Jhr. Mr. C. J. M. Ruys de Beerenbrouck
Bloementeelt wordt
gesteund.
)a7rt^
DE LOCARNO-VRIENDEN
OE IK GROEIDE
ZATERDAG 18 APRIt 1936
HAARLEM'S DAGBLAD
3
Voorzitter der Tweede Kamer en
oud-minister-president.
Vrijdagmiddag is in het St. An-
thonius Gasthuis te Utrecht jhr. mr.
Ch. J. M. Ruys de Beerenbrouck, mi
nister van Staat, overleden. Jhr. Ruys
de Beerenbrouck was reeds sinds en
kele dagen ongesteld, doch deze on
gesteldheid was aanvankelijk niet
van dien aard, dat er reden tot on
gerustheid was. Vrij plotseling is
echter een dusdanige verergering
ingetreden, dat de zieke Vrijdag
middag naar bovengenoemd zieken
huis moest worden overgebracht,
waar hij na enkele uren is overleden.
Jhr. Mr.
J. M. Ruys de Beerenbrouck.
Naar wij vernemen zal de begrafenis van
het stoffelijk overschot a.s. Dinsdag plaats
hebben te Vorden (L.)
Met Jhr. mr. Charles Joseph Marie Ruys
de Beerenbrouck is een der meest op den
voorgrond tredende staatslieden van ons
land heengegaan. In de Katholieke Staats
partij, welker beginselen hij gedurende zijn
gansche politieke loopbaan krachtig heeft
voorgestaan, één der voornaamste figuren,
is hij als premier en als voorzitter van de
volksvertegenwoordiging een persoonlijkheid
geweest, van groote beteekenis voor het
staatkundig leven van geheel ons volk.
Hij paarde de typische karaktereigenschap
pen van den Limburger, diens opgewektheid,
gemoedelijkheid en gevoel voor humor, aan
een levendig besef van de realiteit, dat hem
in staat stelde, de wezenlijke verhoudingen
in het politieke en sociale leven van ons volk
scherp te onderkennen. Onder zijn aangebo
ren vroolijkheid scholen een diepe ernst en
een sterk gevoel van de verantwoordelijkheid,
welke hij in zijn hooge functies te dragen
had. Daarbij bezielde dezen katholiek een
innige vroomheid, waarvan hij in het open
bare leven slechts uiterst zelden liet blijken,
maar welke als een levende kracht in zijn
menschelijkheid heeft gewerkt. De bezoeken,
welke hij herhaaldelijk aan kloosters bracht,
en zijn verblijf aldaar sproten voort uit zijn
behoefte om in afzondering van de wereld
te vertoeven in een sfeer, waarin hij.de din
gen des geestes ongestoord op zich kon la
ten inwerken en-tevens de ia-acht kon op
doen, welke hij voor zijn moeilijke en ver-
moeienden arbeid in zoo groote mate be
hoefde. Aristocraat van geboorte, toonde jhr.
Ruys de Beerenbrouck in den dagelijkschen
omgang een grooten eenvoud en stelde hij
belang in het lot van allen zonder onder
scheid, die hem, in welken rang ook geplaatst,
bij zijn werk ter zijde stonden.
Wars van alle gewichtig vertoon, bleek hij
voor wie hem eerlijk tegemoet trad van een
beminnelijke innemendheid.
Zijn menschenkennis zeide hem, wien hij
zijn vertrouwen kon geven, en menigeen, die
hem in het torentje bezocht, waar het kabi
net van den minister van binnenlandsche
zaken zich bevindt, zal zich belangwekkende
gesprekken herinneren, welke hij daar mocht
voeren met den premier, als deze uit zijn
vele herinneringen aan zijn politieke loop
baan boeiend vertelde. Uit die gesprekken
bleek ook herhaaldelijk de groote objectivi
teit, waarmede Ruys de Beerenbrouck in het
staatkundige leven oordeelde.
Jhr. Ruys de Beerenbrouck is op 1 Decem
ber 1873 als oudste zoon van Jhr. mr. G. L.
M. H. Ruys de Beerenbrouck, die van 1888
'91 minister van Justitie in het kabinet-
Ma ckay en van 1893—1918 commissaris der
koningin in de provincie Limburg is geweest
te Roermond geboren.
Hij bezocht de gymnasia te Maastricht en
te 's Gravenhage, studeerde aan de universi
teit te Leiden en promoveerde op 17 Decem
ber 1895 tot doctor in de rechtswetenschap
op een proefschrift over „het strafrecht in
het oude Maastricht".
Na zijn promotie oefende hij eerst, eenigen
tijd te Ma'astricht de advocatuur uit, maar
weldra werd hij ambtenaar bij het openbaar
ministerie bij het kantongerecht aldaar. Reeds
in 1905 kreeg hij zitting in de Tweede Kamer
voor het kiesdistrict Gulpen en sedert zag hij
zijn mandaat telkens hernieuwd. Aan land
en mijnbouwaangelegenheden wijdde hij als
volksvertegenwoordiger spoedig bijzondere
aandacht.
Op Ruys de Beerenbrouck's initiatief werd
in ons land begonnen, naar Duitsch voor
beeld katholiekendagen te houden.
Toen zijn vader in 1918 zijn ambt neerlegde
en Jhr. Ch. Ruys de Beerenbrouck diens
plaats innam, moest hij als Kamerlid bedan
ken. Maar nog geen half jaar was hij com
missaris der koningin in Limburg, of hij
werd naar den Haag geroepen, om een kabi
net, steunende op de rechterzijde, samen te
stellen, hetgeen leidde tot het optreden van
het eerste ministerie-Ruys de Beerenbrouck,
waarin hijzelf het departement van binnen
landsche zaken voor zijn rekening nam.
Hij was de jongste premier, dien ons land
ooit heeft gehad. Toen de algemeene verkie
zingen in 1922 de rechtsche meerderheid in
de Tweede Kamer bestendigden, bleven jhr.
Ruys en zijn meeste ambtgenooten in hun
functie. Dit tweede ministerie-Ruys vroeg
echter in October 1923 ontslag, wegens de
verwerping van het ontwerp-vlootwet dooi
de Tweede Kamer. Daar het na een kabinets
crisis van eenige maanden niet mogelijk
bleek, een ander ministerie te doen optreden,
willigde de koningin het verzoek om ontslag
niet in, zoodat een eenigszins gereconstrueerd
kabinet-Ruys tot September 1925 de teugels
der regeering in handen hield.
Nadat jhr. Ruys zeven jaren minister-pre
sident was geweest, kreeg hij, in 1925, op
nieuw zitting in de Tweede Kamer, welke
hem op no. 1 plaatste van de voordracht,
waaruit de koningin den Kamervoorzitter
benoemt Van 1925 tot 1929 heeft hij de ver
gaderingen der Kamer geleid.
In November 1925 volgde hij baron van
Wijnbergen op als voorzitter der Roomsch-
Katholieke Staatspartij.
In 1929 werd jhr. Ruys de Beerenbrouck
opnieuw met de vorming van een kabinet be
last. Dit is aan het bewind gebleven van 10
Augustus van genoemd jaar tot 26 Mei 1933.
Als gevolg van de aanneming van een mo
tie-Boon, tot schorsing van de beraadslaging
over het wetsontwerp tot vermindering van
het aantal rechtbanken, is het toen tot Ka
merontbinding en vervroegde verkiezing ge
komen, waarna het kabinet-Ruys aftrad.
Sedert 31 Mei 1933 was jhr. Ruys weder
Kamervoorzitter.
Jhr. Ruys de Beerenbrouck heeft zijn
krachten nog op tal van andere terreinen
ontplooid, verbetering volkshuisvesting, in
voering werkloosheidsverzekering, katholieke
sociale actie, Katholieke geheelonthou
ding, enz.
In 1927 erkende de regeering zijn verdien
sten door hem tot minister van staat te be
noemen. Vele hooge onderscheidingen, ook
buitenlandsche, zijn hem ten deel gevallen.
Hij was o.m. kamerheer in buitengewonen
dienst van H.M. de Koningin, commandeur
in de orde van den Nederlandschen Leeuw
en hij droeg het grootkruis in de orde
van het Legioen van Eer van Frankrijk.
Eenige jaren geleden heeft hij een ernstige
operatie ondergaan, waardoor hij zijn kracht
niet ten volle heeft kunnen behouden. Des
ondanks heeft hij zijn arbeid ten bate van
het land voortgezet. Dat zijn te vroege ver
scheiden hiervan een gevolg is, schijnt geens
zins uitgesloten.
De Tweede Kamer bijeengeroepen.
De Tweede Kamer is tegen Maandag a.s.
telegrafisch bijeengeroepen in verband met
het overlijden van haar president, Jhr. Ruys
de Beerenbrouck.
Bedrag van f300.000 beschikbaar
gesteld.
De minister van Landbouw en Vis-
scherij heeft bepaald, dat uit het
Landbouwcrisisfonds 300.000 ter
beschikking van de Nederlandsche
Sierteeltcentrale zal worden gesteld
teneinde haar in staat te stellen van
georganiseerde kweekers op de veilin
gen producten van de bloementeelt
aan te koopen.
Houder van crediet- en voor
schotbank veroordeeld.
De rechtbank te Rotterdam heeft uit
spraak gedaan in de zaak van M. van W. te
Schiedam, gedetineerd, die aan het hoofd
heeft gestaan van z.g.n. crediet- en voor
schotbanken o.a. „Eigen Hulp" in Schiedam.
Den reflectanten werden groote credieten
beloofd maar, hoewel zij veel moesten beta
len, kwam van een voorschot in de meeste
gevallen niets terecht. Wegens oplichting
werd van W. veroordeeld tot anderhalf jaar
gevangenisstraf. De eisch was drie jaar.
KA.WILLEM,
VERVORMEN
VERVEN STOOMEN
VAN 0AMESH06DEN
WILHELMINASTRAAT 16. TEL:I6884 HAARLEM
(Adv. Ingez. Med.)
Penningmeester van fabrieks-
arbeidersbond gearresteerd.
Gelden uit vereenigingskas verduisterd.
Vrijdagmiddag is te Oss op last van den
officier van justitie te Den Bosch gearres
teerd de penningmeester van de afaeeling
Oss van den Nederlandschen R.-K. Fa-
brieksarbeidersbond St. Willibrordus. Hij
heeft zich schuldig gemaakt aan verduiste
ring van bondsgelden. Hoeveel deze verduis
tering bedraagt is echter nog niet vastge
steld. De man heeft een volledige bekente
nis afgelegd.
Krijgt Indië bronzen centen?
Bij de Tweede Kamer is een wetsontwerp in
gediend om de bestaande Ned. Indische pas
munten, die van koper zijn te vervangen door
nieuwe van brons.
Diefstal van zegels te Utrecht
opgehelderd?
Vijf en twintigjarig man aangehouden.
UTRECHT, 17 April. Als verdacht van
diefstal van plakzegels. coupon-belasting- en
beursbelastingzegels. ten bedrage van eenige
duizenden guldens, gepleegd in het kantoor
der Registratie, in de Muntstraat te Utrecht,
is door de politie aangehouden een 25-jarige
vertegenwoordiger V. genaamd.
Gebleken is, dat V. op verschillende plaat
sen te Utrecht en vermoedelijk ook in an
dere plaatsen, plakzegels te koop heeft aan
geboden en goederen heeft gekocht, die hij
geheel cf gedeeltelijk met zegels heeft be
taald. E'en hoeveelheid zegels is reeds in be
slag genomen.
DOOR PIET VAN DER HEM
VAN NUL
TOT ACTEUR
Tour
Zondag Groningen. Maandag Winschoten,
Dinsdag Assen. Woensdag Meppel. Donder
dag Zwolle. Vrijdag Deventer, Zaterdag Arn
hem. zoo jubelen we week in, week uit, het
heele land door.
Soms is het leuk, soms is het vervelend,
maar altijd is het vermoeiend. Terwille van
de huldiging van den jubilaris aan het slot
van de voorstelling zijn we allemaal verplicht
in den schouwburg te blijven, al zijn we ook
met de pauze klaar. En omdat het publiek
ons met onze eigen gezichten niet kent. blij
ven we ook maar geschminkt en gekleed. We
kaarten in de kleedkamers, we hangen wat
om. we praten mee een lid van de schouw
burgcommissie en gaan vast eens kijken hoe
het met de kransen en struiken staat.
Dan- is eindelijk het stuk uit en er volgt
een verward geloop en geren van heeren die
willen spreken, den weg naar het tooneel
niet kunnen vinden en eikaars bloemstuk
ken wegpakken. De jubilaris doet gauw een
paar halen aan zijn sigaret, dan trekt hij
zijn das recht, zijn vest af en zijn gelegen
heidsgezicht aan; er vormt zich een halve
cirkel op het tooneel. wij staan met belang
stellende gezichten en van verwachting klop
pende harten in bestudeerd-achtelooze hou
ding bescheiden op den achtergrond.
Een heer treedt naar voren, kucht, kucht
nog eens en grijpt het woord. Hij begint een
anecdote te vertellen over den jubilaris,
waarvan de pointe zoek is en gaat zich te
buiten aan vergelijkingen met de Goden op
den Olympus. Eindelijk wij staan in span
ning te gluren daalt zijn' rechterhand in
den linkerbinnenzak van zijn smoking. Een
stoffelijk blijk van de genegenheid die het
publiek den geliefden speler toedraagt, mag
bij deze gelegenheid niet ontbreken (wij
knikken elkaar stiekem toe met verheuede
gezichten) en al is dan ook door de tijds
omstandigheden de inhoud minder groot dan
v-1 te wenschen zou zijn (wij kijken diep
teleurgesteld), toch hoopt spreker dat de ju
bilaris een prettige herinnering zal houden
aan dezen avond en aan het publiek hier ter
stede.
Iedereen voelt dat dit een goede slotzin is
en daarom vallen we maar meteen in met
applaus. De enveloppe verzeilt in een ande
ren binnenzak en een handdruk is het be
dankje voorloopig. Want er staan nog an
dere sprekers op de lijst.
We gaan eens op ons andere been staan
en luisteren naar r.ummer twee. Hij is met
een krans gewapend en met een spraakge
brek begiftigd. Toch maakt hij het lang en
wij zoeken een stuk coulisse op. waartegen
we kunnen leunen.
De derde spreker is wel de tolk onzer ge
voelens. als hij vaststelt dat hij uren noodig
zou hebben om de bijzondere verdiensten
van den jubilaris in het licht te stellen en
daarom maar niet anders zal zeggen dan:
nog vele jaren!
Zoo gaat het door, tot eindelijk het woord
aan het feestvarken is. Wij herademen ook,
want nu nadert het einde. Zijn speech is al
tijd kort en hij is genoeg tooneelspeler om
wat hij te zeggen heeft op een aardige ma
nier over het voetlicht te doen komen en
zelfs hier en daar wat variatie aan te bren
gen; alleen de kern van zijn betoogje is zon
der uitzondering de verzekering dat hij voor
geen publiek liever speelt dan voor het Wa-
geningsche. Roodeschoolsche en Steenwijk-
sche.
Onze voeten vallen af van vermoeidheid,
wanneer we eindelijk naar ons hotel kunnen
gaan.
In de volgende stad hooren we geruchten
over een souper, dat den spelenden „na af
loop" zal worden aangeboden en de meesten
onzer zijn smulpaap genoeg om dat een aan
lokkelijke gedachte der goede ingezetenen te
vinden. Helaas is er een vergissing onzer
zijds. Het souper is er, het wordt ook aan
geboden, maar alleen aan den held van den
avond en aan de eerste acti'ice. Wij blijven
er van gespeend en zitten elkaar aan te kij
ken over een broodje-halfom of een broodje-
verkeerd in het hotel, na twaalf speeches.
Elders is de studeerende jongelingschap in
het geweer gekomen en wordt de Kroeg voor
ons opengesteld." Zelfs de meisjesstudenten
zijn actief en het wordt een avond van feest-
geruisch en studentenjool tot diep in den
nacht. De morgen daarop hangen we katte
rig van de boemel in den boemel naar de
volgende stad.
Daar heeft het huldigingscomité het denk
beeld gekregen dat men met de tooneelspeel-
kunst ook de plaatselijke kunst kan steunen
en het biedt den jubilaris een schilderij aan,
een wonderlijk landschap met boomen als
boerenkooler. en een jager met een groenen
hoed. een zwaar geweer en een onrustwek
kende baard die~ op een zwaarlijvig hert
schiet. Het geheel in gouden lijst.
Na veertien dagen keeren we als spookver
schijningen in de hoofdstad terug. Nog even
poseeren voor den fotograaf van De Avond
voor de geïllustreerde pagina en dan naar
huis. Slapen, slapen en nog eens slapen. En
terwijl onze rust verstoord wordt door be
nauwde droomen van redenaars die hun eind
niet kunnen vinden, telt de directie de in
komsten na en glimlacht en de jubilaris telt
zijn enveloppen na en glimlacht ook.
Mussolini (tot Eden, Flandin en Van Zeeland): Nog één flinke klap, heeren, en dan gaan we samen de kermis op.
Nederlandsch veekoopman in
België vermoord.
Vier mannen en twee vrouwen aangehouden.
Dezer dagen is het lijk van den Maastricht-
schen veekoopman S. Schellevis drijvende ge
vonden in de sluiskolk van Klein Ternaaien
(Belgisch Limburg). Uit een onderzoek is ge
bleken, dat de man is vermoord, in verband
waarmee vier mannen en twee vrouwen zijn
aangehouden. Drie hunner hebben een be
kentenis afgelegd.
Nog geen vruchtboomenbloei.
Omtrent de vooruitzichten van den vrucht
boomenbloei meldt de A. N. W. B. het volgende:
De bloesem is in Z u i d-L i m bu r g biina af-
geloopen. Tengevolge van de nachtvorst wordt
de bloesem zwart of valt af de bloei van de
appelboomen begint over enkele weken.
In de geheele Betuwe is nog zeer weinig van
den bloesem te zien. Het wachten is op warm,
zonnig weer. waarna de boomen zullen uit-
loopen. Eventueele tochten kan men beter
«r'-tpilen tot nader bericht volgt.
Tn Zeeland is van de bloesems nog niets
r -7;~n. verwacht wordt dat over enkele weken
arden fn bloei zullen staan.