet, maar gelukkig ben ik, onuitsprekelijk gelukkig, beste vriend". Het is of alle leven eensklaps in Stefan Szartossy uitbluscht, want er is slechts één enkel geluk in het leven der vrouw, waarover zij zóó spreekt, dat haar zoo verjongt en zoo veel mooier maaktMet een duidelijkheid, die geen twijfel overlaat, wordt hij het zich plotseling bewust: een ander heeft haar liefde gewonnen, terwijl hij slechts een phantoom heeft nagejaagd. Slechts met de grootste moeite slaagt hij er in zijn wanhopige stem ming meester te worden en zij praat door, zonder ook maar in het minst te vermoeden, wat zij daarmee verwoest: „Evenals in een overmaat van smart zoekt de mensch ook .wanneet hem een zeldzaam geluk ten deel is gevallen den toegewijden vriend. Diens trouw immers, zoowel als diens begrijpen zijn onontbeerlijk in vreugde en in leedSchenk me je vriendschap, Stefan Szartossy, zooals je steeds overtuigd kunt zijn van de mijne. „Jij bent de eerste, wien ik een blik gun in m'n jong en groot geluk, jij. m'n trouwe kameraad Kameraadkameraad, denkt hij. Dat is zóó: men verwacht den hoofdprijs en komt er met een „eigen geld" uit. Een surro gaatbroederliefdevriend... Dat be- teekent: toezien, hoe zij dien ander kust en verstandig blijvenadviseerenwaar schuwenvermanenOf een mensch dat lang zal kunnen volhouden? Ik aal het moeten ondervinden. Eigen geld is geen hon derdduizend. Maar beter eigen geld dan heele- maal geen geld. Vriendschap is in ieder geval iets positiefs, al doet het dan pijn te weten, dat de vrouw, die men lief heeft, een ander zal toebehooren Hij vraagt niet naar dien ander. En Renate zegt oog niets van hem. Zij vertelt niet hoe hij heet, noch wat en wie hij is. Alleen, dat hij op Oudejaarsavond bij haar in huis is ge komen, dat zij hun geluk tot dusver voor de geheele wereld geheim hebben gehouden, maar dat nu hij Szartossy, de vriend hun eens zeer spoedig in de Lantaarn moet komen opzoeken. Zij zal hem wel bericht zendenreeds een der eerstvolgende dagen Het egoïsme van het geluk maakt haar blind voor de verandering, welke in Szartossy heeft plaats gehad. Zij ziet niet, hoe bleek hij plot seling is geworden, noch bemerkt ze den pijn lijken trek om zijn mond en in haar blijd schap zich eindelijk te kunnen uiten, valt het haar niet op, dat hij slechts zwijgend van haar, toch ongetwijfeld verrassende mede- deeling kennis neemt. Een onwillekeurige blik op de klok doet haar echter opschrikken. „M'n hemelik zit hier m'n tijd schan delijk te verpraten! Eigenlijk moest ik allang thuis zijnHij zit natuurlijk op me te wachtenEenigszins overhaast wordt de tafel opgeheven Szartossy vergezelt haar tot het Stations plein, waar zij een slede neemt om zich snel naar huis te laten brengen. Haar aanbod om hem een eind te vergezellen, wijst hij beleefd maar beslist van de hand. z Hij moet nu alleen zijn om orde te schep pen in de chaos van gedachten en gevoelens, die hem beheerschen Langs een grooten omweg komt hij pas 's avonds uitgeput in Iglerhof aan. Mechanisch ontkleedt hij zich en als hij de zakken van zijn colbert leegt, houdt hij plotseling het doosje met Johanna's ring in de hand. „Nu heb ik het nog niet weggestuurd zegt hij half luid tot zichzelf en met deze gedachte, welke zich met een zoo onbeteeke- nende kleinigheid bezig houdt, valt hij in een diepen, droomloozen slaap Li de Lantaarn zegt Renate tot Sylvester: „Hier de 5000 mark, die ik bij m'n zaakwaar nemer heb opgenomen". „Ik heb toch maar 3300 noodig....", werpt hij haar tegen. „Voor de betaling van die eene schuld, ja zegt zij kalm, „maar ik denk, dat er nog wel een en ander noodig zal zijn voor verschillende dingen, die je niet voorzien. Waarom zullen we toch over zoo'n kleinigheid zoo breedvoe rig uitweiden. Bovendien reken ik ook liever met ronde bedragenIk belast je dus met 5000 markafgesproken. Hij knikt slechts. ,Mooi", besluit ze met een afwerend ge baar, „daarmee is dan deze zaak afgedaan". „Ja, maarik moet dan morgen even naar Innsbruck, om daar...." „Dat spreekt vanzelf. Maar nu praten we er dan ook niet meer over. Ik wil weer eens muziek hoorenmuziek, Sylvester.... jouw muziek...." Vierentwintig uur later. Sylvester is intusschen naar Innsbruck ge weest en ditmaal behoefde Renate niet lang op zijn terugkeer te wachten. Veel sneller dan ze gedacht had, heeft hij zijn zaken daar af gedaan. Slechts nauwelijks twee en half uur is hij weg geweest. (Wordt vervolgd), x

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 9