H. K. H. Prinses Juliana gehuldigd in het Olympisch Stadion te Amsterdam.
HET MYSTERIE
VAN MOAT HOUSE.
De burgemeester van Wijk aan Zee, de heer H. Rothe, heeft Woens
dag afscheid van zijn gemeente genomen. De voorzitter van het
huldigingscomité biedt den scheidenden burgemeester een album aan
Sen Hoflandsch fandschap in de omgeving van Parijs. De tulpenvelden in
oe omgeving van Parijs, staan momenteel in vollen bloei. De bloemen-
plukstersaan den arbeid
Burgemeester De Vlugt ontsteekt de eerste fakkel voor den fakkeloptocht, die
ter gelegenheid van de prinsessehulde in het Stadion te Amsterdam gehouden
werd
Leden van het zionistische «Comité Executif" in Palestina bezoeken Een zeldzaam jubileum. Het echtpaar Sillevis Koekkoek te Vijfhuizen
in het ziekenhuis Hadassah te Tel Aviv de slachtoffers der jongste vierde Woensdag zijn 67-jarigen bruiloft. De bruigom is 90, de bruid
onlusten 88 jaar oud
In het Stadion te Amsterdam werd Woensdagavond een hulde ge
bracht aan H. K. H. Prinses Juliana, waarbij o.m. een fakkeloptocht
plaats vond. H. K. H. Prinses Juliana temidden der autoriteiten op de
tribune
Gezagvoerder Balik en radio-tele
grafist Mika van het bij Elburg ver
ongelukte Tsjechische vliegtuig ver
toeven nog steeds in het Sophia-
ziekenhuis te Zwolle en hebben
over gebrek aan belangstelling niet
te klagen
FEUILLETON
Naar het Engelsch van
ADELINE SERGEANT.
~v
(Nadruk verboden).
2),
n.
Twee waarschuwingen.
„Wat is er?", fluisterde Angela binnens
monds.
Nell maakte een waarschuwende beweging.
Zij wilde dat haar moeder niet iets ongewoons
aan haar zou merken; maar haar oogen
keken nog een beetje verschrikt, toen zij ver
volgde.
„Ziet u moeder. Het zou zoo heerlijk zijn,
om weer eens buiten te wonen. Ik ben dol op
bloemen, paarden en honden en omdat het
een landhuis is, ben ik er zeker van dat het
werk mij bevallen zal. Angela vindt het vree
sdij k om vijf mijl van een station af te zit
ten, maar ik heelemaal niet".
„Je bent net als ik was, Nell", antwoordde
mevrouw Davenant nadenkend' „maar na
tuurlijk, het is zooals je zegt. het klinkt mooi
en als de menschen wellevend zijn, en je
behandelen zooals het behoort
„Maar wie kan dat zeggen?", vroeg Angela
plotseling. „We weten niets van die menschen
af. heelemaal niets, en als Nell daar naar
toe gaat, moeten wij toch iets van hen te
weten zien te komen".
Nell fronste haar wenkbrauwen. „Stil nu
Angela", fluisterde ze vlug. Natuurlijk zullen
wij referenties vragen. Ik gaf zelf twee namen
op; Canon Claydon en Dokter Precott. Ik
dacht dat die twee wel voldoende zouden zijn
en ik heb m'n laatste foto gestuurd. Ik hoop
dat ze me die terug sturen".
„O Nell! Dat vind ik niet aardig van je!"
riep Angela. „Het was de eenige die we over
hadden en je krijgt haar misschien niet
terug".
Toen ze thee hadden gedronken en me
vrouw Davenant zich veilig in haar leunstoel
had genesteld, nam Angela haar zuster mee
naar de kleine slaapkamer, die zij samen
deelden.
„Vertel me eens, wat er aan de hand was.
Ik weet zeker, dat je iets gezien hebt, dat je
tevoren nog niet had opgemerkt".
„Ja zeker!" gaf Nell toe. „Maar je had er
niet de aandacht op moeten vestigen. Als
moeder den brief had willen zien, zou het
vreeselijk geweest zijn".
„Waarom? Wat was het?", vroeg Angela
nieuwsgierig.
Nell vouwde het velletje papier open, en
wees zwijgend naar enkele met potlood ge
schreven woorden op de achterzijde. Zij waren
niet in hetzelfde schrift als de brief zelf,
want dat was het handschrift van een ont
wikkeld man.
„Gevaar. Wees gewaarschuwd; kom niet!"
Angela bekeek het nauwkeurig. Ze verge
leek de twee handschriften, vouwde den
brief in z'n oorspronkelijke vouw en sprak
tenslotte beslist:
„Och, in elk geval kun je beter de waar
schuwing ter harte nemen. Als ik jou was,
ging ik morgen niet".
„Morgen niet gaan?", herhaalde Nell ver
baasd. „Natuurlijk ga ik".
„Zelfs als de boodschap voor jou bestemd
is?"
„Absoluut, omdat ik wil uitvinden, wie dit
schreef. Waarschijnlijk is t niet eens voor
mij bestemd, want welk gevaar zou er kun
nen zijn?"
„Het komt mij voor", merkte Angela pein
zend op, „dat de woorden op het laatste
oogenblik geschreven zijn misschien door
een dienstbode of een bloedverwant, die meer
van Mr. Lancaster's zaken afweet, dan deze
vermoedt. Alles bij elkaar is de heele adver
tentie een beetje vreemd. Ik wou dat je er
nooit op geschreven had".
„Oh, wat een onzin", antwoordde Nell luch
tigjes, „zelfs als de woorden voor mij be
stemd zijn, kunnen ze hoogstens inhouden,
dat die Mr. Lancaster niet geregeld betaalt,
een slecht humeur heeft, of iets dergelijks
Ik hoef de betrekking toch niet aan te ne
men, als ik er geen zin in heb", vervolgde
Nell met een zelfbewust lachje, „maar hon
derd pond per jaar is waarschijnlijk meer dan
ik ergens anders zal kunnen krijgen".
„Nu, ik hoop dat er geen kwaad van komt",
besloot Angela, die meer onder den indruk
van de waarschuwende woorden was dan
Nell.
Den volgenden morgen, klokslag tien uur,
bevond ze zich voor een tamelijk smal huis,
dat aan het uiterste einde van Gover Street
gelegen was. Nell zag een kaart voor het
raam. waarop gedrukt stond: Gemeubileerde
kamers te huur en op de deur was een
koperen naamplaat bevestigd, die vermeldde,
dat een zekere mijnheer Stephen Coles, ac
countant op de belétage van 't huis zijn kan
toren had.
Zij ging de stoep op, belde aan, en wachtte
tot de deur geopend werd. Een dame ging
haar voor naar een groot, maar somber ver
trek, waar zij zich in gezelschap bevond van
vier andere dames. Zij vermoedde onmiddel
lijk, dat dit ook candidaten voor de betrek
king waren. Twee van het groepje waren van
bijna middelbaren leeftijd. Eén was een jong
meisje van ongeveer negentien, blond en ta
melijk knap. De vierde candidate leek ge
schikter dan één van de anderen, en Nell
voorzag, dat deze wel voor de betrekking ge
kozen zou worden Het was een meisje van
mgeveer twee- of drie en twintig jaar. dat
ar keurig uitzag, met een schrander beschaafd
gezicht en een bril op. Ze had een boek bij
zich en las ijverig, terwijl ze wachtte. Een
voor een werden de sollicitanten binnenge
roepen, waarop ze in een andere kamer ver
dwenen.
Het jonge meisje ging het eerst. Er ging
een poosje overheen voordat de volgende werd
binnengeroepen en Nell verwonderde zich er
over, omdat zij meende, dat deze de onge
schiktste van allen was.
Toen werd één van de oudere dames naar
binnen geroepen en vijf minuten later volgde
de andere. Nell dacht erover, hoeveel zij op
elkaar leken, toen zij 'n glimp van hun licht
geel haar opving, en een oogenblik bevreemd
de zij zich erover dat al de sollicitanten voor
zoover zij ze gezien had, bijna precies de
zelfde haarkleur hadden.
„Misschien is blond haar een vereischte",
dacht Nell, met een geamuseerden glimlach.
Jlij zei er niets van in zijn brief, Maar m'n
foto zal hem wel hebben ingelicht. Misschien
houdt het ongelukkige meisje niet van men
schen met donker haar. Nou, die twee oude
dames zijn niet lang binnen geweest! Ze zul
len een jonger iemand moeten hebben. Daar
gaat het meisje met de bril! Zij leek de aan
gewezen persoon voor de betrekking!"
Nell begon zich al teleurgesteld te gevoelen.
Maar zelfs bij deze scheen het onderhoud niet
lang te duren, en er verliepen slechts enkele
minuten voordat opnieuw de deur geopend
-werd en de bediende, een oude man met een
militair uiterlijk, haar verzocht hem te vol
gen. Tot haar verwondering verscheen echter
het meisje met den bril weer op den drempel.
„Heb ik hier een notitieboekje laten lig
gen?", vroeg zij kortaf, en liep door naar de
tafel. „Kijkt u alstublief eens even of het
heb laten vallen?", vroeg ze den man.
Nell keek rond naar het vermiste boekje,
maar zij was totaal verrast toen het meisje
haar plotseling bij den arm greep en haastig
influisterde: „Ik doe dit, om u te vertellen,
dat ik in uw plaats die betrekking niet zou
aannemen. Het lijkt me hier geen zuivere
koffie. Ik vond, dat ik u moest waarschuwen!"
Toen, met een haastig knikje, gaf zij het
zoeken naar het notitieboekje op, en verliet
het huis, voordat de oude man goed be
grepen had, wat er gebeurd was.
„Hierheen alstublieft, juffrouw", zei hij ten
slotte en Nell volgde hem de trap op naar de
eerste verdieping, waar zij werd binnengeleid
in een vertrek, dat veel grooter was dan één
der benedenvertrekken en er veel aardiger
uitzag.
m.
Het onderhoud.
De kamer, waarin Nell was binnengekomen,
bezat aan den eenen kant een groot raam,
dat uitzag op Gower Street, en aan den an
deren kant een paar openslaande deuren. Eén
van de deuren stond op een kier, maar zij
had geen tijd om meer gewaar te worden,
want de deur werd heel zachtjes aan de bin
nenzijde gesloten. Zij vroeg zich af. wie er in
de andere kamer was en of daar iemand
luisterde? De gedachte hieraan maakte haar
een beetje zenuwachtig en met een soort ver
lichting herinnerde ze zich het gezicht van
den ouden militair daar beneden. Het leek
haar een betrouwbaar gezicht, weliswaar
ruw en wat barsch, maar niet sluw of ver
raderlijk.
Het gezicht van den man, die haar nu
naderde, schonk haar niet half zooveel ver
trouwen.
Mr. Lancaster was een knappe, magere
man van middelbaren leeftijd, met een glad
geschoren, scherp geteekend gezicht, een
scherpe haviksneus en donker haar, dat boven
op zijn hoofd heel dun was Z'n gezicht was
bleek en sterk gerimpeld en het werd er niet
mooier op gemaakt door donkere wallen onder
zijn oogen.
(Wordt vervolgd).