Kleeding
Straat,
Sport
en Huis
EEN MODERN TAFELGARNITUUR.
SKSEB
voor
GOEDE CONCURRENTIE.
„Ze concurreeren elkaar dood" hoe dik
wijls hoorden wij dat wel in de crisisjaren, en
het leek er soms maar al te vaak op. Om geen
klanten te verliezen zakten de prijzen, maar
wanneer dat van weerskanten blijft doorgaan,,
kan er tenslotte geen gezonde handel meer
blijven bestaan.
Toch is een eerlijke concurrentie een goed
ding: geen mensch is volmaakt, en wanneer
de noodzaak om zijn eigen bedrijf op peil te
houden niet bestond, zou er vrijwel niemand
zijn die niet tot verslapping van zijn werk
kracht kwam. Wat zal men zich druk maken,
zouden velen zich afvragen, als de klanten toch
bij mij moeten komen omdat er geen ander is?
Bovendien moeten zij het maar nemen zooals,
het uitkomt, wie doet me wat?
Een dergelijke redeneering gaat in onzen
tijd nog minder op dan vroeger: wie er in
slechte tijden niet nog eens een extra stapje
oplegt, zal bedrogen uitkomen. Maar wij noe
men het juist eerlijke concurrentie omdat het
daar tenslotte om gaat, en het is voor ons,
huisvrouwen, weieens goed om te overdenken,
dat wij daar heel wat toe mee of tegenwerken
kunnen. Want met zoogenaamde slimmigheid
jes om de een of andere leverantie beter of
goedkooper te krijgen van den een dan van
den ander, dwingt de koopster haar leveran
cier tot knoeien wanneer hij er tenminste op
gesteld is, zijn klant,'te behouden.
Zoo wordt de eene soms tegen den ander
uitgespeeld, of men dreigt met het overloopen
naar den felsten concurrent, om op onrede
lijke gronden haar zin door te drijven.
Aan den anderen kant probeert een knecht
of bediende van den winkelier een eigen zaakje
te beginnen en daartoe werkt hij de klanten
van zijn patroon af, daarmee schandelijk mis
bruik van vertrouwen makend, het zoo voor
stellende alsof de klant er beter van zal wor
den. Wanneer de klanten hem nu meenen te
kennen als een eerlijk man die graag vooruit
wil komen in de wereld, waarbij de lage prij
zen hen ook aanlokken komt het nog al te
vaak voor, dat de leverancier op wien geen aan.
merking te maken was, wordt afgeschaft en de
pas gevestigde knecht wordt aangenomen.
Dat is een van de meest treffende staaltjes
van oneerlijke concurrentie: vooral als de zaak
vrij groot is, heeft de klant meestal meer con
tact met den bediende dan met den patroon,
dus wat zal zij zich bekommeren om dezen
laatsten, dien zij niet kent, terwijl de bediende
zoo'n „echte jongen" is, en toch ook vooruit
wil komen.
Iets anders wordt het natuurlijk, wanneer
men aanmerkingen heeft op den patroon het
zij op zijn werk, of wel op zijn prijzen, en men
toch van plan was te veranderen: in dat geval
is ons land altijd nog vrij genoeg, om te ver
anderen. Maar zelfs dan is het niet geraden
om den vroegeren bediende te nemen, die gepro
beerd heeft ons daartoe over te halen: wat
hij nu zijn patroon voor oneerlijks aandoet,
dat bewijst immers, dat hij het niet zoo erg
nauw met zijn geweten neemt, en dat kan op
den duur geen goede leverancier zijn.
Wij huisvrouwen moeten ons niet al te gauw
laten ompraten om een anderen leverancier te
nemen: iemand die ons goed bedient, die ons
niet te duur toeschijnt en die te zijner tijd
ook weieens iets voor ons over heeft, mag niet
zonder meer aan den dijk gezet worden omdat
een vriendin of een nicht ons probeert te be
praten, dat we niet Jansen, maar Pietersen
moeten hebben.
En denkt nu maar niet, dat zooiets weinig
voorkomt; het is eenmaal een typisch men-
schelijke eigenschap, dat men zijn vrienden
en kennissen wil overhalen tot zijn eigen
denkbeelden. Dus bepraat men ze ook tot zijn
eigen leveranciers, misschien uit bedilzucht,
misschien ook wel uit ij delheid om te kunnen
beweren: meneer A, ik heb u weer een klant
bezorgd; of alleen maar uit hulpvaardige
overwegingen: hij bedient me zóó goed, dat
gun ik ieder ander ook.
Maar hoe goed misschien ook bedoeld, toch
schuilt er een gevaar in: eerstens omdat wij
niet allen met dezelfde menschen het pret
tigst kunnen samenwerken, maar ook omdat
men tegenover de leveranciers die ons goede
waar leveren tegen behoorlijke prijzen ook als
klant eenige verplichting heeft. Waar twee
menschen zaken met elkaar doen, of dit nu
groothandel is of de verhouding van winke
lier tegenover cliënte doet er niets toe, beiden
hebben hun rechten, maar ook hun plichten,
en wanneer de koopster zich verbeeldt dat
zij alleen maar rechten heeft en geen plich
ten, dan ontstaan er die moordende concur-
renties, die ieder zakendoen onmogelijk
maken. E. E. J.—P.
Bronzen voorwerpen kan men het beste
schoonmaken door ze, als ze stofvrij zijn ge
maakt, op te wrijven met dunne witte was.
De was neemt n.l- al het aanklevende vuil
mee. Zoo noodig gebruike men bij het reini
gen van bronzen voorwerpen een zacht bor
steltje om in alle hoeken en gaten te komen.
Als de aard van de voorwerpen het toelaat
kan men gebruik maken van een lauw, slap
sopje van goede huishoudzeep. Daarna af
spoelen, goed drogen met zachte doeken en
daarna opwrijven met dunne, witte was.
Het verdient altijd aanbeveling sportklee-
öing nooit „te mooi" te willen maken. Wasch-
en kleurecht materiaal is natuurlijk een eer
ste veVeisehte; de snit moet zoo zijn, dat de
draagster er zich vrij en onbelemmerd in be
wegen kan.
Korte jasjes van effen of gestreept mate
riaal completeeren de tennisjurken.
En thans de kleeding voor de huisvrouw. De
tijd dat ze avondjaponnen of middagtoiletten
„opdroeg" in huis, is gelukkig voorbij. De huis
vrouw heeft ingezien, dat ze er ook bij haar
dagelijksche bezigheden frisch en aardig moet
uitzien. En mevrouw Mode heeft voor haar
trouwe discipelen „droomen van katoen en
linnenbedacht.
In de eerste plaats moet de kleeding van de
huisvrouw wasch- en kleurecht zijn. Jurken,
die niet gewasschen kunnen worden, zijn on
mogelijk in de keuken.
Practisch zijn de zoogenaamde japonschor-
ten, dte het ons veroorloven als we visite heb
ben, af en toe even in ons middagjurkje naar
de keuken te wippen, orn daar het een of an
der gerecht te behoeden voor verbranding.
Om albasten luxe-voorwerpen te reinigen,
neme men zeepwater (zachte zeep is aan te
raden), waarin een klein scheutje ammonia
gedaan is. Het albast krijgt zijn glans terug
door met een zacht linnen lapje af te wrijven
met fijngewreven gezuiverde koolzure kalk.
Dit laatste is te verkrijgen bij apotheek of
drogist
HET MENU VOOR DE HEELE WEEK
Zondag:
tomatensoep;
harde eieren, spinazie;
biefstuk, gebakken aardappelen:
ananaspudding.
Maandag:
varkenslapjes, raapstelen, gekookte aard
appelen;
fruit.
Dinsdag:
aardappelsoep;
ka'.fslappen, savoye kool, gekookte aard
appelen;
beschuit met kaas.
Woensdag:
gehakt, bloemkool, gekookte aardappelen;
chocoladepudding.
Donderdag:
rnuderlapjes, worteltjes, gekookte aard
appelen;
vanillevla.
Vrij d ag:
gestoofde schelvisch, boterjus, bietensla,
gekookte aardappelen;
rijst met pruimen.
Zaterdag:
bruine-boonensoep;
appelflapjes.
(Adv. Ingez. Med.)
Ons Wekelijksch Knippatroon.
BABYSCHORTJE.
Meer en meer vindt de Engelsche manier
van tafeldekken ingang bij ons. Daar legt
men niet, zooals wij gewend zijn, een kleed
over de geheele tafel; maar men geeft ieder
der aanzittenden een klein kleedje. Om
echter bij deze manier van tafeldekken een
stijlvol geheel te krijgen, is in de eerste
plaats een mooi gepolijste tafel noodzakelijk.
Daarop iegt men dan de verschillende kleine
kleedjes; onder de dekschalen en terrines een,
en onder elk bord. Ook onder de glazen wordt
een klein kleedje gelegd. Behalve echter, dat
men een glad gepolijste tafel moet hebben, is
het. om een stijlvol geheel te krijgen, oojc
noodzakelijk mooie kleedjes tc hebben. Deze
kunnen zoowel van kant als van ander ma
teriaal zijn. Heel modern is om een linnen gar
nituur te leggen, dat met de hand bewerkt is.
Linnen kan men tegenwoordig in de mooiste
pasteltinten krijgen; geel blauw en rose zijn
de meest gewilde kleur-n. Het garnituur op
onze afbeelding is bewerkt met witte parel-
zijde. Het bestaat uit vingerdoekjes van 30 bij
45 centimeter, servetten van 40 bij 50 centi
meter en een middenlooper van 30 bij 90 cen
timeter, De gamee ring bestaat uit een breeds
geajourden rand aan een der korte kanten,
een smallen geajourden rand om het geheele
servet en een mooi uitgewerkt monogram.
Voor de ajourranden trekt men draden uit
op de goede breeate. De open zoom is heel ge
makkelijk te maken: meer werk is de breede
rand. Als u echter even goed onze schets be
kijkt, zul u zien, dat het betrekkelijk eenvou
dig werk is. De teekening is zoo duidelijk, dat
verdere uitleg overbodig is.
Ook het monogram is tegelijk garneering.
Daarvoor festonneert men een rondje uit en
verbindt verschillende zijden met staafjes. Op
deze staafjes festonneert men het monogram
vast.
Voor het uitwerken van dit monogram moet
men dunnere zij gebruiken dan voor de ajour
randen.
Men kan natuurlijk wol andere motieven
gebruiken, dan wij hier aangegeven hebben;
maar we bedoelen ook niet, dat u het precies
hetzelfde na moet maken. Het is meer om u
een kleine aanwijzing te geven. En dan nog
iets. Een dergelijk garnituur is een allerliefst
huwelijksgeschenk. Het jonge bruidje, dat
zoo'n geschenk ontvangt, zal er zeker mee ia
haar schik zijn.
De kleeding, die een moderne vrouw op straat
draagt, is eenvoudig van materiaal en snit.
Door deze eenvoud echter wordt de pasvorm
van het kleedingstuk neg geaccentueerd en de
goeagekleede vrouw zal er dan ook op staan,
dat haar kleeding een onberispelijke coupe
heeft.
Ieder voorjaar zijn de strenge tailleurman
tels zeer geliefd. Het materiaal, dat men er
voor kiesi is meestal Engelsche heerenstof
met een vischgraatdessin. Om de strengheid
een weinig te breken, gebruikt men vaak effen
materiaal voor de kraag, terwijl een corsage
op de revers de „note gaie" vormt. Ook tweed
met dik opgelegde noppen leent zich uitste
kend voor dergelijke voorjaarsmantels. Open
springende plooien op den rug en schouder
stukken geven h-t geheel iets vlots. Van een
heel ander genre zijn de drie-kwartlange
„swaggers", die een geliefde dracht zijn voor
jonge meisjes en vrouwen. Het aardigst is om
deze sportmodellen te kiezen van groot-geruite
wollen stof. De revers worden meestal heel
breed gehouden, terwijl groote opgestikte zak
ken een heerlijke bergplaats vormen'voor al
lerlei onderdeelen van ons toilet. Een derge
lijke mantel kan echter alleen gedragen wor
den door lange, slanke figuren. Iemand die
klein en gezet is, zal er een weinig belachelijk
uiteten.
Nu het voorjaar zich reeds door enkele
warme dagen kenbaar heeft gemaakt, zien
we plotseling sportieve meiskes en vrouwen
zie r naar de sportterreinen begeven. De ten-
nis- tet is in ons land zeer populair geworden
en u zijn dan ook de ontwerpen voor ten
nis, Zeer handig zijn tennisjaponnen
met een rGk die opengeknoopt kan worden.
Daaronder draagt de tennisster dan „shorts"
<korr. sportbroekje) van hetzelfde materiaal
als de jurk. Ook ziet men tenniscostuums, die
be.' i uit blousje en short van hetzelfde ma
teriaal. Het figuurtje op de teekening draagt
een sportcostuum van geruit katoen.
Op de laatste illustratie ziet u eenige bij
zonder practische modellen afgebeeld. De
schorten sluiten alle over elkaar en worden
met een groote strik vastgemaakt. In frissche
kleuren gehouden en gegarneerd met vroolijk
bont katoen misstaan ze absoluut niet. In
ieder geval kleeden ze veel beter dan de af
gedragen japonnen die we vroeger in huis aan
hadden
Onderstaande patronen zijn in één maat
verkrijgbaar en wel de volgende:
Bovenwijdte 98 centimeter, taillewijdte 83
centimeter en heupwijdte 100 centimeter. Prijs
van deze patronen is 22.5 ets. per stuk. Het
werken :«iet deze patronen behoeft geen moei
lijkheden op te leveren, daar men door het al
of niet aanknippen van naden het patroon
passend kan maken voor het eigen figuur.
Nr. 661: aardig voorjaarsblousje van bedruk
te zijde. Zeer envoudig sportief model. Benoo-
digd materiaal: 2 meter van 90 centimeter
breedte. Prijs van het patroon 22.5 ets. per
stuk.
Nr. 663 sportrok van geruite wollen stof.
Glad model met uitspringende plooi in de
voorbaan. Benoocligd materiaal: twee maal
de hoogte van den rok. Prijs van het patroon
22J/2 ets. per stuk.
Nr. 662: origineele blouse van geruit katoen.
Benoodigd materiaal: 2 meter katoen van 90
centimeter breedte. Prijs van het patroon 22V2
ets. per stuk.
Deze modellen zijn dus in de vermelde maat,
tegen bovengenoemden prijs te verkrijgen bij
het bureau van dit blad, plus 6 ets. porto
kosten. Den lezeressen wordt vriendelijk ver
zocht hij bestelling duidelijk het nummer van
het gewenschte patroon op te geven en naam
en adres te vermelden; men voorkomt daar
door onnoodige vertraging in de verzending.
Wij maken er onze lezeressen op attent, dat
wij bovenstaande patronen ook op maat leve
ren. Prijs is dan 45 ets. per stuk. Bij bestelling
van een maatpatroon gelieve u s.v.p. volledig
de maten, als bovenwijdte, taillewijdte, heup
wijdte, lengte, enz. op te geven.
Bovenstaand babyschortje is gemaakt van
35 c.M. organdi met een gehaakt pasje van
glimmende witte of gekleurde haakzijde (2
kluwens). Voor het pasje haken we 90 lossen
en maken er teruggaande 45 hokjes van, door
er 1 hokje 1 stokje in te haken. Teruggaande
haken we het stokje in het gaatje, zoodat de
stokjes dus niet boven elkaar komen. De eer
ste 5 toeren zijn even groot, de 6e toer wordt
aan weerskanten 5 hokjes korter, de 7e toer
aan weerskanten 1 hokje korter, de 8e toer
aan weerskanten 1 hokje korter, de 9e, 10e, 11e
en 12e toer worden gehaakt op een breedte
van 31 hokjes. Bij de 13e toer haken we alleen
het rechterschoudertje door, dat 8 hokjes
breed en 15 hokjes hoog wordt.
Het pasje is van achteren natuurlijk open,
we haken dus nu naar het midden 18 lossen
bij, waarop 9 hokjes worden gemaakt. Nu wor
den 4 hokjes op deze 17 hokjes gehaakt, dan
meerderen we 2 keer aan den armsgatkant 1
hokje en den 3en keer worden 5 hokjes bijge
maakt. Nu hebben we 24 hokjes breedte en dit
maken we 5 hokjes hoog.
Nu het rechter achterstukje klaar is, maken:
we den linkerschouder met het linker achter
kantje, dat een spiegelbeeld is van het vorige.
De kantjes a-b worden aan c-d genaaid en
hals en armsgaten omgehaakt met een pi-
quotje. Van achteren komen aan den linker
kant bij e, nog lusjes voor de knoopjes die we
aan de andere zijde naaien. De organdi wordt
aan den onderkant voorzien van een zoom van
3 c.M. en aan den bovenkant maken we een
smal zoompje, waarna we dezen kant inrim-
pelen en aan het pasje naaien.
Sp. TH.
Vliegenvuil uit zijden stoffen kan men
verwijderen door de zijde te dompelen in
'koud water met een scheutje ammonia, waar
na men in koud water naspoelt.